Hoe komt het dat kunst doet wat religie nalaat?

Schermafbeelding van deel artikelKunst doet wat religie nalaat‘ van Hizir Cengiz in de Kanttekening, 14 september 2022.

Volgens columnist Hizir Cengiz is kunst de geslaagde en succesvolle versie van religie. Religie zou blijven hangen in verstarring. Kunst zou doen wat religie nalaat. Ik ben het met hem eens.

Maar dan moeten we religie en kunst wel eerlijk vergelijken. Want kunst kent vele varianten die ook lijden aan verstarring. En religie kent nieuwe, levendige, eigentijdse varianten, zoals de tegen de satire aanleunende Kerk van het Vliegend Spaghettimonster.

Die nieuwe godsdiensten worden trouwens door de gevestigde godsdiensten en de verdedigers ervan niet tot de religiemarkt toegelaten. Daar worden zelfs de hoogste juridische middelen van de staat voor uit de kast gehaald.

Die verdedigende reflex ontstaat om de belangen van de traditionele godsdiensten te beschermen en het vooroordeel te onderstrepen dat een godsdienst belegen is en zich in de tijd bewezen moet hebben. Wellicht speelt ook mee dat de verdedigers van traditionele religie menen dat conventies en regels onmisbare pijlers onder de samenleving zijn.

De verklaring waarom kunst slaagt waar religie faalt ligt voor de hand. Kunst en religie putten uit dezelfde bron van het drama en de rituelen. Het zijn menselijke, creatieve constructies die proberen de zinloosheid, de leegte en de eindigheid van het leven op afstand te houden. Kunst slaagt daar beter in omdat het meegaander en buigzamer is. Kunst hoeft immers zichzelf niet te bestendigen.

Kunst is veelgelaagd en gefragmenteerd en kan zich voortdurend vernieuwen. Stromingen volgen elkaar op en kunstenaars becommentariëren elkaars werk. Er bestaan weliswaar kunstinstellingen die hun eigen voortbestaan belangrijk vinden, maar die bepalen niet wat de veelgelaagde kunst is.

Het tweeledig doel van de beeldbepalende monotheïstische godsdiensten verklaart grotendeels de verstarring. Want naast zingeving (‘de binnenkant‘) moeten godsdiensten door belangenbehartiging, het uitschakelen van rivalen, fondsenwerving, en marketing en publiciteit continu werken aan hun eigen voortbestaan (‘de buitenkant‘). Met ook nog eens het risico dat de buitenkant door wereldse leiders wordt gekaapt. Dat gevecht om continuering leidt tot starheid en verstijving. 

Schermafbeelding van deel artikelKunst doet wat religie nalaat‘ van Hizir Cengiz in de Kanttekening, 14 september 2022.

Cengiz eindigt zijn commentaar met de persoonlijke noot dat hij nimmer vraagtekens bij zijn religie mocht plaatsen, want dat was ‘des duivels, bijna blasfemie‘. Dat is een juiste constatering van hem. Verstarring is onlosmakelijk verbonden met traditionele godsdienst. Het is er zelfs een bestaansvoorwaarde van. De vraag naar eigen ontstaan en herkomst is binnen traditionele religies een taboe. Die vraag mag niet gesteld worden. Terwijl in de kunst per definitie geen enkele vraag taboe is. Dat verklaart het verschil tussen kunst en religie.

In februari 2022 stelde ik in het commentaarOmarm secularisatie. Beschouw kerken als culturele instellingen. In ruil voor subsidie kunnen ze hun politiek-maatschappelijke claim op de samenleving inruilen‘ over wegkwijnende kerken die door de ontkerkelijking niet meer onderhouden kunnen worden dat religieuze organisaties voortaan opgevat zouden moeten worden als culturele organisaties.

Het verschil tussen kunst en religie is historisch, dramatisch en functioneel minder groot dan het lijkt. Door de eeuwenlange dominantie van religie zijn ze uit elkaar gegroeid en is de overeenkomst uit zicht geraakt. Nu in West-Europa het belang van religie afneemt en kunst zich dynamisch handhaaft is het moment gekomen om ze weer als twee kanten van dezelfde medaille te gaan beschouwen.

