Christelijke organisaties weten niet goed te reageren op het einde van hun voorkeurspositie

nd

Het christelijke nederlands dagblad zegt zich flink te irriteren aan wat het ‘seculiere opiniemakers’ noemt om hun vermeend gebrek aan nuance. Deze opiniemakers zouden religie als bron van ellende en conflicten zien. Dat kan een christelijk geïnspireerd medium allicht niet over zijn kant laten gaan. Het zoekt de tegenaanval.

In de tegenaanval stapelen christelijke opiniemakers fout op fout. Om te beginnen wordt het begrip seculier verkeerd weergegeven. Of dat bewust gebeurt om te kunnen overdrijven is hier de vraag, maar dit verkeerde gebruik komt vaak voor in vooral conservatief-christelijke kringen om een tegenstelling te suggereren die er niet is. Christelijke politici demoniseren graag het secularisme.

Feitelijk wordt met seculier een aanhanger van het secularisme bedoelt. Dat is een stroming die niet kiest voor het atheïsme of het vrijzinnig humanisme of tegen religie, maar het is ‘een politieke filosofie die verzekert dat iemand nooit onderworpen zal worden aan religie. Zodat die religie een individu door de strot geduwd wordt.Jacques Berlinerblau legt het uit.

Het secularisme is geen vijand van religie, maar juist een vriend van de gelovige en garandeert het bestaan van een breed spectrum aan religies en levensovertuigingen waaruit het individu in vrijheid kan kiezen.

Alleen, het secularisme wil de voorkeurspositie die het christendom in vele landen zoals Nederland nog steeds heeft gelijktrekken met maatschappelijk minder machtige religies en levensovertuigingen. Dat steekt die christenen die afgelopen jaren hun machtspositie hebben zien afkalven en dat proces betreuren.

Omdat het gevestigde christendom die voorkeurspositie niet op wil geven probeert het die gelijkschakeling met andere politiek-culturele organisaties in de sector religie/levensovertuiging via een omweg te vertragen door het secularisme verdacht te maken. Het kiest voor de eigen machtspositie ten koste van de keuzevrijheid voor de gelovigen.

De oproep van het nederlands dagblad om graag wat bescheidener te zijn over religie en terreur is vergund, maar gezien hun dominantie van het Nederlandse publieke debat in de afgelopen eeuwen zijn christelijke organisaties nu niet direct degenen die het meeste recht van spreken hebben.

Ook in de opinievorming speelt mee dat de christenen hun voorkeurspositie hebben verloren en nog niet goed weten hoe ze daar het best op kunnen reageren. In plaats van het secularisme te omarmen dat garantie van bestaansrecht en bescherming biedt zetten ze zich schrap omdat ze vrezen weggespoeld te worden en bijten in de hand van het secularisme dat de beste reddingsboei is voor een in belang, volume en zelfvertrouwen afnemend christendom.

Tekenend voor het einde aan de vanzelfsprekende dominantie van de christenen in de maatschappij en het publieke debat is onderstaande schermafbeelding van een aankondiging voor een radioprogramma op het ‘neutrale’ NPO1. Tien jaar geleden nog ondenkbaar.

Het gaat er niet om of de vraag positief beantwoord moet worden of de wereld beter af is zonder religie. Dat verschilt van persoon tot persoon. Dat de vraag gesteld wordt maakt het verschil en brengt christelijke media als het nederlands dagblad in de kramp van de krimp.

npo

Foto 1: Schermafbeelding van aankondiging artikel ‘Graag wat bescheidener over religie en terreur’ in het nederlands dagblad, 2 januari 2016.

Foto 2: Schermafbeelding van aankondiging radioprogramma op NPO1Is de wereld beter af zonder religie?’, 1 januari 2016.

Advertentie

Over pluriformiteit, vrijheid van godsdienst en secularisme

new-working-environments-diversity

Hangen pluriformiteit, vrijheid van godsdienst en secularisme samen? En hoe dan? Het onderwerp is hier vaak besproken, maar het blijkt een onderwerp te zijn dat misverstanden oproept. De bemiddelaar die op hetzelfde aambeeld blijft slaan kan als rigide worden bestempeld. Eerder vanwege de herhaling, dan de inhoud.

Het idee om te pleiten voor secularisme is dat het de individuele vrijheid vergroot. Voor meer religies biedt het meer mogelijkheden dan religie zelf doet. Deze pluriformiteit gaat ten koste van iets. Namelijk van homogene religies zoals deze als vanouds bestaan. Bijvoorbeeld als staatsgodsdienst. Daarom doen orthodoxe gelovigen graag geloven dat secularisme religie om zeep wil helpen. Dat beweren ze om hun machtspositie die een voorkeurspositie met zich meebrengt te beschermen. Secularisme streeft de scheiding van kerk en staat na.

