‘Unindentified Exhibtion’ geïdentificeerd: Jacques Lipchitz in Stedelijk Museum (1958)

Jacques Lipchitz papers and Bruce Bassett papers concerning Jacques Lipchitz‘. Collectie: Archives of American Art. [Stedelijk Museum Amsterdam, 14 maart 1958].

Wat betekent de titel ‘Unidentified Exhibition‘ bij een aantal foto’s van een tentoonstelling van de Joodse Frans-Amerikaanse kunstenaar Jacques Lipchitz uit de collectie van de Archives of American Art op de site van de Smithsonian Institution?

Schermafbeelding van ‘Unidentified Exhibition‘ van Jacques Lipchitz op Smithonian Institute.

Het kan betekenen dat achteraf de tentoonstelling niet meer gedocumenteerd kan worden door gebrek aan feiten. Het kan ook iets anders betekenen. Analoog aan de titel van een kunstwerk ‘Geen titel’. De kunstenaar wil niet dat de tentoonstelling geïdentificeerd wordt en zich onttrekt aan duiding. De kunstenaar trekt met zo’n titel een lange neus tegen kunstjournalisten, kunstwereld en het museum die de tentoonstelling onderdak biedt.

Ach, elke Nederlander van een zekere leeftijd met belangstelling voor beeldende kunst herkent in de foto’s de ‘doorzichtige’ en nu niet meer bestaande Sandbergvleugel van het Stedelijk Museum in Amsterdam. De huizen van de Van Baerlestraat schemeren op enkele foto’s door de jaloezieën door. De ‘nieuwe vleugel’ werd in 1954 geopend. Wie dan nog niet overtuigd is ziet Willem Sandberg de bezoekers op de opening toespreken.

Schermafbeelding van persberichtDe beeldhouwer Lipchitz in Amsterdam‘ van Stedelijk Museum, 10 maart 1958. Collectie: Stadsarchief Amsterdam.

De tentoonstelling was van 14 maart tot 5 mei 1958. De titel was ‘Jacques Lipschitz’. Bovenstaand persbericht van Willem Sandberg maakt duidelijk dat de opening op vrijdagavond 14 maart 1958 plaatsvond. In afwezigheid van de kunstenaar. Dat ondermijnt de claim dat Jacques Lipchitz in Amsterdam is. Neemt de dame met de bontjas namens Lipchitz de honneurs waar? Is zij wellicht zijn echtgenote Yulla die hier 46 jaar oud is?

Jacques Lipchitz papers and Bruce Bassett papers concerning Jacques Lipchitz‘. Collectie: Archives of American Art. [Stedelijk Museum Amsterdam, 14 maart 1958].

Foto’s die zouden horen bij een niet geïdentificeerde tentoonstelling zijn nu geïdentificeerd. Ze horen bij een tentoonstelling met werk van Jacques Lipchitz in het Stedelijk Museum in 1958. Allen kunnen we helpen om de historische documentatie van kunstinstellingen aan te vullen.

(Ik heb het Smithsonian Institution een e-mail gestuurd met m’n bevindingen).

Militaire musea: Soesterberg schiet beter op dan Gelderland

Werk aan de winkel. In Soesterberg komt op het noordelijke deel van de voormalige vliegbasis het Nationaal Militair Museum. Kosten 160 miljoen euro. De bouw vordert zo te zien. Eigenlijk gaat het om een Nationaal Militair Museum. Want de Stadsregio Arnhem Nijmegen houdt zich bezig met de planning van een Museum Wereldoorlog II. Vol interne strijd trouwens. Dat moet zo’n 25 miljoen kosten. Tussen beide musea zijn veel overlappingen. Dat deert lokale bestuurders niet. Ze pronken graag voor glanzende gebouwen. Die ook nog eens zo geschikt zijn voor diners en recepties. Aannemers doen goede zaken met het bouwen van musea.

