Sitalsing geeft argumenten tegen ongekozen monarch en pleit voor open bestuurscultuur

Journaliste Sheila Sitalsing die voor de Volkskrant werkt is Republikein van het jaar (2020). Een bekroning door ‘Republiek’, sinds kort de nieuwe naam van het Republikeins Genootschap.

Sitalsing meent dat de monarchie die wordt bepaald door erfopvolging niet in een modern Nederland thuishoort. Het handhaven van de monarchie vindt zij niet passen bij een goede bestuurscultuur. Volgens haar kan Nederland goed zonder een monarchie. Zij meent dat we in een tijd leven dat de monarchie meer ter discussie staat dan pakweg 20 of 25 jaar geleden. Koning Willem-Alexander noemt ze een jetset-koning en die perceptie van het staatshoofd vergroot volgens haar de afstand van de burgers tot de monarchie. Sitalsing merkt op dat in het actuele debat over transparantie, een open bestuurscultuur, en macht en tegenmacht er geen plek is voor een ongekozen monarch.

Hoewel uit onderzoek blijkt dat de Nederlandse monarchie een van de duurste van Europa is en daarnaast de kosten niet eens transparant zijn vindt Sitalsing dit toch niet het hoofdargument tegen de monarchie. Dat is wel het democratische gemis. Ook vind ze het niet meer van deze tijd dat de kinderen van het staatshoofd gedetermineerd zijn en geen vrije keuze hebben om iets anders te doen.

Sitalsing heeft kritiek op de zogenaamde mediacode die in opdracht van het staatshoofd door de RVD eenzijdig wordt opgelegd aan de Nederlandse media. Op straffe van uitsluiting dienen ze daaraan te voldoen. Dat ziet ze als chantage door de monarchie, maar ook als zwakte van de Nederlandse media die zich bewust laten chanteren. Een en ander past volgens haar niet in een transparant land met een open bestuurscultuur. Zij meent ook dat de mediacode onnodig is omdat media voldoende waarborgen van een eigen journalistieke code hebben om dat te vermijden wat in de mediacode met overmacht wordt afgedwongen.

Eind 2020 bleek in een opiniepeiling van IPSOS in opdracht van Nieuwsuur dat het vertrouwen in koning Willem-Alexander fors is gedaald. De NOS zei in een bericht: ‘In april van dit jaar had nog 76 procent van alle Nederlanders tamelijk veel of veel vertrouwen in de koning, in december is dat nog maar 47 procent’. Als reden wordt het gedrag van  Willem-Alexander genoemd waar forse kritiek op kwam. Tekenend is Youp van ’t Hek die in zijn wekelijkse NRC-column de aanschaf van een 2 miljoen euro kostende speedboat door de koning ter discussie stelt. De later afgebroken reis naar Griekenland midden in de lockdown brachten de geloofwaardigheid en het inlevingsvermogen van het staatshoofd schade toe.

Het is de vraag of er al sprake is van een omslag in het denken over de rol en plaats van de monarchie. Dat er kritiek op de jetset-koning is die het liefst in het buitenland vakantie viert is duidelijk. Het is ook de vraag of de Oranjepropaganda die altijd zo sterk aanwezig was in de media, die zich gewillig lieten muilkorven, langzaam uitgewerkt begint te raken. De tijdgeest van transparantie, tegenmacht en een andere bestuurscultuur waar Sitalsing op wijst maakt steeds duidelijk hoe achterhaald de monarchie is. Die groeit door deze ontwikkelingen namelijk ‘uit de tijd’. Daarom is het moment gekomen om het pleidooi voor een Republiek serieus te nemen.

Is de tijd voor een breed maatschappelijk debat over de plaats van de monarchie binnen de Nederlandse samenleving aangebroken? Koning Willem-Alexander heeft de afgelopen jaren door zijn gedrag zijn eigen glazen en dat van de Nederlandse monarchie ingegooid. Het lijkt zelfs op een provocatie van iemand die er zelf graag het bijltje bij neergooit, maar dat nog niet goed aandurft. Hij wil de voorrechten van zijn functie niet combineren met de verplichtingen ervan. Dat wringt aantoonbaar en valt de Nederlandse bevolking steeds meer op. De volgende stap is dat het volk gevraagd wordt om zich er eens over uit te spreken wat voor staatsvorm Nederland dient te hebben. Dat debat is altijd van bovenaf gemanipuleerd. Dat past niet meer bij deze tijd. Ook in die zin ondermijnt de roep om een nieuwe bestuurscultuur de monarchie.

