Het Achterhuis van Anne Frank als spel. Nieuw cultuurpatroon of oud cultuurgoed?

De oorlog, houdt het nooit op, ook niet na 70 jaar? Of is het: de oorlog houdt nooit op, ook niet bij de derde generatie? De 19-jarige Thijs Verberne uit het Brabantse Valkenswaard maakt Het Achterhuis van Anne Frank tot een spel. En een bedrijf. Bezoekers kunnen onderduiken in de escaperoom. Er kan in de boerderij nog een ander spel gespeeld worden: De Ondergrondse, waarin spelers tegen Duitsers kunnen vechten. Zogenaamd dus. De Anne Frank Stichting die het gedachtengoed en ook de naamsexploitatie van het ‘merk‘ Anne Frank bewaakt vindt wat Verberne doet van weinig respect getuigen, aldus een bericht in Het Parool. Verberne haalt de schouders erover op. Is het een strijd en een generatieconflict tussen de ene en andere uitbater van het gedachtengoed van Anne Frank? Ontstaat hier een cultuurpatroon of zinkt een oud cultuurgoed af? Dit soort berichten zorgt in Nederland voor opschudding waarbij altijd weer de woorden ‘respect’ en ‘kwetsen’ vallen.

Waarheen met de binnensteden? Leegstand en horecaïsering. Ziet het openbaar bestuur de urgentie?

Leegstand in de binnensteden. Het is al een kleine 10 jaar aan de gang. Zoals in Groningen en andere steden. Wellicht op Utrecht, Amsterdam en een enkele stad na. Wat doen de lokale overheden om winkels die soms al tientallen jaren bestaan te helpen? Uiteraard kan het openbaar bestuur de bedrijfsvoering niet overnemen. Die kennis heeft het niet en het is geen kerntaak. Maar wel kunnen gemeenten bijsturen met het parkeerbeleid, openbaar vervoer, het verlagen van gemeentelijke belastingen of het aantrekkelijk maken van de binnenstad.

De voorkeur van de consument is veranderd en door de crisis heeft die sinds 2008 minder uit te geven. De webwinkels zijn in opkomst. Beseffen lokale overheden voldoende wat een verarming het is als goed geleide en gediversificieerde winkels hun deuren moeten sluiten? Winkels zijn net als kerken, industriële gebouwen, voetbalstations of publieke omroepen cultureel erfgoed. Niet alles hoeft bewaard te blijven om doorgegeven te worden aan de volgende generatie, maar nu lijken steden door winkelsluitingen door de bodem te zakken.

Horecaïsering van de detailhandel is hetzelfde spookbeeld als leegstand. Dat laatste is minder verhullend dan de ontelbare espressobars, broodjeszaken, cafés, kroegen, fastfoodzaken, kiosken en koffiehoeken in elke gevestigde detailzaak die steden overspoelen met voedsel en drank. Wat nu ontbreekt is dat de steden de urgentie inzien en constateren dat horecaïsering en leegstand twee aspecten van hetzelfde probleem zijn.

Colleges en gemeenteraden dienen te beseffen dat zowel het evenwicht tussen soorten detailzaken als het tegengaan van leegstand essentieel is om de binnensteden leefbaar te houden. Als de lokale politiek zegt dit serieus te nemen, dan dient het te handelen. Niet door nieuwbouw of grootse vastgoedprojecten, maar door gunstiger voorwaarden te creëren voor de traditionele detailhandel. Dit beleid dient ook niet door een wethouder Economie, Vastgoed of Woningbouw, maar door een wethouder Cultuur gecoördineerd te worden.

Bepaal een bovengrens voor het aantal horecazaken en verzin een list die de ondernemingszin van de VVD combineert met het sociale gezicht van de PvdA en de culturele belangstelling van D66. Maak afspraken met verhuurders en nodig kunstenaars, designers, allochtone of jonge ondernemers uit om horecaïsering en leegstand van binnensteden niet verder te laten toenemen. Ontwikkel een langetermijnstrategie van generieke maatregelen om die voor de toekomst terug te dringen. Consumeren en vreten is een lege, hoewel intens populaire bezigheid, maar hier gaat het om het kopen van primaire levensbehoeften. Ook dat is cultuur.

Laatste avondmaal met religie

Religie is eeuwen geleden ontstaan. Nu is de maatschappij gewijzigd. Naast godsdienst zijn er cultuuruitingen gekomen die meer bij de tijd zijn. Sport, amusement, kunst en media zijn nieuwer en daarom voor velen aantrekkelijker. Ze worden afgedaan als oppervlakkig en inhoudsloos. Die reactie is van alle tijden en komt voort uit de kinnesine van een oude cultuuruiting. Door secularisatie neemt het belang van godsdiensten af.

Terwijl de godsdiensten door herschikking, publiciteit en relatieve groei nog een front weten te vormen. Da’s de paradox van achteruitlopende groei. Maar er vallen open plekken. Er staan minder paarden in de stal dan vroeger. De plekken worden gecompenseerd door intimidatie en strijdlust. De wereldwijde trend van een teruglopend aandeel van religie leidt niet tot bescheidenheid. Religieuze minderheden proberen over seculiere meerderheden te heersen. Deze fase waarin verhoudingen kantelen zorgt voor onrust en onzekerheid.

De reuring van de islam wordt gevreesd. Maar deze worsteling is geen sterkte, maar zwakte. De islam mist aansluiting bij de moderne wereld. Het wereldbeeld in islamnaties is schizofreen en vol schaamte, achterstand en hulpeloosheid. Terugkijken van de islam biedt geen perspectief en mist het programma van de 21ste eeuw.

