Winkeldrukte in Wenen: de gouden zondag (1893-1960)

Winkeldrukte op wat in Duitstalige landen de gouden zondag, Der Goldene Sonntag, wordt genoemd. In de tijden dat winkels doorgaans op zondag dicht waren. Het is de zondag voor Kerstmis. Uiteraard was de openstelling ter profijt van handelaars en winkeliers. Met medewerking van mensen die graag collectief in de rij staan en zich in drukke winkels en warenhuizen begeven. Het fenomeen Black Friday is niks nieuws. Het katholieke Oostenrijk kreeg in navolging van Berlijn vanaf 1893 ook een gouden zondag, aldus een bericht van het Wien Museum. En zelfs een zilveren zondag, een week eerder. En vermoedelijk vanaf 1933 zelfs een koperen zondag, nog weer een week eerder.

In 1960 vond voorlopig de laatste gouden zondag plaats in Wenen. Onder druk van het katholieke volksdeel en de socialistische gouverneur van de provincie Wenen Franz Jonas. Er was uit deze kringen al eerder kritiek op geuit. Ter compensatie werden de openingstijden op zaterdag uitgebreid. Zodat de Oostenrijkers hun zilveren en gouden zondag inwisselden voor een zilveren en gouden zaterdag. Want inkopen moeten worden gedaan. Zo geloven ze.

Foto 1: ‘Goldener Sonntag im Kaufhaus Gerngross auf der Mariahilfer Straße, 18. Dezember 1960, Foto: Votava / Imagno / picturedesk.com’. Collectie: Wien Museum.

Foto 2: ‘Auch am „Silbernen Sonntag“, dem vorletzten Sonntag vor Weihnachten, konnte in Wien eingekauft werden, hier am 11. Dezember 1955 auf der Mariahilfer Straße, Foto: Votava / Imagno / picturedesk.com‘. Collectie: Wien Museum.

Christ en Gantenbein pleiten voor contemplatie in de museumbouw

‘Waarom nog naar het museum gaan, terwijl kunst ook op internet geconsumeerd kan worden?’ vraagt architect Emanuel Christ zich af. Het antwoord is: ‘Omdat geen andere plek zo’n onvervalste fysieke ervaring van de kunst mogelijk maakt’. Daarom gaan Christ en z’n partner Christoph Gantenbein niet voor consumptie en vluchtigheid, maar voor het tegenovergestelde: contemplatie. Dat proberen beide architecten te bereiken met open ruimtes en hoogwaardige materialen. Dit staat haaks op de Nederlandse praktijk van museumbouw waar cafetaria’s, terrassen en museumwinkels in het programma van eisen belangrijke uitgangspunten zijn.

De Zwitsers Christ en Gantenbein bewegen zich met hun keuze -die aansluit bij de nieuwe traditie van musea die de bezoeker imponeren- in de richting van religie en kerkbouw. Weg van de waan van de dag, de fast fix en het idee dat de bezoeker verleid moet worden met dat wat hij gewend is en elders al om zich heen ziet. Kunst en religie putten uit dezelfde bron. Ze hebben de uitbreiding van het Kunstmuseum Basel ontworpen.

Waarheen met de binnensteden? Leegstand en horecaïsering. Ziet het openbaar bestuur de urgentie?

Leegstand in de binnensteden. Het is al een kleine 10 jaar aan de gang. Zoals in Groningen en andere steden. Wellicht op Utrecht, Amsterdam en een enkele stad na. Wat doen de lokale overheden om winkels die soms al tientallen jaren bestaan te helpen? Uiteraard kan het openbaar bestuur de bedrijfsvoering niet overnemen. Die kennis heeft het niet en het is geen kerntaak. Maar wel kunnen gemeenten bijsturen met het parkeerbeleid, openbaar vervoer, het verlagen van gemeentelijke belastingen of het aantrekkelijk maken van de binnenstad.

De voorkeur van de consument is veranderd en door de crisis heeft die sinds 2008 minder uit te geven. De webwinkels zijn in opkomst. Beseffen lokale overheden voldoende wat een verarming het is als goed geleide en gediversificieerde winkels hun deuren moeten sluiten? Winkels zijn net als kerken, industriële gebouwen, voetbalstations of publieke omroepen cultureel erfgoed. Niet alles hoeft bewaard te blijven om doorgegeven te worden aan de volgende generatie, maar nu lijken steden door winkelsluitingen door de bodem te zakken.

