Zeeland moet orde op zaken stellen en falen Marinierskazerne en ondermaats aanbod voor compensatie niet afschuiven

Wat krijg je als een Zeeuwse gedeputeerde van de VVD kritisch reageert op een VVD-staatssecretaris? Het antwoord ligt voor de hand: niks. Dick van der Velde die verantwoordelijk is voor de Marinierskazerne reageert met gespeelde verontwaardiging op Barbara Visser voor Omroep Zeeland: ‘We zijn nog net zo boos als dat we al waren. Dit onderstreept waarom er een ruimhartige compensatie moet komen voor Zeeland’. Wow, wat een lef. Wat gedeputeerde Van der Velde zegt dat hij ‘nog net zo boos is als hij al was’ grenst aan het onbenullige.

Waar draait deze kwestie in de kern om? Het lijkt te gaan om een marinierskazerne die naar Vlissingen zou komen, maar niet kwam. Staatsecretaris Barbara Visser lijkt samen met minister Ank Bijleveld een van de drie zusters van Anton Tsjechovs gelijknamige toneelstuk. Ze blinken uit in de verzuchting: ‘Naar Moskou, naar Moskou’, maar tegelijk weten ze dat ze er nooit zullen aankomen. Zo was het ook met de Marinierskazerne. Iedereen wist dat die nooit in Vlissingen zou komen, maar de hoofdrolspelers speelden dat het wel zo was.

Het draait niet om zelfbedrog in een schijnwerkelijkheid met in de hoofdrol een politiek onhandige en liegende staatssecretaris of een incompetente minister. Niet de gevende, maar de ontvangende partij is waar het om draait. Het gaat om de positie en de positionering van Zeeland. Is Zeeland voor de kwaliteitstoerist, de watersporter, de gepensioneerde die zorg inkoopt, de rustzoeker of de kunsttoerist die gaat voor kleinschalige evenementen of is Zeeland voor de pretzoeker, de dagjestoerist en de ondernemers die gaan voor grootschalige evenementen? Is Zeeland voor de chemische en maritieme industrie? Niemand die het weet. Omdat de provincie daar geen heldere keuze in weet te maken, kan er ook geen geloofwaardig en samenhangend pakket van eisen voor de compensatie van de Marinierskazerne in Den Haag op tafel worden gelegd. Daar gaat het fout. Het zijn niet een liegende staatssecretaris en een incompetente minister die verantwoordelijk zijn voor de afgang van de Marinierskazerne. Het is Zeeland zelf dat niet weet wat het wil, niet weet wat het moet vragen als compensatie en zich afhankelijk maakt van de kuren en machtsspelletjes van anderen. Met als uitkomst dat het dankbaarheid moet tonen voor kruimels die niemand wil.

Vooral in Zeeuws-Vlaanderen is het trauma van het onder water zetten van de Hedwige polder vanwege het economisch belang van de Antwerpse haven en de uitruil door Den Haag nog niet verwerkt. Het wantrouwen is groot. Zeeland beschouwt zich als wingewest en die gedachte is gegroeid na de 17de eeuw toen Middelburg de tweede stad van het koninkrijk was. De realiteit is dat Zeeland een zwak openbaar bestuur heeft en geen machtsmiddelen om terug te vechten. Daar gaat het mis. Nu moet de provincie tevreden zijn met wat wordt gezien als tweederangscompensatie zoals blijkt uit in Den Haag gelekte stukken: een beveiligde rechtbank, een extra beveiligde gevangenis en een expertisecentrum voor georganiseerde criminaliteit. Het is een beledigend voorstel dat niemand wil. Bij welk profiel van Zeeland het past is duidelijk: een profiel van niks.

Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Compensatie voor de kazerne? Nou die moet nu wel heel ruimhartig worden, vindt de Zeeuwse politiek’ van Jeffrey Kutterin in de PZC, 6 juni 2020.

