Budget Gemeentemuseum Weesp grotendeels op aan vaste lasten

wee

Aldus een passage uit het Collegeadvies over Onderwerp: Onderzoeksresultaten en advies gemeentemuseum weesp. Uit de schets van de vier scenario’s voor het gemeentemuseum blijkt van het budget van het museum van € 98.500 liefst € 53.000 aan overhead en € 11.000 aan verzekering op te gaan. Overhead komt niet ten goede aan de doelen van de gemeentelijke organisatie. Na aftrek van € 34.500 loonkosten resteert een vrij besteedbaar bedrag voor het maken van tentoonstellingen, transportkosten, collectie-onderhoud, opslag, representatie en presentatie van € 0. Het college gaat voor scenario 4 met de steekwoorden ‘modernisering’ en ‘citymarketing en de promotie van Weesp’. Raadselachtig is wat bedoeld wordt met het voornemen ‘Dus wel investeren in modernisering en meer bekendheid, maar minder ingrijpend en met beduidend lagere kosten’. Betekent dat laatste een lagere overhead? Alleen daar valt winst en continuïteit te halen.

D66 Weesp zet bij monde van fractievoorzitter Christian Zierleyn vraagtekens bij de hoogte van de overhead die met meer dan 50% van het jaarbudget disproportioneel hoog is. Het richt de kritiek op wethouder Peter Eijking (PvdA) die zich beroept op afspraken over een verdeelsleutel. Maar onduidelijk is volgens welke norm dit wordt berekend. Het lijkt op verkapt bezuinigen ten koste van het museum. Bestuurders verbinden al te graag museumbeleid met promotie, citymarketing en onroerend goed beleid. Volgens marketeers is de citymarketinghype trouwens over het hoogtepunt heen. Weesp, cultuur boven het hoofd. Dat vat het samen.

d66

Foto 1: Schermafbeelding van passage op pagina 5 over kosten in advies ‘Onderzoeksresultaten en advies gemeentemuseum weesp’ van het College van Weesp.

Foto 2: Schermafbeelding van tweets van 1 februari 2015 van D66’er Weesp Christian Zierleyn.

Veilt Frankrijk straks museumstukken uit economische motieven?

fra

Economisch gaat het Frankrijk niet goed. Het land moderniseerde niet toen het kon. Nu de Europese economie stagneert is het te laat. President François Hollande maakt geen sterke indruk, aarzelt en weet het land niet te overtuigen. Frankrijk zit tegen een identiteitscrisis aan. Het heeft vooral in Europa aan invloed verloren en koestert een eigenheid waarvan het de vraag is of het die luxe nog kan opbrengen. Op de scheidslijn van Noord en Zuid wordt het land steeds meer als zuidelijk beschouwd. Wat geassocieerd wordt met potverteren en uitstellen van beslissingen, maar ook met verzet tegen het neoliberalisme. Maar er is de culturele rijkdom.

The Local wijst op een list die Frankrijk mogelijk uit de mouw tovert, hoewel het wel niet zo’n vaart zal lopen. Namelijk de verkoop van kunstwerken uit staatsbezit om de schuldenlast te verminderen. Dus verkoop van kunst uit economische motieven. Een recent parlementair rapport schetst de contouren van het ontzamelen. Guillaume Cerutti werd door de commissie culturele zaken en onderwijs geraadpleegd en spreekt over ‘groteske verspilling’ van werken in nationale collecties. Cerutti is hoofd van Sotheby Frankrijk, dus het is logisch dat hij ervoor pleit om kunstwerken uit staatsbezit die door musea worden beheerd te veilen. Dit zou kunnen worden uitgevoerd binnen een nieuwe erfgoedwet die voor de lente in het verschiet ligt.

