Bezwaren tegen islamistische GroenLinks kandidaat Kauthar Bouchallikht worden bevestigd door open brief van linkse Britten op het aan de Moslimbroederschap verbonden Al Jazeera

Kritiek op Kauthar Bouchallikht die een hoge plaats op de kandidatenlijst van GroenLinks heeft gaat niet liggen. Zij was jarenlang vice-voorzitter van Femyso, een organisatie die begin 2020 door de Organisatie Europese Moslimbroeders in een document een eigen instelling werd genoemd, volgens publicist Carel Brendel in een artikel. Bouchallikht was dus niet alleen jarenlang gelieerd aan de Moslimbroederschap, maar blijkt dat ook verzwegen te hebben aan GroenLinks. Haar band met de Moslimbroederschap werd in elk geval niet genoemd bij haar kandidaatstelling.

Ook de kritiek op de kritiek gaat niet liggen. Zodat de verwijten over en weer blijven gaan. De essentie van de kritiek op de kritiek wordt in een artikel door Vrij Linkser Leo van Bergen omschreven: ‘Blijkbaar moeten mensen zoals ik – linksstemmend, cultuurminnend, etc. – onze mond houden zolang iemand die volgens de linkse goegemeente ‘deugt’, wordt aangevallen door ‘mensen die niet deugen’. Ik ben het met Van Bergen eens.

Hoe ver de argumentatie gaat die neerkomt op de redenering ‘de vijand van mijn vriend is mijn vriend’ toont een artikel van klimaatactivist Martijn Schackmann in Joop dat erop neerkomt dat links Bouchallikht volop moet steunen en de kritiek op haar dient in te slikken. Met dit soort kritiekloos wegkijken voor het onrecht in eigen kring is het geen wonder dat de linkse partijen in de volksgunst steeds verder wegzakken. Eddy Terstall constateert in zijn Telegraaf-column dat links in de peilingen nog maar 22% van de stemmen haalt, terwijl dat doorgaans 35-45% was. Waar het om gaat is dat links en het progressief-rechtse D66 niet meer lijken te weten waarvoor ze in het leven zijn geroepen, waar ze voor op moeten komen en wat hun identiteit is.

Hoe verwarrend de kritiek op het heimelijke islamisme van Kauthar Bouchallikht en het weerwoord daarop inmiddels is geworden toont een open brief op Al Jazeera van linkse Britse opiniemakers aan. Ze nemen het op voor Bouchallikht maar gaan voorbij aan haar betrokkenheid bij de Moslimbroederschap. Al Jazeera is een initiatief van Qatar dat een jarenlange geschiedenis van steun voor de Moslimbroederschap heeft, niet in het minst via Al Jazeera. Vanuit deze kennis beredeneerd bevestigt de open brief eerder Bouchallikhts betrokkenheid bij het islamisme dan dat die weerlegd wordt. Of liever gezegd, afgeleid wordt door de kritiek uit rechtse hoek te gebruiken als rechtvaardiging voor haar islamisme. Het is daarnaast op z’n minst merkwaardig dat deze Britten zich mengen in een lopend Nederlands debat.

Uiteraard mogen linkse partijen een religieuze koers varen als ze daar voor kiezen. Het brengt mij tot de verzuchting dat er in Nederland geen vrijzinnige linkse partij overblijft om op te stemmen. Maar dat is mijn probleem als politiek dakloze die net als Leo van Bergen het ongelukkig vindt dat religieuze kandidaten hoog op de lijst van linkse partijen worden gezet. Het debat binnen links wordt er niet overzichtelijker en beter op als dat aspect genegeerd wordt en de enige verdediging lijkt te zijn dat het de schuld van rechtse partijen en media is. Zo hoeft links niet te reageren op fundamentele kritiek waar het blijkbaar geen raad mee weet of bij zichzelf te rade te gaan over de eigen identiteit. Het gevolg is dat de ideeën van Bouchallikht worden weggemoffeld en links opnieuw een stuk van de eigen identiteit inlevert. Zo wordt ook GroenLinks een partij zonder hart die op kritiek antwoordt met kritiek op de kritiek zonder de kritiek zelf serieus te nemen.

Foto: Schermafbeelding van deel open brief ‘In solidarity with Kauthar Bouchallikht’ op Al Jazeera, 24 december 2020.