Voorbehoud bij verhoging NAVO-budget: Defensie is gepolitiseerd en geëconomiseerd, en moet hoognodig gemilitariseerd worden

Update 28 februari 2021: Afgelopen week zei een hoge Amerikaanse luchtmachtofficier dat de F-35 (ook JSF genoemd) heeft gefaald. In een bericht van 23 februari 2021 komt Forbes tot de volgende conclusie: ‘The 25-ton stealth warplane has become the very problem it was supposed to solve. And now America needs a new fighter to solve that F-35 problem, officials said.’ Er wordt al jaren door luchtvaartingenieurs en defensiedeskundigen voor gewaarschuwd dat de F-35 niet deugt, maar de kritiek werd keer op keer genegeerd. Ook in de Nederlandse politiek waar in 2012 een meerderheid in de Tweede Kamer in een motie tegen het JSF-project stemde. Waarom dit ondeugdelijke project erdoor moest worden gedrukt en wie daarvan hebben geprofiteerd maak ik duidelijk in onderstaand commentaar van 2018 met een verwijzing naar een commentaar van 2012. In elk geval zijn de nationale veiligheid en de territoriale verdediging van Nederland door de F-35 niet verhoogd met deze ‘Ferrari die alleen op zondag uit de garage komt’. Integendeel, door de meer dan 5 miljard euro kosten is de toch al onder druk staande Defensiebegroting nog verder uit het lood komen staan. Het is onderhand tijd voor een parlementaire enquête die de aanschaf, de lobby en de politieke besluitvorming van de F-35 in kaart brengt en daar lessen voor de toekomst uit trekt. De Nederlandse politiek was gewaarschuwd …

Er is onduidelijkheid over defensiebudgetten. Die kun je niet zomaar met elkaar vergelijken in de hoop op duidelijkheid. Dat komt niet alleen door de verschillen in prijspeil tussen landen, maar ook door het verschil in doelmatigheid, standaardisatie en overhead. Inzichtelijk is in dit verband een voorbeeld uit 1985 van asbakjes in een Amerikaans marinevliegtuig die per stuk 660 USD kostten. En er zijn meer van dit soort voorbeelden.

Het probleem is dat de defensie-industrie een in zichzelf gekeerde, niet open markt is. Er bestaat nauwelijks concurrentie op. Dat geldt trouwens niet alleen de Westerse, maar ook de Russische en Chinese defensie-industrie. De prijs/kwaliteit verhouding is niet stabiel. Defensie is ook een sector om gemeenschapsgeld rond te pompen en in de zakken van politici te laten verdwijnen buiten de controle van toezichtsinstanties om.

Voormalig president Juan Bosch van de Dominicaanse Republiek wees er in de jaren ’60 al op in zijn boek  ‘Pentagonismo, sustituto del imperialismo’ dat in het Engels werd vertaald als ‘Pentagonism’ en in die tijd redelijk invloedrijk was. Ik las het in de vroege jaren ’70. Hij zei dat in navolging van president Eisenhower die in zijn afscheidstoespraak van januari 1961 het begrip ‘militair-industrieel complex’ muntte. ‘Ike’ zag deze macht van de defensie-industrie en de besteding van militaire budgetten als niets meer dan ‘een verstoord gebruik van de middelen van de natie’. Omdat de hoogste geallieerde militair uit de Tweede Wereldoorlog met deze waarschuwing kwam, maakte dit in 1961 indruk. Nog voor de escalatie van de Vietnam-oorlog.

Een commentaar vat samen hoe het werkt. Het verklaart tevens waarom Europa geen defensie-industrie heeft die bij haar economische macht en statuur past: ‘But Europeans saw the whole effort as too much of a one-way street. The United States showed little inclination to accept European designs for cooperative production either in the United States or in other European countries, even when European designs were favored by those countries. According to one view expressed at the time, this situation was the natural result of American technological superiority and Yankee salesmanship. Another suggested that it was due at least in part to pressure by the U.S. government, which had been lobbied by its own defense industries.

Met als aanleiding het regeerakkoord schreef ik in een commentaar van oktober 2012 dat de nationale veiligheid van Nederland gaat over van alles en nog wat, maar nauwelijks over de territoriale verdediging van Nederland. In de afgelopen zes jaar en mede door de recente discussies over de NAVO-begroting ben ik nog meer in mijn mening gesterkt dat Defensie is gepolitiseerd en geëconomiseerd, en nodig gemilitariseerd dient te worden. Feitelijk zou militaire sterkte of slagkracht de enige norm voor de toewijzing van het defensie-budget moeten zijn. Dat is niet zo. Omdat het nog even actueel is als toen herplaats ik wat ik in 2012 schreef:

Wat is er aan de hand met het debat over de krijgsmacht? Het lijkt nog erger uit het lood te staan dan die krijgsmacht zelf. Aan Defensie zitten meerdere kanten en in de publieke opinie wordt er doorgaans maar één belicht, namelijk de hoogte van het budget. Hoe doelmatig dat besteed wordt, hoeveel waar voor het geld wordt verkregen en welke belangen bij de aanschaf van wapensystemen spelen, hoeveel er aan de strijkstok van het bedrijfsleven en lobbyisten blijft hangen, hoe urgent de keuzes zijn en wat de relatie tussen budget en kwaliteit is blijft onderbelicht. In het regeerakkoord (p. 49) wordt de krijgsmacht als een verlengde van de industrie beschouwd. Op zijn best worden het nationaal veiligheids- en het economisch belang gelijkgesteld.