De politiek van Gelderland liet afgelopen week weten eerst meer duidelijkheid over de plannen voor een WO2 Museum in Nijmegen te willen voordat er een miljoen euro voor wordt gereserveerd. Een meerderheid in Provinciale Staten besloot dat afgelopen woensdag. Partijen vinden het bedrijfsplan niet duidelijk. Ook vrezen de staten dat de provincie moet gaan opdraaien voor tekorten in de exploitatie. Een loopgravenoorlog dreigt. Want in Arnhem gaan nu stemmen op om het ‘Vrijheidsmuseum WO2’ dan maar in hun stad te vestigen. In het leegkomende Museum voor Moderne Kunsten. Dat museum verhuist vermoedelijk naar het Kunstencluster dat in een referendum werd afgestemd, maar door de lage opkomst ongeldig was. Lokale politici en museumbouw blijft een sexy onderwerp. Stukken sexier dan exploitatie en het gestaag bouwen aan een cultureel klimaat.

a59e7926fbdbcc5c194bef7827d43838

Foto: Visualisatie Nationaal Militair Museum. Bouw Heijmans PPP.

Nationale Militaire Musea in Soesterberg en Nijmegen komen eraan

5825238911_bcb7d054ff

Update 7 februari: Eind april 2013 moet blijken of realisatie van een Museum Wereldoorlog II haalbaar is. Kosten kunnen zo’n 25 miljoen euro belopen, zo bleek op 6 februari op een bijeenkomst in het Nijmeegse stadhuis. Nijmegen biedt het Vasim-fabriekscomplex voor 1 euro aan en stopt er 1,5 miljoen euro in. Andere partners zijn de provincie Gelderland en het vfonds. Zoals uit de plannen blijkt stoppen overheden en fondsen dan minimaal zo’n 185 miljoen euro in twee nationale militaire musea. Inclusief inrichting van de omgeving. 

Hoe groot is de nationale militaire collectie? Rechtvaardigt het in tijden van bezuinigingen de planning van twee musea? In Soesterberg komt op het noordelijke gedeelte van de voormalige vliegbasis Soesterberg het nieuwe Nationaal Militair Museum. De bouw ervan is eind januari gestart. Totale aanneemsom bedraagt 160 miljoen euro. De collecties van het sinds begin januari gesloten Delftse Legermuseum  en het Militaire Luchtvaartmuseum uit Soesterberg worden erin samengebracht. Complicatie is dat dit initiatief vanuit het ministerie van Defensie haaks staat op het recente advies ‘Ontgrenzen en Verbinden‘ van de Raad voor Cultuur dat ervoor pleit om alle ‘landelijke‘ musea bij OCW onder te brengen om samenhang te bevorderen.

In Nijmegen is een Nationaal WOII Museum in de maak. Het moet in de voormalige Vasim-fabrieken aan de noordoever van de Waal verrijzen. Een initiatief van de drie oorlogsmusea in Oosterbeek, Groesbeek en Overloon, respectievelijk het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum, het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945 en het Airborne Museum Hartenstein. Opzet is dat ze deels als site museum blijven bestaan. Op 6 februari worden in Nijmegen de voorlopige plannen gepresenteerd. Voor de realisatie ervan was in 2010 dertig miljoen euro begroot. De musea in Soesterberg en Nijmegen moeten najaar 2014 worden geopend.

Uit het feit dat op het moment dat in Soesterberg met de bouw van het nieuwe Nationaal Militair Museum is begonnen Omroep Gelderland in een bericht over het geplande Nijmeegse museum spreekt van ‘het nieuwe, nationale oorlogsmuseum‘ blijkt de spraakverwarring. En valt toe te voegen, de overlapping. Het Nijmeegse Nationaal WOII Museum zal zich weliswaar uitsluitend richten op de periode van vlak voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar uit de collectie van het Soesterbergse Nationaal Militair Museum blijkt dat ook daar veel aandacht is voor de Tweede Wereldoorlog. Immers een ‘goede’ oorlog waarop de Nederlandse krijgsmacht trots terugkijkt als finest hour die nog steeds volop publieke belangstelling trekt.

De integratie van liefst vijf collecties in twee musea vraagt om coördinatie. Die lijkt nu vanuit de landelijke overheid te ontbreken. Regio’s of ministeries nemen eigen initiatieven. Het Nationaal Militair Museum in Soesterberg is met de bouw gestart. Omdat het gaat om de presentatie van grote objecten zoals vliegtuigen met een spanwijdte van 20 meter zal het gebouw aan de collectie aangepast moeten worden. Da’s een rem op het ruilverkeer tussen beide musea om tot een thematische herschikking van beide collecties te komen. Het ministerie van OCW kan maar beter beide nationale oorlogsmusea snel voor een ernstig gesprek uitnodigen.

Foto: North American B-25J Mitchell, collectie Militaire Luchtvaartmusuem Soesterberg. Credits: Het Bazuin.