Het kabinet stemt in met een burkaverbod ondanks een advies van de Raad van State dat oordeelt dat het in strijd met de vrijheid van godsdienst is. Het kabinet legt dit advies naast zich neer. Straks staat er op het in het openbaar dragen van een burka of gezichtssluier een boete van maximaal 380 euro. Volgens vicepremier Verhagen is het verbod tegen gezichtsbedekkende kleding bedoeld omdat het de open communicatie hindert.
In de reacties tekent zich een tweedeling af. Wilders vindt het geweldig nieuws, maar verder lijkt niemand er warm voor te lopen. Geledingen van de linkse en religieuze politiek zijn minder enthousiast. Zoals Tofik Dibi (GroenLinks) en Arie Slob (ChristenUnie). Dit monsterverbond tussen oudlinks en christenen blokkeert telkens de vrijzinnige politiek. Elke keer als het wil scoren komt de bevoorrechte positie van religie om de hoek kijken. Ondanks het feit dat het burkaverbod op het tegendeel lijkt te wijzen. Maar het is symboolpolitiek.
In oktober 2010 ergerde toenmalig JS-voorzitter Jelle Menges zich aan oudlinks: Vooral die types als Hedy d’Ancona. Vroeger hardcore feministen. Ze verbrandde bh’s, vond het huwelijk een vorm van onderdrukking en provoceerde meer dan Ayaan Hirsi Ali ooit deed. Alles voor de vrouwenrechten. Dat wil zeggen: toen. Nu zien deze feministen de burka bijvoorbeeld ineens als een vorm van voor jezelf opkomen. Ze praten alles goed, als het om de islam gaat. Provoceren is uit den boze. Veel PvdA’ers zagen allochtonen als troetelkinderen, die je moest aaien en paaien. Ze zagen de nieuwkomers niet als volwaardige mensen.
Foto: Vrouwen in burka