Vliegende Merkel als voorbeeld voor Nederlandse politici

Op Angela Merkel is de verzuchting ‘vroeger waren er staatslieden zoals Adenauer, Churchill of De Gaulle, nu niet meer’ niet van toepassing. Zij neemt haar land bij de hand en leidt het naar de toekomst. Voorzichtig en weloverwogen. Deze vrouw wordt steeds meer als staatsman gezien. In een richting die de burgers mogelijk op het eerste gezicht niet voor ogen hadden, maar waar ze zich achteraf best mee kunnen identificeren.

Nederland heeft geen leider van het kaliber Merkel. Nederland heeft de flexibele Rutte, de onbuigzame Buma, de handige Pechtold, de tobberige Asscher, de rancuneuze Wilders, de koddige Roemer of de communicatieve Klaver. Nederland krijgt de leiding die het verdient, zo wordt gezegd. Het is makkelijk om kritiek te hebben op de huidige generatie Nederlandse politici. Maar het is nog moeilijker om er geen kritiek op te hebben.

Van A naar Beter, heet het in overheidsbeïnvloeding die Nederlanders op de weg een duwtje wil geven om de beste route te kiezen. Soms is de kortste weg niet de snelste weg. Of de beste weg. Politici beseffen dat, maar ze handelen er op dit moment niet naar. Ze geven de indruk te veel belang te hechten aan hun eigen positie en die van hun partij of hun favoriete onderwerpen die de eigen achterban bedient. Ze overstijgen de tijd en partijgrenzen niet. Hun voorzichtigheid en bedachtzaamheid slaat om in bangigheid en blikvernauwing.

Zo tikt tijd die gevuld wordt met details weg terwijl belangrijke vragen wegens ontbrekend besef van urgentie blijven liggen. Hoe Nederland toekomstbestendig te maken? Hoe het politieke bestel te moderniseren? Hoe de welvaart beter verdelen? Welke geopolitieke positie moet Nederland in de EU kiezen nu de Britten door de Brexit en de VS door het onberekenbare gedrag van president Trump gedeeltelijk dreigen weg te vallen? Zoekt Nederland aansluiting bij de Duits-Franse as? Nederlandse politici sleutelen aan het Binnenhof met elkaar, verwijten elkaar niet te bewegen, maar blijven zelf stilstaan. Buiten de landsgrenzen is er de vliegende Merkel.

Foto: ‘The flying Merkel … J.P. Schantin crossing the great American desert on his flying Merkel motorcycle’, 1913. Collectie Library of Congress.

Formatie komt in volgende fase. Al tijd om de PvdA in te sluiten?

D66-leider Alexander Pechtold gaat voor een vijfpartijenkabinet van VVD-D66-CDA-SP-PvdA. Dat stelt hij vandaag voor aan informateur Edith Schippers. Tegen de beoogde kandidaat ChristenUnie heeft D66 vanwege onder meer levensbeschouwelijke onderwerpen bezwaar. Van de weeromstuit zegt de ChristenUnie bezwaar te hebben tegen D66. Omdat SP de VVD uitsluit en SP-leider Emile Roemer bij dat standpunt blijft is deelname van de SP aan een vijfpartijenkabinet onwaarschijnlijk. Resteert een kabinet van VVD-CDA-D66 met de PvdA. Met het gewenste evenwicht tussen links en rechts en geen enkele partij die het op moeten nemen tegen drie andere partijen. Deze combinatie was vanaf het begin het meest logisch, maar vanwege het grote verlies van de PvdA moest er tijd gekocht worden om deze partij aan het idee te laten wennen. Nu is de tijd, zo lijkt het.

Afrofobe Sybrand Buma. Hoe het CDA zich ongeloofwaardig maakt

Kiza Magendane maakt zijn betoog minder sterk door naar Emile Roemer te verwijzen. In het partijprogramma van de SP worden Afrika en Afrikanen alleen in het kader van de immigratiestromen of noodhulp gezien. Een defensieve houding die niet overeenkomt met wat Roemer in het filmpje zegt en pretendeert te zijn. Ook de SP komt niet met een Marshall-plan voor Afrika of een industrialisatiebeleid dat gericht is op Afrika. Ofwel, Kiza laat zich misleiden door de SP dat Afrika niet vanuit het Afrikaans belang ziet. Uit projecties van de wereldbevolking tot 2100 blijkt dat Afrika een onvoorstelbare 80% van de groei voor haar rekening neemt.

