Bedenkingen bij de marketingcampagne ‘Bingo Battle’ om jonge mensen enthousiast te maken over musea. Hoe loos is de ambitie?

Het artikelBingo Battle! Herontdek het museum met 7 BN’ers: van rappers en vloggers tot acteurs!’ op de website Kids en Jongeren Marketing gaat in op de vraag hoe jonge mensen enthousiast te krijgen zijn over musea. De marketingsite stelt dat het ‘een vraag [is] die de instellingen al langer bezighoudt en ook voor de overheid is het een hot item. Daarom hebben MuseumTV en CJP, met hulp van het Mondriaan Fonds, de Bingo Battle in het leven geroepen. De gekozen nieuwe aanpak is ‘een ‘challenge’ in een street art huisstijl die goed past bij het kijkgedrag van deze jongeren’. De marketing wordt opgebouwd rond ‘doelgroepsrelevante BN’ers’. Dus mediapersonen die bekend zijn bij de jongeren of waarvan de marketeers denken dat dat zo is.

De aanpak wordt in het artikel uitgelegd: ‘Musea zien in dat jongeren, voor wie kunst en cultuur misschien minder vanzelfsprekend is, absoluut te interesseren zijn voor dit onderwerp – mits het op een andere manier wordt aangepakt. Jonge mensen kijken namelijk op een andere, meer intuïtieve manier naar kunst, cultuur en wetenschap: ze willen dingen ontdekken vanuit hun eigen interesses. Ze blijken vooral geïnteresseerd in cultuur die aansluit bij hun jeugdcultuur en belevingswereld en het internet is voor hen een belangrijke bron voor cultuurparticipatie.’ Het voorbehoud ‘misschien’ maakt duidelijk dat dit niet voor iedereen geldt omdat er vele soorten jongeren zijn. De marketingcampagne is vooral gericht op mbo-leerlingen zoals CJP Directeur Walter Groenen stelt. Daarom is de opzet van de campagne verhullen en niet helder over de doelgroep die het tracht aan te spreken. Opmerkelijk is ook dat de ‘doelgroeprelevante BN’ers’ allen afkomstig zijn uit het populaire lichte amusement. Hebben jongeren alleen daar interesse voor of kunnen ze zich alleen daar mee identificeren? Dat lijkt jongeren niet serieus te nemen en te reduceren tot consumenten van lichte kost.

Het is vanzelfsprekend prima om jongeren (of mbo-leerlingen) in contact te brengen met kunst en musea. Maar dit betekent niet dat alles kan en de marketing van de Bingo Battle! de juiste aanpak gevonden heeft en geen nadere bedenkingen verdient. Ermee worden ten behoeve van de marketing, musea en kunst eenduidig in de hoek van het spektakel en vermaak en de beleving geplaatst. Het levensgrote risico is dat de jongeren door deze marketing enthousiast worden over musea, maar daar tegelijk een vervormd beeld van krijgen dat ze hun hele leven niet meer kwijtraken. Dan is de marketingcampagne voor de looptijd ervan geslaagd omdat jongeren de weg naar het museum weten te vinden, maar zijn in dat proces het beeld wat jongeren van musea en kunst hebben en de musea zelf zo gecorrumpeerd dat het voor de lange termijn averechts werkt.

De opgave om jongeren of laagopgeleiden voor kunst en musea te interesseren is geen makkelijke. Als de samenleving vindt dat deze verbreding nodig is, dan moet er beleid ontwikkeld worden om deze lastig te bereiken doelgroepen te interesseren. Het is vanzelfsprekend om dit via het onderwijs te realiseren. Hoewel de vraag blijft waarom zoveel mogelijk jongeren met kunst en musea in aanraking moeten worden gebracht als dit bij hen zoveel weerstand oproept en alleen in een gepopulariseerde vorm kan. De functie van kunst staat haaks op hoe die in de marketingcampagne wordt voorgesteld. Kunst valt niet te reduceren tot beleving en is al helemaal geen ‘pretentieloze manier van kijken’, maar het omgekeerde. Het lijkt er dan ook op dat de marketingcampagne meer kwaad dan goed doet. Of in elk geval elementen bevat die verkeerd uitpakken.

De reden dat dit lijkt te kunnen gebeuren is dat vele marketeers van buiten de museumsector en marketing-afdelingen van musea toestemming hebben gekregen om deze campagne op te zetten met als allesbepalende opdracht en criterium het vergroten van het bereik. Dat drukt de inhoud van kunst én de wetenschappelijke deskundigen binnen museumsector en bij kunsthistorische instituten weg. Wat overblijft is een lege huls van vermarkten die vele doelen dient: het idee van daadkracht, een antwoord op de eisen van de politiek, en de beschermende onzichtbaarmaking van de museumsector door dicht aan te schurken tegen het populisme.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelBingo Battle! Herontdek het museum met 7 BN’ers: van rappers en vloggers tot acteurs!’ door ‘gastblogger’ (‘Onze gastbloggers zijn allemaal autoriteiten op het gebied van kids- en jongerenmarketing’) op Kids en Jongeren Marketing, 25 september 2018.