Zo resteert het beeld dat de nationale of territoriale veiligheid van Nederland niet de hoofdzaak is en op zichzelf staat, maar ondergeschikt is aan andere doelstellingen. Zoals het belang van de industrie of de relatie met bondgenoten, zoals de VS. Anders gezegd, de investeringen in Defensie dienen het militair-industrieel complex waarvoor de uitgaande president Eisenhower in zijn befaamde afscheidstoespraak van 17 januari 1961 waarschuwde: ‘In de overheidsdiensten moeten we waken tegen het gezocht of ongezocht verwerven van ongerechtvaardigde invloed door het militair-industriële complex.’ Dat complex strekt zich uit van wapenfabrikanten, krijgsmacht en inlichtingendiensten tot gevestigde media, wetenschap en partijpolitiek.

De aanschaf van 37 F-35 straaljagers van het grootste Amerikaanse defensieconcern ter wereld Lockheed Martin door Nederland voor naar schatting zo’n 5,2 miljard euro is een voorbeeld van de werking van het militair-industrieel complex. Lobbyisten onder wie veel voormalige CDA- en VVD-politici, de luchtmacht en de Nederlandse luchtvaartindustrie die zich richt op het binnenhalen van compensatieorders bepaalden de keuze. Maar zelfs dat economische argument dat niet volledig spoort met de nationale veiligheid is onjuist. De F-35 levert vooral banen op voor lobbyisten en ondernemers en niet voor Nederland. Evenmin dringt tot het Nederlandse publiek debat door dat militaire uitgaven de slechtste manier zijn om banen te scheppen, zoals uit een Amerikaanse studie blijkt. Niet het parlement, maar externe partijen beslisten over aanschaf. Daarbij komt dat al vanaf het begin vraagtekens werden gezet bij de prestaties in het luchtgevecht en de kosten van de F-35. In de testfase is de software kwetsbaar gebleken, waarschijnlijk ook nog eens gehackt door China.

Door gebrek aan munitie oefenen Nederlandse militairen door ‘poef poef poef’ te roepen. Zo is de persiflage én stand van zaken van de Nederlandse krijgsmacht. In een ideale wereld zou het de ultieme oplossing voor de beteugeling van agressiviteit zijn. Militairen die cowboytje spelen zoals kinderen het doen. Maar Nederland bevindt zich niet in een ideale wereld en moet zich serieus verdedigen tegen de agressie van andere actoren.

Nu heeft Nederland dat vermogen verloren. Het beeld van een onverdedigd Nederland alleen al tast de soevereiniteit aan en maakt een land kwetsbaar voor buitenlandse druk. Maar de verhoging van het budget met 1,5 miljard euro zegt niet alles. Als het wordt doorgesluisd naar buitenlandse wapenfabrikanten die te veel voor hun producten vragen, dan verhoogt dat de weerbaarheid van Nederland niet. Het debat over de nationale veiligheid van Nederland moet gaan over de kwaliteit van de krijgsmacht, inclusief de toetsing ervan, en de mate waarin Nederland door de eigen krijgsmacht en directe partners territoriaal, in cyberspace of op afstand verdedigd wordt. Het debat over de nationale veiligheid reduceren tot een budgettaire boekhoudsom is een valkuil die allen dient die andere belangen hebben en zich hierachter kunnen blijven verschuilen.

Foto: ‘Een Spandau M.25 op luchtdoelaffuit tijdens de mobilisatie in een versterkte positie langs de Nederlandse kust. FOTO Beeldbank NIMH

Debat over Nederlands nationale veiligheid wordt slecht gevoerd

Wat is er aan de hand met het debat over de krijgsmacht? Het lijkt nog erger uit het lood te staan dan die krijgsmacht zelf. Aan Defensie zitten meerdere kanten en in de publieke opinie wordt er doorgaans maar één belicht, namelijk de hoogte van het budget. Hoe doelmatig dat besteed wordt, hoeveel waar voor het geld wordt verkregen en welke belangen bij de aanschaf van wapensystemen spelen, hoeveel er aan de strijkstok van het bedrijfsleven en lobbyisten blijft hangen, hoe urgent de keuzes zijn en wat de relatie tussen budget en kwaliteit is blijft onderbelicht. In het regeerakkoord (p. 49) wordt de krijgsmacht als een verlengde van de industrie beschouwd. Op zijn best worden het nationaal veiligheids- en het economisch belang gelijkgesteld.