Maar Kiza heeft gelijk dat Sybrand Buma Afrofoob, antichristelijk en egoïstisch is. Buma is een windvaan die normen en waarden inlevert voor een goede uitslag. Zijn marketing is zo opzichtig een laagje vernis dat het potsierlijk is. Buma is de ultieme politieke bedrieger die de zweem van bedrog niet van zich af kan schudden.

Andere hardliners staan voor een principe en eisen van zichzelf dat ze naar een principe leven. Niet Buma. Hij leeft volgens marketing die volledig zijn overtuiging stuurt. Elk woord dat hij zegt klinkt ongeloofwaardig. Zijn standpunten zijn hieraan ondergeschikt en worden onnavolgbare constructies. Zoals over de EU dat het CDA mondjesmaat steunt, maar waaraan het de foute analyse koppelt dat het falen van de EU komt door de EU en niet door de EU-lidstaten. Buma is nadrukkelijk verbolgen, getergd en nijdig. Buma is alles waarom kiezers twijfelen te kiezen. De persoon ‘Buma’ is het symbool van een gekunstelde en niet oprechte campagne.

Women’s March wordt pas succes met een massaal politiek vervolg

Het is onvoldoende om met elkaar te protesteren en daar een moreel gelijk aan te ontlenen. Dat is potsierlijk. Protest krijgt pas inhoud als het niet eenmalig maar blijvend is en in een doelgerichte politiek gegoten wordt. Velen hebben het gelijk aan hun kant als ze beweren dat de Amerikaanse president Donald Trump een dwaas en een egotripper is die zonder ervaring in het openbaar bestuur slecht is voorbereid op zijn nieuwe functie. Protest is nodig als startpunt voor politiek activisme. Maar als protest dreigt te ontaarden in het claimen van eigen gelijk dat niet verder nadenkt over het vervolg, dan heeft het weinig politieke invloed.

Het belang van de Women’s March ligt niet in de oppositie tegen Trump die zich zoals bekend niets gelegen laat liggen aan feiten en argumenten, maar in die tegen Hillary Clinton. Met haar medestanders trekt ze nog steeds aan de touwtjes binnen de Democratische partij (DNC). Dat maakt de progressieven ziedend die onder verwijzing naar de populariteit en peilingen tijdens de campagne van 2016 denken dat hun kandidaat Sanders Trump makkelijk had verslagen. Zodat de VS de schande van Trumps presidentschap bespaard was gebleven.

Activist Van Jones prikt door de protesten tegen Trump heen. De essentie van zijn woorden is dat de oppositie georganiseerd, niet neerbuigend en geloofwaardig moet zijn. Jones steunt de progressieve richting binnen de DNC die wordt vertegenwoordigd door de senatoren Bernie Sanders en Elizabeth Warren, en afgevaardigde en kandidaat-partijvoorzitter Keith Ellison. Jones probeert om strategische redenen de verschillen te overbruggen en vooral de kloof binnen de DNC te dichten. Als er een patstelling ontstaat tussen Clintoneske partijbonzen -die hun macht niet willen delen- en de Sandersiaanse massa, dan kan Trump geen echte pijn worden gedaan.

