Baudets uitspraak over Neurenbergse processen is politiek minder afwijkend dan het lijkt, maar juridisch minder degelijk dan hij claimt

Extreem is het standpunt van Thierry Baudet niet dat strafrecht niet met terugwerkende kracht kan worden opgelegd. Dat was zijn antwoord op de vraag over een corona-tribunaal waarvoor volgens Baudet geen rechtsgrond bestaat. Hij illustreerde dat met een voorbeeld over de Neurenbergse processen die van 1945 tot 1949 in Duitsland plaatsvonden.

Na kritiek op deze uitspraak van Baudet op een verkiezingsbijeenkomst in Gouda werd de partij om uitleg gevraagd. Volgens een bericht in De Telegraaf was het antwoord: ‘Wat hij bedoelde is dat je mensen niet kunt veroordelen met wetten die pas zijn aangenomen nadat de feiten hebben plaatsgevonden. Dat heet het legaliteitsbeginsel en dat vormt de kern van een rechtsstaat. Moord was en is altijd illegaal en altijd onaanvaardbaar. De genocidale misdaden van de Duitsers hadden onder regulier nationaal recht bestraft moeten en kunnen worden.’

Dat is inderdaad een verschil van mening zonder volledige wetenschappelijke overeenstemming. Maar is het zo dat het feit dat het handelen van bevoegd gezag gebaseerd moet zijn op een vooraf aanwezige bepaling elke ruimere opvatting die tot veroordeling kan leiden dichttimmert? Nee, dat nou ook weer niet, want er bestaat ook zoiets als gewoonterecht dat ongeschreven naast de wetten bestaat en ook voor het strafrecht geldt. Ook in het internationaal recht spelen vormen van gewoonterecht een belangrijke rol.

Daarnaast bestaat er het Landoorlogreglement van 1899 dat deel uitmaakt van het internationaal gewoonterecht en een legitieme basis aan de Neurenbergse processen gaf. Dat betreft onder andere regels over bezetting en oorlogsvoering. Uit het feit dat de nazi’s de door hen bezette landen leegroofden én (vooral Joodse) burgers het eigendomsrecht van hun bezit ontnamen bleek dat de nazi’s zich niet aan de internationale regels van de oorlogsvoering hielden. De noodzaak voor het stutten van een snel afzwakkende oorlogseconomie met illegale middelen had als reden dat de Duitse staat op de pof leefde (MeFo-regeling van Hjalmar Schacht). Als gevolg werd het om economische redenen in een vlucht vooruit of een sprong in het diepe gedwongen tot oorlogsvoering terwijl de kosten van de bewapening opliepen en die bewapening niet op het gewenste peil was toen de oorlog begon. Oorzaak, gevolg en argumentatie van de oorlogsvoering van de nazi’s waren hecht met elkaar verknoopt.

Kortom, de uitspraak van Baudet is politiek niet zo afwijkend als het lijkt en waar politieke tegenstanders als PvdA-lijsttrekker Lilianne Ploumen en CIDI-medewerker Aron Vrieler in een reflex verontwaardigd op reageren, maar juridisch is het minder degelijk dan Baudet en de woordvoerder van zijn partij suggereren.

De aap komt uit de mouw als de woordvoerder van de partij zegt dat de Neurenbergse processen onder Duits nationaal recht plaats hadden moeten vinden. Baudet is een aanhanger van de natiestaat en verzet zich tegen supra-nationale organisaties als de EU. Maar dat beroep op nationaal recht is ongelukkig. Het gaat niet alleen voorbij aan het internationaal gewoonterecht maar ook aan het grensoverschrijdend en internationaal karakter van oorlogsvoering. Niet voor niets een ‘Wereldoorlog’ genoemd. In de Neurenbergse processen kwamen door het grensoverschrijdend karakter van de Tweede Wereldoorlog vele soorten nationaal recht samen die enkel en alleen in een internationale context logisch samengevoegd konden worden.