Christian Tan probeert Johan Derksen en ideeën over vertrutting in christelijk frame te duwen. Dat loopt vast in behoudzucht

Schermafbeelding van deel artikel van Christian Tan, ‘Johan Derksen en de cancelcultuur in Nederland: wat zegt de Bijbel hierover?‘, 2 mei 2022 op Revive.nl.

Terwijl de Europese veiligheid op het spel staat door de invasie van de Russische Federatie in Oekraïne houdt een groot deel van Nederland zich bezig met trivialiteiten. Zoals de uitspraken van voetbalcommentator en televisiepresentator Johan Derksen over een kaars waarmee hij lang geleden een vrouw zou hebben onteerd. Later zwakte hij dat verhaal af.

De reactie op Derksen die controversiële uitspraken gebruikt om de kijkcijfers van zijn programma op de commerciële omroep Talpa op te pimpen was duidelijk. Derksen was deze keer volgens velen over een grens gegaan. Sponsors liepen weg en het programma Vandaag Inside komt na een zomerpauze wellicht terug op de buis.

Commercie staat bij Talpa voorop. Het gaat uitsluitend om geld verdienen. Nieuwe sponsors kunnen zich straks weer melden. Business as usual. De mediastorm over de kaars van Derksen heeft veel vrije publiciteit opgeleverd voor dit programma zodat het een succesvolle doorstart kan maken. Commerciële televisie heeft geen historisch geheugen en geen moraal.

Het is een misverstand dat er in het geval Derksen sprake is van cancelcultuur zoals Christian Tan van MeerJezus in een stuk op Revive.nl zegt. Tan begrijpt de dynamiek van de commerciële televisie onvoldoende. Hij probeert deze kwalijke kwestie te gebruiken om zijn punt te maken. Het omgekeerde is echter waar. Derksen wordt niet gecanceld, maar wendt het cancelen aan om publiciteit te maken voor Vandaag Inside en zichzelf als mediapersoon.

Het valt Tan te vergeven dat hij vanuit zijn christelijke overtuiging deze kwestie probeert te verbinden met het christelijk geloof. Dat heeft er bij nader inzien weinig mee te maken. Maar het is Tans vrijheid van godsdienst om de kwestie Derksen te gebruiken om zijn christelijke geloof te verkondigen. Of het zinvol is en aan de zaak iets essentieels toevoegt is de vraag.

Schermafbeelding van deel artikel van Christian Tan, ‘Johan Derksen en de cancelcultuur in Nederland: wat zegt de Bijbel hierover?‘, 2 mei 2022 op Revive.nl.

Tan gaat in het citaat hierboven verder dan evangelisatie en religieuze propaganda als hij de vertrutting van de samenleving toejuicht. Hij zegt er zelfs blij mee te zijn. Hoe breed hij vertrutting opvat is onduidelijk, maar duidelijk is dat dit begrip gaat over preutsheid, fatsoen, vrijheid en de rol van de vrouw.

Tan ontneemt individuen de vrijheid van handelen en wil ze insnoeren in een van bovenaf opgelegd moralisme dat christelijke wortels heeft. Dat is ongelukkig en ongewenst. Respect, lichamelijke integriteit en instemming (consent) zijn universele waarden die niet specifiek verbonden zijn aan vertrutting. Tan de moraalriddder maakt een parodie van vertrutting én moraliteit.

Tan laat zijn ware aard zien als een christelijke spookrijder als hij in bovenstaand citaat spreekt over huwelijkstrouw en gezinsleven, belachelijk gedachtengoed, afbrekend gezag van kerk, Bijbel en God en evolutie-indoctrinatie. Tan haalt er van alles bij, gooit dat op een hoop en laat zich kennen als iemand die maatschappelijke ontwikkelingen terug wil draaien naar een christelijk Nederland dat verdwenen is. Als het in de vorm die hij zich voorstelt al ooit bestaan heeft.

Tan is niet de enige Nederlandse gelovige die verbolgen is, zich miskend voelt en met z’n hoofd in het verleden leeft en daarom een verkeerde aanpak kiest voor het hier en nu. Beseft hij niet dat als er sprake is van afbrekend gezag van kerk, Bijbel en God dat vooral de christenen zelf te verwijten valt?