Gaat Nijmegen het noodlijdende Museum Het Valkhof redden?

De gemeente Nijmegen is vooralsnog niet bereid de portemonnee te trekken voor het in nood verkerende Museum Het Valkhof. Cultuurwethouder Bert Velthuis (SP) houdt zich op de vlakte en houdt alle opties open.

Raad van Toezicht en directeur zitten elkaar in de weg bij Museum Het Valkhof. Met een interim-directeur ertussen

Belangrijk nieuws lijkt te ontbreken in dit filmpje van Omroep Gelderland, maar zeker is het niet. Het staat wel in een toelichtende tekst. Namelijk dat er een tijdelijke Raad van Toezicht is aangesteld of aangetreden die de opdracht heeft een nieuwe Raad van Toezicht samen te stellen. Of er vertegenwoordigers van de oude Raad van Toezicht in de tijdelijke Raad van Toezicht zitting hebben om een nieuwe Raad van Toezicht samen te stellen blijkt niet uit de berichtgeving. Bij Museum Het Valkhof in Nijmegen is een conflict ontstaat tussen directeur Arend-Jan Weijsters en het personeel aan de ene kant en de Raad van Toezicht aan de andere kant.

Het terugtreden van de Raad van Toezicht zou vooruitlopen op de rechtszaak tussen directeur en Raad van Toezicht die Weijsters naar huis stuurde. Het is daarom niet logisch omdat er geen nieuw feit is dat voorzitter Ronald Migo tot vrijwillig aftreden lijkt te bewegen. De directeur vecht het ontslag aan. Jan van Laarhoven is de door de Raad van Toezicht benoemde interim-directeur. Niet alleen in het museum lijkt chaos troef, maar ook bij de bestuurlijke aansturing waar een oude, tijdelijke en nieuwe Raad van Toezicht elkaar opvolgen als een duveltje uit een doosje. En een interim-directeur in opdracht van de Raad van Toezicht met plannen komt terwijl de gedwongen thuiszittende directeur de autoriteit van dezelfde Raad van Toezicht betwist. Radertjes passen niet in elkaar. Van Laarhoven die meent de positie van onpartijdigheid te moeten claimen om de boel vlot te trekken staat niet boven de partijen, maar is deel van de chaos. Dat maakt het nog onoverzichtelijker.

Directeur Kees Wieringa van Museum Kranenburgh stapt alsnog op

kw

Ik heb opstappen wel overwogen’, zei directeur Kees Wieringa van Museum Kranenburgh in Bergen in een interview onder de titel ‘Kranenburgh is geen buurthuis meer’ dat op 24 oktober verscheen in het Noordholland Dagblad. Maar hij dacht niet aan opstappen. Nu wel. Wieringa heeft zijn afscheid aangekondigd, aldus bovenstaand berichtje in NRC. Tot de site van het museum is het nieuws nog niet doorgedrongen.

Zijn positie was onhoudbaar geworden na het interview waarin hij zich onhandig opstelde en forse uitspraken deed over het museum, zichzelf en de rol van de Raad van Toezicht van het museum. Hij eiste een alleenrecht op: ‘Het is zelfs zo dat ik verantwoordelijk ben als de boel instort en niet de raad van toezicht’. Daarmee overspeelde Wieringa bestuurlijk zijn hand. De pianist Wieringa was de verkeerde man op de verkeerde plaats. Achteraf kan alleen maar verbaasd afgevraagd worden waarom hij ooit benoemd werd als museumdirecteur.

Onzorgvuldig bestuur van gemeente Hengelo in de zaak Beernink

RTV Oost geeft een overzichtelijk verslag over het handelen van de gemeente Hengelo in de zaak Beernink. Het gaat over een bestemmingsplan waarmee het gesjoemeld zou hebben. De Utrechtse advocaat Bernard Tomlow is scherp en duidelijk: ‘de Beerninks zijn ongelofelijk genaaid door de gemeente Hengelo‘. De gang van zaken duidt op een gesloten en angstige bestuurscultuur op het stadskantoor in Hengelo. Burgemeester Sander Schelberg (VVD) en de commissievoorzitter blijken niet bereid een interview voor de regionale omroep te geven. Het college wordt gevormd door SP, D66, CDA en PvdA. Volgens Tomlow roept het onzorgvuldig bestuur van het gemeentebestuur het wantrouwen van de burger op. Je kunt het niet meer flikken in 2015. Of toch wel in Hengelo? Commissaris van de koning Ank Bijleveld (CDA) heeft geweigerd om te bemiddelen.

