Amersfoort wacht miljoenenstrop vanwege claim Elleboogkerk

Amersfoort heeft een bijzonder museumbeleid. Het betaalt talloze miljoenen voor een museum dat het niet heeft. Het zit zo. Op 22 oktober 2007 werd de Elleboogkerk door brand verwoest. Het Armando Museum was er gevestigd. In 2010 verbreekt het Amersfoortse college de belofte tot herbouw. Het gemeentebestuur verbreekt eenzijdig de in 1998 afgesloten prestatieovereenkomst. Voorzitter van Amersfoort-in-C Gerard de Kleijn is not amused, hij beschouwt het niet nakomen van de afspraken als onbehoorlijk bestuur. Om het leed voor het Armando Museum Bureau af te kopen besluit de raad onder veel protest de oude organisatie een bruidsschat van 1 miljoen mee te geven voor een doorstart in landhuis Oud-Amelisweerd in Bunnik. Maar van een leien dakje gaat de besluitvorming niet, de Amersfoortse PvdA beticht het college van misleiding.

Er klink ook andere kritiek op het Amersfoortse gemeentebestuur die overigens in heel Nederland speelt. Zo vraagt raadslid voor GroenLinks Hiske Land zich in 2010 af in een betoog dat probeert weg te komen van de actuele politiek wat het openbaar bestuur eigenlijk nog in de melk te brokkelen heeft bij het museumbeleid. Culturele ondernemingen gaan hun eigen gang en de raad mag desgewenst de tegenvallers aanvullen. Coördinatie en een evenwichtige afweging ontbreken omdat het beleid van incident naar incident hobbelt en het gemeentebestuur zich door toevalligheden laat sturen. Zoals de brand in de Elleboogkerk.

SRO is in 2007 de vastgoedontwikkelaar van de Elleboogkerk die in 2010 door de verzekeraars formeel is gedagvaard, aldus RIB 2012-118 van de gemeente Amersfoort. Samen met de loodgieter DI is SRO door de verzekeraars van het Armando Museum hoofdelijk aansprakelijk gesteld ‘voor de schade die is ontstaan door de brand. Het bedrag van de schade wordt in de dagvaarding gesteld op ongeveer € 5 miljoen‘. Vandaag wordt de zaak in de Utrechtse rechtbank mondeling behandeld, naar verwachting moet SRO betalen.

De gemeente Amersfoort is voor 50% aandeelhouder in het bedrijf SRO. Op 1 januari 2008 is Haarlem ook als 50% aandeelhouder toegetreden tot de NV SRO onder de voorwaarde dat een mogelijke claim van de verzekeraars voor de schade aan de Elleboogkerk door de gemeente Amersfoort gecompenseerd wordt. Zodat Haarlem als aandeelhouder in SRO niet geraakt wordt door de schadeclaim. En Haarlems vermogenspositie in de SRO niet wordt aangetast. De RIB zegt: ‘Met de gemeente Haarlem is afgesproken dat Amersfoort de gemeente Haarlem primair zal compenseren uit de dividenduitkeringen die SRO aan Amersfoort uitkeert. Als dit na vier boekjaren ontoereikend is, komt de restant-betaling ten laste van de gemeentelijke begroting.’

De hoogte van de schade voor Amersfoort hangt af van de schuldvraag. Derving aan inkomsten uit dividenden en restant-betaling kan in de miljoenen lopen. Het Armando Museum blijft Amersfoort achtervolgen. Notabene voor een Museum Oud-Amelisweerd waarover de Amersfoortse raad in februari 2012 zegtDe raad heeft de nodige reserves bij de haalbaarheid van het Ondernemings- en huisvestingsplan van Museum Oud Amelisweerd. Met de subdidieregeling worden de financiële risico’s voor Amersfoort verminderd.

Foto: Brand Amersfoortse Elleboogkerk, 22 oktober 2007

Terugvaloptie Armando Museum op kosten van Amersfoort?

