Verwoestende brand in Congolees museum roept vragen op over oorzaak, beheer en bescherming van cultureel erfgoed

Archiefbeeld van interieur opslag van Le Musée de Gungu in Kwilu, Congo. Credits: Actualité CD.

Hoe zit het met de veiligheid van kunstobjecten in onveilige landen? Het grootste Congolese privé museum in Gungu, provincie Kwilu is in de nacht van 4 op 5 november 2021 afgebrand na zeer vermoedelijk een aanslag. Het is volledig in rook opgegaan. Metalen objecten lijken de brand naar verhouding het best doorstaan te hebben.

Er wordt door oprichter en directeur Aristote Kibala beweerd dat het museum politieke tegenwerking ondervond (vertaald): ‘De exacte redenen voor deze gruwelijke daad zijn nog niet bekend. Maar ik weet dat ik altijd ben bestreden door verschillende landelijke politici’. Het zou volgens Kibala gaan om 25.000 kunstobjecten. Anderen spreken van duizenden objecten.

Betrouwbaar is de berichtgeving niet, zodat andere opties zoals een technisch defect of een ongeluk niet uitgesloten moeten worden geacht. Ook is het mogelijk dat het om roofkunst gaat en de brand als dekmantel wordt gebruikt om de diefstal te verhullen. De archieven zijn met de brand in rook opgegaan. Toch lijkt een aanslag de meest waarschijnlijke verklaring voor de brand.

De politie stelt een onderzoek in en zegt (vertaald): ‘De politie constateerde dat het gebouw al in brand stond, er was geen mogelijkheid om in te grijpen. Men had benzine door de raamopeningen gesprenkeld en overal rond het gebouw, zodat alles verbrandde. Omdat de kunstwerken soms verspreid lagen, waren andere op de grond geplaatst. Er was geen wachtdienst, geen suppoost.

Het gaat om een gebouw van 25 bij 10 meter die in 2008 voor 32.000 euro is gebouwd en ingericht met Belgisch en Nederlands geld. Of het om een werkend museum met functies als presentatie, registratie, beheer en documentatie ging is de vraag. Het lage bedrag geeft te denken over de beveiliging, zoals brandvertragende maatregelen of maatregelen tegen inbraak. Laat staan klimaatbeheersing. De foto hierboven is er een aanwijzing voor dat de opslag van de objecten niet volgens de geldende museale normen was geregeld. Of dat directeur Kibala of de geldschieters moet worden verweten is de vraag.

De pretentie van een nationaal museum wordt niet door iedereen onderschreven. Dat tekent de berichtgeving die in deze kwestie met vele onduidelijkheden over de basale feiten. Het geeft ook aan dat de pretentie om een nationaal museum te zijn een politieke achtergrond heeft en in een tribale samenleving tot een strijdpunt kan worden. Indirect ondersteunt die claim de claim van belangrijk cultureel erfgoed en autonomie die niet vanzelfsprekend gegund wordt.

Complotdenkers hebben zich ook al op de brand gestort zoals blijkt uit een reactie bij een artikel erover van ‘Salima’ (vertaald): ‘Ze kwamen, ze zagen, ze namen de waardevolle dingen mee, ze staken de rest en de gebouwen in brand. En niets kan uitsluiten dat het een samenzwering is van de internationale maffia die verband houdt met oude Afrikaanse kunst en artefacten die in de wereld worden bewaard. Degenen die het argument willen winnen dat de geplunderde Afrikaanse schat beter in de wereld wordt bewaard voor de mensheid, in plaats van hem over te dragen aan een bewusteloos Afrika waar hij in handen van rovers zal belanden.’

Niets kan iets uitsluiten omdat altijd alles mogelijk is. Maar niet alle scenario’s zijn even realistisch. Het lijkt te gaan om een brand uit wraak. Politioneel onderzoek zal hopelijk uitwijzen wat er gebeurd is en wie de brandstichters en opdrachtgevers waren. Niet te rijmen valt dat daarbij cultureel erfgoed wordt vernietigd. Hoewel het begrijpelijk wordt als het Pende cultureel erfgoed dat in het Gungu Museum werd bewaard door andere stammen als verwerpelijk wordt beschouwd.

Hoe men het ook draait of keert, deze brand stelt opnieuw de vraag centraal waar en hoe het culturele erfgoed van ontwikkelingslanden optimaal kan worden beheerd en welke verplichting rijke landen met hun rijkdom en museale kennis hebben om het culturele erfgoed van ontwikkelingslanden zoals de Democratische Republiek Congo te helpen veiligstellen.