Zo resteert het beeld dat de nationale of territoriale veiligheid van Nederland niet de hoofdzaak is en op zichzelf staat, maar ondergeschikt is aan andere doelstellingen. Zoals het belang van de industrie of de relatie met bondgenoten, zoals de VS. Anders gezegd, de investeringen in Defensie dienen het militair-industrieel complex waarvoor de uitgaande president Eisenhower in zijn befaamde afscheidstoespraak van 17 januari 1961 waarschuwde: ‘In de overheidsdiensten moeten we waken tegen het gezocht of ongezocht verwerven van ongerechtvaardigde invloed door het militair-industriële complex.’ Dat complex strekt zich uit van wapenfabrikanten, krijgsmacht en inlichtingendiensten tot gevestigde media, wetenschap en partijpolitiek.

De aanschaf van 37 F-35 straaljagers van het grootste Amerikaanse defensieconcern ter wereld Lockheed Martin door Nederland voor naar schatting zo’n 5,2 miljard euro is een voorbeeld van de werking van het militair-industrieel complex. Lobbyisten onder wie veel voormalige CDA- en VVD-politici, de luchtmacht en de Nederlandse luchtvaartindustrie die zich richt op het binnenhalen van compensatieorders bepaalden de keuze. Maar zelfs dat economische argument dat niet volledig spoort met de nationale veiligheid is onjuist. De F-35 levert vooral banen op voor lobbyisten en ondernemers en niet voor Nederland. Evenmin dringt tot het Nederlandse publiek debat door dat militaire uitgaven de slechtste manier zijn om banen te scheppen, zoals uit een Amerikaanse studie blijkt. Niet het parlement, maar externe partijen beslisten over aanschaf. Daarbij komt dat al vanaf het begin vraagtekens werden gezet bij de prestaties in het luchtgevecht en de kosten van de F-35. In de testfase is de software kwetsbaar gebleken, waarschijnlijk ook nog eens gehackt door China.

Door gebrek aan munitie oefenen Nederlandse militairen door ‘poef poef poef’ te roepen. Zo is de persiflage én stand van zaken van de Nederlandse krijgsmacht. In een ideale wereld zou het de ultieme oplossing voor de beteugeling van agressiviteit zijn. Militairen die cowboytje spelen zoals kinderen het doen. Maar Nederland bevindt zich niet in een ideale wereld en moet zich serieus verdedigen tegen de agressie van andere actoren.

Nu heeft Nederland dat vermogen verloren. Het beeld van een onverdedigd Nederland alleen al tast de soevereiniteit aan en maakt een land kwetsbaar voor buitenlandse druk. Maar de verhoging van het budget met 1,5 miljard euro zegt niet alles. Als het wordt doorgesluisd naar buitenlandse wapenfabrikanten die te veel voor hun producten vragen, dan verhoogt dat de weerbaarheid van Nederland niet. Het debat over de nationale veiligheid van Nederland moet gaan over de kwaliteit van de krijgsmacht, inclusief de toetsing ervan, en de mate waarin Nederland door de eigen krijgsmacht en directe partners territoriaal, in cyberspace of op afstand verdedigd wordt. Het debat over de nationale veiligheid reduceren tot een budgettaire boekhoudsom is een valkuil die allen dient die andere belangen hebben en zich hierachter kunnen blijven verschuilen.

Foto: Algehele Veiligheidszorg Nederland.

Evaluatie bevestigt opnieuw mislukking van F35-programma. Agendeert GroenLinks deze kritiek in informatiebesprekingen?

Aan de hand van het laatste jaarrapport van de inmiddels gepensioneerde Michael Gilmore, als Director of Operational Test and Evaluation zet Dan Grazier voor War is Boring in een overzicht de kwaliteiten van de JSF (F-35) op een rijtje. Hij concludeert dat het F-35-programma een nationale ramp is die nodig grondig moet worden geëvalueerd. Vragen moeten niet aan generaals of bestuurders gesteld worden omdat ze er belang bij hebben dat het programma wordt voortgezet. Ze hebben geen prikkel om de harde waarheid over de mislukking te openbaren (‘no incentive to tell the hard truth because they have a vested financial interest in making sure the program survives — regardless of capability’). Het debat over de F-35 moet breder en opener.