In Nederland hebben kerken onder het secularisme alle vrijheid om hun geloof in vrijheid te belijden. Maar de realiteit van de Nederlandse maatschappij is dat een meerderheid van de bevolking zegt zich niet meer te laten inspireren door religie. Dat is het gegeven.

In een nieuwsbericht van maart 2022 over een onderzoek naar levensovertuiging concludeert het SCP: ‘Nederland is geen gelovig land meer. Atheïsten en agnosten vormen inmiddels een meerderheid onder de bevolking. Religieuze groepen zijn nu minderheden in Nederland‘.

In het commentaarOmarm secularisatie. Beschouw kerken als culturele instellingen. In ruil voor subsidie kunnen ze hun politiek-maatschappelijke claim op de samenleving inruilen‘ van 2 februari 2022 pleitte ik voor het subsidiëren van kerken als culturele instelling.

Daarin schetste ik precies het beeld van iemand als Christian Tan die veel energie stopt in een achterhoedegevecht en zo de zaak die hij denkt te behartigen niet optimaal behartigt en zelfs beschadigt: ‘Dat zou voor iedereen beter zijn. Voor de kerken die daardoor een betere financiële uitgangspositie hebben, voor de samenleving die de gevestigde kerken voortaan kan waarderen als culturele instellingen die de claim opgegeven hebben om de samenleving te besturen en voor de gelovigen die niet langer meegesleept worden door hun kerkleiders in een misleidend beeld van hoe schadelijk secularisatie is‘.

Onderzoek ‘Buiten kerk en moskee’ van het SCP blijft worstelen met formuleringen om de ontwikkelingen onbevooroordeeld te beschrijven

Schermafbeeldingen uit onderzoekBuiten kerk en moskee‘ van het SCP, 23 maart 2022. Pagina’s 74 en 75.

Vandaag 24 maart 2022 verscheen het onderzoek Buiten moskee en kerk van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Pikant is dat het ultrarechtse FvD-kamerlid Pepijn van Houwelingen als een van de drie auteurs wordt genoemd.

In de toelichting bij dit onderzoek zegt het SCP op de eigen website: ‘Nederland is geen gelovig land meer. Atheïsten en agnosten vormen inmiddels een meerderheid onder de bevolking. Religieuze groepen zijn nu minderheden in Nederland. Daarmee is voor de meeste mensen de zoektocht naar zingeving en zelfverwezenlijking een individuele zaak. Deze maatschappelijke ontwikkelingen hebben niet alleen gevolgen voor individuen, maar ook voor de verhoudingen tussen verschillende groepen, en onze samenleving als geheel. Dat blijkt uit het onderzoek Buiten kerk en moskee van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)‘.

In een reactie op een artikel van Hanco Jürgens dat in NRC in december 2021 werd geplaatst formuleerde ik kritiek die in mijn ogen ook van toepassing is op dit onderzoek van het SCP. Dat heeft te maken met verkeerde terminologie van de ontwikkelingen die het beschrijft. Mijn kritiek bestaat eruit dat ondanks het feit dat de meerderheid van de Nederlanders zegt zich niet door godsdienst te laten inspireren het instrumentarium waarmee dat proces wordt beschreven in culturele zin niet loskomt van het geloof en door het totale proces van emancipatie en loskomen van religie in het frame van geloof te formuleren het godsdienst belangrijker maakt dan de demografische en sociologische ontwikkelingen rechtvaardigen. Ik herhaal een passage uit mijn kritiek op Jürgens. Niet op zijn opzet trouwens, maar op zijn uitwerking ervan:

Schermafbeelding van deel commentaarAntwoord op pleidooi van Hanco Jürgens: vervang humanisme door secularisme‘ van George Knight van 24 december 2021.

Het onderzoek formuleert in een voetnoot op p. 70 met verwijzing naar het langlopende onderzoek van de KRO naar God in Nederland ‘seculier’ als ‘diegenen die expliciet aangeven dat er ‘geen God of hogere macht’ bestaat (atheïsten) of die zeggen dit simpelweg niet te (kunnen) weten (agnosten).‘ Ook hier komt het tekort van de terminologie weer tot uiting.

