Een week geleden was er een demonstratie in Den Haag tegen het jihadisme. Aanleiding was de opvallend snelle opmars van ISIS in Noord- en West-Irak en de slachtoffers onder vooral sjiitische moslims die daarbij vielen. Ik zag er een demonstratie van moslims tegen moslims in. Of omdat de claim wie wel of niet moslim is lastig te controleren valt: ‘Dus mensen die zich beroepen op de islam demonstreerden tegen mensen die zich beroepen op de islam.’ Sjiieten tegen soennieten. Op die observatie kreeg ik in een reactie commentaar. Ik zou onbedoeld mensen tegen elkaar opzetten. Als de weerman die de schuld van het slechte weer krijgt.
De strijd in Irak gaat verder. ISIS heeft een kalifaat uitgeroepen, een slimme manier van fondsenwerving, politieke marketing en schrik aanjagen van de tegenstander. Nu claimen de soennieten in Irak op grote schaal sjiitische en soefistische moskeeën en schrijnen in Noord-Irak te vernietigen. Het zouden heidense tempels zijn. Bulldozers en explosieven zouden in de steden Mosoel en Tal Afar ingezet zijn voor de vernietiging. Hoewel er beelden van zijn is lastig vast te stellen of ze authentiek zijn. Maar de schrik zit er behoorlijk in.
De ontkenning dat aan de strijd in Irak en Syrië een interreligieus conflict tussen twee stromingen in de islam ten grondslag ligt is aannemelijk. Maar in resultaat maakt het weinig uit wat de diepste oorzaak is. Animositeit tussen soennieten en sjiieten dient als vergaarbak voor belangen, ongenoegens en geschillen. Essentieel is dat mensen die zich op de islam beroepen op leven en dood strijden tegen mensen die zich op de islam beroepen zonder dat de religieuze autoriteiten binnen stromingen van de islam dit verhinderen. Dat geeft te denken of binnen afzienbare tijd de islam nog uit handen van de politiek gered kan worden of een verloren religie is.
Vrijheid van godsdienst is in de Arabische wereld niets waard. Dat geldt niet alleen voor christenen, atheïsten of kritische denkers die stelselmatig worden benadeeld en vervolgd, maar ook voor minderheidsgroeperingen van gewone moslims binnen de afzonderlijke landen. De zogenaamde Caïro-verklaring van de mensenrechten in de islam van de Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC) ontkent ‘het beoefenen van of bekeren tot een andere godsdienst dan de Islam’. Maar als de ene islamstroming de andere islamstroming niet erkent onderdeel van de islam te zijn, dan opent zich een complete interreligieuze stromingenstrijd binnen de islam.
Secularisme is het model waarin religies en levensovertuigingen optimaal gegarandeerd zijn. Secularisme wordt door opinieleiders van meerderheidsreligies vaak bewust verkeerd voorgesteld. Maar secularisme is geen vijand van religie zoals de islam die zich nu manifesteert in Noord-Irak, maar juist een vriend ervan. De overheid als scheidsrechter ter garantie van de vrijheid van godsdienst vervangt de hogere macht waarop gelovigen zich beroepen. Geen slechte ruil. In een goed functionerende staat zoals de Nederlandse biedt dat extra garantie voor gelovigen en andersdenkenden om in vrijheid een religie of levensovertuiging naar eigen keuze te kiezen en te belijden. Da’s een verbetering voor wie de interreligieuze strijd van dit moment binnen de islam ziet. Of de interne strijd binnen de christendom van het verleden in gedachten neemt. Beredeneerd vanuit de verdediging van hun machtspositie is het begrijpelijk dat religieuze leiders het secularisme niet omarmen, maar onbegrijpelijk is dat goedgelovige gelovigen dit nalaten. Ze zouden beter moeten weten.
Foto: Vernietiging van sjiietische moskeeën en schrijnen in Noord-Irak door soennieten.