Naast het trilemma van de pandemie (gezondheidszorg, economie en grondrechten) is er ontspanning. ‘Domenica d’Agosto’ (1950)

Er komt een moment dat het belangrijke over het coronavirus is gezegd. Totdat een vaccin is ontwikkeld zullen we er nog maanden of jaren mee opgezadeld zitten. Dat vooruitzicht stemt somber. In de berichtgeving tekenen zich drie verhaallijnen af over het virus: dat van de gezondheidszorg, economie en grondrechten. Ze houden verband met elkaar, maar lijken niet in alle combinaties volledig samen te gaan. Dat doet denken aan het trilemma van Dani Rodrik. Dat zegt dat van de drie aspecten democratie, nationale soevereiniteit en globale economische integratie er slecht twee volledig gecombineerd kunnen worden. Kondigt zich ook een trillemma over het coronavirus aan waarbij gezondheidszorg, economie en grondrechten niet alledrie kunnen worden gecombineerd? Er moet er één afvallen. Als de overheid inzet op de gezondheidszorg zoals nu in Nederland gebeurt, dan gaat dat ten koste van de economie. Als een overheid inzet op de economie zoals nu in Brazilië lijkt te gebeuren, dan gaat dat ten koste van de gezondheidszorg. Als een overheid inzet op de grondrechten, dan gaat dat ten koste van zowel een deel van de gezondheidszorg als van de economie.

De hypothese van het trilemma van de pandemie is niet waar het hier om gaat. Het gaat om kunst. Mensen zijn grotendeels aan huis gekluisterd. Musea, muziekgebouwen, bioscopen en schouwburgen zijn gesloten. Veel culturele instellingen ontplooien digitale initiatieven en ontsluiten hun collecties en registraties. Eye Filmmuseum blijft niet achter en komt met quarantaine thuiskijktips. Maar het is een magere selectie. De publieke omroep laat het tot nu toe afweten en biedt geen extra kunstprogrammering, zoals registraties van muziek en drama of klassieke cinema. Dat laatste is ook een rechtenkwestie. Mogelijk kan de overkoepelende EBU daar iets in bereiken tijdens de crisis. Wellicht komt het deze zomer in een versnelling als er gaten in de programmering vallen door weggevallen sportevenementen die doorgaans het zomerseizoen domineren.

Op internet zijn onnoemelijk veel klassieke films te zien. Diverse media hebben daar afgelopen weken verdienstelijke overzichten van gegeven. Ik wil niet achterblijven en verwijs graag naar een Italiaanse film uit 1950 van Luciano Emmer ‘Domenica d’Agosto’ (Zondag in augustus ofwel de toenmalige Nederlandse titel Dagjesmensen). Wikipedia vat de inhoud samen: ‘Een zondag in augustus 1949 in Rome: de inwoners van de hoofdstad gaan massaal naar het strand van Ostia. In de verlaten stad blijven nog maar een paar mensen over. ’s Avonds keert iedereen terug naar huis, klaar om de volgende dag zijn professionele bezigheden te hervatten …’ Met een jonge Marcello Mastroianni. In de stijl van het Italiaanse neorealisme met de straat als locatie van een land dat nog bezig is zich te ontworstelen aan de schaduw van de oorlog. Laten we voor even het trilemma van de pandemie vergeten en er een vierde, hoognodige poot bij aanschroeven: ontspanning.

Trilemma van Rodrik wijst voor de EU op de keuze voor nationale soevereiniteit en democratie ten koste van de interne markt

Omdat er nog een economische rechtvaardiging ontbrak aan de politieke analyse verwijs ik in aanvulling op mijn commentaar over het Marshallplan 2.0 naar bovenstaande video van hoogleraar internationale politieke economie Dani Rodrik uit 2011. Rodrik is bekend geworden door de formulering in 2007 van zijn trilemma: ‘It says that democracy, national sovereignty and global economic integration are mutually incompatible: we can combine any two of the three, but never have all three simultaneously and in full. Dit trillemma komt erop neer dat de hyperglobalisering waarin banken en multinationals eenzijdig de macht hebben gegrepen wordt teruggedraaid ten gunste van de opwaardering van de nationale (en zelfs lokale) soevereiniteit en democratie.

In de EU is als gevolg van de globalisering en het opdringen van machtige spelers spanning ontstaan tussen de dominantie van de interne markt én het concurrentievermogen en de evenwichtigheid van de economieën van de afzonderlijke EU-lidstaten. Zoals de ‘linkse’ Britse hoogleraar economie Philip Whyman aan de hand van Rodriks gedachtegoed in een aflevering van VPRO’s Tegenlicht benadrukt is de Britse economie ‘zwaar uit balans’ (na 25’) met een te grote financiële industrie en een te kleine maakindustrie. Binnen de interne markt wordt die tendens eerder versterkt dan afgezwakt. Brexit lijkt voor het VK de enige manier om dat proces te stoppen omdat de EU de nationale staten niet de ruimte biedt om dat principe van de interne markt af te zwakken door ruimte te scheppen voor het versterken van de concurrentiekracht van de nationale staten.

Simpelweg gezegd zorgt de interne markt van de EU voor diversificatie en specialisatie ten koste van spreiding en binnenlandse harmonisatie. Dit aspect van economische politiek van de Brexit blijft in de discussies erover grotendeels onderbelicht, hoewel linkse economen en politici het wel noemen als pro-Brexit argument.