Advertentie

Machtsconflict in top van het Van Gogh Museum komt in openbaarheid. Directeur Gordenker heeft machtsstrijd van commerciële poot gewonnen

Schermafbeelding van deel artikelCommercieel directeur Van Gogh Museum weg na conflict‘ van RTL Nieuws, 28 juni 2021.

Gedonder bij het Van Gogh Museum. Algemeen directeur Emilie Gordenker trad in februari 2020 aan en vond dat het museum te commercieel was. Dat blijkt uit onderzoek van RTL Z waarover RTL Nieuws bericht. Ze voerde veranderingen door waarbij het belang van de commerciële dochter Van Gogh Museum Enterprises (VGME) werd afgeschaald. Voormalig directeur Ricardo van Dam van VGME is vanwege de herstructurering vertrokken. Ook andere MT-leden vertrokken, maar Gordenker ontkent dat dat een gevolg is van de herstructurering.

Dit conflict viel te verwachten. Het Van Gogh Museum liet zich de afgelopen jaren kennen als de hoer van de Nederlandse museumsector die zich voor veel geld verkocht. Dat was onprettig om te zien.

In september 2020 twijfelde ik over de koers van Gordenker en schreef in een commentaar het volgende:

'Wat is er aan de hand met de marketing (buying & merchandise, logistiek, retail, wholesale, licenties, e-commerce en new business) van het Van Gogh Museum? Dat lijkt alle terughoudendheid verloren te hebben, de kant van de commercie te hebben gekozen en zo het museum overgeleverd te hebben aan de meest biedende. Is dat in de geest van Vincent van Gogh? Of dat iets te maken heeft met een verschoven evenwicht in de directie waar Emilie Gordenker sinds 1 februari 2020 directeur is roept deze ontwikkeling op. Hoewel het commerciële denken al langere tijd in het managementteam vertegenwoordigd is. Ricardo van Dam is sinds 1 april 2017 directeur Van Gogh Museum Enterprises en heeft het vak geleerd op Schiphol met opdrachten op het gebied van commercie en businessmodellen'.

Ik was te ongeduldig. In september 2020 had Gordenker de machtsstrijd met Van Dam nog niet beslist. Ze zat er toen nog middenin. Zo’n machtsstrijd is taai en kan lang duren als medewerkers zich juridisch ingraven. Naar verluidt is de strijd pas begin 2021 beslist met het vertrek van Van Dam. RTL Nieuws zegt daarover: ‘Toen hij een beëindigingsvoorstel niet accepteerde, stapte het museum naar de rechter om hem te ontslaan’. Dat is uiteindelijk gebeurd.

Het was schaamteloos commercieel wat het van Gogh Museum de laatste jaren deed door relaties met bedrijven te zoeken die geen inhoudelijke relatie met Van Gogh hadden. Het Van Gogh Museum lanceerde in 2018 samen met het van oorsprong Californische Vans schoenen en een kledinglijn. En er zijn meer voorbeelden. In een commentaar van augustus 2018 zei ik daarover het volgende:

Het museum heeft de afdeling ‘Van Gogh Museum Enterprises’ die samen met bedrijven ‘branded producten’ ontwikkelt die zijn geïnspireerd op Van Goghs werk. Vans Global Marketing Manager Samantha Goretski verwoordt het in het filmpje vanuit Vans’ perspectief: ‘unfolding art as a fundamental vehicle for creative exploration’. Kunst ontplooien als fundamenteel middel voor creatieve verkenning. Het museum laat zich deze holle marketingtaal aanleunen.

Herstructering binnen een museum geeft altijd gedonder. Teleurgestelde medewerkers die dreigen ontslagen te worden weten altijd wel een nieuwsmedium te vinden die hun grieven en visie in de publiciteit weergeeft. Het bericht van RTL Nieuws zet de toon door directeur Gordenker af te schilderen als een potentaat door wie het hele MT zou zijn vertrokken. Gordenker ontkent dat.

In dit geval lijkt het gelijk echter ondubbelzinnig aan de kant van directeur Gordenker te liggen. Of ze de luxe had om tactisch te handelen om de commerciële poot VGME en Ricardo van Dam te breken die een machtspositie binnen het museum had verworven valt van een afstand lastig in te schatten. Hopelijk kan met het afschalen van het commerciële streven van het museum het aanzien van het museum weer op een hoger niveau worden getild.