De praktijk van 1945 tot 1949 was dat de vier bezettende machten (VS, Sovjet-Unie, VK, Frankrijk) juridisch en publicitair hun stempel op de processen probeerden te drukken. Wat vooral leidde tot rivaliteit tussen de VS en Sovjet-Unie en zelfs tot verregaande animositeit tussen deze twee staten toen de koude oorlog door de blokkade van Berlijn door de Sovjets (1948-49) goed op stoom kwam. Overwinnaars schrijven de geschiedenis en het recht. Om dat effect te neutraliseren is het juist nodig om het internationaal recht op te waarderen en onder de rechtsbevoegdheid van een supra-nationaal orgaan te plaatsen. Baudet kijkt in zijn voorbeeld van de Neurenbergse processen te eenzijdig naar de positie van de overwonnene en poetst de positie van de overwinnaars in dit verhaal weg.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelWoede om Neurenberg-uitspraak Baudet’ in De Telegraaf, 22 februari 2021.

Advertentie

Esther Voet schiet in eigen voet met aanval op Broertjes

ev

CIDI-directeur Esther Voet reageert op Pieter Broertjes (PvdA), burgemeester van Hilversum en voorheen hoofdredacteur van De Volkskrant. Hij zou geblunderd hebben door Joden die na de Tweede Wereldoorlog naar Israël vertrokken te vergelijken met jihadstrijders en ISIS-terroristen die naar Syrië en Irak afreizen. De gewraakte uitspraak deed de burgemeester in het radioprogramma Stand.nl op radio 1: ‘Nederlanders gingen na de oorlog ook naar Israël om daar tegen de Engelsen te vechten. Wij hebben ze toen ook niet tegengehouden.’ Esther Voet noemt de uitspraak een flater en stelt vragen bij de integriteit van Broertjes. Hiermee trekt zij niet zozeer zijn politiek standpunt in twijfel, maar zet ze vragen bij zijn oprechtheid en motivatie. Hiermee overschrijdt niet Pieter Broertjes, maar Esther Voet de grenzen van de betamelijkheid.

Waarom de ophef over een redelijk neutrale opmerking van Broertjes over Nederlanders die naar het buitenland reizen om zich als strijder aan te sluiten bij een buitenlandse groepering? Wie de strijders of die buitenlandse groepering ook zijn. Welk aspect van de gewraakte uitspraak leidt nou tot zoveel ophef en verontwaardiging? Mogen bepaalde landen niet vergeleken worden met andere landen? Het verschijnsel is niet nieuw. Zo’n 700 ‘Spanjestrijders‘ deden in de jaren ’30 hetzelfde en verloren hun Nederlanderschap. Het is merkwaardig dat telkens blijkt dat de waardering voor de Nederlanders die in buitenlandse krijgsdienst treden direct afhankelijk is van de politieke voorkeur in Nederland van de meerderheid. Dus Spanjestrijders en ISIS-strijders niet, maar het Franse vreemdelingenlegioen of Israël-strijders wel. Dit onderscheid is willekeurig.

int

Foto 1: Schermafbeelding van tweet van Esther Voet, 23 oktober 2014.

Foto 2: Schermafbeelding van tweet van Esther Voet, 23 oktober 2014.

Niet perfecte advertentie tegen Jodenhaat vraagt teveel

aDVERTENTIE_331E5D4E36CC7829C1257D2D00232167_1

Een oproep tegen Jodenhaat die redelijk lijkt, maar dat bij nader inzien toch niet helemaal is. Het verscheen vandaag in een advertentie op de achterpagina van De Telegraaf. Ondertekenaars zijn onder meer Louis van Gaal, Inge de Bruijn, Gerard Joling, Mart Visser, Gerrit Zalm, Jan-Michiel Hessels, Jan Peter Balkenende, Emile Roemer, Bram van Ojik en Jaap de Hoop Scheffer. De oproep om de strijd uit het Midden-Oosten niet naar Nederland te importeren is logisch. Antisemitisme kan onder geen voorwaarde getolereerd worden. Het is tekenend voor de gespannen sfeer dat zoiets vanzelfsprekend in een advertentie benadrukt dient te worden.

Maar de oproep dat het schelden tegen Joden op sociale media ‘nu moet stoppen’ legt de grens verkeerd. Dat kan opgevat worden als een oproep tot zelfcensuur. De ruimte voor schimpen, tieren, vloeken, beledigen of schelden biedt de wet. Niet een moreel appel van een willekeurig groepje mensen. Daarom is de advertentie een gemiste kans. Er is een maatschappelijk debat of er een recht op belediging via schelden op sociale media bestaat. De ondertekenaars van deze oproep kiezen daarin eenzijdig partij. De grens moet liggen bij haatzaaien dat het bestaansrecht van de Nederlandse Joden aan de orde stelt. Niet bij beledigen en schelden. 