Bestuurlijk veel mis bij Museum Kranenburgh. Wie grijpt er echt in?

deel001alsi01ill23

Het Noordhollands Dagblad plaatste op 24 oktober een interview met directeur Kees Wieringa van Museum Kranenburgh in Bergen onder de titel ‘Kranenburgh is geen buurthuis meer’ met opzienbarende uitspraken. Wieringa benadrukt dat hij een ‘puinhoopsituatie‘ aantrof toen hij drie jaar geleden aantrad en dat hij daar een sterke organisatie van gemaakt heeft: ‘Een sfeer van achterklap heerste: de toenmalige raad van toezicht, gemeente en directie waren in conflict.’ Hij meent de juiste man te zijn: ‘Ik ben ondernemend, eigengereid en eigenwijs, dat moet je ook zijn. Het museum moet niet door een saaie zakelijke manager geleid worden.’

Wieringa heeft bestuurlijk een bijzondere kijk en vond dat hij de situatie juist inschatte en de RvT niet: ‘Het zijn mensen die weten waar ze het over hebben in de cultuurwereld, maar niet wat Kranenburgh betreft.’ En: ‘Het is zelfs zo dat ik verantwoordelijk ben als de boel instort en niet de raad van toezicht’. Met als klap op de vuurpijl de RvT die niet tegen het ‘krachtenveld’ op kon: ‘Ik snap dat het bizar is dat de werkgever moet opstappen, maar Kranenburgh heeft geen traditionele constructie. Je moet bouwen op die sponsoren’.

Henkoo geeft in een column in de wekelijkse Flessenpost uit Bergen zijn visie op de zaak: ‘Een raad van toezicht ontslaat een directeur. Die directeur verzet zich daartegen en vervolgens ontslaat die raad van toezicht zichzelf waarna een machtsvacuüm ontstaat. Een moment waarop de gemeente, statutair, had kunnen ingrijpen. Maar nee, de directeur zette zijn netwerken in om zijn positie te kunnen behouden.’ En: ‘De directeur gaat onverdroten door op de ingeslagen weg. Niks museum, dat moet, in zijn visie, een culturele onderneming worden. En wie kan dat beter doen dan hij? Hij heeft immers de wijsheid in pacht! Zonder hem dondert heel Kranenburgh in elkaar. En, pas op, kom niet aan hem want dan mobiliseert hij zijn stakeholder.’

Henkoo verwijst in z’n column naar een betoog van PvdA’er Haye van der Werf die breed kijkt naar de juiste aanpak voor Bergen als kunstenaarsgemeente: ‘Kranenburgh dreigt ten onder te gaan aan amateuristisch bestuur, ego’s, beperkte middelen en bemoeizucht van de gemeente.’ Het gaat ook om het prestige van het gemeentebestuur: ‘Maar er moet wel een oplossing komen voor “Kranenburg”. Want de gemeente heeft er 5 miljoen in gestoken plus nog eens 500.000 per jaar en we dreigen de risee van cultureel Nederland te worden.’ Haye van der Werf pleit voor een integraal cultuurbeleid: ‘Dat doe je ook niet door een als ‘museumdirecteur’ het alleenrecht op te eisen. Daar zijn andere kwaliteiten voor nodig: cultureel, financieel maar vooral menselijk en qua communicatie. Dat moet je regelen door facilitering, afstemming en creativiteit. Niet door rigide regie, vooropgezette ideeën en een gesloten front ten opzichte van opposanten.

Uit het interview en beide uitingen van Henkoo en Haye van der Werf rijst een beeld op van de verkeerde man op de verkeerde plaats. Het functioneren van directeur Kees Wieringa kan samengevat worden met de steekwoorden: zelfoverschatting, destructief, dominant, manipulatief en lak aan bestuurlijke verhoudingen. Gevoegd bij een gemeentebestuur dat geïnvesteerd heeft in Kranenburgh en bevreesd is om in de ogen van anderen af te gaan ontstaat een situatie waarin de directeur te veel ruimte kan nemen, de bestuurlijke verhoudingen op hun kop worden gezet en informele relaties en netwerken de directeur in het zadel houden.

Zie voor eerdere ontwikkelingen: ‘College Bergen loog over rol Kranenburgh. RvT gepasseerd en opgestapt’.

