Fondsenwervingsactie Jill Stein voor hertelling stemmen. Geen zekerheid dat verkiezingen niet gehackt zijn

De paradox kan niet groter zijn. De presidentskandidaat van de Groene partij Jill Stein legt op het door het Kremlin gecontroleerder staatsmedium RT America (voorheen Russia Today) uit dat ze een fondswervingsactie is gestart voor een hertelling in drie cruciale staten Pennsylvania, Wisconsin en Michigan. Trump won in deze staten met een verschil van in totaal 55.000 stemmen. Als Clinton deze staten wint, dan heeft zij de meerderheid in het Electoral College en wordt tot president gekozen. Omdat Clinton terughoudend is heeft Stein het initiatief genomen. Ze kan dat omdat ze als presidentskandidate belanghebbende is. Stein zegt in een verklaring bij de fondsenwervingsactie dat het haar niet te doen is om Hillary Clinton te helpen, maar de betrouwbaarheid van het kiessysteem te vergroten. Er wordt naar het Kremlin gekeken dat via hacks in de stemmachines de uitslagen zou kunnen hebben gemanipuleerd. Er zijn sterke aanwijzingen dat Russische hackers via WikiLeaks lekken van de Democratische partij verspreidden om Clinton in diskrediet te brengen.

De Clinton-campagne is om drie redenen terughoudend bij de actie om een hertelling aan te vragen. Het wil zich niet laten kennen als slechte verliezer en evenmin suggereren dat het vindt dat het systeem ‘rigged’ is. Iets wat Trump altijd beweerde. Totdat hij gewonnen had. Verder is er twijfel onder computerdeskundigen en statistici over de grond voor de claim. Zie hier een artikel in The Guardian. In districten met stemmachines in Wisconsin zou Trump disproportioneel gewonnen hebben, terwijl dat in districten met papieren stembiljetten niet het geval was. Waarom dat dan voor Pennsylvania en Michigan ook zou gelden is onduidelijk, behalve dat de verschillen er klein waren. In Michigan werden trouwens alleen papieren stembiljetten gebruikt.

Op de claim over het verschil tussen papieren en elektronisch stemmen komt computerwetenschapper J. Alex Haldeman terug. Zijn naam werd dinsdag genoemd in een verslag in New York Magazine dat de kwestie in de openbaarheid bracht. Hij en anderen namen contact op met John Podesta van de Clinton-campagne. Later die dag zegt Haldeman in een update dat er waarschijnlijk geen sprake is van een cyberaanval op stemmachines. Maar uitsluiten doet hij het evenmin. Het ‘zou kunnen’. Amerikaanse elektronische stemmachines kennen problemen, zijn kwetsbaar voor cyberaanvallen en sommige staten handelen naïef en nalatig. De enige manier om dat volgens Haldeman te controleren is een hertelling: ‘The only way to know whether a cyberattack changed the result is to closely examine the available physical evidence — paper ballots and voting equipment in critical states like Wisconsin, Michigan, and Pennsylvania. Unfortunately, nobody is ever going to examine that evidence unless candidates in those states act now, in the next several days, to petition for recounts.’ 

Op de site Five Thirty Eight van de gezaghebbende statisticus Nate Silver wordt dat verschil tussen de uitslagen in districten met papieren biljetten en stemmachines in een artikel van Carl Bielik en Rob Arthur verklaard uit demografische verschillen die te maken hebben met leeftijd en opleiding, en niet-witte kiezers. Deze auteurs sluiten achter evenmin uit dat de verkiezingen gehackt waren. Hoe geavanceerder en slimmer de hackers handelden, hoe geavanceerder en gedetailleerder het onderzoek moet zijn om dat op te sporen.

Een hertelling kan het vertrouwen in het kiessysteem ondermijnen. En is daarom een paardenmiddel. Maar het feit dat het debat over de soliditeit van het stemproces zo hoog oploopt laat zien dat elektronisch stemmen zonder ingebouwde zekerheden politiek niet transparant, technisch onbetrouwbaar en maatschappelijk ongewenst is. Zeker vanwege cyberaanvallen door vreemde mogendheden op westerse landen is het naïef om blind te vertrouwen op elektronisch stemmen. De opkomst van het populisme heeft de inzet verhoogd.