De politiek moet op zoek naar tegengeluid zodat het hele verhaal wordt verteld. In Nederland kan GroenLinks ervoor zorgen dat niet de pro-JSF lobby van VVD en CDA -vertegenwoordigd door communicatieadviesbureau Hill & Knowlton- alleen bepaalt hoe het defensiebudget wordt besteed. In september 2013 kwam toenmalig leider Bram van Ojik van GroenLinks met een petitie die ‘nee‘ tegen de JSF zei. Als de partij dat nog steeds vindt -en durft!- kan het dit standpunt in de besprekingen met informateur Edith Schippers agenderen.

Het is absurd dat in tijden waarin de Russische krijgsmacht als bedreigend wordt ervaren zo onverantwoord wordt omgesprongen met het defensiebudget. De JSF is te weinig waar voor te veel geld. En nog steeds een met veel onduidelijkheden omgeven eindproduct. Hoewel uitgaven aan de Amerikaanse wapenindustrie het Witte Huis tevreden zal stellen. Maar dat aspect gaat voorbij aan de beste verdediging van Nederland en West-Europa tegen Russische agressie. In november 2015 zei toenmalig presidentskandidaat Donald Trump in een verwarrend interview dat hij twijfels over de F-35 had. In 2013 maakte minister Hennis van Defensie bekend dat Nederland 37 JSF-toestellen aanschaft voor 14,6 miljard euro. Ondanks een meerderheid in de Tweede Kamer die in 2012 in een motie een streep door de JSF zette. CDA-minister en JSF-voorstander Hans Hillen manipuleerde in dat jaar de Algemene Rekenkamer met het door hem ‘bestelde’ rapport ‘Uitstapkosten Joint Strike Fighter’. In 2019 volgt een eindrapport met conclusies. De omgekeerde wereld van de wapenindustrie.

Karl Drabbe vliegt uit de bocht. Terugkeer van oude vijandbeelden in Nederland. Over collaboratie, Schreibtischtäter en compensatie

kd

Karl Drabbe is een Vlaamse publicist aan de rechterkant van het politieke spectrum. Hij is onder meer columnist voor Jalta.nl. Bovenstaande alinea op Doorbraak.be schoot me behoorlijk in het verkeerde keelgat.

Ik reageerde als volgt: ‘De auteur legt zijn vinger aan de pols van Nederland, zo denkt hij. Maar komt met verkeerde of oude beelden. Nederlanders kijken allang niet meer zo negatief naar de Duitsers zoals ze tot pakweg 2000 deden. De beeldvorming is genormaliseerd. Nederland en Duitsland zijn in vele opzichten naar elkaar toegegroeid. Gidsland Nederland bestaat niet meer en Duitsland is gefragmenteerd en toont geen monolitisch vijandbeeld meer. 

Kwaadwillend wordt Drabbe als hij spreekt over ‘Schreibtischtäter’ die in Nederland ‘zo massaal samenwerkten met de Duitse bezetter halfweg vorige eeuw’. Hij wijst hierbij naar het begrip ‘collaboratie’ dat hij op België van toepassing acht. Met het begrip ‘Schreibtischtäter’ overspeelt Drabbe zijn hand. Want historisch is dat direct gekoppeld aan de massamoord op Joden en andere etnische groepen. Daar was in Nederland geen sprake van. In de bezette West-Europese landen collaboreerden op enigerlei wijze de nationale overheden met de bezetters, maar het is niet zo dat zoals in Roemenië of Hongarije in Nederland Nederlandse schrijftafeldaders massaal samenwerkten met de Duitsers. De Duitsers planden aan hun schrijftafels de massamoord en het onrecht, niet de Nederlanders. Of Belgen.

Drabbe grossiert in oude vijandbeelden die wellicht ooit een kern van waarheid bezaten, maar intussen allang achterhaald zijn. Het is merkwaardig dat hij meent dat Nederlandse media ‘altijd al op een lichtjes gespannen voet’ staan met Duitsland. Waar baseert hij dat op? De Nederlandse media berichten zakelijk over Duitsland, en niet anders dan over andere buurlanden. Daarnaast introduceert hij het begrip ‘compensatie’ als verklaring voor die vermeend gespannen verhouding van de Nederlandse media inzake Duitsland. Zijn suggestie is dat meer dan 70 jaar na de Tweede Wereldoorlog de Nederlanders nog steeds een schuldcomplex over die oorlog hebben. Drabbe heeft het bij het verkeerde eind. Hij is het die in het verleden leeft, niet de Nederlanders.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelDE TERUGKEER VAN DE SCHAAMTE’ van Karl Drabbe op Doorbraak.be.