Horecaïsering van de detailhandel is hetzelfde spookbeeld als leegstand. Dat laatste is minder verhullend dan de ontelbare espressobars, broodjeszaken, cafés, kroegen, fastfoodzaken, kiosken en koffiehoeken in elke gevestigde detailzaak die steden overspoelen met voedsel en drank. Wat nu ontbreekt is dat de steden de urgentie inzien en constateren dat horecaïsering en leegstand twee aspecten van hetzelfde probleem zijn.

Colleges en gemeenteraden dienen te beseffen dat zowel het evenwicht tussen soorten detailzaken als het tegengaan van leegstand essentieel is om de binnensteden leefbaar te houden. Als de lokale politiek zegt dit serieus te nemen, dan dient het te handelen. Niet door nieuwbouw of grootse vastgoedprojecten, maar door gunstiger voorwaarden te creëren voor de traditionele detailhandel. Dit beleid dient ook niet door een wethouder Economie, Vastgoed of Woningbouw, maar door een wethouder Cultuur gecoördineerd te worden.

Bepaal een bovengrens voor het aantal horecazaken en verzin een list die de ondernemingszin van de VVD combineert met het sociale gezicht van de PvdA en de culturele belangstelling van D66. Maak afspraken met verhuurders en nodig kunstenaars, designers, allochtone of jonge ondernemers uit om horecaïsering en leegstand van binnensteden niet verder te laten toenemen. Ontwikkel een langetermijnstrategie van generieke maatregelen om die voor de toekomst terug te dringen. Consumeren en vreten is een lege, hoewel intens populaire bezigheid, maar hier gaat het om het kopen van primaire levensbehoeften. Ook dat is cultuur.

Tentoonstelling hedendaagse kunst in Bolzano door schoonmakers ‘opgeruimd’

12105943_909263325829080_156269642642861525_n

Klassiek, een tentoonstelling van hedendaagse kunst die door de schoonmakers wordt opgeruimd omdat ze dachten dat het rommel was. Het overkwam de tentoonstelling ‘Dove andiamo a ballare questa sera?’ (Waar gaan we vanavond dansen) van Goldschmied & Chiari in het Museion in het Noord-Italiaanse Bolzano/ Bozen. Ze creëerden een installatie over de jaren ’80 in Italië, een periode die volgens de toelichting werd gekenmerkt door ‘consumentisme, hedonisme, door socialistische politici en hun eeuwigdurende feesten.’

Het misverstand werd in de hand gewerkt omdat de schoonmakers afgelopen zaterdag de restanten van het openingsfeestje  op vrijdagavond in de foyer moesten opruimen. Met dezelfde flessen, sigarettenpeuken, confetti en zelfs achtergelaten kledingstukken als in de tentoonstellingszaal. Aldus een bericht in The Local.it. Kunst imiteert het leven dus soms iets te waarheidsgetrouw. Omdat de schoonmakers de objecten toch niet hadden weggooid omdat ze twijfelden kan de tentoonstelling opnieuw ingericht worden. Eind goed, al goed.

Wat levert deze schoonmaak-actie op? Naast publiciteit ongetwijfeld vele lacherige stukjes in de media die niet na zullen laten op te merken waar hedendaagse kunst begint en eindigt. Neveneffect is wel dat de actie van de schoonmakers de strekking van de tentoonstelling van Goldschmied & Chiari ondermijnt. Want hoe kan het dat de schoonmakers die toch specialisten zijn inzake rommel geen verschil zagen tussen de restanten van een feestje dat zou hebben plaatsgevonden in de jaren ’80 en in 2015? Dat kon beter. De rest is bijzaak.

image

Foto 1: Aankondiging van het Museion dat het werk op de tentoonstelling wordt gereconstrueerd.

Foto 2: Still van de tentoonstelling ‘Dove andiamo a ballare questa sera?’ van Goldschmied & Chiari in Museion in Bolzano.

PvdA’ers hinten op coalitie van communautaire partijen (SP, CDA, PvdA). Het proberen waard?

