Voorlichters onttrekken falend openbaar bestuur Rotterdam aan het zicht

Laten we het eens hebben over de bestuurbaarheid van de grootste gemeenten van Nederland. Hebben we er een goed beeld van? Die vraag stellen is de vraag beantwoorden. De afdelingen communicatie van de grote steden zijn zo opgetuigd en vol woordvoerders, voorlichters en beleidsambtenaren gestopt dat het onmogelijk is om een beeld te krijgen van wat er echt aan de hand is. Daartegenover is de regionale journalistiek uitgekleed en heeft die onvoldoende middelen om de politiek goed te volgen. Burgers worden overspoeld met gemeentelijke advertenties en brochures die vooral uitblinken in borstklopperij over de fantastische prestaties van het gemeentebestuur. Geen kritische burger die het nog leest, laat staan gelooft, zodat dit soort voorlichting nog slechts op twee doelgroepen is gericht: de slecht geïnformeerde burger die alles voor zoete koek slikt en de gemeentelijke organisatie die zelfbevestiging zoekt om de eigen onzekerheid te verbergen.

De op burgers gerichte voorlichting in grote gemeenten is een manifestatie van de stammenstrijd in het gemeentebestuur. Wethouders zoeken met hun voorlichters, beleidsambtenaren en politieke assistenten de publiciteit om elkaar de loef af te steken. Ze proberen ermee hun positie te versterken. Ze spelen politicusje, terwijl ze in het duale stelsel toch bestuurders en managers zijn. Burgers die wordt lastiggevallen met al die ronkende ‘persmomenten’, persberichten, voorlichtingsfilmpjes en toekomstplannen zijn in dubbel opzicht de klos. Want voorlichting die vooral dient om bestuurders in het zonnetje te zetten kost belastinggeld dat ze zelf moeten ophoesten en het levert een beeldvorming op die valt te kenschetsen als een reisje fantasieland. Dat wil niet zeggen dat er geen gemeentelijke voorlichting bestaat die zakelijk en zinvol is, maar die wordt steeds minder belangrijk. Daarnaast hebben wethouders door de polarisatie van de politiek in de grote steden een prima verdediging om niet serieus in te gaan op kritiek. Want die kan worden afgedaan als partijdig.

Rotterdam is de gemeente waar schijn en werkelijkheid het meest uiteen zijn gaan lopen. Het openbaar bestuur van Rotterdam is niet meer wat het pretendeert te zijn, namelijk doelmatig en oplossingsgericht. De gemeentelijke organisatie is in haar tegendeel verkeerd. Als er iets rauw is aan Rotterdam, dan zijn dat vooral de omgangsvormen binnen stadsbestuur en gemeentelijke organisatie. Het bestuur van de spreekwoordelijke werkstad blinkt uit door regelgeving, indekken van risico’s binnen de ambtelijke organisatie en het op veilig spelen. Dat leidt tot ondoelmatigheid, onnodige procedures en doorgeschoten bureaucratie. Het valt samen te vatten als omslachtig en krampachtig. Het motto van het bestuurlijke Rotterdam is ‘Lullen, maar niet poetsen’.

Van de grote gemeenten heeft Rotterdam met afstand de meeste wethouders, namelijk 10. Amsterdam en Den Haag hebben 8, Utrecht en Groningen 7, Eindhoven en Tilburg 6 wethouders. Zo kent Rotterdam in Michiel Grauss (CU-SGP) een wethouder met de portefeuille ‘Armoedebestrijding, schuldenaanpak en informele zorg’ waarbij het de vraag is hoeveel uren in de week deze bestuurder hiermee bezig is. Uiteraard heeft Grauss een secretariaat, woordvoerder en politiek assistent. Van deze laatste abnormaliteit kijkt niemand meer op, maar abnormaal is het wel dat een bestuurder van een grote stad een politiek assistent moet hebben. Ook nog eens voor zo’n onbenullig takenpakket dat louter om politieke redenen bijeen is geraapt.