Uit een artikel in Politico blijkt dat het merendeel van de demonstranten aanhangers van Sanders was. Dat ligt in de lijn van de campagne van 2016 toen ze in grote getale partijbijeenkomsten van Sanders bezochten. Door een combinatie van manipulatie door de partijorganisatie, de tegenstand van de pro-Clinton media, maar ook gewoonweg een tekort aan steun legden ze het af tegen Clinton en het partijestablishment. Hoewel ze het meeste enthousiasme opbrengen en bereid zijn om met velen de straat op te gaan om te protesteren zijn ze gemarginaliseerd binnen de DNC. Niet dat ze noodzakelijkerwijs een minderheid binnen de partij vormen, maar establishment-Democraten die op hun beurt in de klem zitten van big money en daar een tegenprestatie voor moeten leveren zijn niet alleen niet bereid, maar ook niet bij machte hun macht af te staan. Waardoor het perspectief op revitalisatie van de DNC, progressieve standpunten en scherpe uitdaging van Trump afneemt.

De les voor Nederland is niet anders dan wat Van Jones beoogt. Overbruggen en doordenken. De gevestigde orde in de progressieve partijen heeft geen toekomst omdat het geen beweging weet op te wekken. In de beeldvorming valt het beeld niet weg te poetsen dat het partijkader vooral het eigenbelang dient. Het grijpen naar het verleden van de jaren ’70 -zoals PvdA-leider Lodewijk Asscher doet– maakt het extra pijnlijk. Het sluiten met elkaar van ‘progressieve pacten’ op deelterreinen zoals de arbeidsmarkt is onvoldoende. Als dat het beste is wat progressieve partijen in huis hebben, dan valt hun wereldvreemdheid en machteloosheid niet beter te illusteren. Slechts GroenLinks kan hopen op een beweging die de traditionele partijgrenzen te buiten gaat. Dan moet het verzoenen, de sociaal-economische paragrafen tot kern van het programma maken en keihard stelling nemen tegen rechts-populistische tendenzen in samenleving en politiek. En in de marketing zeker niet verwijzen naar de mooie woorden en het vrijblijvende vormspel van ex-president Barack Obama.

Asscher presenteert progressief pact voor meer vaste banen. SP en GL haken aan. Electoraal verstandig?

ass

Er tekent zich een progressief pact aan ‘voor meer vaste banen’ tussen de PvdA, SP en GroenLinks. PvdA-leider Lodewijk Asscher zoekt er in het AD de publiciteit mee. Vroeger presenteerden deze partijen zich doorgaans als ‘links’, nu als ‘progresssief’. Dat wil zeggen dat ze niet de sociaal-economische, maar de politiek-culturele focus als het meest belangrijk willen presenteren. Het betreft een pact over een onderdeel van de arbeidsmarkt. Het is geen omvattend pact en kan daarom worden opgevat als ‘bij gebrek aan beter’.

Hoe zo’n losse samenwerking uitpakt op de kiezer is de vraag. Het hangt er mede vanaf hoe serieus het pact is en hoe centraal de drie partijen het in hun marketing zetten. Maar denkbaar is dat kiezers die twijfelen om op één van de drie partijen te stemmen afhaken vanwege animositeit jegens een van de twee andere partijen. Zoals een potentiële stemmer op GroenLinks die niks te maken wil hebben met de SP vanwege haar Europa-politiek die haaks staat op die van GroenLinks. Of een potentiële stemmer op de SP die niets te maken wil hebben met de ‘rechtse’ PvdA die een pilaar onder de gevestigde orde is.  De lachende derde zouden wel eens de partijen kunnen zijn die programmatisch aan deze drie partijen grenzen, zoals D66.

Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Asscher wil links verbond voor meer vaste banen’ in het AD, 21 januari 2017.

List van Roemer voor een ‘progressief pact’ kan faliekant anders uitpakken

partijcongres-34-of-1

Dat is schrikken, de SP wil niet in een kabinet met de VVD. Aldus partijleider Emile Roemer volgens een bericht in het AD. Vandaag houdt de SP een partijcongres in Tilburg waarop Roemer ‘oproept tot het sluiten van een progressief pact voor sociale verandering.’ Maar welke partijen daar volgens de SP toe moeten worden gerekend is onduidelijk. Zelfs als het niet-linkse D66 en de CU mee worden gerekend resteert met 36 zetels in de Eerste Kamer nog geen meerderheid voor ‘een progressief pact’ met SP, PvdD, PvdA, GL, D66 en CU. Om tot kabinetsvorming en een meerderheid in de Staten-Generaal te komen is deze strategie van de SP daarom een doodgeboren kindje. De marketing van de SP lijkt dan ook een ander doel te dienen: verkiezingswinst.

