Premier Mark Rutte begrijpt ‘echt helemaal niets‘ van alle kritiek op het gedrag van koning Willem-Alexander bij de Olympische Winterspelen in het Russische Sochi. Zo zei hij vandaag op z’n wekelijkse persconferentie. De meningen over het gedrag van de koning lopen uiteen. Jammergenoeg maakt premier Rutte van de critici een karikatuur: ‘Dan zit er ergens een zeurpiet die zegt dat de koning met een heel somber hoofd, in driedelig grijs pak met een horlogeketting op de tribune moet zitten. Ik begrijp er echt helemaal niets van.‘
Volgens een commentaar in het RD vergat de koning de waardigheid van zijn ambt. Hier was ik het mee eens. Gezien de kritiek die van alle kanten komt is het juist de vraag of Willem-Alexander met zijn gedrag te Sochi de eenheid van het land vertegenwoordigt zoals Rutte veronderstelt. Het bracht me tot de volgende reactie:
Niemand ontkent de koning zijn pleziertje. Willem-Alexander houdt nu eenmaal van sport. Maar hij is meer dan een individu. Of zelfs een kroonprins. Willem-Alexander is staatshoofd van Nederland. De koning maakt deel uit van de regering. Daarbij horen politiek besef, een zekere mate van waardigheid (decorum) en daarnaast wat het koningschap zelf betreft, het instandhouden -of niet doorbreken- van een mythe. Met als doel om het beeld uit te dragen dat er een traditie wordt doorgegeven en dat het volk verenigd wordt.
Met politiek besef, decorum, de mythe van het koningschap en de verbindende rol lijkt Willem-Alexander in Sochi lichtvaardig te zijn omgegaan. Hij kan weliswaar een potje breken omdat hij een aimabele en benaderbare persoon is, maar da’s ook precies zijn valkuil. Hij moet oppassen om in de modernisering van het koningschap niet te veel te individualiseren. Waar zijn moeder voor de huidige tijd wellicht te statig en ouderwets was, moet de koning -in reactie- niet de andere kant opschieten.
In het commentaar van het reformatorische RD speelt ook nog de relatie tot topsport. En de sportverdwazing die nu langzamerhand Nederland overspoelt nu de schaatsmedailles overvloedig binnen blijven stromen. Dat gaat om de verhouding tussen lichaam en geest, over genotzucht en onthechting, over aanstellerij en volwassen gedrag, over oppervlakkigheid en verdieping, over de mediahype en de overgave aan innerlijke doelen. Over schijn en wezen.
Op overkoepelend niveau was de reden voor bovenstaand stukje de constatering -bij mezelf- dat ik tot dezelfde conclusie kom als de commentator van het RD, hoewel ik vanuit een volstrekt tegengesteld vrijzinnig gedachtengoed redeneer. Het stukje valt daarom ook op te vatten als het doorgronden van het waarom van die gemeenschappelijkheid. Zelfonderzoek.