Ontzamelen van openbaar kunstbezit is in Nederland geen taboe meer. Het gebeurt al langer dan 20 jaar en ook het debat daarover wordt al zo lang gevoerd. De vraag is niet of, maar hoe er wordt ontzameld. En hoe de opbrengst mag worden gebruikt. Consensus is dat verkoop uit economische motieven ontoelaatbaar is. Door richtlijnen is ontzamelen aan voorwaarden verbonden die niet altijd verplichtend zijn. Dat wordt dwingender gemaakt om topkunst te beschermen, maar ook om inzichtelijk te maken wat dan wel verkocht kan worden. Overigens zegt het feit dat een museumobject nooit op zaal getoond wordt niet dat het geen belang heeft of dat het in de toekomst geen toegevoegd belang krijgt. Het profijtbeginsel werkt indirect. Uit de publiciteit blijkt alsof cultureel Frankrijk nu pas wakker wordt. Da’s een misverstand. Maar het moet wel en garde zijn.

Foto: Schermafbeelding artikel uit de Franse zakenkrant BFMTV, 3 januari 2015. (eigen vertaling:) En als de staat kunstwerken uit musea verkoopt om te investeren? // Een parlementair rapport dat net is vrijgegeven benadrukt het zeer grote aantal verzamelde kunstwerken in museumdepots dat nooit wordt tentoongesteld. Een deel ervan zou kunnen worden verkocht om geld te genereren. Heiligschennis? // En als de staat of lokale overheden kunstwerken verkopen die opgestapeld liggen in de museumdepots om andere werken te kopen of gewoon middelen vrij te maken om te investeren of schulden af te betalen? // Terwijl het Ministerie van Cultuur voor het voorjaar een grote wet voorbereidt over ‘erfgoed’, verdient de vraag op zijn minst te worden gesteld. Zelfs als ze de puristen laat stijgeren.

Duitsland zegt nu pas dat eurozone Grieks uittreden aankan

Kanselier Merkel sluit het verlaten door Griekenland uit de eurozone niet langer uit, volgens Der Spiegel. De zogenaamde Grexit. Reden dat het nu mogelijk is zou de vooruitgang zijn die sinds de eurocrisis van 2012 is gemaakt. De eurozone kan een stootje hebben dat het in 2012 niet aankon. Ofwel, hebben Duitse en Franse banken die leningen aan Griekenland hadden uitstaan blijkbaar hun posities versterkt? Als Alexis Tsipras van het linkse Syriza de verkiezingen op 25 januari wint, en naar verwachting onderhandelingen over de Griekse schuld op de agenda zet, dan haakt Duitsland af. Niet toegeven is het signaal dat kanselier Merkel afgeeft.

De uitspraken van Angela Merkel komen tegen de achtergrond van een stagnerende Europese economie, een dalende euro, en kritiek op het beleid van bezuinigingen dat de afgelopen jaren geen alternatieven toestond en als rigide wordt ervaren. Er resteert een beeld van een fantasieloze economische politiek en wantrouwen in de politieke leiding van Europa die vermengt wordt met neerbuigendheid jegens Zuid-Europese landen en stoken door andere landen zoals Rusland om de Europese eenheid nog kleiner te maken dan deze al is.

In 2011 bekritiseerde toenmalig bankpresident Nout Wellink Geert Wilders die geen geld meer wilde geven aan Griekenland. Wellink: ‘Het is gevaarlijk om te zeggen dat we Griekenland moeten laten vallen. Europa is een werelddeel waar alle economieën, financiële instellingen en markten met elkaar zijn vervlochten.’ Wellinks opvolger Klaas Knot was in september 2011 minder resoluut: ‘Alle inspanningen zijn erop gericht dit te voorkomen, maar ik ben nu minder stellig in het uitsluiten van een faillissement dan ik een paar maanden geleden was.’ Oncontroleerbaar is wat het verschil precies is dat een Grexit in 2012 niet en in 2015 wel mogelijk maakt. Complicatie is dat politieke leiders niet zeggen wat ze doen en altijd doen wat ze zeggen.