Maar de strategie van de SP kan ook totaal anders uitpakken en tot de uitsluiting van deze partij leiden. Dan jaagt het namelijk samen met de PVV en de populistische splinters op rechts de middenpartijen  VVD, PvdA, D66, CDA en GroenLinks naar elkaar. De verkiezingsstrijd gaat er dan om wie van deze vijf partijen afvalt. Het is voorstelbaar dat de partij afvalt met de minste zetels in de Tweede Kamer, de minste overeenstemming met de andere vier partijen en de meest vragende politieke leiders. Omdat in de Eerste Kamer PvdA (8 zetels) en GroenLinks (4 zetels) als enigen gemist kunnen worden voor een meerderheid resteert dan waarschijnlijk een vierpartijenkabinet VVD, CDA, D66, PvdA of VVD, CDA, D66, GroenLinks. In de peilingwijzer van december 2016 komt zo’n vierpartijenkabinet in de Tweede Kamer nog zo’n 10 zetels tekort voor een meerderheid.

Maar in de campagne kunnen vier van de vijf middenpartijen nog groeien. VVD kan met de sterke campaigner premier Mark Rutte stemmen wegsnoepen bij de PVV en uitkomen op 30 zetels en opnieuw de premier leveren. De PvdA met Lodewijk Asscher kan de aanval inzetten op de SP en zo het verwachte verlies beperken en uitkomen op 15-18 zetels. GroenLinks kan nieuwe en jonge kiezers motiveren te gaan stemmen en met 12-14 zetels haar beste resultaat ooit behalen. D66 en CDA kunnen hun uitslagen in de peilingen van rond de 15 zetels consolideren of nog licht verbeteren. Zo tekenen zich twee maanden voor de verkiezingen van 15 maart 2017 reeds de contouren van een nieuw kabinet aan. De partijen die niets forceren komen bij elkaar uit.

Foto: Partijcongres SP, 2010.

Politieke partijen kunnen nu eenmaal niet voorbijgaan aan zichzelf. En staan zo per definitie haaks op het algemeen belang

fd

In de reacties op de troonrede die op Prinsjesdag door de koning werd uitgesproken klonk vooral kritiek van de oppositie. Het kabinet zou sprookjes vertellen (Wilders/PVV), een WC-Eend verhaal vertellen (Roemer/SP) of er een verkiezingstoespraak van maken (Krol/50Plus). De reacties van deze partijen waren al beschreven in persberichten voordat ze wisten wat er in de troonrede stond. Dus de vraag of het kabinet of deze oppositiepartijen het meest in een parallelle wereld leven is niet makkelijk te beantwoorden.

Hier wreekt zich opnieuw het tekort van de partijpolitiek. Vertegenwoordigers van politieke partijen zeggen het algemeen belang te dienen en pretenderen namens burgers te spreken, maar kunnen niet anders dan dat te wringen in het model van hun eigen politieke partij en idee van partijpolitiek. Zo verwordt een 19de eeuwse verworvenheid in de 21 ste eeuw tot hoofddoel van eigen voortbestaan. Alsof het bestaan van een politieke partij een doel op zichzelf is. Dat laatste loopt per definitie niet altijd gelijk op met het algemeen belang.

Vernieuwingen die passen bij de 21ste eeuw en aansluiten bij digitalisering, machtsdeling, opleidingsniveau van burgers en technische innovaties zoals liquid democracy worden door deze politieke partijen niet gezocht. Zelfs geblokkeerd, want je hoort ze er nooit over. Dat tekent het failliet van de partijpolitiek waarvan het de vraag is of de vertegenwoordigers ervan dat vol cynisme beseffen of uit blikvernauwing niet eens bespeuren. Ik vermoed het laatste. Burgers verliezen hun interesse voor deze partijpolitieke opvatting van de politiek.

