
Ik krijg onderhand het idee dat het referendum niet alleen niet gaat over de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne (zoals de bestuursleden van Burgercomité EU vorige week toegaven in een interview in NRC), evenmin over Oekraïne of de veiligheidssituatie in Oost-Europa met de vermaledijde Putin die dreigt met invasies, evenmin over de stand van de democratie van EU of Nederland, evenmin over anti-kapitalistische maatschappijkritiek, evenmin over de winstgevendheid en profilering van de initiatiefnemers zoals GeenStijl, evenmin over het referendum als referendum, maar vooral over de stand van het Nederlandse onderwijs en het gebrek aan argumentatieve vaardigheden van Nederlanders die zich goedopgeleid en goedgeïnformeerd achten. Waar velen (gelukkig niet allen) feiten vervangen door meningen, argumentatie door emotie en niet langer de basisregels van een debat met elkaar weten te hanteren. Die constatering baart me zorgen omdat het raakt aan burgerzin en het besef van democratie. Hoe kunnen we dat terugveroveren op elkaar?
Het lijkt te voorspelbaar om gebruikers van sociale media de zwarte piet toe te spelen, maar wie heeft deelgenomen aan digitale debatten kan niet veel anders concluderen. Nederlanders kunnen niet debatteren. Vele reacties bedienen zich van de argumentatie, ‘ik ben tegen omdat ik tegen ben, en dat voel ik zo’. En probeer niet om door dat emotionele harnas heen te breken, want dat wordt niet begrepen. Velen vertalen de maatschappijkritiek van Chomsky tot Klein en van Assange tot Piketty rechtstreeks in een stem tegen de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne. Ik deel deze maatschappijkritiek en heb succesvol geijverd bij kamerleden voor kamervragen over Assange. Anders gezegd, de kritiek op de ontsporingen van het kapitalisme, de macht van corporate governance en de opbouw van de controlestaat kan me niet hard genoeg zijn. Maar ik zie geen direct verband tussen deze maatschappijkritiek en genoemde associatie-overeenkomst. Evenmin als Jesse Klaver van GroenLinks dat ziet die Thomas Piketty in de kamer heeft gepresenteerd vanwege diens kritiek op de inkomensongelijkheid, maar gewoon voorstander is van de associatie-overeenkomst.
Het digitale debat kenmerkt zich volgens het motto ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend’. Daarna stopt het denken. Daarbij komt dat veel opinieleiders en politici het verkeerde voorbeeld hebben gegeven door de grootste onzin over Oekraïne en Oost-Europa te verkondigen. Waarbij het lijkt dat de woordvoerders uit het NEE-kamp nog een groter loopje nemen met de waarheid dan die uit het JA-kamp. Allemaal heel verklaarbaar omdat het hun expertise niet is. Maar de burgers blijven -ondanks hun grote onderlinge verschillen- murw en onmachtig achter, terwijl ze toch menen een mening te moeten geven. Maar hoe kan ooit een evenwichtige meningsvorming ontstaan zonder voldoende argumentatieve vaardigheden, kennis van primaire bronnen en goede voorbeelden die richtinggevend zijn? Dat lukt niet in de gedemocratiseerde publieke opinie.
De grootste fout die naar mijn idee wordt gemaakt is dat de afweging ontbreekt. Zonder dat men naar beide kanten kijkt kan men in een debat de overkant niet bereiken. Het heeft geen zin om slechts nadelen van één kant te belichten. Ik lees het associatie-verdrag als een compromis tussen toetreding en afstand houden. Ook als resultaat van verhit debat tussen de EU-lidstaten waar Nederland zich verzet heeft tegen teksten in de overeenkomst die zicht op lidmaatschap van Oekraïne gaven. De overeenkomst laat Oekraïne niet in de steek, maar is het indirecte signaal dat EU- en NAVO-lidmaatschap niet aan de orde is. Het werkt dus omgekeerd. Als er geen associatie-overeenkomst is, dan drijft dat Oekraïne eerder richting NAVO. Want dat het land enige bescherming zoekt tegen de agressie van Putin ligt voor de hand. Laat dat dan maar met een halfslachtige associatie zijn. Typisch EU, maar gelukkig anders dan de hardliners in de VS of Rusland voor ogen hebben.

Ik ga op 6 april met de pest in m’n lijf ja stemmen, omdat ik de nadelen van de associatie het kleinst acht. Wat is de oplossing voor de toekomst? Geleidelijke hervorming, terugdringen van ongelijkheid en machtsdeling met de burger zonder bemiddeling van Wilders, Baudet of De Telegraaf. Werken aan de democratisering van de EU, verdieping voor uitbreiding, en afstand nemen van populisten, nationalisten en extremisten. Bitsheid in het debat moet vervangen worden door losheid. Grenzen kunnen niet te scherp gedefinieerd worden omdat ze zo hun magie verliezen. Het idee van het NEE-kamp om terug te gaan naar de natiestaat biedt het slechtste antwoord op de uitdagingen van nu (klimaat, milieu, invloed geld in politiek, geopolitiek, globale ongelijkheid, vluchtelingenstroom). Laten we niet denken dat we ons achter de Nederlandse dijken terug kunnen trekken.
Foto 1: ‘Keileemdammen worden opgeworpen met behulp van grijpers. Bron: Nieuw Land Erfgoedcentrum, Lelystad, fotocollectie Dienst der Zuiderzeewerken.’
Foto 2: Dijken langs de Westerschelde, 1976. Collectie: Beeldbank Rijkswaterstaat.
Vind ik leuk:
Like Laden...