Werkelijkheid te complex voor politiek. Circus met veinzen, jokken en schimpen

1916_clowns

In de dagen voor de gemeenteraadsverkiezingen komt naar buiten dat de gemeente Rotterdam bezuinigt op haar topambtenaren. Directeuren van gemeentelijke diensten verliezen hun bonusregeling. Zo bericht Binnenlands Bestuur. Het is een voorstel van oppositiepartij GroenLinks dat het anderhalf jaar geleden niet haalde in de raad. Topambtenaren raken ook hun leaseauto kwijt op initiatief van GroenLinks. Maar waarom wordt het nu pas door het door de PvdA geleide college overgenomen? Het is ronduit ongeloofwaardig dat de maatregelen nu pas genomen worden door het Rotterdamse college van PvdA, VVD, D66 en CDA. 

Burgers begrijpen dat het openbaar bestuur harde maatregelen moet nemen. Zaken worden door de politiek mooier voorgesteld dan ze zijn. Ze pimpen hun eigen verdiensten op. Het hoort erbij. Politici zijn als grote kinderen. Burgers begrijpen het mechanisme van de egotripperij. In een gesprek voor NRC met Joyce Roodnat omschrijft de Peruaanse schrijver en voormalig presidentskandidaat Mario Vargas Llosa de nadelen van de politiek als volgt: ‘Dat je de hele tijd moet liegen. Iets anders is onmogelijk. Je ontkomt niet aan concessies. (..)  Ik loog principieel niet. Ik vertelde precies wat ik van plan was te doen en ook welke offers dat zou vragen. Dat was mijn achilleshiel. Het maakte me een makkelijk doelwit. Mij kostte het mijn kandidatuur. Maar het was leerzaam. Ik heb geleerd dat de werkelijkheid te complex is om hem volledig rationeel te controleren.

Het Rotterdamse college met liefst acht (!) wethouders neemt een bezuinigingsmaatregel die het anderhalf jaar geleden ook al had kunnen nemen. Maar daarmee tot enkele dagen voor de gemeenteraadsverkiezingen wachtte. Andersom gebeurt straks het omgekeerde. Raden en colleges gaan miljoenen bezuinigen. Maar nu zwijgen partijen eensgezind. Als een besloten club die elkaar tussen de eigen muren de kop inslaat, maar tegen buitenstaanders zegt er samen uit te komen. Politieke partijen voeren weliswaar hun abstracte gesprek over accenten tussen veiligheid, zorg en andere voorzieningen, maar worden niet concreet. Mede omdat nog zoveel onzeker is. Vanwege de mist die ze zelf opwerpen. Maar als kunstliefhebber weet ik niet op welke partij ik moet stemmen. Zoals dat voor andere kiezers weer voor andere beleidsterreinen geldt. Kiezers worden bewust in het ongewisse gelaten. En moeten vertrouwen in symboolpolitiek. Zoals in Rotterdam. Onnozel.

Foto: Clowns met kostuums begin 20ste eeuw.

Bezuinigen doodt. Over samenleving, gezondheidszorg en cultuur

In Griekenland werd in 2012 de geldkraan dichtgedraaid. Met gevolgen voor het onderhoud van monumenten. Terwijl cultuur bij verstandig beleid geld oplevert vanwege het toerisme. Griekse archeologen startten in 2012 een campagne. Een jaar later zijn ze ontslagen of lamgeslagen. Bezuiniging doodt, austerity kills, blijkt uit een studie van David Stuckler en Sanjay Basu. Bezuinigen kost levens. Zo hard en concreet is het. Sinds overheden hun bezuinigingsprogramma’s invoerden leidden crisis en de crisis van de bezuinigingen tot meer dan 10.000 extra zelfmoorden en meer dan een miljoen extra gevallen van depressie in de VS en Europa. In Griekenland breekt voor het eerst sinds 40 jaar malaria uit. Is het dat waard? Het belang van cultuur bestaat er ook uit dat het burgers herkenning, trots en menselijkheid geeft. Regeringen die dat wegsnijden zijn verantwoordelijk.