UPDATE 22 juni: De Utrechtse raad steunt met grote meerderheid de kredietaanvraag voor Oud-Amelisweerd. Dat verknoopt is aan een specifieke exploitant: Stichting Museum Oud-Amelisweerd. Vincent Oldenborg (Leefbaar) was helder in een wollig debat. Als het misgaat dan heeft Utrecht mede op kosten van anderen een prima museumgebouw. Naar zijn idee zonder subsidie van Utrecht. Niemand sprak hem tegen. 

Op 6 december 2011 nam de Amersfoortse gemeenteraad de motie ‘Gelden Armando Faillisementsproof van de PvdA en TROTS aan. De indieners constateren dat het Ondernemings- en Huisvestingsplan van een Museum Oud-Amelisweerd ‘zeer ambitieuze plannen bevat m.b.t. inkomstenwerving op gebied van bezoekersaantallen, horeca, verhuur en fondsenwerving‘. Amersfoort steunt dit museum met een bruidsschat van 1 miljoen euro. De indieners willen deze steun gefaseerd uitbetalen zodat bij een faillissement of falen van de Stichting Museum Oud-Amelisweerd de restanten van het bedrag terugvloeien naar Amersfoort.

Op 13 december 2011 stuurde het Utrechtse College een brief naar de Commissies Stad & Ruimte en Mens & Samenleving waarin het weinig bezwaren ziet in bovengenoemd Ondernemings- en Huisvestingsplan. De brief bevat tegenstrijdigheden. Erin wordt een ‘terugvaloptie’ geschetst indien de ambities van het nieuwe museum niet realiseerbaar zijn. Dan komt Utrecht met de variant van een ‘sitemuseum’ of ‘open monument’ onder beheer van het Centraal Museum. Ofwel, een continuering van de situatie zoals die sinds 1990 bestaat.

Verzelfstandiging van het CM kan nog een complicatie vormen. Da’s in opdracht van het college onderzocht in een haalbaarheidsonderzoek. Conclusie is dat het zou kunnen, maar de realiteit is dat het nog niet zover is of dat verzelfstandiging ook noodzakelijk is. Om formele redenen werd een Tijdelijke Ondernemingsraad opgetuigd om het personeel mee te laten praten. Dit is voluit kritisch. Met name het Raad van Toezicht-model biedt minder kwaliteit dan een gemeenteraad die de wethouder controleert. Voorbeelden bij Raden van Toezicht van verzelfstandigde Amsterdamse, Goudse en Groningse musea tonen stelselmatig falen aan.

Op 30 december 2011 heeft het Amersfoortse raadslid Raphaël Smit van de fractie Groep van Vliet zijn zorgen uitgesproken over de tegenstrijdigheden in de verhuizing van het Armando Museum naar Oud-Amelisweerd. Smit wijst op een principieel punt uit de overeenkomst van 15 januari 1998 tussen Amersfoort, Armando en zijn ex-vrouw Tony de Meijere. De RIB 2010-136  (p. 7) parafraseert de bepaling alsvolgt: ‘dat er op grond van de overeenkomst museaal verantwoorde expositieruimte in Amersfoort moet worden geboden’ en (p.8) ‘zolang de gemeente binnen haar mogelijkheden museaal verantwoorde expositieruimte biedt in Amersfoort, handelt zij juridisch in overeenstemming met bovengenoemde overeenkomsten.

Al sinds het afblazen van de herinrichting in de Elleboogkerk is duidelijk dat het Amersfoortse college deze overeenkomst van 1998 en een latere prestatieovereenkomst van na de brand niet nakwam zoals was afgesproken. In juli 2010 werd de gemeenteraad door toenmalig A-in-C directeur Gerard de Kleijn van woordbreuk en onbehoorlijk bestuur beticht. Maar de collegepartijen dekten deze beslissing van het college.

