Kunstmusea en hun reputatie: Kunsthal versus Boijmans?

Museumpark.-Rotterdam.-OMA-Rem-Koolhaas-Kunsthal-1985-1993-E.L.J.M.-van-Egeraat-Natuurmuseum-1992-1995-P.-de-Ruiter-Parkeergarage-2006-201001

Nederlandse kunstmusea hebben een betere reputatie dan Nederlandse bedrijven, zo blijkt uit uit een online onderzoek door het Reputation Institute in samenwerking met de Rotterdam School of Management, Erasmus University. Het persbericht stipt aan hoe ondernemingen kunnen leren van de goede reputatie van musea: ‘Het zorgen voor aantrekkelijke presentaties en een sterke zichtbaarheid, gezien worden als een betrouwbare en verantwoordelijke organisatie en beschouwd worden als openstaand voor zowel het grote publiek als voor gespecialiseerde klanten, zijn zaken die ook een bedrijfsreputatie goed zullen doen.’ Dit verduidelijkt waarom het voor bedrijven verstandig is zich in de fondsenwerving en publiciteit te associeren met kunstmusea, zoals onderzoeker Cees van Riel concludeert: ‘hun uitstekende resultaten maken Nederlandse musea bij uitstek geschikt voor het promoten van bedrijven, omdat hun goede reputatie dan afstraalt op de ondernemingen.’

Wat Nederlandse kunstmusea niet moeten doen gebeurde het afgelopen jaar in Rotterdam. Namelijk het in de openbaarheid met elkaar in de clinch gaan omdat dat schaadt waar kunstmusea het van moeten hebben: hun reputatie. Het is een verhaal in een verhaal, en heeft te maken met de reactie van de culturele instellingen in het Rotterdamse museumpark op de plannen over het Collectiegebouw van Museum Boijmans van Beuningen. Directeur Emily Ansenk van de Kunsthal is in een zienswijze voor de gemeenteraad tegen het Collectiegebouw omdat ze concurrentie vreest: ‘Zoals de plannen nu zijn gepresenteerd zal het Collectiegebouw geen katalyserende functie krijgen, maar uiteindelijk de doodsteek voor de Kunsthal betekenen.’

Intussen bleek op 17 juni 2015 uit een verklaring van wethouder Adriaan Visser in de openbare vergadering van de Commissie Bouwen, Wonen en Buitenruimte dat er achter de schermen aan toenadering wordt gewerkt door de Kunsthal en Boijmans. Twee leden van elke Raad van Toezicht zouden elkaar treffen om het geschil uit te praten. Vanuit de raad hamerde in genoemde vergadering vooral Danielle Knieriem van coalitiepartij CDA erop dat de Rotterdamse culturele instellingen niet tegen elkaar, maar met elkaar moeten werken. Een verstandig advies, want hun reputatie is hun bedrijfskapitaal waardoor ze voor ondernemingen aantrekkelijk zijn. Verschil van mening kan bestaan, maar het is verstandiger als de directeuren van de musea aan het Museumpark hun geschillen binnenskamers uitpraten. Zonder hun reputatie op het spel te zetten.

Foto: Museumpark, Rotterdam.

Commissievergadering Rotterdam kritisch op Wereldmuseum

imageproxy.aspx

Vanmiddag was er in het Rotterdamse stadhuis een openbare vergadering van de Commissie Zorg, Onderwijs, Cultuur en Sport. Er werd ruim drie uur over het Wereldmuseum gesproken zonder dat oppositiepartijen PvdD, PvdA, SP en GroenLinks tevreden leken te zijn gesteld. Het was online te volgen. De sfeer was collegeaal. Jos Verveen (D66) en Danielle Knieriem (CDA) probeerden vergeefs de vaart uit het debat te halen. Onnodig omdat wethouder Adriaan Visser vaardig genoeg handelde. Duidelijk was wel dat-ie bepaalde vragen bleef ontwijken. Namens de Publieksactie Wereldmuseum zette inspreker Olphaert den Otter de knelpunten op een rijtje.

Wethouder Visser (D66) lag onder druk omdat als een duiveltje uit een doosje was gebleken dat er geen Raad van Toezicht (RvT) bij het Wereldmuseum meer was. Met een brief van 18 november van B&W was de raad daarover geïnformeerd. Dit gaf het debat een opzetje en voedde het ongenoegen bij de oppositie dat door Visser niet meer weggenomen kon worden. Maar ook invaller Michel van Elck (Leefbaar) stelde zich kritisch op. Ruud van der Velden (PvdD) leidde kritisch de schermutselingen in die Co Engberts (PvdA) van vervolgvragen voorzag. Sun van Dijk (SP) liep met detailvragen vooruit op het feitenrelaas dat Visser de raad toezegde.

Conclusie van het debat van zowel de meeste commissieleden als de wethouder was dat de RvT onzorgvuldig en niet volgens de statuten heeft gehandeld. De vraag waarom dat is gebeurd en waarom de RvT het precies heeft laten liggen -en of directeur Bremer hierin een rol heeft gespeeld- werd niet gesteld. Voorzitter RvT Rein Breeman was in december 2013 aan het eind van zijn tweede termijn gekomen en heeft nagelaten opvolging te regelen. Of tijdig de gemeente hierin te betrekken. Zijn nonchalance is groot en roept vragen op over het RvT-model. Zelfs 11 maanden na zijn aftreden staat op zijn LinkedIn-pagina: ‘Voorzitter Wereldmuseum’.

Visser legde uit dat volgens de statuten van de RvT besluiten kunnen genomen worden als nog twee leden in functie zijn. Die situatie bestond tot maart 2014. In augustus 2014 trad het laatste lid periodiek af zonder voor een tweede termijn te gaan. Uit onderzoek bleek er nog een in Afrika verblijvend vierde lid te zijn dat in 2012 was aangetreden -en van commissievoorzitter Judith Bokhove niet bij naam genoemd mocht worden door Visser- maar tussentijds was afgetreden. Visser verraste de vergadering met dit feit en maakte de verwarring er niet kleiner op. De wethouder zei de vergadering toe uit te laten zoeken welke besluiten van de RvT onrechtmatig zijn genomen. Mogelijk is het jaarverslag 2013 van het Wereldmuseum niet rechtsgeldig, wat onder meer bij VVD’er Maarten van de Donk vragen opriep over de goedkeuring door accountant Borrie.

Wat beklijft is chaos bij het Wereldmuseum. De RvT handelt niet volgens de eigen statuten en geeft geen sturing aan of controle op de bedrijfsvoering. Dit disfunctioneren valt niet los te zien van het handelen van de directie van het Wereldmuseum die steeds weer de grenzen van het onmogelijke opzoekt. En formeel niet afgeremd kan worden. Visser stelde de commissieleden gerust dat-ie formeel de ontzamelplannen opgeschort heeft. Maar wat er informeel gebeurt is de vraag. Commissieleden en wethouder spraken hun zorgen uit over de negatieve uitstraling die het handelen van de directie van het Wereldmuseum voor Rotterdam oplevert.

Foto: Buangokrachtbeeld. Sankuru, 19de eeuw. Collectie Wereldmuseum, Rotterdam. Inventarisnummer 18944.