Winst Beppe Grillo is hoopvol signaal voor nieuwe partijpolitiek

umano

De uitslag van de Italiaanse verkiezingen is een schok voor de gevestigde politiek. Ook buiten Italië. Oude partijen zijn afgestraft. Vooral voormalig premier Mario Monti die samen met twee centrum-rechtse partijen in de kamer maar net de grens van 10% haalde. Voor zijn bezuinigingsbeleid kreeg Monti schouderklopjes van Europese leiders. Hoewel het woord hervormingen op zijn lippen gebrand leek, kreeg-ie weinig voor elkaar. Waar de oude garde onder hervormingen het terugdringen van overheidsuitgaven en uitkeringen verstaat, zien nieuwkomers als Grillo het uitmesten van de politiek als de belangrijkste hervorming. Hij is niet anti-politiek, maar eigent zich een ander idee van politiek toe. Dat maakt z’n beweging zelfbewust, sterk en ongrijpbaar.

Winnaar met 25% is de vijfsterren beweging van komiek en blogger Beppe Grillo. In de senaat deed-ie het minder goed, omdat daar de minimumleeftijd om te stemmen 25 jaar is. Onder jongeren heeft Grillo veel steun. Evenals maverick Ron Paul die bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen veel jongeren aan zich wist te binden. Partijvorming die zich afzet tegen de oude manier van politiek bedrijven komt overal op stoom. Op 18 februari schreef ik over Julian Assange die een Australische WikiLeaks Party oprichtte: ‘Slimme initiatieven zoals de Italiaanse vijfsterren beweging van Beppe Grillo, de Duitse Piratenpartij en de IJslandse Best Party bieden in z’n ogen een alternatief. Voor Nederland komt de Piratenpartij het dichtst in de buurt.’ 

De opmerking over de Nederlandse Piratenpartij was trouwens m’n eigen toevoeging. Assange had de Duitse Piraten al genoemd. Laat ik mezelf als voorbeeld nemen van een kritische burger die geïnteresseerd is in politiek, maar bij de oude politieke partijen toch geen onderdak kan vinden. In arren moede werd ik vorig jaar lid van de Nederlandse Piratenpartij. Uit een combinatie van woede, verontwaardiging, teleurstelling, protest en verbeeldingskracht tegen de partijpolitiek. Maar hoe de politiek met anti-politiek te bestrijden? Of liever gezegd: met een ander idee hoe politiek werkt dat strijdig is met hoe de politiek op dit moment functioneert.

Grillo verwijst naar internet en het begrip Liquid Feedback. Voorstel over onderwerp A? Leden bepalen het partijstandpunt door online te antwoorden. Dat klinkt veelbelovend, maar een technisch middel is nog geen Liquid Democracy. Zoals de 3D-printer echter de productie van industrieproducten decentraliseert, zo zal het principe van Liquid Feedback de bestaande partijpolitiek decentraliseren. Da’s de toekomst. Alleen, in de overgang tussen oud en nieuw botsen twee wereldbeelden. Zelfverrijking, vriendjespolitiek en geclaimde functies zijn nog verbonden met de Italiaanse of Nederlandse politiek. Essentieel is dat de partijen van de toekomst puur blijven om straks de politiek over te nemen. Over 20 jaar? Best. De jeugd heeft de toekomst.

NaschriftJ.W. Oerlemans sprak in 1990 over de zelfvoldane parlementaire democratie in het artikel Eén-partijstaat Nederland. Tekenend voor de stand van zaken van het politiek-filosofische debat is dat het artikel -evenals de brochure Gastarbeid en Kapitaal (1983) van Anton Constandse– zo goed als onvindbaar is op internet. Of verkeerd geannexeerd wordt. Nederlandse partijpolitiek en media poetsen kritische denkers weg.

Foto: Beppe Grillo, 2013.