GroenLinks komt met petitie tegen JSF. Hoe principieel is het?

gl

GroenLinks is vanochtend een actie tegen de JSF begonnen. Men kan hier een petitie tegen de aanschaf ervan tekenen. Volgens Het Parool vindt fractieleider Bram van Ojik het ‘veel verstandiger en goedkoper om de eventuele opvolger van de F-16 van de plank te kopen‘. GroenLinks wil met de petitie laten zien dat er geen maatschappelijk draagvlak voor de aanschaf van de JSF is. Maar voor welk toestel is GroenLinks dan wel?

Onduidelijk is hoe principieel GroenLinks zich met deze petitie opstelt. De partij suggereert door de reactie van Van Ojik dat het vooral tegen de deelname van de Nederlandse industrie aan het JSF-project is. Dat zou binnenlopen door compensatie-orders. Deze industrie zet continu druk om de JSF aan te schaffen. Dit gebeurt vooral op VVD en CDA door politici van VVD en CDA die het voor veel geld op de loonlijst heeft gezet. Gevolg is dat aspecten van partijpolitiek, werkgelegenheid en industriepolitiek een militaire keuze vertroebelen.

De opstelling van GroenLinks roept de vraag op of de bezwaren politiek, ethisch, budgettair, economisch of militair van aard zijn. Dat wordt niet duidelijk uit de petitie en het commentaar vanuit de partij. Tot 1989 was er de pacifistische PSP, die met CPN, EVP en PPR opging in fusiepartij GroenLinks. Als de PSP nog had bestaan en vandaag een petitie had opgesteld dan was die zonder twijfel uit principiële redenen tegen de aanschaf van de JSF geweest. Zo’n petitie had ik vanwege de duidelijkheid en het idealisme wel kunnen ondertekenen.

Foto: Petitie van GroenLinks tegen JSF. 6 september 2013.

Wordt krijgsmacht ondersteunende vredesmacht? Met 20-25 JSF’s

OnsVr

Update 17 september 2013: De Telegraaf komt met het nieuws dat minister van Defensie Hennis (VVD) vandaag in haar visie op de toekomst van de krijgsmacht bekendmaakt dat er 37 JSF-toestellen worden aangeschaft. Haagse bronnen spraken eerder over de aanschaf van 35 toestellen. Bij coalitiepartner PvdA bestaat weerstand. Nog niet geopenbaard is hoe de prijs per toestel wordt berekend en hoe het onderhoud in de kosten wordt meegerekend. Want de rekensom klopt niet. Kritiek is dat de voorstanders niet eerlijk zijn over de hoogte van de onderhoudskosten en deze te laag inschatten. En dus doorschuiven naar de toekomst.  

Nederland kiest de minimale variant voor de JSF. Volgens RTL Nieuws kiest Nederland definitief voor de F-35, de JSF. Het staat in de toekomstvisie op de krijgsmacht van minister Hennis. Als kosten van het project noemt RTL een bedrag van 4 miljard euro. Vermoedelijk is dit inclusief onderhoudskosten. Eerder werd een bedrag van 14,6 miljard genoemd voor 85 toestellen en het onderhoud van 30 jaar. Da’s ongeveer 171 miljoen euro per toestel per 30 jaar. Omdat de prijs van de toestellen iets toegenomen is betekent dit dat er voor 4 miljard 22 JSF’s kunnen worden aangeschaft. Afhankelijk van de rekenmethode tussen de 20 en 25 toestellen.

RTL Nieuws zegt dat er twee squadrons komen, in Volkel en in Leeuwarden. Door de minimumomvang van een squadron in NAVO-verband kan er net een squadron van 10 en een van 12 toestellen gevormd worden. Mogelijk zal het kabinet in haar toekomstvisie het voornemen uitspreken om een groter aantal toestellen aan te schaffen. Maar da’s misleidend. Dan worden de onderhoudskosten over 30 jaar onvoldoende meegerekend.