Bovenstaand commentaar in het Friesch Dagblad zegt verbaasd te zijn over passages in de troonrede. Het zegt: ‘Veel burgers voelen onvrede met de rechtsstaat en de democratische processen. Die zorgen uiten zich in onder meer de sterke sympathie voor de partij van Wilders, in de systematische aanvallen op de instituties van de rechtsstaat door Wilders en anderen, en in een groeiende onverschilligheid voor alles wat met politiek en bestuur te maken heeft.’ Op mijn beurt ben ik verbaasd over deze passage in dit hoofdredactioneel. Wat probeert het Friesch Dagblad met de verwijzing naar ‘de sympathie voor de partij van Wilders’ nou te zeggen over de stand van de rechtsstaat en de democratische processen in Nederland? Nu lijkt het er sterk op dat de schrijver van het commentaar iets aanstipt, maar daar tegelijk halfslachtig afstand van neemt. In elk geval niet zuiver redeneert. Want het kan dat de sympathie voor de partij van Wilders wordt gevoed door een breed gevoel van ongenoegen bij een deel van de bevolking. Maar wat te maken zou hebben met de stand van de democratie en de rechtsstaat die los van dat ongenoegen bestaan maakt dit commentaar niet duidelijk.

Uit internationale vergelijkingen tussen landen over democratie, corruptie, welzijn, geluk, persvrijheid, burgerrechten of rechtsstaat blijkt dat Nederland hoog scoort. Het zit altijd in de kopgroep van landen die het vergeleken met andere landen uitmuntend doen. Uit een vergelijkend onderzoek uit 2015 van het World Justice Project tussen 102 landen over de rechtsstaat staat Nederland op plek 5, na 4 Noord-Europese landen.

Alles is relatief, niets is perfect. Maar ontkennen of relativeren dat Nederland een welvarend en aantrekkelijk land is met goede infrastructuur, goede voorzieningen en een sterke rechtsstaat grenst aan een gebrek aan realiteitszin, miskenning van de eigen situatie en zelfvernietiging. Het zou gewenst zijn als partijen als de SP, PVV en 50Plus eens goed naar zichzelf keken en de samenleving niet opzadelden met hun eigen chagrijn en partijpolitiek opportunisme. Media als het Friesch Dagblad die de macht moeten controleren zouden nog beter moeten weten. Gewenst zou zijn als politieke partijen vanuit de positieve kenmerken van Nederland aan een betere samenleving zouden werken. Zonder te ontaarden in zwartgalligheid. En vooral: met voorbijgaan aan zichzelf. Ze voegen met hun stemmingmakerij niets constructiefs toe dan de eigen overbodigheid.

Foto: Schermafbeelding van commentaar in het Friesch Dagblad, 21 september 2016.

Harry van Bommel bekritiseert uitspraak rechter. Wie roept hem binnen de SP tot de orde?

sp

Harry van Bommel is namens de SP sinds 1998 lid van de Tweede Kamer. Op dit moment is hij woordvoerder Europese en Buitenlandse Zaken. Hij leidt namens de SP de nee-campagne tegen de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne. Op 6 april kan de Nederlandse kiezer in een referendum daarover een mening geven.

Aanleiding voor bovenstaande tweet is de beslissing van de rechter in Zwolle om de gemeente Oldenzaal niet te verplichten om meer dan vijf stembureaus te openen waar Geen Peil om had gevraagd. De rechter wees de eis af en oordeelde ‘dat het niet onredelijk is als Oldenzaal overweegt minder stembureaus in te stellen’: ‘Bij het aanwijzen van het aantal stembureaus heeft een gemeente een grote mate van beoordelingsvrijheid. De wet bepaalt alleen dat er één of meerdere bureaus moeten zijn. De voorzieningenrechter mag in dit geval alleen toetsen of de gemeente Oldenzaal in redelijkheid kon beslissen tot het instellen van 5 stembureaus.’