Nationalisme vraagt internationale oriëntatie: AIVD

In het regeerakkoord ‘Bruggen slaan‘ tussen VVD en PvdA staat op p. 49 een interessante passage over de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst AIVD: ‘De taken van de AIVD worden heroverwogen. Voor de informatieverwerving in het buitenland wordt overgestapt op samenwerking met buitenlandse diensten en wordt de eigen buitenlandtaak geschrapt.’ Dat leidde tot kamervragen door de kamerleden voor het CDA Madeleine van Toorenburg en Pieter Omtzigt aan minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken.

Minister Plasterk heeft inmiddels verklaard dat het schrappen van de buitenlandtaken van de AIVD niet doorgaat: ‘Schrappen zou betekenen dat de uitwisseling van informatie met buitenlandse inlichtingendiensten in gevaar komt.’ Schrappen beschadigt de onderhandelingspositie. Ronald Plasterk antwoordde Pieter Omtzigt op 7 november op zijn tweet ‘Ben je er na je kennismaking van overtuigd dat de buitenlandafdeling van AIVD moet verdwijnen?‘ ‘met ‘Die gaat niet verdwijnen‘. Een week daarvoor had De Telegraaf in haar kolommen de tegenstanders van kortingen op de AIVD gemobiliseerd: ‘AIVD wordt tweederangs dienst‘. Stel je voor.

Eind goed, al goed? Van Toorenburg en Omtzigt willen zwart op wit van Plasterk dat de buitenlandtaak van de AIVD niet geschrapt wordt. Tevens willen ze weten wat de overwegingen waren om deze te schrappen. Zinvolle vragen want een AIVD zonder buitenlandtaak is een veiligheidsdienst zonder bestaansrecht. Hun vragen gaan feitelijk niet over het functioneren van de AIVD, maar over het het gebrek aan inzicht en internationale dimensie van de onderhandelaars. Geert Wilders is niet langer nodig voor het stoppen bij de grenzen. De paradox is dat voor de bescherming van het nationalisme een internationale oriëntatie nodig is.

Foto: Voormalig ministerie OCW in Zoetermeer, waarin nu de AIVD gevestigd is.

Verkoopt Amersfoort gemeentelijke kunstcollectie om economische redenen?

Kleine gemeenten willen eerder af van het beheer van beeldende kunst dan grote gemeenten omdat ze minder middelen ter beschikking hebben. Dat kan gaan om het ontbreken van een klimatologisch geschikt depot met als gevolg hoge huur van een commercieel depot, het ontbreken van expertise in de gemeentelijke dienst of om het bovengemiddeld korten op cultuur. Wat dan volgt is verkoop, vaak via een veiling.

Zo gebeurde het in Gouda, Tilburg en Nijmegen waar met gemeenschapsgeld verworven publiek bezit onder niet altijd duidelijke voorwaarden in particuliere handen overging. Afstoten van museale objecten door gemeentelijke, provinciale en rijksmusea staat hoog op de agenda. De Raad voor Cultuur veroordeelt het afstoten van museaal bezit om economische redenen in navolging van staatssecretaris Zijlstra. Wat echter ontbreekt is een richtlijn voor museale objecten in niet-museale collecties. Dat lijkt nu in Amersfoort actueel.

Op 9 november 2010 nam de Amersfoortse raad bovenstaande motie aan die zegt dat ‘het op dit moment niet inzichtelijk is wat de gemeente Amersfoort aan kunstwerken bezit en wat daar de financiële waarde van is.’ Deze overweging valt op te vatten als een viervoudige motie van wantrouwen. Het zegt het vertrouwen op in de ambtelijke organisatie die de kunstwerken beheert, of toeziet op het beheer. Het zegt het vertrouwen op in particuliere stichtingen die hun collectie onder publiek beheer hebben gebracht. Het zegt het vertrouwen op in het college inclusief de cultuurwethouder dat toe moet zien op het beheer door de ambtelijke organisatie die het aanstuurt. En de raad geeft zichzelf een brevet van onvermogen omdat het constateert dat het het college er niet afdoende van heeft kunnen overtuigen haar tijdig, passend en volledig te informeren.