RIJK02_NG-1981-9-26_W

Oud-fractieleider van de SP Jan Marijnissen verkneukelt zich over een opiniestuk van twee PvdA-ers senator Adri Duivesteijn en hoogleraar economie Rick van der Ploeg in NRC: ‘Zij zeggen dat de ontmanteling van de publieke sector negatief uitpakt. Aankomend weekend is het partijcongres van de PvdA, ik ben benieuwd waar dat toe gaat leiden. Als dit idee gemeengoed gaat worden binnen de partij, en de PvdA hun roots weer opzoekt, dan kan een linkse samenwerking weer mogelijk worden.’ Stoken bij de buren of welgemeend?

Naast het pleidooi van beide PvdA’ers om het uitkleden van de publieke sector te keren -te beginnen met het behoud van de vrije artsenkeuze in de Zorgwet- en de publieke instellingen van het middenveld ‘weer werkelijk te verankeren in de samenleving’ is het tekenend welke politieke samenwerking ze daartoe nodig achten ter realisatie. Een proces van elimineren. Weg van het neo-liberalisme en het individualisme. Weg van privatiseringen en het marktdenken. Weg van klantdenken en verzakelijking. Dus weg van het ik-tijdperk waarin het eigenbelang centraal stond. In de late jaren ’90 steunden ze trouwens als trouwe supporters die carriere konden maken de twee Paarse kabinetten Kok die dat proces dat ze nu veroordelen in gang zette.

Ze komen ‘negatief’ uit bij de volgende partijen: ‘Het cynische is dat het juist de communautaire partijen zijn (CDA, PvdA, SP en GroenLinks) die het in deze tijd ontbreekt aan een gemeenschappelijke opvatting hoe onze publieke taken moeten worden uitgevoerd.’ Daaraan zou nog de ChristenUnie en de Partij voor de Dieren toegevoegd kunnen worden. De politiek realiteit is dan een zespartijenkabinet dat nu volgens de actuele peilingen rond de 75 zetels schommelt. Met de SP als grootste partij die voor het eerst de minister-president zou kunnen leveren. De samenwerking van communautaire partijen is logisch en in de Nederlandse politiek nog nooit uitgeprobeerd. Kabinetten met PvdA en CDA komen nog het meest in de buurt. Maar de SP met een andere achterban en politieke stijl maakt het verschil. Gemeenschappelijk (communautair) is het nieuwe Paars.

Maar zoals vaker bij PvdA’ers laten ze zich kennen en overspelen ze hun hand door onnodig te verwijzen naar ‘progressieve partijen met een extra opdracht’. Ze kunnen beseffen dat deze ideologische PvdA-kadertaal de verdeelde CDA zal afstoten. Daarnaast lijken ze wensdenken in te wisselen voor politiek realisme. In de parlementaire geschiedenis heeft Nederland op landelijk niveau nog nooit een meerderheid van linkse (of: progressieve) partijen gehad en zal die naar verwachting de komende tijd ook niet krijgen. Dus hoe echt ze het bedoelen en op wie hun betoog is gericht is de vraag. Voor nu op de PvdA, of voor straks op SP en CDA? Waarschijnlijk het eerste, zo vlak voor het PvdA-congres. En dat maakt hun betoog gelijk een stuk minder interessant. Want durven Duivesteijn en Van der Ploeg wel echt te dromen over een samenwerking met de SP?

Foto: ‘Den Uyl sprak werknemer Van Gelder’ in de Verkiezingsstrijd ’81 van fotograaf Paul Babeliowsky, 1981.

De parallelle wereld van Daan Samson

daan

‘Ik ben nog nooit een politicus tegengekomen met belangstelling voor cultuur. Ze zijn er bang voor, dat is het enige.’ Aldus de Spaanse schrijver Juan Marsé in een interview met Arjen Fortuin dat op 18 januari 2013 in NRC verscheen. Hoe anders lijkt beeldend kunstenaar Daan Samson zich te verhouden tegenover politici. Vooral die van rechts-liberale snit, zoals Halbe Zijlstra of Frits Bolkestein. Hij omarmt ze en drukt ze aan z’n borst. Ze lijken niet bang of onwennig voor zijn kunst en Samson toont geen wantrouwen tegenover hen. Maar schijn bedriegt. Uit angst kunnen politici ook het podium opvluchten. Als een stotteraar die gaat zingen of toneelspelen om het praten te ontlopen. En wat beoogt Samsom met zijn artistieke mimicry?