In februari 2013 schetste Clingendael in de verkenning ‘Clingendael’s visie op de krijgsmacht van de toekomst’ vier scenarios voor de Nederlandse krijgsmacht. Nu lijkt minister Hennis voor scenario 4,  ‘de ‘ondersteunende’ vredesmacht‘ te kiezen. Hiermee geeft de Nederlandse krijgsmacht de ambitie op om hoog in het geweldsspectrum op te treden. Samenwerking met partners en integratie van onderdelen wordt de toekomst. Gesteld dat de rekensom klopt die RTL Nieuws over de kosten van de JSF naar buiten brengt.

Foto: Schermafbeelding van scenario 4, Clingendael’s visie op de krijgsmacht van de toekomst met minimaal aantal JSF’s. Februari 2013.

Frankrijk koopt Amerikaanse drones. Luchtvaartindustrie in beweging

2436573

In Nederland probeert een tsunami van oud-politici die lobbyen voor de defensie-industrie de JSF, de F-35 van Lockheed Martin te slijten. De Franse minister van Defensie Jean-Yves Le Drian verklaart in een gesprek voor Europe 1 de behoefte aan drones. Hij schetst twee opties. De Franse Harfang van EADS moderniseren of inkopen bij de twee landen die hoogwaardige drones fabriceren: de VS en Israël. Drones die volgens Le Drian geschikt zijn om een terrorist ‘discreet’ op de korrel te nemen, ‘essentieel voor militaire operaties’. Hij bevestigt de laatste optie, de aankoop van Amerikaanse drones. Mogelijk met ‘verfransing’ van het project.

Dat biedt voor de toekomst geen oplossing. De minister hint erop dat het de wens van Frankrijk, Duitsland en Engeland is om een eigen drones-industrie op te zetten. Of zegt-ie dat vanwege zijn onderhandelingspositie met de Amerikanen? Complicatie is de reflex van Fransen om niet onder de koepel van het Amerikaanse veiligheidsapparaat te willen functioneren. Vraag is of globalisering een Europese ‘Alleingang‘ nog wel toelaat.

Ogenschijnlijk biedt Finmeccanica voor Frankrijk een uitweg. In naam Italiaans, feitelijk Amerikaans. Antonio Mazzeo schetst de achtergronden. Nu al ontrolt zich het scenario van een luchtvaartindustrie die voor het publiek Europees toont, maar een bijwagen van Lockheed Martin is. Zo maakt aan de ontvangende kant de aanschaf van F-35 of drones weinig uit. Het geld komt toch bij de Amerikaanse luchtvaartindustrie terecht. Mazzeo zegt over de overname van de Italiaanse defensieindustrie door de Amerikanen: ‘Het is opnieuw een bewijs van het globaliseringsproces van wat men kan definiëren als een militair-financieel-industrieel complex.’ Het wachten is op Nederlandse oud-politici afkomstig van VVD en CDA die gaan pleiten voor de aanschaf van een vloot aan drones. Met verwijzing naar de Europese defensie-industrie. Dat we het begrijpen.

Harfang_41-2

Foto 1: De Franse minister van Defensie Jean-Yves Le Drian kondigt aankoop Amerikaanse drones aan. 19 mei 2013.

Foto 2: Franse drone Harfang in actie.

Canada draait besluitvorming JSF terug. Wat doet Nederland?

reuters 7 22 10  Peter MacKay F 35.preview

De Canadese regering-Harper gaat voor financiële degelijkheid en heeft afgelopen week de besluitvorming opgeschort over aanschaf van de F-35, de Joint Strike Fighter van het Amerikaanse Lockheed Martin. In juni 2010 kondigde Canada aan dat het 65 F-35’s aan zou schaffen voor 7 miljard euro. Net als Nederland is Canada behalve afnemer ook partner in de ontwikkeling van de JSF.  Hoe open kunnen opties zijn die weer open zijn? Wellicht schaft Canada de JSF alsnog aan, maar dan wel na een open competitie. Zo wordt gezegd. De Canadese regering stelt een onafhankelijk panel in dat aan de hand van een omschreven procedure de mededingers gaat evalueren. Naast de F-35, de F-18 Hornet van Boeing en de EADS Eurofighter Typhoon.

De gelijkenis tussen Nederland en Canada over de aanschaf van de F-35 is opvallend. Het ontbrak in beide gevallen aan een open competitie waarbij de mededingers van Lockheed Martin een eerlijke kans kregen. Voor Nederland is de Zweedse Saab Gripen NG een alternatief. Beide regeringen deden schimmig. Zoals toen er vertraging in de ontwikkeling optrad. De F-16 werd opgewaardeerd door het Mid-Life Update programma. Nu bereikt de F-16 door de MLU operationeel in 2015 zijn einde en is de JSF pas na 2017 beschikbaar. Mogelijk zelfs pas na 2023. Niemand die het zegt. Ook liepen de kosten per toestel zo op dat de aanschaf niet meer binnen het budget paste. Bij teruglopende budgetten konden krijgsmachten zich de dure JSF niet veroorloven.