Tijdens de beraadslagingen in 2011 over de bruidsschat werd de raad het beeld geschetst dat weliswaar de overeenkomst van 1998 en de prestatieovereenkomst van na de brand niet nagekomen zouden worden door het college, maar dat dit naar de geest wel zou gebeuren in landhuis Oud-Amelisweerd. Zoals Smit zegt: ‘De verhuizing van het Armandomuseum naar Oud-Amelisweerd betekende, dat het artistieke erfgoed van Armando elders een vaste plaats zou krijgen, overeenkomstig de opzet van het Armandomuseum in de Elleboogkerk. Hierin lag het morele motief om een forse bruidsschat beschikbaar te stellen.’ 

Er speelt een misverstand dat de Amersfoortse raad aan zichzelf te wijten heeft. Tijdens de raadsdebatten werd over de verhuizing van het Armando Museum gesproken, alsof dat elders in een kale ruimte uitgepakt zou worden. Maar Oud-Amelisweerd is een rijksmonument dat een waarde in zichzelf vertegenwoordigt. Vanaf het begin was duidelijk dat de Armando collectie in samenhang met de collectie unieke achttiende-eeuwse Chinese behangsels gepresenteerd zou worden, zoals het Ondernemings- en Huisvestingsplan stelt. Van een autonoom Armando Museum op de locatie Oud-Amelisweerd is nooit sprake geweest.

Toch heeft Smit een punt als-ie wijst op de ‘terugvaloptie’ uit de brief van 13 december. De indruk ontstaat dat Utrecht het Amersfoortse geld aanwendt om een Utrechts museum op te tuigen. Daarover maakt-ie zich zorgen. Want als in 2016 blijkt dat de ambities van een Museum Oud-Amelisweerd met 40.000 bezoekers niet haalbaar zijn, dan stuurt Utrecht de Armando Collectie terug naar Amersfoort. Niet onmogelijk gezien het ontbreken van een gezonde exploitatiebegroting. Dan heeft dit Bunnikse avontuur Amersfoort zo’n 700.000 euro gekost en kan het opnieuw beginnen. Met het bestuderen van de overeenkomst van 15 januari 1998.

Het Utrechtse VVD-raadslid Jesper Rijpma is eveneens kritisch op de onderbouwing van de plannen van een Museum Oud-Amelisweerd. Volgens Rijpma is het eerder gebaseerd op aannames dan op realisme. Naar verwachting worden zijn vragen begin februari in de raadscommissie Mens & Samenleving behandeld.

Foto: De Kei van Amersfoort, 1661. Credits: Erfgoedhuis Utrecht/ Museum Flehite

Provincie Utrecht beantwoordt vragen over Armando Museum

Update 16 juni: Een reactie zegt over onderstaand artikel: ‘Mooi stuk, geeft heerlijk inzicht in de bestuurlijke gang van zaken, Je hoeft later niet te reconstrueren waar het mis is gegaan.’  

Naar aanleiding van aandacht op dit blog voor de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd en het alternatief Fort Vechten stelde het Utrechtse statenlid Elly Broere (PVV) op 21 december 2011 vragen aan de gedeputeerde Cultuur Mariëtte Pennarts. Dit is gerubriceerd onder de naam De Ridder, de naam waarmee deze blogger naar buiten treedt. In de Statencommissie WMC van 9 januari 2012 antwoordt mw. Pennarts. Ik geef eerst de vragen en antwoorden die niet openbaar zijn in te zien, daarna mijn commentaar.

Vragen

  1. Welke argumenten spelen er om per se Armando museum in Oud-Amelisweerd onder te brengen?
  2. Welke alternatieven zijn onderzocht? Hoe hebben de bezwaren van de inwoners van Amersfoort mee gewogen, zij willen de collectie graag in Amersfoort houden. Waarom komt Fort Vechten niet in aanmerking.
  3. Wat vindt de gedeputeerde van alle bezwaren die volgens de heer De Ridder kleven aan het onderbrengen in Oud Amelisweerd en de voordelen van het alternatief Fort Vechten?
  4. Wat vindt de gedeputeerde van de bestuurlijke onzorgvuldigheid die volgens de heer De Ridder heeft plaatsgevonden.