Advertentie

Het vermijden van de valkuil van verdeeldheid met Nederlandse moslims

DB

Aldus de bekentenis van ISIS-spion ‘Abu Khaled’ in een artikel voor The Daily Beast. Michael Weiss sprak hem in Istanboel. Het citaat volgt op een alinea waarin wordt beweerd dat de toestroom van buitenlandse strijders die zich bij ISIS aansluiten stagneert. Van 3000 tot zo’n 60 per dag. Dat is de ‘shortfall’ van de verminderde aantrekkingskracht van ISIS die in een voordeel wordt omgebogen. De strijders moeten in hun eigen landen verzet plegen. Slapende cellen die in opdracht in actie komen. Het concept doet denken aan de koude oorlog.

Wie hebben hier voordeel van? Dat zijn vooral degenen die waarschuwen voor de dreiging van terrorisme dat vanuit Syrië door het commando van ISIS wordt aangestuurd. Zoals gebeurde bij de recente aanslagen in Parijs die door ISIS werden gecoördineerd. Maar omdat iedere in Europa verblijvende moslim tot zo’n slapende cel kan behoren, wordt zo iedereen verdacht gemaakt. Dat kan leiden tot verdachtmakingen van alle moslims en zelfs tot een heksenjacht. Dat dient het doel dat ISIS voor ogen staat: alle moslims in het eigen kamp trekken.

De remedie is eenvoudig. Europese moslims moeten zich uitspreken en duidelijk afstand nemen van ISIS om niet in de hoek te worden gezet. De (voormalige) aanhanger van de Moslimbroederschap en jongerenimam Yassin Elforkani vindt dat moslims partij moeten kiezen en niet langer kunnen volhouden dat terreur niets met het islamitische geloof te maken heeft. Wat hij zegt is vanzelfsprekend, maar wordt bijzonder omdat het als een bijzonder verfrissend geluid wordt opgevat. Terwijl het vooral de verstoorde relatie met de islam tekent, maar ook het gebrek aan lef en duidelijkheid vanuit de islam: ”De keiharde realiteit is dat de aanslagplegers hun daden theologisch legitimeren. We kunnen er niet omheen. We kunnen niet blijven zeggen: dit heeft niets met de islam te maken.’ Het Parool vat een interview uit De Volkskrant samen in een bericht. De twijfel over achtergrond en affiliatie van Elforkani maakt inzichtelijk hoe lastig het is om boodschap en boodschapper op juiste waarde te schatten. Zodat zelfs een voorman van de ‘gematigde islam’ al bevraagd wordt op loyaliteit.

Toch moet zonder directe inmenging van de overheid ingezet worden op het ontstaan van een Europese (of Nederlandse) islam die geworteld is in Europese waarden en niet in de landen van herkomst of conservatieve opvattingen van de oriëntaalse islam. Daarin lopen trouwens religie, cultuur en identiteit door elkaar heen. Het is een kwestie van gelijk oversteken. Wachten op elkaar zoals de afgelopen 15 jaar gebeurde heeft geen zin. Dan gaan ontwikkelingen te langzaam. Goedwillende moslims moeten weten dat ze voor 100% geaccepteerd worden als ‘echte’ Nederlander en dat hun huidskleur of religie geen vragen mag oproepen. Daarnaar vragen is ongepast en onbeschaafd. Tegelijk moeten deze moslims de Nederlandse rechtsstaat erkennen als het hoogste gezag zoals dat voor alle Nederlanders geldt en moeten ze dat in het publieke debat verduidelijken.

Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Confessions of an ISIS Spy’ in The Daily Beast, 15 november 2015.

Ahmed Marcouch (PvdA) beschouwt Geert Wilders als antisemiet

am

Update: Op AT5 zegt Marcouch: ‘Wilders is geen antisemiet. Hij is een moslimhater en een haatzaaier. Maar op de foto staat hij wel tussen antisemieten’. Marcouch’ bewijsvoering bestaat dus uit schuld door associatie. In zijn verklaring wijkt Marcouch af van zijn tweet: ‘dit zijn de grootste antisemieten’. Volgens Marcouch is Geert Wilders een grote antisemiet door geen antisemiet te zijn. Da’s best bijzonder in het digitale tijdperk. 