De rechterlijke macht opereert als een autonome macht met eigen bevoegdheden. De scheiding der machten (Trias politica) is een politiek systeem dat stelt dat de wetgevende macht (met een tweekamerparlement), de uitvoerende macht (met een staatshoofd en een kabinet van ministers) en de rechterlijke macht min of meer gescheiden zijn. Dat vraagt terughoudendheid van machten om zich met elkaars opereren te bemoeien.

In zijn tweet meent volksvertegenwoordiger Harry van Bommel zich uit te kunnen spreken over de toetsing van de wet door een voorzieningenrechter in Overijssel. Hij noemt het oordeel een ‘dwaling’ en spreekt zelfs van een ‘stembureau-gate’. Het is ongepast voor een volksvertegenwoordiger om zich zo uit te spreken. Niet alleen omdat hij hiermee op de stoel van de rechter gaat zitten, maar ook doordat deze opstelling het vertrouwen in de democratie beschadigt. Van Bommel maakt stemming tegen een rechterlijk oordeel en suggereert dat de kiezer verliest. Hiermee zet hij bewust de kiezer tegen een democratische institutie op.

Wat Van Bommel hier doet verschilt weinig van de opstelling van PVV-leider Geert Wilders die voortdurend meent rechterlijke besluiten te kunnen bekritiseren. Het is merkwaardig waarom Van Bommel binnen de SP zoveel ruimte krijgt van leider Emile Roemer, ‘geweten’ Ronald van Raak en Justitie-woordvoerder Sharon Gesthuizen voor zijn anti-democratische praatjes. Het SP-beginselprogrammaHeel de mens’ uit 1999 zegt: ‘Democratie bestaat niet alleen uit rechten, maar ook uit plichten. De belangrijkste is de plicht van betrokkenheid.’ Uit de tweet blijkt Van Bommel vergeten te zijn wat zijn plicht als volksvertegenwoordiger is. Hij is het al 18 jaar. Wie roept hem binnen de SP tot de orde? Sharon Gesthuizen stuurde ik een tweet:

SG

Foto 1: Schermafbeelding van tweet van Harry van Bommel (SP, woordvoerder Buitenlandse Zaken).

Foto 2: Schermafbeelding van tweet aan Sharon Gesthuizen (SP, woordvoerder Justitie).

EU omcirkeld door landen die afglijden naar dictatuur. Oplossing is ambitie en zelfvertrouwen. Weg van de natiestaat

Het zijn interessante tijden. Turkije en de Russische Federatie glijden af naar dictatuur, hun leiders Erdogan en Putin zetten de democratie op sterk water. De EU biedt onvoldoende tegenwicht omdat het nauwelijks nog militaire macht heeft. Autocratische leiders buiten dat uit. De VS hebben in Obama een president die zwak opereert in z’n buitenlandse politiek. Het land met de grootste militaire macht laat zich in Syrië vernederen.

In Europa laten extremistische partijen zich of financieel of mentaal opkopen door het Kremlin dat uit is op verzwakking van de EU door het zaaien van verdeeldheid. Zo ontstaan er merkwaardige monsterverbonden die inhoudelijk onlogisch zijn. De SP die ooit ging voor het internationaal socialisme neemt het idioom over van de natiestaat van Thierry Baudet die zijn carrière vervolgt door zich te profileren als voorman van het NEE-kamp in het Oekraïne-referendum. Vraag is hoe echte SP’ers dat verteren. En allerlei partijen die de mond vol hebben over vrijheid, democratie, de verzorgingsstaat en verworven rechten schurken aan tegen het Rusland van Putin waar van alles in opmars is, maar niet de vrijheid, democratie, verzorgingsstaat en rechtsstaat.

De EU valt ook het nodige te verwijten, of beter gezegd de EU-lidstaten die zich onverantwoord gedragen. Het is een prachtig project dat door de EU-lidstaten om zeep wordt geholpen. In haar columns in NRC wijst Caroline de Gruyter vanuit Wenen op de tegenstrijdigheden: ‘Zo werkt Europa: regeringen zorgen dat het machteloos is, en klagen vervolgens dat het niets kan. En de burger applaudisseert: „Europa heeft gefaald, het wordt tijd dat we onze zaakjes weer zelf regelen.”’ Maar er is geen alternatief voor de EU. Zo bekeken is de 19de eeuwse natiestaat van Baudet niet de redding voor de EU-lidstaten, maar juist de grootste bedreiging ervan. Trouwens zonder dat het nodig is dat de EU verder moet federaliseren zoals Eurofielen zeggen. De EU-lidstaten moeten gewoon doen wat ze jaren geleden toegezegd hebben te doen. En wat ze nu nalaten.

