
De vorige week op verzoek van de Tweede Kamer door buitenlandminister Bert Koenders naar die kamer gestuurde beleidsbrief over de betrekkingen met Rusland is scherp in de analyse. Het optreden van Rusland in het buitenland en specifiek de schending van het internationaal recht ‘met de illegale annexatie van de Krim en de schending van de soevereiniteit van Oekraïne’ leidde volgens Koenders tot een ‘waterscheiding’ tussen Nederland en Rusland. De conclusie over Rusland is hard: ‘Over de gehele linie van cultuur en maatschappij ontvouwt zich een tendens waarin de ruimte voor liberale geluiden en acceptatie van andersdenkenden toenemend wordt onderdrukt en onmogelijk gemaakt, terwijl de Russische staat en Kremlin-getrouwe politiek zich steeds explicieter identificeren met nationalistische, traditionele en conservatieve denkbeelden.’
De brief gaat ook in op de schuldvraag met betrekking tot de MH17 en is daar in de laatste zin van bovengenoemd citaat duidelijk over. De OVV verwacht haar eindrapport over de oorzaak voor 17 juli 2015 te publiceren en het OM dat met het onderzoek naar de schuldvraag over de MH17 het grootste onderzoek in haar geschiedenis verricht komt naar verwachting in de tweede helft van 2015 met een eindrapport. Zo zei minister-president Mark Rutte in januari in Davos tegen de Maleisische minister-president Najib Razak.
Er is iets merkwaardigs aan de hand met dit citaat. Volgens een persbericht van het Maleisische persbureau Bernama zei Rutte tegen Najib Razak in januari 2015 het volgende: ‘He (Rutte) has assured me that he would inform me first of the findings and conclusions before making the report public.’ Dit staat haaks op wat minister Koenders zegt: ‘Zoals bekend trekt het kabinet geen conclusies over de toedracht en schuldvraag van deze ramp zolang de onderzoeken, uitgevoerd door respectievelijk de Onderzoeksraad voor Veiligheid en het Openbaar Ministerie, niet zijn afgerond.’ Anders gezegd, Koenders suggereert volledige autonomie voor de onderzoekers naar de schuldvraag terwijl Rutte zegt dat het onderzoek ondergeschikt is aan politiek overleg.
De tweede zin van dit citaat is onwaarachtig. Want als het kabinet adequaat handelt is het onvermijdelijk dat het binnenskamers conclusies over de schuldvraag trekt en met partners als Maleisië, Australië, Oekraïne, het Verenigd Koninkrijk of de VS overlegt voordat de onderzoeken zijn afgerond. Deze tweede zin roept ook praktische vragen op hoe Buitenlandse Zaken de overgang van de presentatie van de onderzoeksresultaten naar de beleidsbepaling ziet. Het is ongeloofwaardig als bij de presentatie van de onderzoeksresultaten het kabinet nog zou moeten beginnen met het trekken van conclusies over de schuldvraag. Daarnaast spreken de tweede en de derde zin van dit citaat elkaar tegen. Want het kan niet dat tegelijk door het kabinet geen conclusies worden getrokken voor de afronding van de onderzoeken zoals de tweede zin zegt en wel de conclusie wordt getrokken dat het conflict zonder intensieve en actieve Russische steun aan de separatisten niet verder zou zijn geëscaleerd (derde zin). Het citaat roept vragen op over de eenheid van regeringsbeleid.
Foto: Schermafbeelding van passage op p. 6 uit ‘Beleidsbrief betrekkingen met Rusland’ van minister Bert Koenders van Buitenlandes Zaken aan de Tweede Kamer, 13 mei 2015.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...