PvdA-kamerlid Ahmed Marcouch neemt vandaag de Marokkaans-Nederlandse rapper Appa in bescherming met bovenstaande tweet. Dit naar aanleiding van de manifestatie vandaag in het kader van de Internationale dag tegen Racisme en Discriminatie waar Appa optreedt. De rapper wordt steevast beschuldigd van antisemitisme, het ministerie van Justitie huurt hem niet meer in. Appa ontkent overigens de beschuldiging.

Marcouch plaatst een foto uit mei 2014 met van links naar rechts: Matteo Salvini (Lega Nord), Harald Vilimsky (FPÖ), Marine Le Pen (FN), Geert Wilders (PVV) en Gerolf Annemans (VB) en zegt dat dit de grootste antisemieten zijn. Inclusief uitroepteken. Dus in tegenstelling tot Appa. Ahmed Marcouch beschuldigt zijn collega in de Tweede Kamer Geert Wilders er dus van een antisemiet te zijn. Nou valt er van alles over Wilders op te merken, maar doorgaans wordt hij eerder uitgemaakt voor vriend van Israël, dan als antisemiet.

Het is dan ook onduidelijk waarom Marcouch deze tweet plaatste. Is het er een teken van hoe slecht het met de PvdA en Ahmed Marcouch gaat? Opmerkelijk is dat Marcouch of zijn partij de tweet niet hebben verwijderd.

Foto: Schermafbeelding van tweet van Ahmed Marcouch, 21 maart 2015.

Grenzen aan de vrijheid van godsdienst: invloed buitenlandse islam

wp04bda3dd_05

Begin dit jaar waren kamerleden van SGP en CU het ‘Christenpesten‘ door D66 beu, aldus Trouw. Stichting Interkerkelijke Ledenadministratie krijgt informatie over haar leden uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA). Volgens D66-kamelid Gerard Schouw zouden gemeenten niet langer persoonsgegevens mogen verstrekken aan kerken, omdat ‘sommige levensbeschouwelijke groepen wel uit de gemeentelijke basisadministratie kunnen putten en anderen niet‘. SGP-kamerlid Roelof Bisschop typeerde het voorstel als ‘kleinzielig christenpesten‘. CU-kamerlid Gert-Jan Segers zag er een ‘hoge zuurgraad‘ in. Zijn oplossing was om de toegang tot de GBA te verruimen zodat de uitzonderingspositie van de kerken verdwijnt.

Bezondigt de CU zich nu aan ‘Moslimpesten‘? Opnieuw volgens Trouw stelde Gert-Jan Segers vorige week in een kamerdebat over terrorisme voor om ‘buitenlandse geldstromen naar radicale moskeeën te verbieden, wanneer wordt opgeroepen tot haat of tot geweld tegen andersdenkenden’. De overheid zou volgens Segers te weinig doen om radicalisering van moslims te voorkomen. Vraag is echter of dit een taak van de overheid is. Religieuze instellingen gaan zelf over de inhoud. Of het nou christelijke of islamitische instellingen betreft. Segers simplificeert door radicalisering direct te koppelen aan oproepen tot haat en geweld. Dat hoeft het niet te zijn. Radicalisering kan ook het nastreven van verandering binnen de rechtsstaat inhouden.

Dat Nederlandse politici worstelen met de grenzen aan de vrijheid van godsdienst blijkt uit kamervragen van Keklik Yücel (PvdA) aan minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken over de Blauwe Moskee in Amsterdam Slotervaart. Ze verwijst naar berichtgeving van 25 mei in Het Parool. De moslimbroeder en hoge ambtenaar van het ministerie van Religieuze Zaken van Koeweit Mutlaq Alqarawi wordt er bestuursvoorzitter. Journalist Carel Brendel doet op zijn blog al jaren verslag van de toenemende invloed van buitenlandse mogendheden op in Nederland gevestigde moskeeën. Hij merkt op dat Koeweit feitelijk al sinds 2011 aan de macht is bij deze moskee in Slotervaart. De reacties op de berichtgeving in Het Parool tekenen de gebrekkige kennis.