Ook wethouders van grotere partijen hebben in Rotterdam last van profileringsdrang. Ze zitten in elkaars vaarwater omdat er gewoonweg teveel wethouders zijn en te weinig beleidsterreinen. Zo figureerden twee wethouders op dezelfde dag, 19 juli 2019 in een persbericht over hetzelfde onderwerp: schone lucht. Ook nog eens wethouders van dezelfde partij, namelijk GroenLinks. Wat voor morsige indruk van overbodigheid en ondoelmatigheid dit maakt bij de Rotterdammers is geen onderwerp waar het huidige college zich zorgen over lijkt te maken. Zo strompelen wethouders voort in hun dillentalisme, op de been geholpen en aan het echte zicht onttrokken door hun woordvoerders, voorlichters, communicatieafdeling en politieke assistenten.

Foto 1: Presentatie op Rotterdam.nl: ‘Het college van burgemeester en wethouders vormt het dagelijks bestuur van Rotterdam’.

Foto 2: PersberichtRotterdam zet in op schone lucht’ van de Gemeente Rotterdam, 19 juli 2019.

Foto 3: PersberichtRotterdam zet belangrijke stappen voor schonere lucht en CO2-reductie’ van de Gemeente Rotterdam, 19 juli 2109.

Vrije Politiek in de raad. Op weg naar partijonafhankelijkheid?

Dit filmpje uit april 2013 was me ontgaan. Dick Schouw bracht me er van op de hoogte. Hij is woordvoerder van de OPA beweging en was de afgelopen tijd in het nieuws door zijn betrokkenheid bij 50Plus. Hij werd door het bestuur geschorst, maar toen toch weer niet. Hij ziet de oplossing voor de ‘Oudere Politiek‘ in de ‘Vrije Politiek‘. OPA koppelt dat in de toelichting aan ouderen, maar opvallend speelt dat aspect in het filmpje geen rol. Dat komt omdat Vrije Politiek weer een andere initiatiefnemer kent: oud-D66’er en ‘ondernemer-adviseur‘ Leo Broers uit Helmond. Hij zet zich in voor partijonafhankelijke politiek. Met de opzet het vertrouwen in de politiek te herwinnen. Hier meer over Vrije Politiek HelmondOPA wil de Vrije Politiek in praktijk brengen.

Elk initiatief om uit de schaduw van de gevestigde partijpolitiek te komen is welkom. Dus ook wat de Vrije Politiek en de OPA Beweging doen. Omdat een realistisch alternatief de meeste kans van slagen heeft als het aansluit bij het bestaande vinden veranderingen per definitie in de marge plaats. Daar pleitte ik hier ook voor een combinatie van gevestigde politiek en burgerbeweging. Hoe ze samenkomen zonder dat het nieuwe het eigen karakter verliest is een eeuwig zoeken, navigeren en afbakenen. De flessenhals zit ‘m zoals zo vaak in de overgang van theorie naar praktijk. Die stap proberen de Brabanders Schouw en Broers te zetten.

Het filmpje over Vrije Politiek is overigens minder vernieuwend dan het lijkt. Het voert het duale stelsel van de gemeentepolitiek consequent uit zoals het bedoeld is. Da’s weer wel vernieuwend. Namelijk met gescheiden bevoegdheden voor raad en college. Dat betekent dat de raadsleden niet meebesturen, maar toezicht houden. Zodat ze precies dat doen wat het filmpje zegt: samenwerken, coalities zoeken en elkaar vinden om de grote lijn uit te zetten. Wat niet per definitie alleen technisch is, maar ook het herschikken of opzetten van de ideologische veren kan inhouden. Wethouders zijn dan managers die het beleid uitvoeren. In praktijk maakt het duale stelsel de partijpolitiek zoals we die kennen al overbodig. Waarom beseffen we dat dan nog niet?

vp

Foto: Schermafbeelding van Manifest Vrije Politiek door Leo Broers.