Zo verkruimelt alles. Turkije en de Russische Federatie zetten de EU onder druk. Onder meer door de stroom vluchtelingen en economische migranten Europa in te jagen wat de verdeeldheid tussen EU-lidstaten verder aanwakkert. Nationale regeringen zijn in de greep van de partijpolitiek en hebben het contact met de burger verloren. Ze trekken zich ook niets meer aan van de burger die zich terecht bedonderd voelt. Premier Mark Rutte lacht zich vaardig door debatten heen, maar straalt geen enkel gezag uit als geloofwaardige, integere staatsman. Zo is de politiek niet meer iets van de mensen, maar van een in zichzelf gekeerde kaste van partijpolitici. De oppositie met Geert Wilders en Emile Roemer is geen haar beter en biedt geen alternatief.

Ondanks alle tekortkomingen is de EU de enige uitweg uit de misère. De EU moet niet grondig veranderen om hetzelfde te kunnen blijven, maar de EU-lidstaten moeten veranderen om de EU hetzelfde te laten worden. De vooruitzichten zijn slecht. In Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk zijn respectievelijk president Hollande en premier Cameron zwakke leiders die niet doorbijten en strategische fouten maken. Duitsland worstelt met een onverwerkt verleden dat het land ontvankelijk maakt voor donkere sentimenten. Maar er is geen alternatief in afglijdende landen als Turkije en de Russische Federatie die zich nog minder bekommeren om hun eigen burgers. Of in de verdeeldheid van de natiestaat die ook op wereldniveau de Europese landen nergens laat. De ‘soft power’ van de EU mag wel wat harder worden door het op te tuigen met militaire macht, machtspolitiek en economische politiek die uitgaat van het Europees belang. Kortom, ambitie en zelfvertrouwen gevraagd.

Johan van den Hout uit kritiek op centralisme SP en op Marijnissen

De Brabantse gedeputeerde Johan van den Hout (SP) heeft kritiek op voorzitter en oud-partijleider Jan Marijnissen. Hij zei gisteren in NRC dat de 62-jarige Marijnissen op moet stappen als partijvoorzitter. Een functie die Marijnissen sinds 1988 inneemt. Van den Hout hekelt de autoritaire stijl van de voorzitter: ‘Die man is zo autoritair, het is bij de wilde beesten af.’ Opvallend is ook de kritiek van Van den Hout op de SP-fractie in de Tweede Kamer: ‘Ze informeerden echt niet hoe we het deden in Brabant.’ Dit alles is in strijd met het beeld van een basispartij die de wijken ingaat en de vinger aan de pols van de maatschappij houdt.

De kritiek op het gebrek aan interne democratie die doorgaans wordt verwoord als ‘stalinistisch’ staat niet op zichzelf en klinkt binnen de SP regelmatig. Op dat bureaucratisch centralisme klinkt vanaf de linkerkant kritiek van onder meer het Socialistisch Alternatief. In 2007 omschreef Bas de Ruiter dat als volgt: Dat ‘een selecte partijtop beslissingen neemt voor een hele partij zonder bovenstaande vormen van directe zeggenschap te laten plaatsvinden en de vrije organisatie van fracties binnen een partij toe te staan.’ En: ‘Dat er allerlei formele regelingen zijn opgesteld voor de interne partijdemocratie maakt een partij nog niet democratisch.’ Feit dat Jan Marijnissen al 27 jaar voorzitter is geeft te denken over de partijdemocratie van de SP. Het besef ervan kan in de afweging een reden zijn voor kiezers om dan maar niet op de partij te stemmen.