Secularisme is per definitie kleurloos. Niet atheïstisch of anti-religieus. In de tijdelijke overgangssituatie wil secularisme de voorrechten van machtsblokken afbreken en herverdelen over nieuwe toetreders. Het komt in het geweer tegen voorrechten van religie, maar niet tegen een bepaalde godsdienst als een van de vele keuzes. Dat bepaalt binnen eigen grenzen de eigen inhoud. Daarmee is het secularisme een opvatting om individueel denkende burgers optimale keuzevrijheid te geven in het kiezen van een levensovertuiging of religie naar smaak. Zonder enige dwang van bovenaf. Of helemaal niets te kiezen. Want da’s ook een keuze.

Hoe hangen pluriformiteit, vrijheid van godsdienst en secularisme uiteindelijk samen? Pluriformiteit (ook wel genoemd diversiteit of veelvormigheid) gaat over de heterogeniteit van het aanbod. Het maakt het speelveld breed. De vrijheid van godsdienst maakt het speelveld gelijk. Met een Engelse term: ‘level playing field‘. Maar dit leidt niet automatisch tot een uitgangspositie waarin iedereen vrij kan kiezen. Sociale groepsdwang of resten orthodoxe religie zitten dat nog vaak in de weg. Secularisme gaat over de spelregels op het speelveld.

Is er dan geen nadeel aan het secularisme? Jawel, maar ziet er anders uit dan doorgaans vanuit religieuze hoek in demoniserende zin voorgesteld wordt. Vaak met de als negatief bedoelde woordspeling ‘agressief secularisme‘. Secularisme biedt weliswaar religieuze minderheden optimale bescherming, maar kan groepen met individuen die middenin een kwetsbare emancipatie zitten verzwakken. En als de groep blijft hangen, dan blijven individuen ook hangen. En komen nooit bij de fase aan om vrij te kiezen. Daarom past secularisten terughoudenheid waar sprake is van een overgangssituatie met gelovigen die de stap van de individualisering nog moeten zetten. Overigens sluiten groep en individu elkaar niet uit. Ze zullen altijd naast elkaar bestaan.

Foto: Mastering diversity.

ECPM wijst Europese kernwaarden af, maar Europese subsidie niet

Er was onmin tussen de Europese Christelijke Politieke Beweging (ECPM) en Europarlementariër voor D66 Sophie in ’t Veld. In een opiniestuk in het RD memoreerde ze dat nationale partijen bij Europese partijen zijn aangesloten. Zoals ChristenUnie en SGP bij de ECPM. Volgens haar ontvangen Europese partijen ‘subsidie uit de EU-begroting, op voorwaarde dat ze de grondbeginselen van de EU in acht nemen, te weten de principes van vrijheid, democratie, respect voor de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat’.

In ’t Veld signaleert in het basisprogramma dat de ECPM Europese kernwaarden niet onderschrijft. Zo staat er onder het kopje Freedom: ‘Christian-democrat thinking also strongly rejects secularism as a public ideology‘. Daaruit concludeert de D66-er dat de ECPM de scheiding van kerk en staat, en seculiere instellingen verwerpt. En: ‘ECPM stelt daarbij dat de Europese democratie wortelt in het christelijk geloof, en zonder christelijk geloof en waarden niet kan bestaan. ”Freedom” geldt dus niet voor wie een ander of geen geloof heeft.

Johannes de Jong van denktank European Christian Political Foundation van de ECPM reageerde in het RD op In ’t Veld en stelt dat de ECPM voor de scheiding van kerk en staat is. Hij meent dat ze tot een verkeerde interpretatie komt omdat er in het programma ook wordt gepleit voor ‘een democratische samenleving met echte pluraliteit en diversiteit van meningen en overtuigingen‘. Als uitleg voor de gewraakte zin die In ’t Veld citeert verwijst-ie naar een agressief secularisme dat afkomstig is uit Oost-Europa waar de ECPM voor een groot deel geworteld is. En dat inhoudt dat secularisme geen ruimte laat aan religie in de publieke ruimte.