Samsons project ‘Holiday Trouvé’ laat zien hoe de kunstenaar met Corendon naar een resort vliegt, het ‘Corendon Premier Solto Hotel‘ in Alaçatı, Turkije. Samen met een 52-jarige kunsttoeschouwer. Dat werd op 17 juni weer gepresenteerd in het Rotterdamse TENT: ‘TENT presenteert de videoregistratie van kunstenaar Daan Samson’s experiment voor een nieuwe manier van kunstbeleving: op vakantie gaan met een bezoeker van TENT naar de ‘Caraïben van Turkije’, Alaçati en dat volledig gesponsord door Correndon Vliegvakanties.’ Is een beschouwer van het consumentisme of het ‘moderne levensgevoel’ nou eerder een pleitbezorger of een criticus ervan? Die vraag blijft hangen bij alles wat Samson doet. Het antwoord hangt af van de toeschouwer.

Samson zoekt het ultieme Droste-effect als een spitse Orson Welles die verdwaalt in het spiegelpaleis op de kermis. Samson spiegelt en spiegelt. Om zich niet te laten vangen en zijn blik te verruimen. Zonder zich in z’n kaarten te laten kijken. Hij biedt ons een lege plek in het gras. De Daan Samson van vlees en bloed wil niet in de weg staan en maakt zich tot de constructie ‘Daan Samson’. Het nauwgezet vormgeven van de extreme relativering van waarden met inzet van zichzelf is zijn kunst. Zo wordt op twee manieren het idee van een parallelle wereld opgeroepen die naast de bestaande bestaat. Onhoudbaar, maar voldoende voor kunst die een podium zoekt. De kunstenaar verdwijnt in het kunstwerk en het kunstwerk verdwijnt in de kunstenaar.

orsonmirror123

Foto 1: Still uit Holiday Trouvé’  van Daan Samson, 2014.

Foto 2: Still uit het slot van The Lady from Shanghai (1947) van regisseur Orson Welles.

Retro mode: Consuming Women (Women as Consumers): 1967

De vrouw als consument. Haar rol in 1967. Is het echt? Retro is de mode op Facebook. Velen scoren druk druk dagelijks met een geplukte foto uit 1955 of 1970. Zwart. Wit. Schaduw. Glamour. Zuurtjeskleur. Tijdsbeeld. Beet! Ook andere sociale media of bijlagen van kranten en tijdschriften doen mee in het laven aan toen. Licht in het hoofd van het lichte amusement dat zo goed vult. Dat vergane land van toen. Het fotogenieke verleden is helemaal bij de tijd. Als gebruiksartikel. Als een ver continent dat niet bedreigend is omdat het aan de eigen tijd voorbijgaat. Dus niet uitgelegd hoeft te worden. Geen politiek, economie, spionage, ziekte, hypotheek of vervuiling. Simpelweg: toen. Het verleden omvat de belofte van de toekomst die kwijt is. Voor sommigen geeft dat de pijn van wat voorbij is gegleden en voor wie voor het eerst kijkt: ontdekking. Zo zit de geschiedenis in elkaar. Dat haasje-over eindigt in de afgrond. Voor iedereen. Meer soeps is het niet. Van Procter & Gamble.

PC

Foto: Still uit ‘Consuming Women (Women as Consumers)‘ uit ongeveer 1967 van fabricant Procter & Gamble.

Lokale produktie van kleding haalbaar: American Apparel

161_rsaor300_P

Update 12 februari 2014: De Zweedse docent genderstudies, blogger en fotograaf (genusfotografen) Tomas Gunnarsson kent de titel van meest seksistische bedrijf van het jaar toe aan American Apparel. Het ‘wint’ de gouden borst (Guldtuttmuggen) voor de advertentiecampagne van vorig jaar. Bezoekers van z’n blog konden stemmen. In een commentaar geeft Gunnarsson aan dat-ie in de campagnebeelden kinderpornografie herkent en dat vrouwen halfgekleed of verleidelijk afgebeeld worden, maar mannen gekleed en koel.