Antwoorden

  1. De Provincie heeft geen initiërende rol gehad in de gesprekken en onderhandelingen tussen Gemeente Utrecht (eigenaar van Oud-Amelisweerd), de Stichting Armando Museum  Collectie, Stichting Amersfoort-in-C en Gemeente Amersfoort. De argumenten voor en tegen zijn mij dus niet exact bekend. Voor mij staat het belang voorop dat Oud-Amelisweerd als bijzonder monument een duurzame bestemming krijgt en dat het uitzonderlijk waardevolle Chinese behangsel voor een breed publiek te bezichtigen is. De nu voorgestelde museale bestemming voldoet aan deze eis en rechtvaardigt een provinciale bijdrage aan de noodzakelijke restauratie van de behangsels.
  2. De Provincie is niet op de hoogte van de alternatieven die door de betrokken partijen zijn onderzocht. De Gemeente Amersfoort heeft besloten haar steun aan het Armando Museum los te laten, als gevolg van een forse bezuiniging op Amersfoort-in-C, het samenwerkingsorgaan van vier Amersfoortse musea (Kade, Flehite, Mondriaanhuis en Armando Museum). In de Amersfoortse gemeenteraad zijn de voor- en nadelen afgewogen van deze keuze. De gemeenteraad, als vertegenwoordiger van de inwoners van Amersfoort, heeft hiermee recentelijk ingestemd.                                                                                                                                           Voor de inrichting van Fort Vechten zijn al in 2009 afspraken gemaakt over de bestemming en inrichting van het fort met Gemeente Bunnik, Staatsbosbeheer als eigenaar en de provincie als initiator. In januari 2010 werd de gunning van de exploitatie toegekend aan Nieuwland Holding. Op het Fort zal een Nationaal Liniecentrum komen, naast nog vele andere publieksactiviteiten zoals bijvoorbeeld een vleermuizencentrum. (zie voor meer informatie http://www.liniecentrumfortvechten.nl/plan.php ) Al deze plannen zullen zorgen voor een aantrekkelijke publieke bestemming waar vele verhalen verteld kunnen worden.
  3. Wat betreft de bezwaren van de blogger George Knight zoals in zijn blog van 14 november geformuleerd:  Oud-Amelisweerd zal met grote zorg aangepast worden aan de nieuwe openstelling voor publiek. De aandacht zal gevraagd worden voor respectievelijk de geschiedenis van het Huys en de tuin, de geschiedenis van de (deels) Chinese behangsels en het werk van de kunstenaar, schrijver en dichter Armando.  Er zal geen aantasting van de cultuurhistorische waarden van Oud-Amelisweerd plaatsvinden. De openstelling van Oud-Amelisweerd zal  de rust van het landgoed niet aantasten.  De Provincie draagt bij aan de restauratie van de behangsels  onder meer omdat Oud-Amelisweerd een publiekbestemming krijgt.                                                                                       Voor de inrichting van Fort Vechten zijn 2 jaar geleden afspraken gemaakt met de geworven beheersorganisatie, Nieuwland Holding. De Provincie en Staatsbosbeheer hebben daarmee verantwoordelijkheden voor bijvoorbeeld exploitatie overgedragen aan private organisaties. Wij zien het voorstel van de heer De Ridder daarom niet als een reële optie.
  4. GS heeft geen aanleiding om te veronderstellen dat er sprake is van bestuurlijke onzorgvuldigheden van de gemeente Utrecht of de gemeente Amersfoort. Wij zien niet in op welk moment wij zelf onzorgvuldig gehandeld zouden hebben. Vorige maand is PS akkoord gegaan met het verlenen van een restauratiesubsidie aan Oud Amelisweerd, juist onder de voorwaarde dat de nieuwe functies in dienst staan van het behoud van huis en interieur, Wij hebben van de Stichting en van de stad Utrecht begrepen dat het Armando Museum het gebouw Oud-Amelisweerd zal gebruiken met respect voor het gebouw en de behangsels. Ook zullen de aanpassingen aan het Huys  niet ten koste van de cultuurhistorische waarden gaan. Met deze voorgenomen bestemming zal een belangrijk en uniek erfgoed behouden kunnen blijven en (eindelijk) als publiek bezit opengesteld worden. Indien het voorstel van de heer De Ridder zou zijn gevolgd, zou de toekomst van Oud-Amelisweerd ongewis zijn. 