Dit is in lijn met wat evenals de paus de Estlandse ECPM-voorzitter Peeter Võsu agressief secularisme noemt: ‘In steeds meer landen is er sprake van een antireligieuze trend gevoed door een agressief secularisme‘ . Ik betwijfelde dat in ‘Christelijke politiek demoniseert het secularisme’ en zei over de opstelling van Võsu: ‘Maar hij verwart de gelijkberechtiging met de afschaffing van de privileges voor gelovigen. Het lijkt er sterk op dat met name strijdbare christenen het opgeven van hun voorkeurspositie niet kunnen accepteren ten koste van minderheden als homosexuelen of moslims die een gelijke plek onder de zon opeisen’.

De ECPM spreekt vanuit een werelds pragmatisme vol marketing met meerdere monden tegen meerdere publieken. In Oost-Europa laat Peeter Võsu het harde geluid klinken. In West-Europa is het Johannes de Jong die in redelijkheid de liberalen countert. Het beginselprogramma van de ECPM leest als kruising van belangen. Het moet voldoende redelijk klinken om Europese subsidies te kunnen incasseren, maar moet onheilspellend, urgent en militant genoeg zijn om christenen angst aan te jagen en zo bij de les te houden. De zin die In ’t Veld citeert valt echter wel degelijk het secularisme in de kern af. Feit dat de ECPM met zo’n uitgangspunt dat andersdenkenden in de kern uitsluit Europese subsidie krijgt toont het ongelijk van de ECPM het beste aan.

Foto: Paus ontvangt in Rome het Internationaal Democratisch Centrum, inclusief de Slowaakse KDH met voorzitter Ján Figel, september 2012

Christelijke politiek demoniseert het secularisme

Internetkrant Katholiek Nieuwsblad waarschuwt tegen agressief secularisme met het stuk ‘Stem tegen agressief secularisme‘ van ECPM-voorzitter Peeter Võsu. Hij meent dat de vrijheid van christenen om hun geloof publiek te uiten op het spel staat. Heeft-ie gelijk met zijn etikettering ‘agressief secularisme‘?

Võsu onderbouwt zijn mening met een nog lopende rechtszaak bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) die vier Britse christenen hebben aangespannen omdat ze vanwege hun geloof zouden zijn ontslagen. Het betreft een stewardess en een verpleegster die van hun werkgever op hun werk geen kruisje mochten dragen en twee ambtenaren die zeiden problemen te hebben met de gelijkberechtiging van homostellen. De vier aparte zaken zijn samengevoegd en namens de Britse regering bepleit een advocaat dat de werknemers zich in bestaande regels moeten voegen. Zonder dat afbreuk wordt gedaan aan hun rechten.

De kwestie gaat erom waar de vrijheid van godsdienst eindigt. Directeur Keith Porteous Wood van de National Secular Society (NSS) maakt zich zorgen dat er een hierarchie in waarden ontstaat waarbij religie extra juridische bescherming geniet: ‘We think that if it goes the wrong way it will cause a hierarchy of right, with religion at the top, and it’s going to be bad news for employers and for gay people.’ Voorzitter Terry Sanderson van de NSS zegt over de twee vrouwen die op hun werk een kruisje willen dragen dat het niet gaat om inperking van de godsdienstvrijheid, maar om normaal beleid waarbij niemand juwelen of symbolen mag dragen vanwege de veiligheid of de bedrijfscultuur. Da’s wat anders dan de vrijheid in de openbare ruimte.

Ik neig ertoe om de NSS-vertegenwoordigers te volgen. Võsu meent dat via het recht een nieuwe seculiere ideologie wordt geïntroduceerd ten koste van religie. Hiermee loopt-ie trouwens vooruit op de uitspraak van het EHRM. Maar hij verwart de gelijkberechtiging met de afschaffing van de privileges voor gelovigen. Het lijkt er sterk op dat met name strijdbare christenen het opgeven van hun voorkeurspositie niet kunnen accepteren ten koste van minderheden als homosexuelen of moslims die een gelijke plek onder de zon opeisen.

Nederlandse leden van de Europees Christelijke Politieke Beweging (ECPM) zijn de SGP en de ChristenUnie. De ECPM roept de christelijke kiezers in Nederland via Peeter Võsu op om op een van de christelijke partijen te stemmen, ‘om marginalisatie van het christelijk geluid in de politiek tegen te gaan.’ De ECPM pleit voor een ideologische stem. Maar het is zeer de vraag of de marginalisatie van de christelijke partijen het gevolg is van zogenaamd ‘agressief secularisme’. Het afnemend belang van de christelijke politieke lijkt eerder het gevolg van demografische en maatschappelijke ontwikkelingen als ontkerkelijking en individualisering. Het secularisme zal op termijn ook de christelijke minderheid dienen. Dat besef ontbreekt nog bij de ECPM.

Foto: ‘Seculiere liefdadigheid ontkent christelijke wortels