Utrechtse museumsector: Maak nijntje museum los van Centraal Museum en investeer de afkoopsom in Museum Oud-Amelisweerd

Soms hebben ideeën onvermoede effecten. De Utrechtse VVD pleitte bij de behandeling van de begroting voor het verhuizen van het nijntje museum naar stadswijk Leidsche Rijn. Dat is om meerdere redenen een slecht idee, maar het voorstel geeft wel ruimte om hierover verder na te denken. Want hoe vanzelfsprekend zijn de vanzelfsprekendheden? De uitkomst kan zijn dat het nijntje museum losgemaakt wordt van het Centraal Museum en beide musea weer op eigen benen gaan staan. Vanwege de huidige verknoping dient dan een overgangsperiode afgesproken te worden waarbij financiële en facilitaire problemen onder controle moeten worden gebracht. Het Centraal Museum kan in samenspraak met het gemeentebestuur een andere taak op zich nemen, namelijk het beheer en het uitbouwen van het onlangs failliet gegane Museum Oud-Amelisweerd waarmee de gemeente Utrecht in de maag zit. Zo resteert een driehoeksverhouding tussen Centraal Museum, nijntje museum en het nieuwe Museum Oud-Amelisweerd waar alle drie de betrokken van kunnen profiteren. Mijn reactie op de FB-pagina van VVD Utrecht over dit onderwerp:

Welk probleem denkt VVD Utrecht met de verhuizing van het nijntje museum naar Leidsche Rijn op te lossen? Dat is onduidelijk in de verantwoording van raadslid Gertjan te Hoonte die met humor die doet denken aan Seth Gaaikema praat over ‘Leidsche nijn’. In elk geval staat dit proefballonnetje haaks op de inspanningen van de gemeente Utrecht om succesvol een Museumkwartier te realiseren. De VVD breekt daar nu op in. Daarom kan het afgedaan worden als aandachttrekkerij van een backbencher die voor zijn onderwerp gaat staan. Maar helemaal nutteloos is zijn voorstel niet.

De voor ‘cultuur’ bedoelde plek in Leidsche Rijn kan door rauwe en grensverleggende kunst ingevuld worden die beter dan het nijntje museum bij deze nieuwe stadswijk aansluit. Dat zou bij voorkeur een onderwerp moeten zijn dat nu nog niet voldoende afgedekt wordt in de Utrechtse musea. Stadspromotie en city marketing gedijen ook beter bij klustering van gelijkwaardige functies. Ook daarom is de verhuizing van het nijntje museum naar Leidsche Rijn niet verstandig.

Toch is er een niet bedoeld voordeel in de verhuizing die door VVD Utrecht noch door critici wordt genoemd, namelijk de ‘bevrijding’ van het Centraal Museum. Want de verknoping van nijntje museum en Centraal Museum kent weliswaar facilitaire en publicitaire voordelen, maar heeft inhoudelijke en mentale nadelen.

Ofwel, de publiekstrekker nijntje museum waarop de kurk van het Centraal Museum de laatste decennia zakelijk drijft heeft het Centraal Museum vervreemd van zichzelf. Hoewel er voordelen zijn, want de geldstroom van het nijntje museum maakt het het Centraal Museum mogelijk om projecten van de grond te tillen die het zonder het nijntje museum niet zou kunnen realiseren. Maar dat is een onnatuurlijke situatie doordat het evenwicht steeds meer uit het lood is komen te staan vanwege het zwaarwegende financiële en publicitaire belang van het nijntje museum.

Daarbij is er een verschil. Het Centraal Museum is een veelgelaagd stads- en kunstmuseum dat een fundamenteel andere opdracht heeft dan het nijntje museum dat feitelijk onderdeel is van een andere sector. Namelijk die van het toerisme en het evenement waarbij de vaste opstelling en niet een avontuurlijke programmering het kenmerk is. Ook dit pleit voor ontknoping.

