Christendom en mythologie verschillen niet in oorsprong. God niet principieel anders dan Zeus. Religieuze propaganda is het verschil

Een opmerkelijke ingezonden brief in NRC van ‘Ton Smit Utrecht’ (TSU)  van 24 april. Zoeken in het bestand van NRC verduidelijkt dat ‘Ton Smit Utrecht’ verantwoordelijk is voor meer ingezonden brieven (25 juni 2015). Met uitgesproken meningen, zoals: ‘Mensen zijn nu eenmaal heteroseksueel en ze bestaan als mannen en vrouwen. Zo heeft de biologie het voorgesorteerd.’ Nogal een betwistbare uitspraak. Is het serieus bedoeld of parodieert TSU graag zichzelf in een liberale krant? De brief van 24 april geeft het antwoord. TSU meent het bloedserieus en het lijkt er sterk aan dat hij aanslaat als God of het christelijk geloof worden aangesproken. We weten dus wat voor vlees we in de kuip hebben met TSU. Een reactie op een geconditioneerde reflex.

TSU reageert onder het kopje ‘God niet gelijk aan Zeus’ op bovenstaande ingezonden brief (19 april) van Fanny Huisman die weer reageert op dominee Visser. Hij verwijt haar ‘de gemakkelijke weg’ te nemen door de God van de Bijbel te vergelijken met Zeus, Wodan en zelfs de Gelaarsde Kat. Maar daar ging het Huisman in haar brief niet in de eerste plaats om. Ze verzette zich tegen de claim van dominee Visser dat ‘zelfs atheïsten geloven dat god en goed bij elkaar horen’ en dat atheïsten feitelijk van hun geloof afgevallen gelovigen zijn. In de visie van Huisman annexeert Visser onterecht andersdenkenden. Als argument haalt ze Zeus, Apollo, Thor etc. aan om aan te tonen dat geloof relatief is en dat het heeft te maken met volwassenheid. Het is aan ieder individueel om te bepalen in hoeveel goden te geloven. Dat is een trapsgewijs, geen principieel verschil.

TSU probeert een verschil te introduceren dat een principieel onderscheid maakt tussen de ‘god’ van het christendom en Zeus, Apollo, Thor, Wodan etc. en ‘god’ presenteert als van een hogere orde. Dat probeert hij door zijn argumenten te ontlenen aan een cirkelredenering die tegelijk uitgangspunt en sluitsom van zijn betoog is: ‘Is er ook maar één historisch verhaal opgetekend over deze personages? Is hun komst voorspeld? Is er ooit iemand enthousiast naar China vertrokken (..)’ Maar het is al te opzichtig om zelf quasi-objectief bewijsstukken in een betoog te stoppen om dan quasi-verbaasd te concluderen dat de bewijsvoering klopt.

TSU gaat verder door te stellen dat niet alleen Huisman het bij het verkeerde eind heeft, maar ‘serieuze historici’ niet betwisten dat ‘Jezus hier op aarde heeft rondgelopen’ en gekruisigd is. Dat is onjuist. Serieuze historici betwisten dat wel. De oorsprong van het christendom is controversieel, ingewikkeld en minder samenhangend dan TSU het tracht af te schilderen. Argumenten die hout snijden zeggen dat het bewijs voor het bestaan van Jezus veel minder sterk is dan TSU denkt en christelijke organisaties al honderden jaren propageren. Historicus David Fitzgerald zet samen met Valerie Tarico de argumenten op een rijtje in een artikel voor Raw Story dat betoogt dat we zo goed als niks over de historische figuur Jezus Christus weten.

Wat verzinsel of historie, waarheid of propaganda is en wat iemand wil geloven van dat veelomvattende palet van historische feiten, verdichtsels, tradities, propaganda, mythen, sprookjes en fantasieën en recycling van cirkelredeneringen over goden, opperwezens en romanfiguren moet iedereen voor zichzelf uitmaken. Wie het als waargebeurd wil waarderen en aanbidden gelooft erin en wie het als fictie ziet neemt een andere afslag. Een gradueel verschil. Het ene is niet minder of beter dan het andere. Beide interpretaties bestaan naast elkaar. Onhoudbaar is echter de stelling die TSU aanhangt dat de oorsprong van het christendom beter onderbouwd is, beter aansluit bij een historische werkelijkheid of van een hogere orde is dan de oorsprong van andere ficties of menselijke constructies zoals de Griekse of Germaanse mythologie of volksverhalen.