Want waar laat dat iemand die zich als seculier of een aanhanger van het secularisme beschouwt, maar niet als atheïst of agnost? Het is onjuist om ‘seculier’ of een aanhanger van het ‘secularisme’ te omschrijven als ‘atheïst’ of ‘agnost’. Dat is opnieuw een ouderwetse benadering die ondanks een afwijzing ervan het secularisme direct koppelt aan godsdienst. Dat is ongewenst en wetenschappelijk onzorgvuldig. In mijn kritiek op Jürgens die ook van toepassing is op dit onderzoek van het SCP formuleerde ik dat als volgt:

Schermafbeelding van deel commentaarAntwoord op pleidooi van Hanco Jürgens: vervang humanisme door secularisme‘ van George Knight van 24 december 2021.

SCP trapt met open ogen in de valkuil. Het SCP blijft ermee in cirkels draaien door een niet passend instrumentarium te gebruiken dat ontleend is aan de godsdienst van weleer om de ontwikkelingen te beschrijven. Het beschrijft die groter wordend afstand tot religie adequaat, maar weet er geen juiste beschrijving voor te vinden.

Het SCP zorgt zo voor onnodige verwarring door het afgeven van gemengde signalen. Namelijk door in de beschrijving het maatschappelijk belang van afnemende godsdienst te beschrijven, maar daarvoor termen te gebruiken die aan die godsdienst zijn ontleend en de band ermee benadrukken.

De citaten uit het onderzoek over ‘cultuurchristenen’, het behoud van kerkgebouwen en de erkenning van de maatschappelijke waarde van geloof en kerk waarmee dit commentaar begint hebben dezelfde terminologische tekortkomingen als die over het secularisme.

Nogmaals. het secularisme is niet per definitie anti-godsdienst of pro-atheïsme. In een commentaar van februari 2022 pleitte ik voor subsidie van kerken door ze als culturele instelling te beschouwen. Door het omarmen van het secularisme kunnen religieuze instellingen als kerken een nieuwe culturele invulling vinden. Secularisten die dit steunen zouden geen cultuurchristenen genoemd moeten worden zoals het SCP doet, maar secularisten. Hiermee gebruikt het SCP opnieuw onnodig een term die nauw verbonden is aan godsdienst.

Het is voor de steun aan kerken niet de essentie of iemand de christelijke moraal of christelijke tradities erkent, zoals het SCP in haar uitleg beweert. Het gaat erom dat in een samenleving groeperingen elkaar niet uitsluiten en naast elkaar willen leven. Daarvoor is het niet nodig dat de meerderheid van de Nederlandse bevolking de leerstellingen van christelijke kerken aanvaardt. Ook als men die verwerpelijk en verouderd vindt, zouden maatschappelijke of culturele instellingen als kerken recht op overheidssteun moeten hebben.

Schermafbeelding van deel commentaarOmarm secularisatie. Beschouw kerken als culturele instellingen. In ruil voor subsidie kunnen ze hun politiek-maatschappelijke claim op de samenleving inruilen‘ van George Knight, 2 februari 2022.

Omarm secularisatie. Beschouw kerken als culturele instellingen. In ruil voor subsidie kunnen ze hun politiek-maatschappelijke claim op de samenleving inruilen

De conservatief-christelijke zender Family7 heeft het (na 4’24’’) over secularisatie in de Nederlandse katholieke kerk. Met vergrijzing zou dat leiden tot financiële problemen. Bij de video heb ik onderstaande reactie geplaatst:

Het is onduidelijk wat de gesprekspartners onder secularisatie verstaan. Is dat het afnemen van de greep van de georganiseerde religie op de maatschappij? Is dat de scheiding tussen kerk en maatschappelijk leven? Is dat wat anderen ontkerkelijking noemen? Is dat het inboeten aan betekenis van godsdienst ten gunste van rationeel denken en hedendaagse motieven? 

Jan-Henry Seppenwoolde van de katholieke Stichting in de Rechte Straat noemt secularisatie tragisch omdat volgens hem ‘de christenheid kleiner wordt’. Het is in Nederlandse context een opvallende uitspraak van een katholiek, omdat vanaf het begin van de 19de eeuw de katholieken in een overwegend protestant Nederland voorstanders waren van secularisatie omdat het de godsdienst uit de overheidssfeer trok en de katholieken daarom konden emanciperen dankzij de secularisatie. In India zien we nu hetzelfde proces tussen hindoes die tegen secularisatie zijn en moslims die ervoor zijn omdat secularisatie hun juridische, politieke en maatschappelijke vrijheid vergroot. 