In Nederland wordt sinds 2009 met rood potlood en papier gestemd. Commissies volgen elkaar op, zo blijkt uit een overzicht van de Kiesraad. In recente debatten stond het stemgeheim centraler dan een hack door installatie van malware. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken opteert vanwege het kostenaspect voor herinvoering van elektronisch stemmen, maar wil zekerheden ingebouwd zien. Zo drukken kamerleden en computerdeskundigen hem op het hart. Bedrijven zijn gevraagd om op dit eisenpakket een nieuw product te ontwikkelen. In een lelijk woord heet dat ‘marktuitvraag’. Naar verwachting maakt Plasterk eind 2016 bekend wat de uitkomst hiervan is. Bij de Tweede Kamer verkiezingen van 15 maart 2017 wordt nog met potlood en papier gestemd. Een geruststellende gedachte voor wie de Amerikaanse discussie in ogenschouw neemt.

Elektronisch stemmen gaat voorbij aan zorgvuldigheidseisen

580px-Typeplaatje

Op 10 april 2013 stelde minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken in de Tweede Kamer dat het houden van een correctief referendum 30 miljoen euro per keer kost. Dit werd als hoog ingeschat. Kees Pieters vindt dat het anders kan. Hij meent dat er voor 30 miljoen euro een eenmalig systeem te bouwen is waarmee tot in lengte van jaren referenda gehouden kunnen worden. Hij berispt de minister en meent dat deze beter moet weten. Door uit te gaan van kosten en technologie vergeet Pieters dat de minister bestuurlijke zorgvuldigheid en transparantie als uitgangspunt zou moeten hebben. Met zijn voorstel voegt Pieters vooral verwarring toe.

Pieters is een voorstander van elektronisch stemmen. Hij negeert de bezwaren zoals in 2008 de actiegroep wijvertrouwencomputersniet.nl succesvol naar voren bracht. Met als gevolg dat er met het rode potlood gestemd werd omdat de techniek haperde en niet geperfectioneerd kon worden. Op het spel staan controleerbare verkiezingen. Da’s met referenda niet anders. In allerlei landen zijn de afgelopen jaren stemcomputers ongrondwettig verklaard. Pieters spant nu het paard achter de wagen en verwijt minister Plasterk dat deze terug wil naar de tijd van de postkoets. Maar het is juist Pieters die de tijdgeest niet verstaat.

Rob Gonggrijp ziet in het electronisch stemmen geen doorbraak. Alle oude bezwaren staan volgens hem nog overeind. Maar minister Plasterk stelt een commissie samen om te onderzoeken of elektronisch stemmen weer kan worden ingevoerd. ‘Ik geef toe dat het een gok is‘, erkent-ie. Volgens Gonggrijp laat de minister zijn oren hangen naar fabrikant Nedap en 500 burgemeesters. Hij zegt: ‘Het is jammer dat wij dan elke keer weer door een fase van nationale dommigheid heen moeten en een enorme infrastructuur optuigen, om over vijf jaar na talloze commissies weer hetzelfde te concluderen.’ Wensdenken van de politiek overstijgt de zorgvuldigheid.

In z’n beschrijving van een digitaal referendumsysteem dat leest als een concept projectvoorstel voor subsidie gaat Pieters niet in op toezicht en beveiliging. Wellicht kan Pieters zich twee aspecten realiseren voordat-ie dit project verder uitwerkt. Namelijk dat de technologie en de kosten altijd ondergeschikt zijn aan de bestuurlijke zorgvuldigheid en het democratisch proces. Zo is volledige transparantie nodig om de burger vertrouwen te geven. Als dat ontbreekt is elke raadpleging waardeloos. En de bezwaren zoals die werden geformuleerd door wijvertrouwencomputersniet.nl voor stemcomputers gelden onverminderd voor het houden van een digitaal referendum. Binnen die randvoorwaarden is het de vraag of het projectvoorstel van Pieters enige kans maakt. Minister Plasterk blijft halfslachtig hangen tussen het rode potlood en het wensdenken dat principes overrulet.

Foto: Stemcomputer van Nedap.