Foto: Schermafbeelding van ingezonden brief van Fanny Huisman in NRC, 19 april 2017. (Achter betaalmuur). Ingezonden brief van Ton Smit Utrecht van 24 april, 2017 achter betaalmuur

Christelijke organisaties proberen het grote publiek te inspireren met hun mythe van Jezus. Moet de overheid dat zomaar toestaan?

Een bepaald soort christenen heeft er een handje van kritiek te leveren op de ‘achterlijke’ islam. Dat zou als het al een religie en geen ideologie is niet open staan voor onderzoek naar de wortels van het geloof. Verbod op onderzoek zou zelfs opgesloten liggen in de doctrine van de islam. De bron moet verborgen blijven om de menselijke constructie ervan te verhullen en net te doen alsof het een van God gegeven religie is. Christendom is fundamenteel niet anders. Het kiest alleen een andere tactiek om de oorsprong te verbergen. Christendom buigt mee, maar houdt het antwoord van de menselijke constructie buiten de kern van het geloof.

Raw Story komt met een uitdagende reeks over Jezus. Het eerste artikel is een interview van Valerie Tarico met auteur, historicus en onderzoeker David Fitzgerald die enige bekendheid heeft gekregen door zijn boek Nailed. Met de veelzeggende ondertitel ‘Ten Christian Myths That Show Jesus Never Existed at All’. De mythe wordt doorgeprikt en de leugen ervan vastgepind, zo is het idee. Tarico: ‘Fitzgerald neemt het controversiële perspectief in dat de persoon van Jezus in het hart van het christendom gehistorieerde mythologie is. Dit   betekent dat de oorspronkelijke kern een reeks oude religieuze tropen of mythen was waar historische details aan toegevoegd zijn zoals ze werden verteld en overgeleverd door mensen die geloofden dat ze echt waren’.

Volgens Fitzgerald kunnen buitenstaanders argumenten aanvoeren totdat ze een ons wegen, maar ‘christenen moeten geloven dat Jezus werkelijk was en verdedigers van het geloof stelden een reeks bewijzen op waarvan ze beweren dat die de kwestie oplost.’ Maar het is een schijnoplossing die dient om het debat tot zwijgen te brengen onder de suggestie dat de vraag beantwoord is. Het blokkeren van de vraag naar Jezus’ ontstaan is dus niet veel anders dan de defensieve opstelling van de islam die de vraag naar het eigen ontstaan niet echt wil stellen, laat staan onderzocht wil zien. Of Fitzgerald gelijk in zijn bevindingen heeft is niet de hoofdzaak.

Interessanter is de vraag waarom de religieuze sector -waar wereldwijd miljoenen mensen hun broodwinning, legitimiteit en maatschappelijke of politieke positie aan ontlenen- zoveel ruimte krijgt van mensen buiten de sector. Waarom krijgen religies het voordeel van de twijfel en volle ruimte in de eigen uitleg van hun ontstaan?

Dat is begrijpelijk voorzover het over het functioneren van de eigen organisatie gaat, maar wordt merkwaardig als het de levens van allen buiten de religieuze sector beïnvloedt en zelfs in hoge mate bepaalt. Overheden zouden hier weerbaarder in kunnen optreden om degenen buiten de religieuze sector af te schermen tegen deze invloed. Het zou religieuze instellingen sieren als ze de passie op zouden kunnen brengen om hun eigen bestaan fundamenteel door te lichten.  Maar ze beseffen dat een doorgeprikte mythe weinig waard is. Daarom blokkeren ze dat historische onderzoek of komen met schijnbewijzen om dat onderzoek te neutraliseren.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelThe Passion leeft opnieuw in heel Nederland’ van EO en KRO-NCRV, 13 april 2017.