Anne. Een Hollands drama: journalistiek, kunst en kunstkritiek

ann

Kunst in Nederland mag niet schuren. Het wordt getemd, van een etiket voorzien en in een vakje gestopt. Om tam geworden weggestopt te worden. De politieke en creatieve klasse meent dat kunst een meetbaar profijt moet hebben. Kunst moet emanciperen, kunst moet doelgroepen verheffen, kunst moet amuseren, kunst moet winst opleveren, kunst moet tegenstellingen verzoenen, kunst moet zichzelf oprekken tot boterzachte genres, kunst moet bedrijfskosten van kunstgebouwen terugverdienen, kunst moet tewerkstellen, kunst moet direct de samenleving dienen en kunst moet ongevaarlijk zijn. Kunst mag in Nederland niet echt kunst zijn.

Kunst die aanscherpt, kunst die tegenstellingen vergroot, kunst die vloekt en beledigt, kunst die vervreemdt, kunst die het menselijk tekort definieert, kunst die schokt, kunst die naast de werkelijkheid laat kijken, kunst die verder niks is en de kunst dient, in Nederland wordt het door de gevestigde klasse niet geaccepteerd.

Bart Smout reageert vandaag in De Volkskrant op een Nederlandse rel. NRC plaatste op de voorpagina van 9 mei een recensie door Herien Wensink van de lang verwachte theatervoorstelling Anne. Over Anne Frank. Ze schreef een goed onderbouwde theaterkritiek en concludeerde ‘Anne is een imponerende, maar brave en eendimensionale voorstelling‘. Daarop barstte de kritiek los. Presentator Matthijs van Nieuwkerk zaagde de hoofdredacteur van de NRC Peter Vandermeersch in DWDD door en stelde dat een kunstrecensie -nog los van het feit of deze negatief is- enkel en alleen op de cultuurpagina dient te staan. Hiermee doet Van Nieuwkerk alsof-ie niks van journalistiek begrijpt. Wat mogelijk echt zo is. Smout verwerpt met cynisme deze mentaliteit: ‘Kunst moet worden gevierd. Kunst verdient een polonaise. En polonaises moet je niet in de weg lopen.‘ 

Opinieleiders als Van Nieuwkerk maken de fout te denken dat ze vanwege de promotie dienend moeten zijn aan de kunstsector. Aan producenten, programmamakers, regisseurs, schouwburgdirecteuren of uitgevers. Ze gaan niet voor kunst, maar voor de infrastructuur van het kunstbedrijf. In hun hoofd zit het idee ingebakken dat kunst niet in zichzelf bestaat, maar een afgeleide is van het economisch nut van kunst. Daarom menen ze aan consumentenvoorlichting te moeten doen en niet aan kunstkritiek. De burger is niet meer dan een klant.

In sommige kunstsectoren van hoog niveau zoals design, dans, literatuur, beeldende kunst, dance, klassieke of geïmproviseerde muziek maakt een recensie weinig uit. Het niveau is er al. Maar in andere sectoren kunnen kritieken een verschil maken. Zoals het voorbeeld van de Nederlandse film toont die al jarenlang onder niveau presteert en maar niet door wil breken. Mede omdat de zelfreflectie ontbreekt en de beleidsmakers het goede spoor niet weten te vinden. Het is potsierlijk om te beweren dat kunstkritiek dat in z’n eentje kan veranderen, maar het kan wel meehelpen om de bewustwording te vergroten. Precies zoals de recensie over Anne van Herien Wensink doet. De NRC neemt de kunst serieuzer door een negatieve kritiek op de voorpagina te plaatsen dan alle goedpraters van het kaliber Van Nieuwkerk doen die kunst als consumentenartikel zien.

Foto: Tweet van de NRC van 9 mei 2014 met voorpagina van die dag.