Als een godsdienst eerder kiest voor politiek en machtsvorming dan voor verinnerlijking, zingeving en afstand, dan maakt godsdienst zich kwetsbaar in het maatschappelijk debat. Maar anders kan niet omdat het voor het eigen voortbestaan op moet komen. Het geeft de onhoudbare situatie van religie weer. Godsdienst moet cachet uitstralen, maar tegelijk lobbyen om geld, goed en geest veilig te stellen. Verticaal en horizontaal moeten in dezelfde mal geperst worden. Een godsdienst vervreemdt in dit proces van haar eigen wortels.

Naar verwachting valt godsdienst als eeuwenoud cultuurgoed straks in de categorie oude ambachten. Zover is het nog niet. Godsdienst kan ook als uiting van een elite klein en fijn eindigen waar het ooit begon. De massa zal dan nieuwe cultuuruitingen omhelsen, zoals allerlei godsdiensten eens naar hun zin werden ontwikkeld.

Foto: Viridiana van Luis Bunuel (1961)

De moslim met liefde haten

Nederlanders moeten de ander leren haten zoals ze zichzelf haten. Met zelfspot en liefde. Niet hartgrondig, maar ruimhartig. Ze moeten de ander in het hart sluiten vooraleer deze weer uit te bannen. Vanaf dan als iets eigens. Verinnerlijkt. Aardige haat staat haaks op het idee van uitsluiting.

De ander verschijnt in steeds andere vorm. Jacques Lacan noemt het zelfs De Ander, L’Autre. De Hun of de Jap, straks is het misschien de Rus of de Zulu. Nu is het de moslim. Het systeem van deze ander is de islam.

Media en politiek dringen niet door tot de kern van de islam. Kritiek is het begin van vrijheid. Het is tijd voor een snelle integratie van de islam die de weg vrijmaakt voor kritiek. Nederlanders moeten de moslim met liefde gaan haten. De moslim is pas geïntegreerd als-ie gehaat wordt zoals Nederlanders elkaar haten.

Media en politiek negeren de islam vanwege een tekort aan affiniteit. Politiek en media kritiseren liever iets waar ze gevoel bij hebben en diep van binnen kunnen begrijpen. Die emotie ontbreekt bij de islam. Niemand interesseert zich voor de islam en de moslim wordt gezien als afgeleide van een systeem. Komt niet in beeld als zichzelf.

In de politiek is binnen het CDA elke discussie over de islam verboden verklaard. De PvdA is tot op het bot verdeeld en stamelt in stilstand. SP en PVV reageren kritisch op de islam. Met als spiegelbeeld politici die kritisch zijn op de kritiek. Alles gaat voorbij aan emotie en blijft aan de buitenkant. Als spel.

Want wat betekenen deze standpunten? Brengen ze het doorgronden dichterbij? Of wordt de islam door links en rechts gebruikt als verlengstuk van eigen politiek? Zonder de moslim op te willen nemen. Als katalysator die aan het einde van het proces onveranderd is. Het lijkt erop.

Sleutel om deze afstandelijkheid te doorbreken is emotie. Welke emotie is ondergeschikt. Het gaat erom toe te werken naar een toekomst om met liefde te kankeren. Da’s verinnerlijking en een einde aan uitsluiting. Tot nu toe eindigt bejegening van de moslim in negeren. Ondanks alle aandacht.

Niet de werking van de islam is aan de orde, maar wel de ontvangst ervan in de Nederlandse maatschappij. Of liever gezegd, het als cultuurgoed willen accepteren van het vreemde dat van buiten komt. Het gaat niet om het ontkennen van de islam. Da’s ongepast.

Gewenst is dat de islam normaliseert. Door de islam gewoon te maken komt er onderscheid tussen degenen die de islam als religie belijden en die het als middel gebruiken. Dat loopt nu door elkaar. Daartoe moet de islam zich ook openstellen voor de ander. De andere ander. Zodat de liefde van twee kanten kan komen.

Isolatie laat de culturele moslim in een spagaat belanden omdat niet erkend wordt dat-ie gebroken heeft met de islam. De moslim verdient respect en daarbij hoort het besef dat-ie aan religie kan lijden. Waar de moslim een afgeleide van de islam is, is de culturele moslim een afgeleide van de moslim. Een dubbel onzichtbare ander.

Steeds minder kan religie levensvragen over moraal of oorsprong van het leven exclusief claimen. De focus is diffuus. Antwoorden van religies worden door een meerderheid niet meer voor zoete koek aangenomen. Dat dringt religie terug naar het particuliere domein.

Negeren of niet in het hart sluiten houdt zwakke punten uit het licht. Als de islam geen antwoord op de moderniteit formuleert, dan kan het in de zingeving des te beter een onderdak aan religieus geinspireerden bieden. Zonder pretentie van machtsvorming en politiek instrument.

Dat maakt een einde aan een gesprek dat nooit een gesprek was. De islam blijft in alleenspraak achter. Menselijke verwachtingen, frustraties en spanningen van de acceptatie worden veeleer opgelost dan ingelost. En vervagen uiteindelijk.

Ons wacht de passage van de moslim. De moslim wacht de passage van de islam. De culturele moslim wacht de passage van de moslim. Het grijpt in elkaar. Elke ander gaat over en wordt opgevolgd door een nieuwe ander. De moslim komt los uit de actualiteit en kan eindelijk vrij voor zichzelf kiezen.

Foto 1: Erich von Stroheim, The Man You Loved to Hate in Foolish Wives, 1922

Foto 2: Werner Oland in The Mysterious Dr. Fu Manchu, 1929