Foto: Deel van advertentie ‘Geen excuus voor Jodenhaat’, 7 augustus 2014 in De Telegraaf.

Dan Mori: Vitesse en KNVB zwichten voor druk VAE. Waarom?

594050

Update 11 januari: In een verklaring betreurt Vitesse de gang van zaken. Het geeft toe dat het afreizen naar Abu Dhabi zonder Dan Mori ‘begrijpelijk, maar ongelukkig is geweest’. De club belooft beterschap: ‘Vitesse gaat, met hulp van de KNVB en het Ministerie voor Buitenlandse Zaken, de interne procedures inzake buitenlandse reizen opnieuw opzetten om herhaling in de toekomst te voorkomen.’

De Arnhemse voetbalclub Vitesse gaat op trainingskamp in Abu Dhabi (Verenigde Arabische Emiraten) en laat de Israëlische verdediger en international Dan Mori thuis. Want hij mocht het land niet in. Dat bleek pas op de valreep. Vitesse maakte toen de afweging om toe te geven aan de druk en af te reizen naar Abu Dhabi. En Dan Mori thuis te laten. Op deze knieval van Vitesse komt veel kritiek, van onder andere het CIDI. Velen zien er discriminatie in die Vitesse niet had moeten pikken. Zo verklaart Herman Loonstein van Federatief Joods Nederland: ‘Dit kan niet. Het komt erop neer dat Vitesse discriminatie van een van zijn spelers tolereert.’

De KNVB stelt via een woordvoerder dat de voetbalbond hierover niets te zeggen heeft. Het is vooral een politieke kwestie: ‘Het is aan een club om te bepalen waar een trainingskamp wordt belegd. Daar is iedere vereniging vrij in. Wij staan daar buiten. We begrijpen dat Vitesse ook flink baalt van hoe dit is uitgepakt.’

De naïviteit van Vitesse en vooral de KNVB is groot. Ze hebben zich onvoldoende voorbereid. Club en bond hadden van tevoren kunnen weten dat Dan Mori geweigerd zou worden. Zo werd nog twee weken geleden een Israëlisch schaakteam van spelers onder de 18 dat deelnam aan het Wereldkampioenschap gedwongen om anoniem te spelen. Ze mochten Israël  niet vertegenwoordigen en niet de Israëlische vlag voeren. Hoewel deze in de lijst van deelnemende landen wordt getoond. Het verschil is dat de wereldschaakbond FIDE de organisatoren gedreigd had het evenement te annuleren als het Israëlische team niet werd toegelaten.

De opstelling van de politieke FIDE is pragmatischer en oprechter dan de opstelling van de FIFA die steeds beweert dat sport en politiek niets met elkaar te maken hebben. Maar wie kan dat na alle incidenten en boycots nog zeggen? Sochi toont aan dat politiek en sport alles met elkaar te maken hebben. Als rijke en zelfbewuste Golfstaten menen dat ze sporters volgens hun eigen normen uit kunnen sluiten dan is dat hun probleem. Maar het wordt ieders probleem als de wereldsportbonden zich daar niet actief tegen uitspreken.

Waarom speelde de KNVB achter de schermen geen bemiddelende rol? Vitesse had vooraf de KNVB moeten inschakelen die op haar beurt de wereldvoetbalbond FIFA had moeten inschakelen om de autoriteiten van de Verenigde Arabische Emiraten te dreigen dat het gevolgen zou hebben als Dan Mori geweigerd zou worden. De uitspraak van de KNVB dat het zich niet mengt in een politieke kwestie is van een wereldvreemdheid en tegenstrijdigheid die zich niet laat verklaren in een wereld waar sport en politiek steeds nauwer samenhangen. Door niet op te treden spreekt de KNVB zich immers ook politiek uit. Het zwicht lafhartig voor een land dat wel de politiek in de sport introduceert en komt niet op voor een speler in de Nederlandse competitie.

Foto: Vitesse is zonder Dan Mori op trainingskamp in Abu Dhabi. Credits: Pro Shots.