
Nederlanders moeten de ander leren haten zoals ze zichzelf haten. Met zelfspot en liefde. Niet hartgrondig, maar ruimhartig. Ze moeten de ander in het hart sluiten vooraleer deze weer uit te bannen. Vanaf dan als iets eigens. Verinnerlijkt. Aardige haat staat haaks op het idee van uitsluiting.
De ander verschijnt in steeds andere vorm. Jacques Lacan noemt het zelfs De Ander, L’Autre. De Hun of de Jap, straks is het misschien de Rus of de Zulu. Nu is het de moslim. Het systeem van deze ander is de islam.
Media en politiek dringen niet door tot de kern van de islam. Kritiek is het begin van vrijheid. Het is tijd voor een snelle integratie van de islam die de weg vrijmaakt voor kritiek. Nederlanders moeten de moslim met liefde gaan haten. De moslim is pas geïntegreerd als-ie gehaat wordt zoals Nederlanders elkaar haten.
Media en politiek negeren de islam vanwege een tekort aan affiniteit. Politiek en media kritiseren liever iets waar ze gevoel bij hebben en diep van binnen kunnen begrijpen. Die emotie ontbreekt bij de islam. Niemand interesseert zich voor de islam en de moslim wordt gezien als afgeleide van een systeem. Komt niet in beeld als zichzelf.
In de politiek is binnen het CDA elke discussie over de islam verboden verklaard. De PvdA is tot op het bot verdeeld en stamelt in stilstand. SP en PVV reageren kritisch op de islam. Met als spiegelbeeld politici die kritisch zijn op de kritiek. Alles gaat voorbij aan emotie en blijft aan de buitenkant. Als spel.
Want wat betekenen deze standpunten? Brengen ze het doorgronden dichterbij? Of wordt de islam door links en rechts gebruikt als verlengstuk van eigen politiek? Zonder de moslim op te willen nemen. Als katalysator die aan het einde van het proces onveranderd is. Het lijkt erop.
Sleutel om deze afstandelijkheid te doorbreken is emotie. Welke emotie is ondergeschikt. Het gaat erom toe te werken naar een toekomst om met liefde te kankeren. Da’s verinnerlijking en een einde aan uitsluiting. Tot nu toe eindigt bejegening van de moslim in negeren. Ondanks alle aandacht.
Niet de werking van de islam is aan de orde, maar wel de ontvangst ervan in de Nederlandse maatschappij. Of liever gezegd, het als cultuurgoed willen accepteren van het vreemde dat van buiten komt. Het gaat niet om het ontkennen van de islam. Da’s ongepast.
Gewenst is dat de islam normaliseert. Door de islam gewoon te maken komt er onderscheid tussen degenen die de islam als religie belijden en die het als middel gebruiken. Dat loopt nu door elkaar. Daartoe moet de islam zich ook openstellen voor de ander. De andere ander. Zodat de liefde van twee kanten kan komen.
Isolatie laat de culturele moslim in een spagaat belanden omdat niet erkend wordt dat-ie gebroken heeft met de islam. De moslim verdient respect en daarbij hoort het besef dat-ie aan religie kan lijden. Waar de moslim een afgeleide van de islam is, is de culturele moslim een afgeleide van de moslim. Een dubbel onzichtbare ander.
Steeds minder kan religie levensvragen over moraal of oorsprong van het leven exclusief claimen. De focus is diffuus. Antwoorden van religies worden door een meerderheid niet meer voor zoete koek aangenomen. Dat dringt religie terug naar het particuliere domein.
Negeren of niet in het hart sluiten houdt zwakke punten uit het licht. Als de islam geen antwoord op de moderniteit formuleert, dan kan het in de zingeving des te beter een onderdak aan religieus geinspireerden bieden. Zonder pretentie van machtsvorming en politiek instrument.
Dat maakt een einde aan een gesprek dat nooit een gesprek was. De islam blijft in alleenspraak achter. Menselijke verwachtingen, frustraties en spanningen van de acceptatie worden veeleer opgelost dan ingelost. En vervagen uiteindelijk.
Ons wacht de passage van de moslim. De moslim wacht de passage van de islam. De culturele moslim wacht de passage van de moslim. Het grijpt in elkaar. Elke ander gaat over en wordt opgevolgd door een nieuwe ander. De moslim komt los uit de actualiteit en kan eindelijk vrij voor zichzelf kiezen.

Foto 1: Erich von Stroheim, The Man You Loved to Hate in Foolish Wives, 1922
Foto 2: Werner Oland in The Mysterious Dr. Fu Manchu, 1929
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...