Wat is kunst die niet aanstootgevend en confronterend mag zijn?

Aphrodite-Pan-Eros-Nude-Marble-Statue2-627x1024

Lokale kunstenaars worden uitgenodigd om te komen exposeren in het gemeentehuis van Hardenberg. Onder voorwaarden. De kunstcommissie beoordeelt de aanvragen en streeft naar kwaliteit en diversiteit. Het moet mensen met verschillende achtergronden aanspreken. Tot zover niets bijzonders. Maar dan komt het: ‘de kunst moet een positieve, inspirerende uitstraling hebben en mag niet confronterend of aanstootgevend zijn.’

Wat wordt hier bedoeld? Want wat voor de een confronterend of aanstootgevend is hoeft dat voor de ander niet te zijn. De satanist houdt van een duivelse voorstelling, de christen juist niet. Het gezinsmens ziet het gezinsleven als normaal, de vrijgezel ergert zich eraan. Voor de vrijdenker krijgt kunst pas betekenis als het schuurt, voor de conformist moet kunst vooral niet schuren. De communist wil niet dat er gespot wordt met Marx of Lenin, de religieus geïnspireerde zweert bij eerbied voor een opperwezen. De opvatting van wat confronterende of aanstootgevende kunst is verschilt van persoon tot persoon. Het is een onwerkbare norm.

Het lijkt de Hardenbergse kunstcommissie om de zedelijkheid te gaan. Het Amerfoortse CU-raadslid Simone Kennedy benaderde dit aspect in 2011 vanuit een christelijke invalshoek in haar stuk ‘Pornofestival en naakt in kunst en reclame. Ze vraagt zich af: ‘Zijn wij in de beoordeling van kunstwerken en reclames van deze tijd niet te bekrompen?‘ en beantwoordt dat door het op te nemen voor kunst en tegen reclame. Provocerende kunst ziet ze als een categorie die voorkomen moet worden: ‘Hoe breder deze commissies zijn samengesteld en hoe meer burgers erin zijn vertegenwoordigd, hoe minder kansrijk provocerende projecten zijn.’ 

Kunstenaars hebben vrijheid zich te uiten, maar de morele boodschap die een kunstwerk verkondigt, vraagt dan om een reactie. In de reactie op de reactie gaat het vaak fout. Kunstcommissies weten zich geen raad en geven een klager z’n zin. Als de staafgooier die een tentoonstelling in z’n eentje benadeelt. Onlangs moest in het Amsterdamse project Lijdensweg West de film Liquid Love van Barbara Thompsen verhuizen van de ruit naar binnen omdat een omwonende zich ergerde aan de fruiteters in de film. In Nijmegen verwijderde een kunstcommissie een schilderij van Elmert de Gruijl omdat een schoonmaakster zich eraan stoorde. Het hield de rug niet recht zoals de Nijmeegse hoogleraar Letterkunde Jos Joosten de kunstcommissie nadien verweet.

Het lijkt logisch dat een kunstcommissie zich in de eisen die het vooraf stelt probeert in te dekken tegen alle beroering die kan ontstaan. Wie weet krijgen beleidsambtenaren Cultuur tegenwoordig de opdracht om controverses uit de weg te gaan. Speciaal waar het (de suggestie van) bloot betreft. Een wethouder zit niet te wachten op een rel over kunst. Evenmin als het bestuur van een ziekenhuis of de voorzitter van een culturele instelling. Maar de eisen vooraf aan de kunstenaars om het positief te houden en de controverse te vermijden ondermijnen de strekking van wat kunst is. Uit angst, gemakzucht en vrijblijvende verwijzing naar kwaliteit en diversiteit wordt kunst in de openbare ruimte gemuilkorfd. Hardenbergse kunstenaars: pak jullie kans!

Foto: Klassiek Grieks beeld: Afrodite, Pan en Eros. Circa 100 voor Chr., toegeschreven aan Praxiteles.