Yücel vraagt wat Asscher vindt van ‘de sturing door buitenlandse mogendheden van Nederlandse moskeeën en daarmee indirect aan Nederlandse moslims‘ en wat zijn opvatting is ‘over het (mede) financieren door andere landen van gebedshuizen in Nederland‘. Ze vraagt om een ‘zo compleet mogelijk overzicht (..) van de moskeeën in Nederland die worden geleid, nadrukkelijk gestuurd of overwegend beïnvloed door (iemand uit) een ander land‘ en of er indicaties zijn of door ‘een meer orthodoxe instelling van het islamitische gebedswerk in moskeeën‘ ‘radicalisering kan worden bevorderd‘. En Yücel vraagt of dat dan ‘de integratie van moslims in de Nederlandse samenleving belemmert‘. Tenslotte wil Yücel weten of ‘moskeeën zoals de Blauwe Moskee en andere kerkelijke instellingen subsidie [wordt] verstrekt‘ en als dit zo is of dit wenselijk is.

De vragen van Keklik Yücel hebben de verdienste dat ze lezen als de opzet voor een nota over de toekomstige omgang met religieuze instellingen. Inclusief ondersteuning door landelijke en lokale overheden. Politieke of maatschappelijke afkeuring over radicalisering van moslims of moskeeën legt geen juridische grond onder het verbieden van buitenlandse geldstromen. Of het moet gaan via de omweg van de openbare orde. Gert-Jan Segers loopt een risico dat PvdA, D66 en VVD de uiterste consequentie uit zijn oproep trekken. Door als voorwaarde voor steun te stellen dat religieuze instellingen voortaan algemeen toegankelijk moeten zijn en ‘neutraal’ van aard. Of door een stop aan alle facilitaire, geldelijke en bestuurlijke steun van de overheden.

Foto: Blauwe Moskee in Amsterdam Nieuw-West (Slotervaart).

Waarom treedt haatimam Khalid Yasin in Vlissingen op?

277106_314592148662848_2007986277_n

PvdA’ers Keklik Yüçel en Tanja Jadnanansing stellen kamervragen over de komst van wat ze een omstreden imam noemen aan minister Lodewijk Asscher (PvdA) van Sociale Zaken en Jet Bussemaker (PvdA) van Onderwijs. Een kwartet sociaal-democraten onder elkaar. Het gaat om de Amerikaan Khalid Yasin die in Engeland woont en optrad in de aula van het Vlissingse Scheldemond College. Een openbare middelbare school. De directie van de school zegt van niks te hebben geweten en onvoldoende geïnformeerd te zijn.

Yüçel en Jadnanansing willen weten hoe de bijeenkomst tot stand is gekomen. Vraag is of werkgroep van islamitische vrouwen Isra die de imam uitnodigde in volle openheid heeft geopereerd. Zoja, dan heeft de school wat uit te leggen. Zonee, dan hebben de vrouwen van Isra wat uit te leggen. Op hun Facebook-pagina menen ze dat Yasin niet als ‘haatimam‘ en ‘radicale spreker‘ te boek staat. Maar de archieven leren anders.

Yasin is een hedendaagse conservatief die makkelijk met media omgaat, maar ouderwetse denkbeelden heeft. Zo ziet hij homosexualiteit als een afwijking die met de dood bestraft moet worden. Het AIDS-virus zou door de VS ontwikkeld zijn en in zwarte Afrikanen geïnjecteerd zijn om het bevolkingsvraagstuk op te lossen. In Australië ontstond enkele jaren geleden weerzin over de woorden van Yasin. Sarah Ferguson tekende het op. En de Islamitisch-Zeeuwse vrouwen van Isra hadden ook van Carel Brendel kunnen leren dat Khalid Yasin het tegendeel van een progressieve geestelijke is. Yüçel en Jadnanansing praten terecht over een omstreden iman.

Elke keer weer worden buitenlandse imams die achter een vlotte presentatie conservatieve denkbeelden over vrouwen of homosexuelen hebben door Islamitisch-Nederlandse organisaties naar Nederland gehaald. Zoals een jaar geleden haatimam Haitham al-Haddad. Veelzeggend is dat er geen progressieve imams te vinden zijn die de islam ondergeschikt achten aan de grondrechten van de Nederlandse rechtsstaat. Ze bestaan blijkbaar niet. Dat spoort met onderzoeken van onder andere socioloog Ruud Koopmans die constateren dat een ruime meerderheid van de Nederlandse moslims de waarden van de islam boven die van de rechtsstaat stelt. Iemand als Keklik Yüçel weet gelukkig het onderscheid tussen goeie en foute denkbeelden van imams wel te maken.