Update 15 mei 2013: De Zweedse blogger Emelie Eriksson is het oneens met het gebruik van halfnaakte vrouwen door American Apparel in advertenties. Ze ziet er sexisme in. Mannen houden hun kleren aan, maar vrouwen zijn halfnaakt of bevinden zich in bed. Alsof ze net sex hebben gehad. De campagne van het Amerikaanse kledingmerk triggert vele negatieve reacties op Zweedse sociale media. Zweden is een land waarvan gezegd wordt dat het feminien is. Dat leidt soms tot beleid waarbij mannen het nakijken hebben.

americanapparel1

American Apparel is een modemerk gevestigd in Los Angeles. Niet onbescheiden noemt het zichzelf een Industriële Revolutie door de zogenaamde verticale integratie. In tegenstelling tot andere kledingfabrikanten is het lokaal gebleven. Daar in de binnenstad van LA. Met als resultaat de grootste kledingfabriek van Noord-Amerika. Tegen de globalisering en outsourcing van banen richting lageloonlanden in. In Europa werkt het Spaanse Zara met hetzelfde concept. Korte lijnen, dicht op de trends van de markt en snel handelen.

American Apparel toont aan dat de valkuil van het werken met onderaannemers in Azië voorkomen kan worden. Met uitbuiting van werknemers en zelfs kinderarbeid tot gevolg. Niet iets waar consumenten in hun jeans of topjes aan herinnerd willen worden. Ze willen een goed gevoel bij hun merk. Dat hangt samen met een idee van duurzaamheid. Behalve uitbuiting gaat dat ook om transport, verspilling omdat er gedacht wordt in bulkproductie die betrekkelijk los staat van de consumentensmaak en belasting van het milieu ter plekke.

Autosave-File vom d-lab2/3 der AgfaPhoto GmbH

Zo’n model vraagt om een hecht samengaan van design, marketing, boekhouding, produktie, winkel en distributie dat werkt met de perfectie van een Zwitsers uurwerk. Door een continue informatiestroom vanaf de consumentenmarkt wordt de productie bijgestuurd. Dit voordeel valt makkelijker te halen bij kleding die afhankelijk is van de trend van de maand, dan bij produkten die minder modegevoelig zijn.

Het lokale model dat Westerse bedrijven als American Apparel of Zara zelfs in hun marketing gebruiken, kan als voorbeeld dienen voor andere Westerse kledingfabricanten die nu hun productie uitbesteed hebben. Zo’n omslag grijpt terug naar een verdwenen traditie. Da’s een keuze voor kwaliteit, tegen onverschilligheid, tegen verspilling, tegen uitbuiting, tegen globalisering, voor innovatie, voor duurzaamheid, voor design en een mooi modebeeld op straat. Redelijke kleding voor een redelijke prijs is mogelijk. Kleding is onze heerlijkheid.

82_rsadm302_P

Foto’s: Kleding uit de catalogus van American Apparel. In Nederland heeft American Apparel twee vestigingen in Amsterdam

Foto Update: Now Open: Blogger beschuldigt American Apparel smakeloos en klef te zijn.

Sexisme in Zweedse commercial en reactie op Facebook: Liam!

Vrouw met kind en winkelwagen in een supermarkt roept herhaaldelijk ‘Liam‘. Ze pakt intussen artikelen van de schappen. Uiteindelijk blijkt ‘Liam‘ niet een weggelopen kind, maar haar echtgenoot te zijn. Spelend bij het gereedschap. Gedwee volgt-ie haar. Een doorsnee commercial van de Coop, lijkt het. Echter niet in Zweden.

De Zweden reageerden heftig op de commercial. Volgens Local Sweden meenden afgelopen zaterdag al 8000 Zweden zich er op Facebook over te moeten uitspreken. Sommigen vonden het grappig, anderen waren verontwaardigd en weer anderen waren er verontwaardigd over dat hierover een debat moest ontstaan. Kritiek zou dan zijn dat de man als een kind gepresenteerd wordt en daarom de commercial sexistisch is.

Woordvoerder Magnus Nelin is zich van geen kwaad bewust. ‘Coop had niet de intentie iemand te beledigen. Coop wil niet de ongelijkheid tussen man en vrouw bevorderen of vastgeroeste  man-vrouw verhoudingen bevestigen.’ De commotie moet begrepen worden in een samenleving waar de rol van de vrouw sterk is en mannen dienend zijn. Mogelijk braken sommigen toen ze zich in de commercial als kind afgeschilderd zagen.

De aanbiedingen van Coop staan intussen in de aandacht. Coop Zweden speelt er handig op in. Ware luxe is dat een land zich hier druk over maakt. Wie weet wordt Liam de geuzennaam van mannelijk zelfbewustzijn.