De antwoorden geven aan dat de provincie geen deelnemer was aan een inhoudelijk debat. Ze wijken niet af van die van de gemeente Utrecht zoals verwoord in een brief van 13 december 2011. De antwoorden komen erop neer dat er geen bezwaar bestaat tegen de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd. Een opstelling met weinig enthousiasme. Er blijkt nergens dat de huisvesting en de combinatie Armando-Chinees antiek behang een verrijking betekent voor cultureel Utrecht en daarom noodzakelijk is. Rini Dippel is vernietigend over de combinatie Armando-Amelisweerd evenals Lucia Alberts. Talloze andere experts op het gebied van cultureel erfgoed en museologie zijn gehoord, maar houden zich angstvallig stil met hun kritiek.

In de Utrechtse Statencommissie Wonen, Maatschappij en Cultuur van 3 oktober 2011 is bij het onderwerp Parelfonds besloten om per 2012 het accent van industrieel erfgoed naar de historische buitenplaatsen te verleggen. Utrecht kent er 270 waarvan het rijksmonument Oud-Amelisweerd met eigenaar gemeente Utrecht er een is. In haar antwoord creeërt gedeputeerde Pennarts misverstanden als ze stelt ‘dat de vestiging van het Armando museum in Amelisweerd onderdeel zal zijn van de subsidievoorwaarden, zodat restauratie daadwerkelijk gepaard gaat met opening voor het publiek’. Hiermee passeert ze de eigenaar als eerst verantwoordelijke en koppelt ze de subsidie niet aan de buitenplaats, maar aan een museale bestemming. Ze suggereert tevens dat het landhuis Oud-Amelisweerd nu of in de toekomst niet geopend zou zijn voor het publiek. Beheerder Centraal Museum legt uit dat er onderhoud plaatsvindt en er daarom tijdelijk minder bezoeken mogelijk zijn, maar dat het boeken van groepsrondleidingen ook nu mogelijk is. Opvallend is dat de provincie bij Oud-Amelisweerd de uitzondering maakt niet rechtstreeks subsidie aan de eigenaar te geven.

De provincie Utrecht houdt zich van alle bestuurslagen het meest afzijdig. Het zegt te zijn aangeschoven en niet bekend te zijn met argumenten voor en tegen huisvesting van de Armando Collectie in landhuis Oud-Amelisweerd. Als deelnemer aan de discussie zegt de provincie niet te weten of er alternatieven zijn onderzocht. Dit roept de vraag op hoe grondig de discussie was en hoe de besluitvorming tussen Amersfoort, Utrecht, Bunnik en de provincie is verlopen. Wanneer viel de politieke beslissing en waren bij het nemen van het besluit uitsluitend de politiek verantwoordelijken betrokken? Welke argumenten zijn er uitgewisseld?

Ook met betrekking tot Fort Vechten geeft de provincie aan dat haar rol bescheiden is. De provincie was initiator van een Liniecentrum, maar heeft de verantwoordelijkheid overgedragen en zegt nu geen invloed meer te hebben. Het oogt in mijn ogen ongerijmd om mijn voorstel om de huisvesting van de Armando Collectie in Fort Vechten te onderzoeken af te doen als niet reëel. De bestuurlijke gang van zaken impliceert namelijk niet dat huisvesting geen goed idee zou zijn. Met als ultiem argument dat er 20 miljoen in de projectorganisatie Fort Vechten beschikbaar is, 4 miljoen investeringen in Oud-Amelisweerd kunnen worden uitgespaard en ze kunnen worden samengevoegd. Voorwaarde is wel dat de provincie initiatieven neemt om de projectorganisaties open te breken. Die politieke wil ontbreekt overduidelijk. Overigens op 26 januari organiseert de Grontmij een fortensymposium in Fort Vechten over de herbestemming van militair erfgoed.