Dit mislukte proefballonnetje van VVD Utrecht kan wellicht toch onbedoeld leiden tot iets goeds. Namelijk, de ontknoping van Centraal Museum en nijntje museum. Het nijntje museum hoort thuis in het Utrechtse Museumkwartier, maar hoeft niet per se in de Agnietenstraat tegenover het Centraal Museum gehuisvest te zijn. Te denken valt aan een verhuizing naar elders in het Museumkwartier. Het nijntje museum dat 12 jaar geleden nog niet op eigen benen kon staan, kan dat inmiddels wel. Dus kan het nijntje museum verzelfstandigd worden en los van het Centraal Museum worden gezet.

Omdat dit het Centraal Museum investeringen en gederfde inkomsten kost kan voor een overgangsperiode van 10 jaar een afkoopsom afgesproken worden, zodat de bedrijfsvoering van het Centraal Museum niet onder druk komt te staan. In de uitruil kan tevens het failliete Museum Oud-Amelisweerd betrokken worden dat het Centraal Museum zoals voor 2012 weer gaat beheren. Te denken valt om hier een Museum voor Chinoiserie of Exotica in te richten.

Als kinderen uit huis gaan is dat een bevrijding voor de kinderen, maar vaak ook voor de ouders. Achteraf blijkt dan dat ze elkaar al een hele tijd in de weg zaten. Het Centraal Museum kan oude gewoontes weer oppakken. Zo is het met de ‘ouder’ Centraal Museum en het ‘kind’ nijntje museum dat in 2006 als ‘Dick Bruna Huis’ werd geopend. Voor die tijd had het Centraal Museum al een heel leven zonder nijntje museum achter zich. Het Centraal Museum kan de huidige ruimte van het nijntje museum in de Willem Arntsz-vleugel weer gaan gebruiken als nijntje het huis uit gaat. Als nieuw project kan het Centraal Museum in directe samenspraak met en op verzoek van het gemeentebestuur het Museum Oud-Amelisweerd gaan beheren om niet helemaal kinderloos en eenzaam achter te blijven. Het geld van de bruidsschat van het nijntje museum kan dan zonder bijkomende kosten of investeringen voor de gemeente Utrecht én het Centraal Museum gebruikt worden voor het uitbouwen van het nieuwe Museum Oud-Amelisweerd.

Foto: Schermafbeelding van artikelVVD wil nijntje museum naar Leidsche Rijn Centrum verhuizen’ van Diane Hoekstra in het AD, 6 november 2018.

Vulgariseren door marketing. Kan Haags Gemeentemuseum taak als bewaker van erf- en gedachtegoed van Mondriaan serieus aan?

Je zou maar directeur van het Haags Gemeentemuseum zijn en op zaterdag 23 juni 2018 deze advertentie op de achterkant van het katern Economie van NRC aantreffen. Op de foto is een zeilboot op zee te zien met driemaal de naam ‘Brunel’, op de boeg de naam ‘Volvo Ocean Race’ en op het voorzeil een Mondriaan-achtige grafiek die de naam ‘The Hague’ omsluit. Voor wie de foto dan nog niet begrepen heeft biedt de advertentie overbodigheid. De namen Den Haag, Brunel en Mondriaan worden in de marge herhaald onder de titel ‘Op naar Den Haag; veel succes!’ Logo en naam van het Gemeentemuseum zijn onderaan de advertentie te lezen.