In het Overzicht moties en toezeggingen 2011 staat onder 209 over de ‘Verplaatsing Armando Museum naar Oud-Amelisweerd’: in herijkingsnota cultuur wordt een passage aan de Armandocollectie gewijd. Hierbij wordt tevens de totale kunstcollectie tegen het licht gehouden en gekeken welke kunstwerken mogelijk verkocht kunnen worden, om zodoende invulling te geven aan motie X-0.10 (9-11-10). Dat speelt in 2012.

In Amersfoort is volgens de opzet een Kadernota het zwaartepunt binnen een begrotingscyclus. De motie vraagt zowel naar de economische als de artistieke waarde van de kunstwerken in gemeentelijk bezit. Dit kan inhouden dat ze uit economische redenen afgestoten worden. Een voorstel van het college zal dit inzichtelijk maken. Het is aan de raad om al dan niet in te stemmen met de verkoop van de gemeentelijke kunstcollectie.

Foto: Schermafbeelding van motie X0.10

Bankpresident sluit failliet Griekenland niet uit

Vier maanden geleden noemde toenmalig president Nout Wellink van De Nederlandse Bank (DNB) Wilders op economisch terrein een valse profeet die onzin praatte. Het is gevaarlijk om te zeggen dat we Griekenland moeten laten vallen. Europa is een werelddeel waar alle economieën, financiële instellingen en markten met elkaar zijn vervlochten. Aldus Wellink in mei 2011 die op 1 juli 2011 werd opgevolgd door Klaas Knot. Wellink wees erop dat een Grieks faillissement voor de DNB alleen al een schadepost van 4 miljard euro betekent.

Nu praat de opvolger van Wellink ook onzin. Klaas Knot sluit een eventueel failliet van Griekenland niet langer uit. Hij zegt dat in een FD-interview: Ik ben er lang van overtuigd geweest dat een faillissement niet nodig is. Het nieuws uit Athene is echter soms niet bemoedigend. Alle inspanningen zijn erop gericht dit te voorkomen, maar ik ben nu minder stellig in het uitsluiten van een faillissement dan ik een paar maanden geleden was.

Opmerkelijk dat Knot zijn voorganger in het openbaar corrigeert. Afgelopen mei concentreerde Wellink zich op een macro-economisch verhaal en benadrukt de solidariteit en de vermenging van de economieën. Maar hij vergaat te zeggen dat burgers telkens hun portemonnee moesten trekken om de rekening te betalen voor wat banken fout hebben gedaan. Want Griekenland moet in leven worden gehouden vanwege uitstaande schulden van Duitse en Franse banken.

Als de politiek scenario’s schetst is veel mogelijk. Burgers zijn realistisch. Die eerlijkheid heeft tot nu toe ontbroken en Knot zet dat recht. Maar premier Rutte en minister De Jager zouden dat moeten doen. Hun Europese initiatieven die vragen om strenge handhaving zijn goed maar niet gericht aan de Nederlandse burger. De strategie om de burger onwetend te houden was volgens Knot niet langer houdbaar. Het punt was blijkbaar genaderd dat het gevaarlijk werd om niet te zeggen dat we Griekenland moeten laten vallen.

Foto: Politie blokkeert de toegang tot het Parlement in het centrum van Athene; YANNIS BEHRAKIS (REUTERS)

Liberale democratie

I. Liberale democratie kan een voorbeeld zijn. Er zit perspectief in een kleine, krachtige nationale staat, vrijheid voor het individu, een grondwet met grondrechten en een open samenleving met een krachtig publiek debat. De politieke filosofie die dat schraagt is het liberalisme. Als onderstroom van het conservatisme. Da’s geen tegenstelling van progressiviteit, maar van anti-revolutionarisme. Daarom kan er progressief liberalisme bestaan, maar geen revolutionair liberalisme. Vandaar dat de ongelijksoortige VVD, D66 en GroenLinks in dezelfde stroming onder te brengen zijn.