De antwoorden over de bezwaren tegen de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd gaan in op de voorwaarden. Daarmee gaan ze voorbij aan de kern van mijn kritiek. Wat geldt voor het onderbrengen van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd geldt eveneens voor talloze andere museale collecties. Ik pleit voor de optie om collectie en landhuis goed op elkaar aan te laten sluiten. Zoals dat bijvoorbeeld zou gelden voor een museum voor Chinoiserie, buitenplaatsen of antiek behang. Precies de kritiek van Rini Dippel en Lucia Alberts op het Museum Oud-Amelisweerd. Verder berust de opinie dat de openstelling van een museum met in 2016 40.000 bezoekers het cultureel erfgoed van het landhuis en de rust van het landgoed niet zal aantasten op de aanname dat het beheer en de bedrijfsvoering optimaal zijn. Dat valt te betwijfelen bij een organisatie die van vele kanten kritiek ondervindt op de onderbouwing van de exploitatiebegroting.

De bestuurlijke onzorgvuldigheid spitst zich toe op de bestuursopdracht die cultuurwethouder Lintmeijer aan directeur Jacobs van beheerder Centraal Museum gaf om een bestemming voor Oud-Amelisweerd te onderzoeken. Jacobs kwam vervolgens ‘toevallig’ bij zijn partner Ploum uit die ‘toevallig’ hoofd van het Armando Museum Bureau is. Veelbetekenend lijkt dat de GroenLinks gedeputeerde Pennarts hierin geen onzorgvuldig bestuur ziet van de GroenLinks wethouder Frits Lintmeijer. Vanuit de ethiek zou je verwachten dat een wethouder niet mee kan gaan met deze schijn van belangenverstrengeling. En dit voorstel van Jacobs op gronden van goed bestuur afwijst. Maar ook binnen de Utrechtse gemeenteraad of statenraad heerst blijkbaar koudwatervrees om belangenverstrengeling in het openbaar aan te kaarten. Ook bij de oppositie.

Verder bestaat de onzorgvuldigheid eruit dat er is gewerkt met een rookgordijn aan intenties, haalbaarheid en plannen. Lang voordat een formeel besluit gevallen was werd het hoofd van het Armando Museum Ploum telkens door directeur Jacobs in de gelegenheid gesteld om met betrokken wethouders en raadsleden in Oud-Amelisweerd in gesprek te gaan. Dit was geen toegevoegd lobbyen van Ploum, maar liep feitelijk parellel aan de politieke besluitvorming. Terwijl Ploums status dit niet toeliet en raadsleden en wethouders vanwege de bestuurlijke zorgvuldigheid haar onder genoemde omstandigheden niet hadden mogen spreken. Tevens werd de Amersfoortse ambtenaar Ploum in ambtelijke overleggen van de gemeente Utrecht met derden toegelaten zonder dat haar rol voor gesprekspartners duidelijk was en ze meer ruimte kreeg dan advisering alleen.

De opstelling van gedeputeerde Pennarts past in een verkeerde voorstelling van zaken die ook terug te vinden is bij de Utrechtse cultuurwethouder Lintmeijer en Amersfoort-in-C directeur Van Vulpen. Ze verdraaien de waarheid. Aantoonbaar onjuist is dat de huisvesting van de Armando Collectie een noodzakelijke voorwaarde is voor Oud-Amelisweerd. Pennarts zegt: Met deze voorgenomen bestemming zal een belangrijk en uniek erfgoed behouden kunnen blijven en (eindelijk) als publiek bezit opengesteld worden. Indien het voorstel van de heer De Ridder zou zijn gevolgd, zou de toekomst van Oud-Amelisweerd ongewis zijn. Hiermee gaat mw. Pennarts voorbij aan de kritiek op de combinatie Armando-Chinees behang, op het bestuurlijke traject dat geen alternatieven onderzocht en op het ontbreken van een gezond investerings- en exploitatieplan.

