Etnisch profileren in het Van Gogh Museum met een ‘servicegesprek’

maxresdefault-1

Met deze bezoeker is een zogeheten servicegesprek gevoerd. Dat doen we dagelijks op reguliere basis. Deze gesprekken zijn erop gericht om bezoekers bijvoorbeeld wegwijs te maken in het wachtrij-gebied, of om bezoekers met grote bagagestukken te informeren over de mogelijkheden deze te stallen.’ Aldus Nieuws.Marokko dat in een bericht deze reactie van het Van Gogh Museum citeert over de Marokkaanse-Nederlander Jaouad die door een museummedewerker werd aangesproken toen hij in de rij voor de kassa stond te wachten. Het museum ontkent dat er sprake was van discriminatie, maar heeft de schijn tegen.

Sprekend over Jaouad gaat de reactie van het museum verder: ‘Hij beschuldigde de museummedewerker van discriminatie, leek niet meer voor rede vatbaar en werd zowel verbaal, als non-verbaal agressief. Het gedrag werd als intimiderend ervaren en is door de museummedewerker getypeerd als een risico-indicator.’ Jaouad ontkent dat hij non-verbaal agressief werd en voelde zich onheus bejegend: ‘Ik had geen tas bij me, stond gewoon rustig te wachten en heb aan niemand gezeten, waarom pikken ze mij uit in de rij? Het is toch raar een zogenaamd servicegesprek te beginnen met de vraag ‘wat kom jij hier doen?’ En dat bij een museum!’ 

Opvallend is dat de museummedewerker volgens Jaouad het volgende heeft gezegd: ‘Er is wel duidelijk op camera te horen dat de beveiliger zegt ‘ik wilde gewoon een normaal gesprek’ en vervolgens vraagt ‘waarvoor wil je die (doelend op de schilderijen die Jaouad aan geeft te willen zien) zien dan en wat is je doel?

Nieuws.Marokko verbindt dit voorval met de zogenaamde profilers die bij en in het Van Gogh Museum en het Rijksmuseum bezoekers observeren. Het Parool besteedde hier in 2015 in een bericht aandacht aan: ‘Zien ze iets verdachts, dan spreken ze iemand aan. ‘Hard nodig in een tijd van toenemende dreiging.’ Dat Jaouad werd aangesproken is dus geen beslissing van een individuele medewerker, maar staand beleid dat van bovenaf is ingesteld. Bezoekers worden door profileren geobserveerd en aangesproken als ze als risico worden beschouwd. Jaouad werd blijkbaar als bedreigend gezien omdat het vreemd wordt gevonden als een Marokkaanse-Nederalnder een museum bezoekt om schilderijen te bekijken. De publicitaire schade voor het Van Gogh Museum is groot. De leiding van het museum moet zich schamen dat het dit heeft laten gebeuren. Jaouad heeft een klacht ingediend en zegt ‘zeer aangedaan te zijn’. Hij zet zijn aangifte vooralsnog door.

Foto: Rij bij het Van Gogh Museum.