Dit houdt in dat iedereen vrijheid heeft te doen wat-ie wenst, maar niet met voorbijgaan aan bepaalde uitgangspunten. Een duidelijke grens zijn de voorwaarden van de rechtsstaat die uitmonden in het secularisme waaronder de meest uiteenlopende meningen gebracht kunnen worden zonder dat ze conflicteren. Iedereen die de vrije keuze van de open samenleving en het levendig publieke debat accepteert kan er een plaats vinden. Alles gegarandeerd door een neutrale overheid.

Vanzelf gaat het niet. Verhoogde dijkbewaking is nodig. De waakvlam moet aanblijven. De liberale democratie moet elke dag verdedigd worden. Het getuigt van naïviteit om te denken dat er nooit gecorrigeerd hoeft te worden. Ofwel, dat een kleine staat niet optreedt. Anderen de eigen wil opleggen of beperken hoort niet thuis in een liberale democratie. Zo is het ongewenst dat godsdienstig geïnspireerden anderen hun normen opleggen. Hierop kan niet afwachtend gereageerd worden. De staat dient pro-actief op te treden.

De liberale democratie staat van verschillende kanten onder druk. Merkwaardig is dat de grootste dreiging van binnenuit komt. Het is een mechanisme dat fijn afgestemd moet zijn om optimaal te werken. Partijen dienen terughoudend te zijn om hun eigen doelstelling erin te willen verwezenlijken. Daar gaat het mis. Politieke partijen verwarren hun verschillende functies van controleren, beleid maken en besturen. Het is ongewenst dat een regering partij kiest tussen burgers. Daarom is het de vraag of politieke partijen bij de liberale democratie passen.

In elk geval moet voorkomen worden dat partijen een loopje met de rechtsstaat nemen. Zo is de ene partij (PvdA) selectief in het formuleren van plichten en de andere (PVV) in het formuleren van rechten. Zo handhaven partijen (CDA, CU, SGP) de extra juridische bescherming van religie in het publieke debat. Zo zijn bijna alle partijen onvoldoende kritisch jegens het bedrijfsleven.

Partijen die actief het mechanisme van instituties en waarden in standhouden verdienen onze voorkeur. Op dit moment zie ik dat het beste vertegenwoordigd door de liberale partijen van Nederland. Het komt voort uit de uitgangspunten van hun politieke filosofie en doordat ze de laatste jaren het minste zijn blootgesteld aan de verleidingen van de macht.

II. Aan de huidige VVD zijn onvolkomenheden te herkennen. De omgang met duurzaamheid, met cultuur, met veiligheid boven burgerrechten, met de gevolgen van de bankencrisis en de hypotheekrenteaftrek komt gemankeerd over.

Interessant zou zijn om een actuele vorm van liberalisme te formuleren die de meest waardevolle elementen uit het gedachtengoed van de VVD, D66 en GL combineert. Immers levensvatbare parlementaire partijen met een gemeenschappelijke liberale kern. Een vorm die optreedt waar de gemeenschap wordt beschadigd en vrijlaat waar initiatieven worden genomen. Maar partijen zitten zichzelf in de weg.

Dan resteert een vorm van liberalisme waarin duurzaamheid, compassie met de zwakkeren, culturele en educatieve focus, rust in huis boven open grenzen, individualisering en vergroting van burgerrechten, actief burgerschap, politieke hervormingen en een kleinere overheid samengaan met een straf bezuinigingsbeleid, geen staatssteun voor banken en afschaffen van allerhande overbodige subsidies. VVD, D66 en GL kunnen dat afzonderlijk niet bieden, maar samen wel. Door een verstandige uitruil van programmapunten. Een idee voor de toekomst.

Foto: Eugène Delacroix, De Vrijheid leidt het volk (La Liberté guidant le peuple), 1830