Ofwel, het voortbestaan van rijksmonument Oud-Amelisweerd is niet aan de vestiging van een Museum Oud-Amelisweerd gebonden. Het landhuis wordt al sinds 1990 door de gemeente Utrecht en het Centraal Museum zorgvuldig gerestaureerd. Door de bestuursopdracht kwam toevallig het Armando Museum in beeld. Zo ontstond een bestemming die niet ontstond door inhoudelijke noodzaak, maar vanwege persoonlijke contacten. Alternatieve locaties voor de Armando Collectie zijn nooit onderzocht en andere bestemmingen voor Oud-Amelisweerd zijn evenmin serieus onderzocht. Mijn voorstel is slechts om een bestemming te zoeken die beter bij het karakter van Oud-Amelisweerd past dan de huisvesting van de Armando Collectie.

Hoewel er de afgelopen anderhalf jaar in mijn ogen niet breed en zorgvuldig genoeg is gekeken door de Utrechtse politiek, kan men zich op het standpunt stellen dat men dan maar voortgaat op de ingeslagen weg. Met als voordeel dat het Utrechtse college niet beschuldigd kan worden van stilstand en dat het landhuis vanaf 2016 mogelijk 40.000 bezoekers trekt. Is dit glas halfvol of halfleeg? De nadelen zijn groot. De combinatie van Oud-Amelisweerd en Armando is niet ideaal en het bedrijfsmodel van een Museum Oud-Amelisweerd moet om economische redenen zwaar opgetuigd worden en wordt zo een doel op zichzelf. Inclusief de werkgelegenheid van de staf van het Armando Museum Bureau waar het om draait. Een kleinschalige, flexibele museale bestemming past om redenen van infrastructuur en cultureel erfgoed beter bij Oud-Amelisweerd.

Foto: Trappenhuis provinciehuis Utrecht.

Utrechtse VVD heeft kritiek op Armando Museum in Oud-Amelisweerd

De Utrechtse oppositiepartij VVD zet bij monde van haar woordvoerder cultuur Jesper Rijpma vraagtekens bij de brief van het college over de huisvesting van de Armando collectie in landhuis Oud-Amelisweerd. Daarom agendeert het de brief voor een commissievergadering Mens & Samenleving. Het komt dan in januari of februari op de agenda. De VVD stelt voor om de commissieleden Stad & Ruimte ook uit te nodigen.

In de motivering zegt Rijpma dat de VVD fractie graag met de wethouder en de commissie in discussie wil over het plan om de Armando collectie te huisvesten in het landhuis Oud-Amelisweerd. Want: Het plan dat aan de commissie is voorgelegd, bestaat hoofdzakelijk uit aannames, waarvan de VVD zich afvraagt of die realistisch zijn. Daarnaast heeft de VVD vragen bij de ruimtelijke gevolgen van de verhuizing. Het doel van de bespreking is het bespreken van het plan met de wethouder en inzichtelijk krijgen hoe de verschillende fracties denken over de verhuizing van het Armandomuseum naar Amelisweerd.

De vragen komen op het moment dat het Utrechtse college het groene licht heeft gegeven voor Museum Oud-Amelisweerd dat rond de Armando collectie in rijksmonument Oud-Amelisweerd opgericht moet worden. De besluitvorming kenmerkte zich tot nu toe door intenties, onderzoek naar haalbaarheid, formulering van voorwaarden en projectbeheersing. Maar niet door een inhoudelijk debat over de wenselijkheid en de noodzaak van een Museum Oud-Amelisweerd. Wellicht staat de Utrechtse raad zich zo’n debat alsnog toe.