Schaamteloze commercie zoals het Van Gogh Museum die bedreef zou voor geen enkel serieus kunstmuseum een aannemelijke optie moeten zijn. Maar niet alle museumdirecteuren doorzien dat. Ze laten zich verblinden door het geld dat zo’n commerciële afdeling binnenharkt. Maar daarmee verkoopt een museum zijn ziel.

Kerk in Noord Carolina brandt af dankzij Gods kracht

In het Amerikaanse Denton (North Carolina) is in de nacht van 18 op 19 december 2018 de Siloam United Methodist Church afgebrand. Het gebouw dateert uit 1833. Dominee Scott Davis is dankbaar dat er bij de brand niemand gewond is geraakt. Uit een bericht van Christian Headlines blijkt dat de brandweerlieden een koperen kruis van het altaar hebben weten te redden. De vernietigde kerk ziet Davis’ dochter niet als een afwijzing van haar God die ze aanbidt, maar als een teken van Gods kracht omdat het koperen kruis dankzij God kracht gered zou zijn. Zo heeft elk nadeel, hoe klein ook, een voordeel. Zelfs, of juist in godsdienst.

Door toedoen van God brandt een historische kerk uit 1833 af, maar de dochter van de dominee ziet dat niet als een afwijzing van haar God dat er iets fouts gaat of dat het een straf voor het handelen van de gemeente is. Rachel Davis buigt Gods onheil om tot heil. Ze weet in de verzengende vlammenzee een lichtpuntje te vinden. Dat is niet zomaar geloven, dat is geloven tegen beter weten in. Dominee Scott Davis meent dat de gemeente niet bij de pakken neerzit, maar dankzij Gods hulp verder gaat. ‘Ons vertrouwen en onze hoop blijft in Jezus Christus, onze Heer’ zo zegt hij tegen de lokale Courier-Tribune. Redeneerkunst binnen godsdienst is onnavolgbaar. In godsdienst lijkt niks zoals het is. Gods kronkelwegen verklaren alles. Ook de grootste onzin of tegenstrijdigheid. De logica waarom de kerk afbrandt als God deze gemeente helpt is het eeuwige raadsel.

Foto: Schermafbeelding van artikelCross Salvaged from Church that Burned; ‘God Is Very Powerful’’ door Michael Foust in Christian Headlines, 20 december 2018.

Kerstmis met Percossi in vuur en vlam: Voor en na

tumblr_m1cvg4xP3M1r9zd57

Een videowerk van de Italiaanse kunstenaar Eugenio Percossi uit 2007: Christmas 2007. Of is het 2004? In elk geval voor en na. De fik in de boom. De fik in de kamer. De fik in de kerstmis. Weer eens iets anders dan een gezin rond de boom. Of een rendier met menselijke trekjes. Of een op kosten van de supermarkt zo gezellig etende groep mensen. Kunst ontregelt. Zelfs met kerstmis. Of liever gezegd: juist met kerstmis. Da’s goed zo. Want er moet ruimte zijn voor wedergeboorte. En wat symboliseert dat nou beter dan brand, in vuur en vlam?

new_41ae6a05c833a

Essentie om inhoud te vinden in museumplannen Utrecht en Amersfoort is tot mislukken gedoemd

In het in juni 2012 in opdracht van het Amersfoortse college gemaakte rapport ‘De Kiemkracht van Amersfoort’ adviseert voormalig Rijksadviseur voor het Cultureel Erfgoed Fons Asselbergs om de Elleboogkerk en Museum Flehite ondergronds met elkaar te verbinden. Dat ziet-ie als kansrijke, eerste optie. De Elleboogkerk zou dan voor moderne kunst van 1850 tot 1950 gebruikt kunnen worden. De onderdoorgang wordt ook expositieruimte. Museum Flehite plus Elleboogkerk krijgen de naam Museum Amersfoort.

Het concentreert zich dan op de hoofdlijnen ‘cultuurhistorie (inclusief Amersfoortse oude kunst) en moderne beeldende kunst‘. In de taakverdeling neemt kunsthal KAdE de internationale hedendaagse kunst voor de rekening. Vraag is waar in Amersfoort de kunst van 1950 tot 1962 een plek vindt. Bij genoemde taakverdeling tussen KAdE en Museum Amersfoort zal het gat tussen 1950 en de hedendaagse kunst met de jaren groeien.

Op 22 oktober 2007 werd de Elleboogkerk door brand verwoest. Het Armando Museum was er gevestigd. Ondanks een convenant, afspraken en toezeggingen aan de toenmalige beheerder Amersfoort in C besliste het college vanwege economische tegenvallers dat het Armando Museum niet terug kon keren naar de Elleboogkerk. Na een moeizame besluitvorming, scepsis van de hele raad over de onderbouwing van de plannen en een bruidsschat van 1 miljoen is de Armando Collectie in 2012 naar Oud-Amelisweerd verhuisd.