Foto: Lucebert, Tekening. Uit: Raster 30, 1984.

College Bergen loog over rol Kranenburgh. RvT gepasseerd en opgestapt

berg

De Raad van Toezicht (RvT) van Museum Kranenburgh in Bergen is in augustus 2015 vrijwillig opgestapt. Deze bestond uit voorzitter Els Swaab (advocaat en oud-voorzitter van de Mondriaan Stichting en oud-voorzitter van de Raad voor Cultuur), Edwin Jacobs (directeur Centraal Museum Utrecht), Hans van de Leygraaf (Leygraaf Makelaars Alkmaar), Hans Schoo (programmadirecteur Antoni van Leeuwenhoek Amsterdam) en Jan Sebel (registeraccountant en partner PwC Amsterdam). Reden zou de inmenging door ‘sponsors’ zijn in de relatie met de directeur/bestuurder Kees Wieringa, waarvan de gemeente Bergen er ook één is. De RvT had tijdig aangekondigd Wieringa per 30 september te ontslaan, waarop de sponsors en andere betrokkenen dit zouden hebben tegengehouden. De RvT is werkgever van de directeur en is vanwege alle inmenging afgetreden, ook om het museum niet verder te beschadigen. Daarom is het tot nu toe buiten de landelijke publiciteit gebleven.

In het interpellatiedebat dat op initiatief van oppositiepartijen VVD en Gemeentebelangen op 1 oktober werd gehouden en waarin VVD’er Cees Roem het voortouw neemt wordt door wethouder Odile Rasch (D66) ontkend dat de gemeente heeft geïntervenieerd met als doel Wieringa in functie te houden. Rasch doet berichtgeving in het Noordhollands Dagblad af als onjuist. Maar bovenstaand bericht in hetzelfde dagblad van 17 oktober doet anders vermoeden: ‘Uit notulen blijkt dat de burgemeester en wethouder eerder samen met door Wieringa ingeschakelde advocaat Lucas van Eeghen en jurist Ger Brusche hebben geïntervenieerd.’ Opvallend is dat deze Ger Brusche als ‘slapend’ lid van de oude RvT een nieuwe RvT heeft gerealiseerd zoals wethouder Rasche in het interpellatiedebat uitlegde. Zonder dat Brusche trouwens lid is geworden van deze nieuwe RvT.

In het interpellatiedebat wijst David Jan Zeiler van Gemeentebelangen op het geprivatiseerde Wereldmuseum waar het Rotterdamse college ingreep. Mede omdat het subsidie verleent en eigenaar van de collectie is. Bij Kranenburgh bestaat een soortgelijke situatie, daar is de gemeente voor 90% eigenaar van de collectie. Deze verwijzing van Zeiler geeft aan dat er ook voor een gemeente op afstand mogelijkheden zijn om zich te mengen in de bedrijfsvoering van een culturele instelling die dreigt te ontsporen. Op voorwaarde dat dat via de koninklijke weg van openheid en overleg met de raad gaat. In Bergen lijkt het omgekeerde gebeurd. Het college heeft achter de rug van de RvT om en buiten het overleg met de voltallige raad zich met zaken bemoeid waarover het formeel geen zeggenschap had. Dat zegt alles over de bestuurscultuur van Bergen.

bergennh

Foto 1: Bericht ‘College Bergen loog over rol Kranenburgh’ in het Noordhollands Dagblad, 17 oktober 2015.

Foto 2: Schermafbeelding van ‘VVD Bergen blijft met vraagtekens over situatie Kranenburgh zitten’ op VVD Bergen NH. Zie hier voor de raadsvragen van VVD en Gemeentebelangen (zie Vergaderstukken bij agendapunt).

In Bloemendaal annexeert oud-voorzitter Rotary illegaal deel gemeentepark

In Bloemendaal kan de bezitter van Villa Meerzicht illegaal 770 vierkante meter van gemeentepark Brederode stiekum annexeren -inclusief twee lantaarnpalen en een garage- en met een afgezet hel een half jaar in bezit nemen zonder dat de gemeente dit weet. Zo zegt waarnemend burgemeester Aaltje Emmens volgens RTV NH.

Het valt nauwelijks te geloven. Van tweeën een: of de gemeente stond dit oogluikend toe of de gemeente is niet op de hoogte van wat er in de eigen gemeente speelt. Hoe dan ook een brevet van onvermogen voor het gemeentebestuur van Bloemendaal. Volgens het Haarlems Dagblad is de villabezitter de oud-voorzitter van Rotary Bloemendaal. Zijn naam is Theo Spanjaart. Na alle publiciteit heeft de gemeente inmiddels ingegrepen.