Foto: Trapportaal Oud-Amelisweerd met muurschildering van Sarkis, 1992. Credits: Ernst Moritz.

Utrecht komt met tegenstrijdige brief over Oud-Amelisweerd

Het Utrechtse college ziet weinig bezwaren tegen Amersfoort-in-C als museale exploitant van landhuis Oud-Amelisweerd. In een brief aan de commissies Stad & Ruimte en Mens & Samenleving stelt het college dat Amersfoort-in-C aan de gestelde voorwaarden voor exploitatie kan voldoen. De brief besteedt meer woorden aan het mislukken dan aan het slagen van Museum Oud-Amelisweerd. Er wordt zelfs een terugvaloptie geschetst voor het geval het museum failliet gaat. Dan komt het Centraal Museum in beeld.

De brief mist enthousiasme. Het lijkt te zeggen: ‘het moet omdat het formeel kan‘. Nergens zegt het: ‘het kan omdat het moet en wij er achter staan‘. Ambtelijke details over de procedures krijgen aandacht, maar de aanname dat een museum minimaal 30.000 bezoekers zal trekken wordt niet onderbouwd. Evenmin gebeurt dat elders. Maar da’s de crux. ‘Een goed onderbouwde exploitatiebegroting’ stelt Utrecht in de brief van 31 mei als voorwaarde. Afgelopen jaren haalde het Armando Museum tussen de 5.000 en 12.000 bezoekers.

Er is geen goed onderbouwde exploitatiebegroting en de brief geeft dat zelfs toe. Ondersteunend voor deze observatie is dat in het debat in de Amersfoortse raad tussen partijen consensus bestond over het ontbreken van een gezonde exploitatiebegroting. Waarom neemt het Utrechtse college dan haar eigen scherp geformuleerde voorwaarde uit de brief van 31 mei niet serieus? Het lijkt erop dat politieke besluitvorming de zakelijke overwegingen overstemt. Het motief van dit complexe project tussen vele partners.

Merkwaardig is trouwens dat de brief spreekt over Amersfoort-in-C als exploitant, terwijl volgens de planning de exploitatie per 1 januari 2012 overgaat naar Museum Oud-Amelisweerd. En het Amersfoortse college heeft haar raad toegezegd dat de bemoeienis van Amersfoort-in-C met een nieuw op te richten museum stopt. Het is een raadsel waarom het Utrechtse college toch Amersfoort-in-C als toekomstige exploitant noemt.

Het volgende tekent de minimale relatie: De Stichting Amersfoort in C heeft zich in 2010 aangeboden als de mogelijk museale exploitant van het ensemble door in het landhuis onder andere de Armandocollectie te exposeren. Hoe kwam Amersfoort-in-C op het juiste moment langs om zich ‘aan te bieden’? Heeft wethouder Lintmeijer andere partijen uitnodigd zich ‘aan te bieden’? En loopt dat toevallige ‘aanbieden’ samen met de inhoudelijke noodzaak voor de huisvesting van de Armando Collectie in het 18de eeuwse zomerverblijf Oud-Amelisweerd? De vraag wordt slechts in procedurele zin gesteld. Een antwoord ontbreekt hoe dan ook.

De brief grossiert in normatief weergegeven feiten omdat ze in een plaatje moeten passen. Da’s in lijn met de besluitvorming die van intentie naar haalbaarheid en procesplanning hobbelt. Met als minimalistische conclusie dat het dan maar moet omdat er niets tegen is. De vraag of Utrecht met dit nieuwe museum de stad en haar inwoners de optimale bestemming aanbiedt wordt genegeerd. De brief geeft geen kern van zekerheid en het college wil zich niet committeren. Het suggereert zelfs visie door tegenwerpingen die het voor de vorm inlast. Bunnik gaat over de vergunningen, misschien is daar een zinvolle brief in voorbereiding.

Foto: Antiek Chinees behang Oud-Amelisweerd