Radboud Universiteit verwijdert controversieel schilderij

16

Update 8 maart: Op de stoep van RE: Rotterdam raakte ik vorige maand in gesprek met Elmert de Gruijl. Hij kon zich wel vinden in onderstaande tekst en reacties. Jan-Jette Zijlstra antwoordt vandaag in De Volkskrant op de beschuldiging van censuur door Rob Perrée. Zijlstra komt naar mijn idee laf uit de hoek. Het verwijderen van Elmerts schilderij zou geen censuur zijn, maar getuigen van respect en ‘beleving’. Echt? Ik zou nog respect kunnen hebben voor Zijlstra als-ie volmondig voor zijn mening stond. Nu blijft het beeld van een draaier en iemand die wegduikt voor zijn verantwoordelijkheid. Een bestuurder die zich verschuilt achter onze medewerkers. Natuurlijk draagt deze kwestie alle kenmerken van censuur. Alleen Zijlstra wil het niet zien. 

Een schilderij van Elmer de Gruijl, getiteld ‘Venus van Brussel‘ uit 2008. Een vrouw met hoofddoek is bezig een man met snor te bevredigen. Op de achtergrond een schilderij van een mediterraan dorpje met minaret. Tot zover een doorsnee huiselijk tafereeltje. Het blad met thee accentueert dat. Maar er is iets vreemd aan de hand met het schilderij. Of liever gezegd met de tentoonstelling waar het hing. Het is ervan verwijderd.

Een schoonmaakster van de Nijmeegse Radboud Universiteit meent zich namelijk in de Venus van Brussel te herkennen. Dat stoorde haar, ze klaagde en het schilderij werd van de tentoonstelling verwijderd. Dus na één klacht van één persoon. Door de kunstcommissie van de Radboud. Bijzonder is dat Elmert de Gruijl en deze schoonmaakster, zeg de Venus van Nijmegen, elkaar niet kennen en zelfs nooit gezien hebben.

De Gruijl is teleurgesteld. In De Gelderlander zegt-ie: ‘De kunstcommissie weet dat mijn werk schuurt en wist wat ze voor werk kreeg. Dan is het vreemd dat het schilderij na één enkele klacht moet wijken.‘ Coördinator Jan-Jetze Zijlstra van de kunstcommissie laat de klacht van de schoonmaakster zwaar wegen. Hij wil haar niet zes weken met de afbeelding confronteren. Vlaams kunstfilosoof Daan van Speybroeck is er kunstcoördinator.

Dit voorval doet denken aan wat in 2010 in het stadhuis van Huizen gebeurde. Na een of meer klachten werden twee schilderijen van Ellen Vroegh van een expositie verwijderd. Ook toen kwam de klacht van de eigen medewerkers. Ook toen ging het dus om de confrontatie van personeel met kunst die als controversieel werd ervaren. Ook toen kwam de klacht van een of meerdere moslims. Ook toen was het de kunstcommissie die al na een klacht overstag ging en de schilderijen van de tentoonstelling verwijderde

Toegeven aan een minderheid is onverstandig. Welke minderheid dan ook. Nederland bestaat onderhand alleen nog maar uit minderheden. Straks komen homosexuelen, zigeuners, negers, kleine mensen, dikke mensen, katholieken, kleurenblinden, ménière-patiënten, gehandicapten, pacifisten en noem maar op klagen omdat ze aanstoot nemen aan een kunstuiting. Als een kunstcommissie dat serieus neemt, dan kan het beter stoppen met het exposeren van kunst in de semi-openbare ruimte. Een kunstcommissie zou je meer lef en ruggengraat toewensen. Want zoals Elmer de Gruijf terecht opmerkt wist de Nijmeegse kunstcommissie vooraf waaraan het begon. Zijlstra en Van Speybroeck beseffen onvoldoende dat kunst ergens voor staat.

Foto: Elmer de Gruijl, Venus van Brussel, 2008