Op 21 juni 2012 nam het Utrechtse college bij monde van wethouder Lintmeijer de motie 55: ‘Armando zonder overheidsgeld‘ over. Hier staat in dat de gemeente via huur, de bijdrage in de exploitatie of hoe dan ook geen cent subsidie verleent aan Museum Oud-Amelisweerd. Tevens zegde Lintmeijer aan VVD-raadslid Jesper Rijpma toe de opbouw van de meerjarige kostprijsdekkende (ook: marktconform) huur aan de raad te verstrekken. Uit gesprekken buiten de raad bleek me dat aan twee instanties hier advies over gevraagd werd. En rond 1 oktober de gegevens verstrekt zouden worden aan de raad. Da’s openbaar nog steeds niet gebeurd.

Wat leren we ervan? Exploitant Stichting Museum Oud-Amelisweerd kan zonder reserve de kleinste tegenslag niet opvangen. Een raad ziet het aan, gaat met een exploitant in zee die onmiskenbaar bedrijfseconomisch zwak is en houdt de hand op de knip. Amersfoort krijgt een advies waarvoor tientallen gesprekken gevoerd zijn met als uitkomst ondergronds bouwen in een historische binnenstad. De moderne kunst moet naar de Elleboogkerk, terwijl het Amersfoortse college in 2010 de Armando Collectie de kerk uitdreef omdat het geld op zou zijn. Logica in de cultuurpolitiek is soms ver te zoeken. Wereldvreemdheid is echter ruim voorradig. Als het niet zo triest was, dan zou er voor een kunstliefhebber heel wat te lachen zijn om dit absurdisme.

Tegenbeweging met Occupy en Génération Identitaire zoekt een oplossing

Joris Luyendijk heeft in zijn column BankingBlog in The Guardian een antropologische blik op de banksector. Interessant was zijn recente column: Occupy, the global brand. Op reis in Duitsland ontmoet-ie in Frankurt Thomas Werner die deel uitmaakt van Occupy Money. De vraag of Occupy een wereldmerk kan worden zoals Greenpeace staat erin centraal. In de reacties klinkt volop scepsis. Want zo’n Occupy zal de structuren niet veranderen. Zoals Greenpeace evenmin een paradigmaverandering voor het milieu heeft kunnen bereiken.

In de NRC verschijnt wekelijks een Nederlandse bewerking die losjes gebaseerd is op de Guardian-column. Deze week onder de titel : ‘Zou het kunnen, een rechtse Occupy?‘ Luyendijk beantwoordt de vraag niet, maar probeert zich serieus in de tegenbeweging te verplaatsen. Hij wisselt zijn zoektocht naar Occupy uit de Guardian-column in voor cynisme over het functioneren van de bankensector. Dat ook toezichthouders wegkoopt en ‘politici die het financiële kartel in stand houden, weten dat hun straks lucratieve posities wachten als bankier, ‘speciaal adviseur’, commissaris of bestuurder’. Hoe dat werkt bewees in een andere sector afgelopen week de voormalig nummer 2 van de PvdA Nebahat Albayrak die door Shell ingelijfd werd.

Door de vermenging van politiek en bedrijfsleven heeft dat laatste de belangen in dat eerste veilig gesteld. En is zo goed als ontastbaar geworden. Wat blijkt uit het uitblijven van structuurwijzigingen die het financiële kartel inperkt. Het conglomeraat van bankiers, politici, toezichthouders, accountants, journalisten en wetenschappers is een gesloten en in zichzelf gekeerde wereld waar de burgers niet toegelaten worden. Maar het conglomeraat wordt wel op kosten van die burger in stand gehouden. Hoe dat te doorbreken?

Gisteren schreef ik begrip te hebben voor Franse rechtse jongeren van de Génération Identitaire: ‘Dus in de maatschappijkritiek van de jongeren kan ik me vinden. (..). Interessant is dat die kritiek voor een groot deel identiek is met wat de Occupy-generatie, ‘mavericks’ als de Amerikaanse libertarier Ron Paul of echt onafhankelijke -niet pseudo-progressieve- critici en journalisten zeggen. Namelijk dat het individu wordt vermalen in de samenwerking tussen grote bedrijven en overheden. En dat dit door media nauwelijks wordt gemeld omdat ze tot onderdeel van de macht zijn gemaakt’. Luyendijk probeert zijn collega’s te corrigeren.