Foto: Aankondiging door Isra van lezing Khalid Yasin in Vlissingen, 16 maart 2013.

Islamkritiek helpt de positie van moslimvrouwen: Brendel en Dibi

Voormalig kandidaat-lijsttreker van GroenLinks Tofik Dibi stelt kamervragen over het adviseurschap van het instituut Dar-al’Ilm. Omstreden sharia-geleerde Haitham al-Haddad is spreker van dit instituut dat hem naar Nederlandse islamcongressen haalt. Dibi vraagt zich af hoe zich dat rijmt met een instituut dat Nederlandse overheden en instellingen adviseert. Want: ‘hoe kan een overheid zich in de ontwikkeling van haar beleid laten adviseren door organisaties die zich mogelijk laten inspireren door mensen met radicale denkbeelden’.

In zijn vragen verwijst Dibi naar oud AD-journalist Carel Brendel. Hij volgt al jaren radicale moslims en brengt hun samenwerking met overheden en instellingen in kaart. Zo ook Haitham Al-Haddad en Dar-al’Ilm. Brendel brak in een eerder stuk een lans voor Dibi toen deze door zijn eigen partij afgebrand werd. Brendel verklaart dat als een richtingenstrijd omdat Dibi onder Halsema opgeschoven is van activist  tot een links-liberaal die het opneemt voor de vrijheid van meningsuiting. Met deze kamervragen onderstreept Dibi deze observatie.

Dit verbond tussen Dibi en Brendel in hun zorg over de invloed van de radicale islam is nieuw. Het verbindt allochtonen met autochtonen en doorbreekt links-rechts tegenstellingen. De Roemeens-Nederlandse schrijfster Nausica Marbe voegt zich in een Volkskrant-column bij de kritiek op de ‘progressief wanende intellectuelen die het volk minachten die de sharia minachtend afwijzen’. Ze noemt oud NRC-hoofdredacteur Folkert Jensma en arabist Maurits Berger als ‘leunstoeldenkers’ die meisjes en vrouwen die lijden onder de sharia in de steek laten. Zo is Jensma weliswaar tegen een shariaraad, maar relativeert-ie de slechte positie van moslimvrouwen: ‘Huwelijksdwang is geen moslimmonopolie‘ en ziet-ie volop ruimte voor arbitrage.

De verbreding en hergroepering van islamcritici is een ontwikkeling die Geert Wilders de pas kan afsnijden. Allochtonen als Dibi en Marbe praten van binnenuit en ontzeggen de islam niet haar bestaansrecht, maar pleiten voor praktische aanpassingen. Met als doel dat overheden en instellingen er voortaan niet meer aan meewerken om onwetend en naïef de radicale islam te steunen. En er zo verantwoordelijk voor te zijn om de positie van moslimvrouwen in Nederland te verslechteren. De Nederlandse islam is gebaat bij zakelijke kritiek.

Foto: ‘Women attend a celebration of Libya’s liberation in Misurata on Sunday. Libya’s transitional leader said the country’s new constitution will be based on Islamic law, which raised fears about what would happen to women’s rights in the traditionally secular country’, oktober 2011

Zelfislamisering met kunst: Ellen Vroegh

UPDATE 12 september: GroenLinks wil de gesloten Vrijdenkersruimte opnieuw leven inblazen. En fractievoorzitter Arjan Versteeg van SGP Gouda stelt dat museumgoudA de gedragsregels van de eigen sector niet hoeft te volgen. Ik heb hierover overigens een woordenwisseling met hem gehad. 

Nog vers in mijn geheugen staan de twee schilderijen van Ellen Vroegh die in mei 2008 binnen het gemeentehuis van Huizen werden verplaatst. Oorzaken kwamen gefragmenteerd in de publiciteit. Achteraf bleek het ongenoegen terug te brengen tot zelfislamisering vanuit reformatorische hoek.