Afgelopen twee jaar werden publiek en parlement misleid door de regeringen Harper en Rutte I. De Tweede Kamer heeft officieel een streep door de JSF gezet. Rutte I negeerde dat besluit. Nog vlak voor zijn aftreden haalde toenmalig minister van Defensie Hans Hillen alles uit de kast om de aanschaf van de JSF in de lucht te houden. Met opdracht voor een rapport van de Rekenkamer dat uitrekende dat er geld valt te besparen door het aan de JSF uit te geven. Maar de lobby van voormalige VVD- en CDA-politici lijkt niet opgewassen tegen de ernst van de economische crisis. Zoals oud-staatssecretaris van Defensie Jack de Vries bij Hill+Knowlton.
Kunnen ze nog langer van de armen stelen om aan de rijken te geven? Daarom: Te wapen met verstand!

Foto: De Canadese minister van Defensie Peter MacKay kondigt in juni 2010 de aanschaf van 65 F-35’s door Canada aan. Credits: Reuters.

JSF beschadigt Rekenkamer, krijgsmacht en politiek

Geld besparen door geld uit te geven. Het is een fabeltje dat iedereen met gezond verstand niet voor eigen rekening wil nemen. Juist daarom is het zo favoriet in de politiek. Immers het domein waar nooit iemand persoonlijk de portemonnee trekt en steeds de ander betaalt. Maar inkomsten wel altijd in een specifieke portemonnee terechtkomen. Dan wordt het saldo van uitgaven en inkomsten ondergeschikt en gaat het om het omploegen van gemeenschapsgeld. De volksverlakkerij is in de politiek tot grote hoogte gestegen.

Dat toont het onderzoek Uitstapkosten Joint Strike Fighter aan. In opdracht van minister van Defensie Hans Hillen door de Algemene Rekenkamer verricht. De Rekenkamer tilt domme praat naar een hoger niveau door te stellen dat het goedkoper is om meer geld uit te geven. Dat beschadigt de Rekenkamer die zich voor het karretje van Hillen laat spannen. De Rekenkamer opereert binnen de kaders die zijn bepaald door Defensie: ‘Van een alternatief toestel ‘van de plank’ zijn de functionaliteiten maar gedeeltelijk bekend; ze zijn volgens Defensie in ieder geval minder dan die van de JSF. Als de minister van Defensie kiest voor een ander toestel dan de JSF, dan kan dit alleen als de luchtmacht de eisen voor de vervanger van de F-16 heroverweegt‘.

Niet alleen de uitgangspunten van het rapport zijn verkeerd, maar ook de conclusies die zijn gebaseerd op cirkelredeneringen. De JSF is niet de redding voor de krijgsmacht, maar de ondergang ervan. Krimpende defensiebudgetten hebben de JSF geleidelijk uit de markt geprijsd. Daar komen kostenoverschrijdingen en slechte projectplanning van de fabricant bovenop. De Nederlandse krijgsmacht kan zich de JSF niet langer veroorloven. Het is de Ferrari van een bijstandsgezin dat ooit in weelde bestellingen deed, maar niet tot zich laat doordringen dat dat voorbij is. Krampachtig vasthouden aan de auto zet het hele huishouden uit het lood.

Volgens SP-kamerlid Jasper van Dijk is het rapport van de Rekenkamer een truc van minister Hillen om het afblazen van de JSF te vertragen. Er is immers een aangenomen kamermotie die zegt dat Nederland definitief een streep door de JSF zet. Maar de regering negeert dat besluit. Deze obstructie van minister Hillen doet de democratie geen goed. Niet in het minst omdat-ie bewust de Algemene Rekenkamer corrumpeert. Van Dijk rekent er nog steeds op dat de motie uitgevoerd wordt. Maar de vertraging is geen goed teken. Niet alleen geldt voor de JSF dat goedkoop duurkoop is. Meer nog dat duurkoop afkoop is. Op kosten van de burger.

Foto: De van corruptie verdachte voormalige gedeputeerde voor de VVD in Noord-Holland Ton Hooijmaijers in een JSF-toestel