In een persbericht van 10 december 2017 geeft het Haags Gemeentemuseum uitleg. De inhoud ervan is zo leeg, onbeduidend en ongerijmd dat de verleiding om uit het persbericht te citeren niet te weerstaan valt:
1) Schipper Bouwe Bekking van ‘Team Brunel’: ‘Wij zijn blij dat we Mondriaan aan boord hebben op onze nieuwe ‘mast head code 0’ zeil. Heeft Bekking dat werkelijk gezegd of is het waarschijnlijker dat hem dat in de mond gelegd wordt door de betrokken marketeers van dit project?
2) Over het Mondriaan jaar 2017: ‘Het Mondriaan jaar mag een doorslaand succes genoemd worden, want vele nationale en internationale bezoekers bezochten de stad en het museum.’ Door wie mag het Mondriaan jaar dan wel een ‘doorslaand succes’ genoemd worden als het bereik en de bezoekcijfers de enige maatstaf lijken te zijn? De jongens en meisjes van de marketing lijken kwaliteit met kwantiteit te verwarren.
3) ‘De campagne heeft aangetoond dat de kunstenaar Mondriaan verbindt en inspireert. Mondriaan is daadwerkelijk ontdekt, massaal omarmd door jong en oud en overduidelijk voor altijd verbonden met de stad Den Haag.’ De suggestie is dat Piet Mondriaan in Den Haag door deze campagne pas in 2017 ‘daadwerkelijk ontdekt’ is. Waar laat dat alle publiciteit van voor die tijd, zoals de aankoop van Mondriaans ‘Victory Boogie Woogie’ (1944) in 1997 voor 37 miljoen euro die met veel publiciteit over aankoop en tentoonstelling vanaf 1998 in het Haags Gemeentemuseum gepaard ging? De campagne claimt onterecht de ontdekking van Mondriaan. Vraag is of deze ongerede claim voortkomt uit onbenulligheid en gebrek aan (kunst)historisch besef of uit berekening om via de marketingcampagne nog eens extra in een verwijzing naar zichzelf oneigenlijk een succesvol resultaat van de campagne te claimen?
4) Oud-wethouder Karsten Klein (CDA): ‘Met dit initiatief – een Mondriaan spinakerzeil voor Team Brunel – laat Den Haag zien dat het de ultieme bestemming is voor de Volvo Ocean Race teams.’ Opnieuw passeert de flinterdunne logica van de marketing met als favoriete stijlvorm de cirkelredenering die deze keer de lege huls van een wethouder met eigen prietpraat vult. De marketing volgt de afgesloten logica van de marketing zonder dat nog enig verband met de echte wereld kan worden gelegd. Deze marketing draait in zichzelf rond. De claim is dat marketing werkt omdat marketing bestaat. Deze campagne lijkt zo vooral een campagne voor het belang van marketing te worden.

De publiciteit werd vooral de laatste dagen overspoeld door berichten die overduidelijk door de afdeling marketing van Team Brunel waren ingestoken en als kant-en-klare content voor artikelen in de Nederlandse pers werden aangeleverd. Zo schreef Omroep West in het bericht ‘Wederopstanding Team Brunel in Volvo Ocean Race door Mondriaan-zeil’ waarbij niet geheel toevallig de drie hoofdsponsors (Brunel, Volvo, Den Haag) in de titel worden genoemd op 24 juni: ‘Toen we die zeilen met dat Mondriaan-ontwerp ontvingen, vonden we het aan boord allemaal meteen helemaal super. Het zeil heeft ons geleerd weer te lachen. Je wordt er vrolijk van. Van de kleuren, het design. Ik heb er echt hele mooie herinneringen aan inmiddels.’ Mondriaan wordt zo door de marketing van Brunel gereduceerd tot een ontwerp op een zeil waarom te lachen valt.

Dat had directeur Benno Tempel allemaal in zijn ‘eigen’ persbericht en de advertentie in NRC kunnen lezen. Mondriaan wordt door de gemeente Den Haag ingezet als marketinginstrument en het Gemeentemuseum heeft daarin te volgen. Het woord dat voor deze gang van zaken in gedachten schiet is het Germanisme Fremdkörper. Marketing is de insluiper, de binnendringer, de infiltrant, de spion die onder de dekmantel van een valse identiteit en onder het gezag van het gemeentebestuur het Gemeentemuseum binnendringt en daar handelingen verricht ten behoeve van de versterking van de strategische marktpositie van de gemeente Den Haag en arbeidsbemiddelaar Brunel. Het Gemeentemuseum is hierbij niet de katalysator die ongehinderd uit het proces komt, maar de partij die in de kern beschadigd wordt door de marketing voor andere partijen. Het Gemeentemuseum is als bewaker van Mondriaans erf- en gedachtegoed machteloos om het uit handen van marktpartijen te redden. Dat is een bevinding die de zwakke positie van het Gemeentemuseum demonstreert. Overigens eindigde Team Brunel als derde van de zeven teams. Ondanks het ‘vrolijke’ Mondriaan-zeil.

Foto 1: Advertentie in NRC, 23-24 juni 2018.

Foto 2: Schermafbeelding van een tweet van Omroep West Sport in artikelWederopstanding Team Brunel in Volvo Ocean Race door Mondriaan-zeil’ van Omroep West, 24 juni 2018.