Hoe God verscheen in de politiek van Bedum. En verdween?

Maakt het uit of een gemeente wordt geregeerd door Christelijke partijen? Zelf zeggen ze van wel‘. Aldus een commentaar op RTV Noord. En: ‘Wethouder Henri te Velde (CDA) gelooft zeker dat God zich actief bemoeit met de dagelijkse gang van zaken in zijn gemeente.‘ Maar hij kan het niet bewijzen omdat ‘God zich op dat punt niet laat dwingen‘. Tja, da’s makkelijk, zo kun je van alles beweren. In de Groningse gemeente Bedum.

moliver

Foto: Marilene Oliver, ‘I Know You Inside Out‘, 2001.

Open Data. Weg met de gesloten bestuurscultuur: D66 Nijmegen

touch

Vandaag bespreekt de Nijmeegse raad het raadsinitiatiefvoorstel ‘Open Data van Kristie Lamers (D66). Het geeft het college zes opdrachten mee op het gebied van ‘Open Data‘. D66 meent dat dat “de gemeente Nijmegen van openbaarheid en toegankelijkheid de nieuwe norm voor haar data moet maken. Alle data moet eenvoudig, in een standaard formaat op internet beschikbaar worden gemaakt, tenzij dat strijdig is met belangen als privacy of veiligheid”. D66 beredeneert de openheid niet alleen vanuit de democratie, maar ziet er ook een stimulans voor innovatie en economische activiteit in. Zelfs: ‘Open data zijn dus niet alleen gunstig voor het ontwikkelen en aanbieden van diensten, maar ook voor de verbetering van de kwaliteit van het leven‘.

Openbaarheid en toegankelijkheid in het openbaar bestuur zijn voorwaarden voor goed bestuur, maar verre van vanzelfsprekend. Opvallend in het internettijdperk waarin technisch zoveel mogelijk is. Het openbaar bestuur loopt achter in het bieden van openheid. Vreemd is dat ICT-projecten van overheden vaak mislukken. De basisregel van informatieanalyse is betrokkenheid en medewerking van allen. Zonder dat gaat het niet.

D66, GroenLinks en de Piratenpartij zijn voorstanders om de gesloten bestuurscultuur open te breken. In een toelichting zegt D66: ‘Nederlandse overheden stellen de gegevens (data) die zij verzamelen meestal niet openbaar beschikbaar. Zij hebben daar vaak geen principiële reden voor. Het is eerder een gewoonte dan een keuze.  (..) D66 Nijmegen vindt dat de gemeente Nijmegen van openbaarheid en toegankelijkheid de nieuwe norm voor haar data moet maken. (…) Dat vraagt om een open houding van de gemeente Nijmegen.

Bij een prijsvraag voor de preambule van ‘De Nieuwe Wob; Initiatiefwetsvoorstel GroenLinks voor een transparante overheidvan toenmalig kamerlid Mariko Peters schreef ik: ‘Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is….
’dat niet de ene waarheid de andere blokkeert, maar ideeën elkaar opvolgen, dat inzichtelijkheid in de werking van de overheid de bereidheid van burgers om zich in te zetten voor de samenleving vergroot, dat openheid een voorwaarde is om goed geïnformeerde en betrokken burgers voor de publieke zaak te winnen zodat ze op hun beurt kunnen deelnemen aan een prikkelend debat als voorwaarde voor een open samenleving en dat het daarbij wenselijk is dat de overheid de vergroting van het aantal burgers dat meepraat ondubbelzinnig toejuicht en actief ondersteunt omdat het alleen zo een basis legt onder de democratische orde
….Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze.’

De Raad van State oordeelde in november 2012 in een advies over dit initiatiefvoorstel van GroenLinks dat het onvoldoende onderbouwd was. Ook vond de raad dat de problemen die wel worden genoemd in het voorstel niet veroorzaakt worden door de huidige wet maar voornamelijk door de uitvoering ervan. Dit duidt opnieuw op een gesloten Nederlandse bestuurscultuur die openheid en toegankelijkheid niet als noodzakelijke voorwaarde voor haar functioneren ziet. Maar als een mentaliteit die in de uitvoering openheid tegenhoudt. 

Foto: Hans Wildschut, Touch, 2009. Credits: Hans Wildschut.