De gesprekspartners die een conservatief-protestant en een conservatief-katholiek standpunt vertegenwoordigen redeneren vanuit een machts- en voorkeurspositie die ze grotendeels verloren hebben. Daarom spreken ze zich uit tegen secularisatie omdat erdoor hun greep op de samenleving afneemt. Voor nieuwe of kleinere godsdiensten is secularisatie juist een zegen omdat die kans op emancipatie geeft. 

Voor deze gesprekspartners die een achterhoedegevecht voeren is het moeilijk te verteren dat de kerken waardoor ze zich laten inspireren aan macht inboeten. Want daarmee wordt hun eigen positie ook zwakker. Niet alleen vechten ze tegen demografische ontwikkelingen van een Nederland waar het percentage mensen die zich zegt te laten inspireren door religie jaarlijks met een of enkele procenten afneemt, maar ook hanteren ze een achterhaald begrip van wat secularisatie is.

De gesprekspartners redeneren meer vanuit de religieuze instituties waarmee ze verbonden zijn, dan vanuit de religie. Is het niet zo dat door modernisering van de samenleving en beter onderwijs meer mensen afstand nemen van religie? Dat is een onomkeerbaar proces. Het tij kan niet worden gekeerd, dat is wensdenken. Maar tegelijkertijd nemen niet alle mensen die zeggen zich niet door religie te laten inspireren afstand van spiritualiteit of ‘iets’. 

Die constatering voelt als een dubbele nederlaag voor de gevestigde kerken. Het aantal gelovigen neemt van jaar tot jaar af door demografische en sociologische ontwikkelingen, maar tegelijkertijd proberen veel mensen toch aan te haken bij een vorm van spiritualiteit waar de gevestigde kerken blijkbaar niet meer in kunnen voorzien. 

Seppenwoolde meent dat het christelijk geloof heilzaam is voor de samenleving. Dat is een normatieve uitspraak. Evengoed kan men het omgekeerde beweren, namelijk dat het christelijk geloof niet heilzaam is voor de samenleving. Hoe dan ook doet het er nog weinig toe omdat de samenleving en de gevestigde kerken van elkaar gescheiden zijn geraakt. 

In Nederland is het een zegen voor de traditionele kerken dat hun maatschappelijke invloed afneemt. Want daardoor kunnen ze tot de kern van het geloof dat ze verkondigen terugkeren en hoeven ze zich minder bezig te houden met belangenbehartiging, fondsenwerving, beïnvloeding van de politiek en publiciteit. 

Seppenwoolde heeft gelijk dat de financiële situatie van de meeste Nederlandse kerken slecht is. Als deze kerken voortaan door samenleving en overheid opgevat zouden worden als culturele instellingen die vergelijkbaar zijn met een dorpsraad, een fanfare, een koor of een creatieve kunstbeoefening voor amateurs, dan zou het voor kerken mogelijk moeten zijn om voor de exploitatie overheidssubsidie aan te vragen. 

Dat zou voor iedereen beter zijn. Voor de kerken die daardoor een betere financiële uitgangspositie hebben, voor de samenleving die de gevestigde kerken voortaan kan waarderen als culturele instellingen die de claim opgegeven hebben om de samenleving te besturen en voor de gelovigen die niet langer meegesleept worden door hun kerkleiders in een misleidend beeld van hoe schadelijk secularisatie is. 

Secularisatie beschermt onder de nationale rechtsstaat de religieuze minderheidsgroepen. Nederland kent alleen religieuze minderheidsgroepen. De overheid garandeert hun bestaan en vrijheid. Als de kerken verstandig zijn, dan accepteren ze dat uitgangspunt. Dan draaien ze zich om en gaan niet langer met hun rug naar de toekomst staan, maar kijken de toekomst recht in het gezicht om er hun plaats in te vinden. Hoe langer die herpositionering uitblijft, hoe meer traditionele kerken worden weggespeeld door nieuwe demografische en sociologische ontwikkelingen. Die wending is zinvoller voor kerken en gelovigen, dan het innemen van een zuur standpunt over secularisatie dat volgt uit miskenning, wensdenken en een foute inschatting van de eigen positie.