Het zijn interessante tijden. Turkije en de Russische Federatie glijden af naar dictatuur, hun leiders Erdogan en Putin zetten de democratie op sterk water. De EU biedt onvoldoende tegenwicht omdat het nauwelijks nog militaire macht heeft. Autocratische leiders buiten dat uit. De VS hebben in Obama een president die zwak opereert in z’n buitenlandse politiek. Het land met de grootste militaire macht laat zich in Syrië vernederen.
In Europa laten extremistische partijen zich of financieel of mentaal opkopen door het Kremlin dat uit is op verzwakking van de EU door het zaaien van verdeeldheid. Zo ontstaan er merkwaardige monsterverbonden die inhoudelijk onlogisch zijn. De SP die ooit ging voor het internationaal socialisme neemt het idioom over van de natiestaat van Thierry Baudet die zijn carrière vervolgt door zich te profileren als voorman van het NEE-kamp in het Oekraïne-referendum. Vraag is hoe echte SP’ers dat verteren. En allerlei partijen die de mond vol hebben over vrijheid, democratie, de verzorgingsstaat en verworven rechten schurken aan tegen het Rusland van Putin waar van alles in opmars is, maar niet de vrijheid, democratie, verzorgingsstaat en rechtsstaat.
De EU valt ook het nodige te verwijten, of beter gezegd de EU-lidstaten die zich onverantwoord gedragen. Het is een prachtig project dat door de EU-lidstaten om zeep wordt geholpen. In haar columns in NRC wijst Caroline de Gruyter vanuit Wenen op de tegenstrijdigheden: ‘Zo werkt Europa: regeringen zorgen dat het machteloos is, en klagen vervolgens dat het niets kan. En de burger applaudisseert: „Europa heeft gefaald, het wordt tijd dat we onze zaakjes weer zelf regelen.”’ Maar er is geen alternatief voor de EU. Zo bekeken is de 19de eeuwse natiestaat van Baudet niet de redding voor de EU-lidstaten, maar juist de grootste bedreiging ervan. Trouwens zonder dat het nodig is dat de EU verder moet federaliseren zoals Eurofielen zeggen. De EU-lidstaten moeten gewoon doen wat ze jaren geleden toegezegd hebben te doen. En wat ze nu nalaten.
Zo verkruimelt alles. Turkije en de Russische Federatie zetten de EU onder druk. Onder meer door de stroom vluchtelingen en economische migranten Europa in te jagen wat de verdeeldheid tussen EU-lidstaten verder aanwakkert. Nationale regeringen zijn in de greep van de partijpolitiek en hebben het contact met de burger verloren. Ze trekken zich ook niets meer aan van de burger die zich terecht bedonderd voelt. Premier Mark Rutte lacht zich vaardig door debatten heen, maar straalt geen enkel gezag uit als geloofwaardige, integere staatsman. Zo is de politiek niet meer iets van de mensen, maar van een in zichzelf gekeerde kaste van partijpolitici. De oppositie met Geert Wilders en Emile Roemer is geen haar beter en biedt geen alternatief.
Ondanks alle tekortkomingen is de EU de enige uitweg uit de misère. De EU moet niet grondig veranderen om hetzelfde te kunnen blijven, maar de EU-lidstaten moeten veranderen om de EU hetzelfde te laten worden. De vooruitzichten zijn slecht. In Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk zijn respectievelijk president Hollande en premier Cameron zwakke leiders die niet doorbijten en strategische fouten maken. Duitsland worstelt met een onverwerkt verleden dat het land ontvankelijk maakt voor donkere sentimenten. Maar er is geen alternatief in afglijdende landen als Turkije en de Russische Federatie die zich nog minder bekommeren om hun eigen burgers. Of in de verdeeldheid van de natiestaat die ook op wereldniveau de Europese landen nergens laat. De ‘soft power’ van de EU mag wel wat harder worden door het op te tuigen met militaire macht, machtspolitiek en economische politiek die uitgaat van het Europees belang. Kortom, ambitie en zelfvertrouwen gevraagd.