Petitie: Nederland heeft recht op een duurzaam vluchtelingenbeleid

care

Iedereen met een internetverbinding en een missie kan in een handomdraai een petitie schrijven. Dat staat interessant. Talloze platforms voorzien in de behoefte. Zo kent Nederland petities.nl of Petities24.com. Bekende internationale sites zijn Change.org, Avaaz.org en thepetitionsite.com. Soms in een Nederlandstalige uitvoering. Ze schreeuwen uit: Start een Petitie. Maar wel hier, bij ons. Met het idee dat hun stem doorklinkt in de besluitvorming wordt gewone mensen voorgehouden dat ze het onrecht kunnen bestrijden of de politiek beïnvloeden. De sites bieden tegen elkaar op. De één heeft 392 miljoen handtekeningen, de ander bijna 122 miljoen mensen die actie ondernemen of zo’n 42 miljoen leden wereldwijd. Petities zijn miljoenenbusiness.

Waarom start iemand een petitie? De redenen zijn uiteenlopend. Dat kan zijn om iets tegen te houden of iets van de grond te tillen. Het kan voortkomen uit machteloosheid of ongenoegen, maar ook uit positivisme en betrokkenheid. Een petitionaris die geen provocateur is probeert gelijkgezinden te bereiken. Mensen die er precies zo over denken. Petities zijn daarom op te vatten als een digitale vorm van archipelisering die door selectie leidt tot eenduidigheid. Daarom moet het maatschappelijk nut ervan niet overschat worden. Anders gezegd, een petitie gaat niet over grenzen, maar spreekt mensen aan die zich toch al aangesproken voelden.

Kan een petitie dan niet overtuigen, dus iemand van mening doen veranderen en tot ander inzicht brengen? Wie weet kan een petitie iemand helpen dat naar boven halen dat er altijd al was, maar waarvan het bestaan onbekend was. Een petitie kan dus helpen in de bewustwording. Ofwel, iemand laten beseffen voor een zaak te staan. Als experiment heb ik bovenstaande petitie opgesteld over het op dit moment heetste hangijzer van Europa: de vluchtelingencrisis. Kan een petitie er echt aan meehelpen om het publieke debat bij te sturen? Ik twijfel. Maar feit dat ik in actie kom maakt wel duidelijk dat het me bezighoudt en ik me zorgen maak over de passiviteit van de politiek en de verharding van het publieke debat. Deze petitie schreeuwt: dat moet anders.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Nederland heeft recht op een duurzaam vluchtelingenbeleid’ op thepetitionsite.com. Tekenen kan hier.

Beeldvorming over vluchtelingen gekaapt door uitersten: asielhaters en welkomstbrigades

Wil de echte bezorgde burger nú opstaan, vraagt Annabel Nanninga zich in een column voor Jalta af. Ze heeft het over de kloof tussen asielhaters en welkombrigades en neemt afstand van beide extremen. Het redelijke midden tot wie ze zichzelf rekent worden volgens haar niet gehoord en serieus genomen. Ze mist hun stem. 

Bovenstaande uitzending van 21 oktober van Pauw (VARA) noemt Nanninga een ‘fatsoensmasturbatiecirkel’: ‘Bij Pauw zaten wat halfvergeten BN’ers hun gratuite weldoenerij uit te venten, met een paar vluchtelingen als levend attest van hun goedertierenheid. Een knappe, gesoigneerde Syriër met een hippe goatee, een doddig meisje, geen mens die gelooft dat deze zorgvuldig gecaste rekwisieten een representatieve doorsnee zijn van de vluchtelingenstroom.’ En ook Geert Wilders kan bij haar geen goed doen: ‘Daarna retweette Geert Wilders een berichtje van iemand die het krijsfestijn ‘een geweldige avond’ noemt, in plaats van zich uit te spreken tegen het ontnemen van spreekrecht aan andersdenkenden. Daar gaat de PVV-stem van de mensen uit het redelijke midden die zich niet vertegenwoordigd en gedemoniseerd voelen door de asielvoorstanders.

sb

Annabel Nanninga heeft gelijk. Wat vertegenwoordigen de vertoningen bij Pauw en van Wilders meer dan de vertoningen van Pauw en Wilders? Waarom wordt de beeldvorming over wat de vluchtelingencrisis is gaan heten zo gedomineerd door de uitersten? Waarom krijgen ze zoveel ruimte in de media? Dus asielhaters en welkomstbrigades die aan de hand van de omstandigheden niet in staat zijn hun voorgevormde mening bij te stellen. Komt dat doordat het midden zich niet uit, geweerd wordt uit de publiciteit, geen directe lijnen naar de media heeft of omdat die mening te genuanceerd is en niet sexy overkomt op (sociale) media? Zodat hun stem ondersneeuwt in het zalvende geluid van welkomstbrigades en de schrille klanken van asielhaters?

Foto: Schermafbeelding van retweet door Geert Wilders van tweet van Sander Booij van 21 oktober 2015.

De naïeve onnozelheid van onze BN’ers over de vluchtelingen

René Cuperus in een opinieartikel in De Volkskrant: ‘Of is de grens bereikt aan de naïeve onnozelheid van onze BN’ers die de grootste geopolitieke en democratische uitdaging van Europa van na de Tweede Wereldoorlog denken te kunnen pareren met teddyberen en gebreide truitjes?’ Waar zijn onze politici die de publieke opinie volgen die op dit moment wordt gevormd door de naïviteit van velen met goede bedoelingen?

Dat is slechte politiek. Wat is nodig voor integratie? Gewoon: gezond verstand, ruimhartige faciliteiten, goede voorlichting, nauwgezet de rechtsstatelijkheid vooropzetten en vooral geen ethiek van goede bedoelingen. Laat men dat bewaren voor de kooravond in eigen kring en daar onze samenleving niet mee belasten.