Tegelijkertijd voelde Huizen zich overvallen door alle aandacht. Media en lokale politiek waren niet enthousiast over het gemeentebestuur. Gemoederen liepen in mei 2008 hoog op door de affaire Nekschot. De cartoonist was vanwege een cartoon vlak daarvoor door een arrestatieteam van zijn bed gelicht.

Ik verbaas me al jaren over het gedrag van autochtonen die actief maatschappij en kunst teruggedringen ter ondersteuning van een conservatieve opvatting van religie. Carel Brendel concludeert dat burgers onderhand meer ergernis vertonen over de zelfislamisering door onze autoriteiten dan over moslims die voor hun religie opkomen: Niet de moslim die klaagt over een schilderij van een varken maakt de mensen boos, maar de directie die het schilderij weghaalt nog voor er een moslim op het idee komt om te klagen.

Onduidelijk blijkt wie er precies klaagden over de twee schilderijen van Vroegh. Duidelijk is dat de klacht vanuit religieuze hoek kwam. Maar of het nou een moslimman betrof zoals de loco-burgemeester en de voorlichter van de gemeente Huizen stelden of meerdere moslims zoals Ellen Vroegh en ook Jonas Staal in zijn boekje over de Vrijdenkersruimte zeiden blijft onduidelijk. Ellen Vroegh wist het met haar schilderijen Piano Woman en Danseuses Exotiques uiteindelijk tot de Vrijdenkersruimte te schoppen. Een initiatief van de VVD waar de PVV inmiddels uitgestapt en GroenLinks ingestapt is.

Tijdens de hele affaire bleef Huizen vaag over het aantal moslims dat had geklaagd. Evenmin werd de reden openbaar gemaakt. Later vertelde de voorlichter dat er zes mensen hadden geklaagd, waaronder een moslim. Een wonder hoe men dat aan de buitenkant ziet.

Op de eerste ochtend van de expositie maakten meerdere baliemedewerkers bezwaar tegen twee schilderijen met naakt. Vroegh die zelf had gehangen, heeft toen onder protest de betreffende schilderijen verplaatst. Naar zeggen van de voorlichter heeft zij onterecht de moslim-invalshoek erin gebracht. Dat was volgens hem niet aan de orde. Het aantal klagende molims is echter niet relevant. Wel de opstelling van een gemeentebestuur dat zwicht voor zes klagers. Los van hun achtergrond.

De werken van Vroegh zijn voor de gemiddelde kunstkenner onschuldig. Alsof de bestuurders nooit een prikkelende tentoonstelling van hedendaagse kunst hebben gezien. Daar gaat het doorgaans minder onschuldig aan toe. Het getoonde werk van Vroegh behoort daarom zonder enig probleem vertoond te worden in de openbare ruimte. Er is niets controversieels aan.

Toegeven aan een minderheid is onverstandig. Welke minderheid dan ook. Nederland bestaat onderhand alleen nog maar uit minderheden. Het openbaar bestuur dient de pluriformiteit te bewaken. Straks komen homosexuelen, zigeuners, negers, kleine mensen, dikke mensen, katholieken, kleurenblinden, ménière-patiënten, gehandicapten, pacifisten en noem maar op klagen omdat ze aanstoot nemen aan een kunstuiting. Als een gemeente dat serieus neemt, en er zelfs op vooruitloopt zoals Brendel suggereert, dan kan het beter stoppen met het exposeren van kunst in de openbare ruimte.

De crux volgens de gemeente was de confrontatie van de eigen medewerkers met de kunst van Ellen Vroegh. Ze keken erop. Of erop neer? De makkelijkste weg was het weg te halen. Vraag blijft hoe een kunstcommissie die de openbare ruimte inricht nog autonoom kan werken. Tekenend is dat deze vraag niet is gesteld.

Kunst wordt ondergeschikt gemaakt aan elk ander doel. Kunst mag niet in zichzelf bestaan. Kunst spoelt telkens weg in de politieke discussie. De affaire-Vroegh kent meerdere slachtoffers: de moslims, de vrijheid van meningsuiting, maar bovenal de kunst zelf. Dat laatste aspect kreeg op geen enkel moment betekenis. De daders zetelen in de gemeentehuizen. Hun neus bloedt.

Foto: Danseuses Exotiques van Ellen Vroegh en Mark Rutte in de Vrijdenkersruimte van de Tweede Kamer (2008)