Deel 2 van een discussie tussen Johanna Nouri en George Knight.
George: Je gaat voorbij aan wat ik zeg. Onderzoek leert zeker dat leidende vrijheidsstrijders of terroristen -kwestie van perspectief- doorgaans hoogopgeleid zijn. Zoals Lenin, Castro en Che Guevara. Het vraagt nu eenmaal een zekere intellectuele ontwikkeling om zich een mening te vormen, onafhankelijk te gaan denken, anderen te overtuigen en tegen een stroom in te gaan.
Waarbij het weer kenmerkend is dat een groot deel van de terroristen technisch hoogopgeleid is en weliswaar in een academische omgeving verkeerde, maar toch vaak aan de universiteit in een Westers land buitenstaander bleef en uiteindelijk politiek-filosofisch toch makkelijk beinvloedbaar bleek en per groep opereerde. De ideale voedingsbodem: hoogopgeleid zonder een degelijk ontwikkeld autonoom bewustzijn.
Met de sleutel in goed onderwijs bedoel ik dan ook ook niet voor niets goed onderwijs. Daar verstaat ieder weer wat anders onder. Is dat vooral memoriseren, accommoderen of -wat ik stelde- het vormen van jonge mensen tot een autonoom denkend individu? Onder dat laatste valt tevens het aankweken van weerbaarheid, zelfwerkzaamheid, verantwoordelijk en gematigdheid.
Het is dus zeker zo dat sommigen zonder onderwijs nooit terrorist worden en anderen met onderwijs wel. De eersten missen de lef en de mogelijkheid, de laatsten bezitten de goede voedingsbodem in de -technische of specialistische- kennis om als hoogopgeleide ziellozen gerecruteerd te worden. Als lege hulzen die gevuld worden met religieuze retoriek en dogmatiek.
Het is tussen een gelovige en een niet-gelovige een heilloze weg om de grens aan de claim van religie te bepalen. Daarom oordeelde ik niet. De eerste zegt bij een uitwas in de naam van een religie al snel dat religie wordt misbruikt. Wat in sommige gevallen zeker zo is. De laatste vat dat ruimer op en ziet in de passiviteit van religie om niet actief te ageren tegen de claim die door anderen tot misbruik van de religie leidt een breed en diffuus scala van cooperatie. Zeg een conglomeraat van religie en pseudo-religie als een vorm van commensalisme.
Ik vermoed dat de waarheid in het midden ligt. Religie -met name de islam- zou actiever kunnen optreden om uitwassen die in haar naam worden gedaan actief te bestrijden, maar is niet altijd iets verwijtbaar als er in haar naam een enormiteit gebeurt. Laten we proberen daar eerlijk over te zijn en te onderscheiden. Waar valt de islam haar terughoudenheid of passiviteit jegens geweld dat in haar naam plaatsvindt wel en waar niet te verwijten?
Mij gaat het ook om het willen doorgronden waarom het ene individu wel en het andere niet actief wordt als gebruiker van geweld. Maar het lijkt me te reductief om elke verklaring in de vrije wil van het individu te leggen en voorbij te gaan aan structuren die miljoenen raakt en hun leven ingrijpend beinvloedt.
Johanna: Dank voor je uitgebreide reactie. Ik heb het gevoel dat we deels langs elkaar heen praten. Ook ik kijk niet alleen naar individuele factoren. Ik zie, met jou, dat onderwijs een rol kan spelen. Evenals armoede, de structuren waarin je leeft, gebrek aan werk, gebrek aan perspectief. Ik zie echter ook dat velen, ik zou zeggen de meesten, die met diezelfde factoren te maken hebben, niet overgaan tot geweld (als algemenere term). Wat we dus delen is dat het een combinatie is van individuele en groepsfactoren. De visie die jij verwoordt over onderwijs deel ik volledig.
Als we dan toch spreken over religie, want indirect komt het wel degelijk aan de orde, dan vind ik het op mijn beurt nogal reductionistisch om – zoals nogal eens gebeurt, en ik zeg niet dat jij dat ook doet – dan feitelijk te spreken over slechts één religie. Religie zien als bron van alle kwaad doet de waarheid in mijn ogen geweld aan. Om een aantal redenen.
De eerste is dat het gebruik van geweld onder alle religies voorkomt en evenzeer onder niet religieuzen, atheïsten, agnosten etc. Ik schreef daar al eens een blog over hoe het zit met terrorisme in het westen. Ik ben nu een essaybundel van Arundhathi Roy aan het lezen waar dit een thema is, maar dan specifieke voor India en wat opvalt is de enorme samenloop van factoren.
Ten tweede is het nogal reductionistisch om te spreken over ‘de religie‘ waar in werkelijkheid de meeste religies een veelvoud aan stromingen kennen die soms hemelsbreed van elkaar verschillen.
En ten derde zijn de meeste religieuzen, de meeste mensen in het algemeen, ongeacht hun opleidingsniveau, niet gewelddadig, terwijl ze wellicht wel hetzelfde gedachtegoed delen.
De laatste en wellicht belangrijkste zij het meer pragmatische reden: als we iets aan geweld willen doen, dan helpt het niet om het allemaal in de schoenen van religie te schuiven. Het geweld verdwijnt er niet door, veeleer wordt het sterker.
Waarmee ik dan tegelijk op een nieuwe factor kom: mensen die zich vernederd voelen, in de hoek gezet, die vervreemd zijn en dan vervolgens de verkeerde mensen tegenkomen, mensen die zich ogenschijnlijk wel hun lot aantrekken. Dat kun je die verkeerde mensen kwalijk nemen, en terecht. Maar wellicht moeten we ons vaker de vraag stellen die Jaka zichzelf ook stelt. Want juist die factoren, in combinatie met corruptie en schrijnende armoede, is een uitstekende voedingsbodem voor extremisme.
Foto: Onderwijs in Bolivia