Het gaat bij het zoeken van een verklaring voor de malaise niet om immigranten of nationale identiteit. De bankier is de oorzaak van de crisis. En waar-ie voor staat in zijn onmaatschappelijkheid. In een omgeving die doorgaans even blank, westers en geïntegreerd is als de Identitaire Generatie zelf. Maar onnoemelijk lastiger te bestrijden valt dan een willekeurige immigrant. Maar de analyse klopt dat het belang van de burger is uitverkocht door de elite. Greenpeace of revolutie? Nu de oplossing nog. Die in ieder geval uit de marge komt.

Foto: Omslag van boek : ‘Eléments pour une contre-culture identitaire‘ van Philippe Vardon-Raybaud

Amersfoort wacht miljoenenstrop vanwege claim Elleboogkerk

Amersfoort heeft een bijzonder museumbeleid. Het betaalt talloze miljoenen voor een museum dat het niet heeft. Het zit zo. Op 22 oktober 2007 werd de Elleboogkerk door brand verwoest. Het Armando Museum was er gevestigd. In 2010 verbreekt het Amersfoortse college de belofte tot herbouw. Het gemeentebestuur verbreekt eenzijdig de in 1998 afgesloten prestatieovereenkomst. Voorzitter van Amersfoort-in-C Gerard de Kleijn is not amused, hij beschouwt het niet nakomen van de afspraken als onbehoorlijk bestuur. Om het leed voor het Armando Museum Bureau af te kopen besluit de raad onder veel protest de oude organisatie een bruidsschat van 1 miljoen mee te geven voor een doorstart in landhuis Oud-Amelisweerd in Bunnik. Maar van een leien dakje gaat de besluitvorming niet, de Amersfoortse PvdA beticht het college van misleiding.

Er klink ook andere kritiek op het Amersfoortse gemeentebestuur die overigens in heel Nederland speelt. Zo vraagt raadslid voor GroenLinks Hiske Land zich in 2010 af in een betoog dat probeert weg te komen van de actuele politiek wat het openbaar bestuur eigenlijk nog in de melk te brokkelen heeft bij het museumbeleid. Culturele ondernemingen gaan hun eigen gang en de raad mag desgewenst de tegenvallers aanvullen. Coördinatie en een evenwichtige afweging ontbreken omdat het beleid van incident naar incident hobbelt en het gemeentebestuur zich door toevalligheden laat sturen. Zoals de brand in de Elleboogkerk.

SRO is in 2007 de vastgoedontwikkelaar van de Elleboogkerk die in 2010 door de verzekeraars formeel is gedagvaard, aldus RIB 2012-118 van de gemeente Amersfoort. Samen met de loodgieter DI is SRO door de verzekeraars van het Armando Museum hoofdelijk aansprakelijk gesteld ‘voor de schade die is ontstaan door de brand. Het bedrag van de schade wordt in de dagvaarding gesteld op ongeveer € 5 miljoen‘. Vandaag wordt de zaak in de Utrechtse rechtbank mondeling behandeld, naar verwachting moet SRO betalen.

De gemeente Amersfoort is voor 50% aandeelhouder in het bedrijf SRO. Op 1 januari 2008 is Haarlem ook als 50% aandeelhouder toegetreden tot de NV SRO onder de voorwaarde dat een mogelijke claim van de verzekeraars voor de schade aan de Elleboogkerk door de gemeente Amersfoort gecompenseerd wordt. Zodat Haarlem als aandeelhouder in SRO niet geraakt wordt door de schadeclaim. En Haarlems vermogenspositie in de SRO niet wordt aangetast. De RIB zegt: ‘Met de gemeente Haarlem is afgesproken dat Amersfoort de gemeente Haarlem primair zal compenseren uit de dividenduitkeringen die SRO aan Amersfoort uitkeert. Als dit na vier boekjaren ontoereikend is, komt de restant-betaling ten laste van de gemeentelijke begroting.’

De hoogte van de schade voor Amersfoort hangt af van de schuldvraag. Derving aan inkomsten uit dividenden en restant-betaling kan in de miljoenen lopen. Het Armando Museum blijft Amersfoort achtervolgen. Notabene voor een Museum Oud-Amelisweerd waarover de Amersfoortse raad in februari 2012 zegtDe raad heeft de nodige reserves bij de haalbaarheid van het Ondernemings- en huisvestingsplan van Museum Oud Amelisweerd. Met de subdidieregeling worden de financiële risico’s voor Amersfoort verminderd.

Foto: Brand Amersfoortse Elleboogkerk, 22 oktober 2007