De driedeling is de volgende: 1) In aanvulling op een Marshallplan 2.0 voor de EU dat opteert voor het herstel van de verzorgingsstaat en een strenger migratiebeleid moet 2) de economische politiek van de EU aangepast worden door de dominantie van de interne markt -die een vorm van globalisering is- af te zwakken zodat in het trilemma van Rodrik ruimte ontstaat voor nationale soevereiniteit en democratie en 3) de supranationale krachten die op dit moment de interne markt ‘in bezit’ hebben genomen teruggedrongen worden en de zeggenschap over de economie weer verschuift naar de nationale politiek. Er dient streng voor gewaakt te worden dat de globale machten niet in de vermomming van nationale krachten terugkeren. Lokale initiatieven vanuit de basis kunnen dit bemoeilijken door het model van onderop te voeden. Een belangrijk neveneffect is dat deze aanpak van de hyperglobalisering die de (neo)-liberalisering tackelt motivatie, programma en nieuwe zin geeft aan het sociaal-democratisch gedachtegoed waarbij de factor arbeid wordt opgewaardeerd.

De reset van de economische politiek van de EU die het oppergezag van de interne markt terugschroeft heeft als doel om a) de hyperglobalisering van de Europese economie terug te dringen, b) de economie weer in handen van de nationale politiek te leggen, c) de verstorende, ontregelende invloed van de globalisering en de over grenzen heen opererende multinationals en financiële instellingen die daar verantwoordelijk voor zijn terug te dringen ten gunste van nationale (en lokale) producenten en dienstverleners, e) de levensvatbaarheid en flexibiliteit van de EU te verhogen en f) de centrumkrachten die in een strijd gewikkeld zijn met de links-populisten en rechts-populisten instrumenten in handen te geven om het politieke initiatief terug te nemen.

Reactie Wilders op D66 over Brexit: Partijpolitiek laat zich van slechtste kant zien en gaat met zichzelf op de loop

wi

Hoe is de vuistregel ook al weer die in analyses als uitgangspunt wordt gepresenteerd? In een geglobaliseerde wereld kan een staat niet meer dan twee van de drie belangen dienen: democratie, nationale soevereiniteit of economische globalisering. Dani Rodrik omschrijft de paradox: ‘Democratie valt alleen te verenigen met nationale soevereiniteit als we paal en perk stellen aan de globalisering. Als we mikken op globalisering en ook de natiestaat willen behouden, moeten we de democratie laten varen. En als we democratie plus globalisering willen, moeten we de natiestaat opdoeken, en streven naar meer internationaal bestuur.’

sw

Nederland kan niet binnen de EU en nog minder erbuiten de globalisering terugdraaien. Of bewerkstelligen dat er paal en perk aan gesteld wordt. Globalisering is een gegeven. Dan wordt het kiezen tussen democratie en soevereiniteit. D66 kiest voor democratie en tegen nationale soevereiniteit. De PVV kiest andersom.

Het antwoord van PVV’er Geert Wilders op een tweet van D66’er Steven van Weyenberg is niet volledig. Wilders claimt dat hij de nationale soevereiniteit herstelt (‘baas over eigen land, geld en grenzen’), maar over de democratie en de globalisering zegt hij in zijn reactie niets. Zijn aanname dat een Nexit ons land economisch sterker maakt zou hij een stuk geloofwaardiger maken als hij het eerste rapport van Capital Economics uit mei 2013 openbaar zou maken. Maar dat weigert Wilders omdat volgens Capital Economics een Nexit tot een kredietcrisis zal leiden en de banken met overheidssteun gered moeten worden. Dan mag de belastingbetaler opnieuw de portemonnee trekken. Tom-Jan Meeus zette het in NRC in juni 2016 in een column op een rijtje.

Wilders’ standpunt dat een vertrek uit de EU Nederland weer nationale soevereiniteit zal geven is evenmin volledig en geloofwaardig. Want van de ene kant blijft de economische globalisering trekken die voorwaarden en afspraken oplegt en van de andere kant zal Nederland met de EU zaken moeten doen om economisch niet ten onder te gaan en concurrerend te blijven. Landen als Zwitserland en Noorwegen die geen deel uitmaken van de EU volgen de afspraken van de EU waardoor ze toegang hebben tot de interne markt en geen hoge invoerheffingen hoeven te betalen. Dus wat heeft een soeverein Nederland eraan als het straatarm is?

De keuze die Nederland het minst schaadt is het opdoeken van de natiestaat, dus het opgeven van de nationale soevereiniteit. Dani Rodrik: ‘Als we democratie plus globalisering willen, moeten we de natiestaat opdoeken, en streven naar meer internationaal bestuur.’ Als Wilders realistisch was en echt het beste met Nederland voorhad, dan zou hij niet voor de natiestaat en een Alleingang van Nederland moeten pleiten, maar voor een kleinere EU. Daarin is het belang van soevereiniteit relatief groter. Zoals dat ook in de EEG van de zes was waar Nederland een dikke vinger in de pap had. Zo’n Noord/West-Europese Unie moet groot genoeg zijn om levensvatbaar te zijn. Duitsland, Finland, België, Luxemburg, Denemarken, Ierland en Zweden omvatten. Eventueel aangevuld met het Verenigd Koninkrijk dat zich erbij aansluit. D66 moet zich erin kunnen vinden.

Foto 1: Schermafbeelding van reactie Geert Wilders, 9 augustus 2016.

Foto 2: Schermafbeelding van tweet van Steven van Weyenberg, 9 augustus 2016.