Evangelist August Resner stelt dat het christendom geen religie is

Wat is in hemelsnaam de bedoeling van deze video die zegt dat het christendom geen religie is? Het is gemaakt door August Resner van GSKI Emmaus Bergen op Zoom. Dat is naar eigen zeggen een Nederlands-Indonesische, evangelische kerk gevestigd in de Emmauskerk in Bergen op Zoom. GSKI Emmaus wordt sinds januari 2020 geleid door Pastor August Resner.

GSKI (The Voice of the Gospel Church) is een synode of gemeenschap van Pinksterchristelijke kerken gevestigd in Indonesië, onder auspiciën van de Indonesische Pinksterkerken Association (PGPI). De Pinksterbeweging wordt tot het evangelisch christendom gerekend.

Resner meent dus dat het christendom geen religie is. De argumenten die hij voor dit uitzonderlijk standpunt geeft zijn lastig na te volgen. Zijn manier van redeneren valt te omschrijven als omcirkeling door te stellen wat het christendom volgens hem niet is. Zoals ‘het volgen van een reeks religieuze regels‘. Het christendom kent volgens hem ‘geen religieuze voorschriften‘.

Nog steeds weerlegt dat niet het breed aanvaarde uitgangspunt dat het christendom een religie is. Als we religie definiëren als een vorm van zingeving, het zoeken naar betekenisvolle verbindingen, waarbij god centraal staat, gebaseerd op geloven in de leer van de religie, dan voldoet Resners beweging aan de belangrijkste kenmerken van religie. Behalve dat hij religie geen religie noemt.

Hij geeft toe dat de het bestaan van een god belangrijk is door te zeggen dat door bidden gelovigen een relatie tot god kunnen hebben.

Wat is volgens Resner het christendom dan wel? Hij noemt het ‘een verandering in de manier van denken‘. Of ‘verandering van filosofie van leven‘. Zo gaat Resner nog even door. Zijn verwijt is dat mensen de waarheid niet willen horen. Dat zijn ze niet ‘het uitverkoren volk‘.

Waarom zegt Resner dat het christendom geen religie is? Het lijkt erop dat hij afstand wil nemen tot de andere twee monotheïstische godsdiensten, het jodendom en de islam. Zijn christendom zou dan meer dan religie zijn. Dat is zijn claim.

Resner komt hoe dan ook niet over als een gelouterd theoloog of godsdienstsocioloog die godsdienst kan plaatsen in de ontwikkeling van de mensheid. Hij komt over als een religieus hobbyist die aan de hand van passages uit de bijbel en clichés een betoog opbouwt zonder dat hij tot een min of meer dwingende samenhang komt. Zijn korte overdenking hangt als los zand aan elkaar.

Toch is het interessant dat Resner het christendom niet ziet als religie. Dat doet denken aan Geert Wilders die de islam geen godsdienst, maar een ideologie noemt. Maar zover gaat Resner niet als hij over het christendom praat.

Hij mengt humanisme, kerkgang, een manier van leven en aan(bidding) tot een vehikel dat niet genoemd mag worden wat het is: religie. Als het christendom geen religie is, dan is August Resner geen duider van religie.

Advertentie

Belgische theatermakers verklaren dat actie met vervalste Picasso geen publiciteitsstunt is. Maar hun dramaturgische uitleg rammelt

Update 13 januari 2020: Ik had in onderstaand commentaar van november 2018 geen goed woord over voor de Belgische theatermakers Bert Baele en Yves Degryse. Ik vond hun intenties verkeerd, hun dramaturgische uitleg ondermaats en hun handelen onethisch. Nu is er een interview in NRC met de Roemeens-Nederlandse schrijfster Mira Feticu die ze vanwege marketing van hun voorstelling voor de gek hielden. Ze stuurden haar naar Roemenië om haar er een vervalste Picasso op te laten graven. Wat er met Fiticu gebeurde die in goed vertrouwen handelde maakt het er alleen nog maar erger op. Zij verloor haar baan en haar huis door deze twee Belgische theatermakers. Ze wilden niet inhoudelijk reageren op het interview in NRC. Een kanttekening, als Fiticu zegt dat ze Nederlandse humor af en toe flauw vindt. Daar gaat het hier niet om, de flauwe humor was in dit geval Belgisch. Hopelijk zijn Bert Baele en Yves Degryse inmiddels tot het inzicht gekomen dat ze zo niet met mensen om kunnen gaan. Ze zouden zich rot moeten schamen voor hun onverantwoord gedrag. 

Hoe waarachtig is bovenstaande verklaring van het Belgische theatercollectief BERLIN over de vervalste Picasso? Bert Baele en Yves Degryse ontkennen dat het om een publiciteitsstunt gaat, maar hoe geloofwaardig is dat als ze door hun actie intussen volop publiciteit hebben gekregen voor hun voorstelling ‘True Copy’ over kunstvervalser Geert Jan Jansen? Een bericht van RTV Rijnmond komt tot een tegengestelde conclusie en kopt: ‘Belgische theatermakers: ‘Vondst gestolen Kunsthal-Picasso is publiciteitsstunt’. Vooral schrijfster Mira Feticu voelt zich benadeeld. Ze werd in de actie betrokken door een brief van BERLIN die haar op het spoor zette van Picasso’s Tête d’Arlequin die in Roemenië verborgen zou zijn. Het werk werd in 2012 uit de Rotterdamse Kunsthal gestolen. Feticu is woedend en niet te spreken over de actie van de theatermakers.

Dit soort nepnieuws in de kunsten vanwege publicitaire overwegingen begint een patroon te worden. In mei 2018 zocht Museum Het Markiezenhof in Bergen op Zoom de publiciteit met een in scène gezette vondst van een oud boek. Het museum had dat boek zelf verstopt om het zogenaamd bij renovatiewerkzaamheden te vinden. Mede omdat de cultuurwethouder in het complot zat kwam er veel kritiek op. De wethouder gaf achteraf zijn schuld toe door te zeggen dat hij een verkeerde keuze had gemaakt door eraan mee te werken.

In de VS is president Trump verworden tot een volwaardige pathologische leugenaar die zakelijke kritiek op zijn functioneren via een omkering van waarden probeert te weerleggen door de boodschapper van de kritiek te betichten van nepnieuws. Het is een ernstig maatschappelijk probleem. De journalistiek staat van vele kanten onder druk. Media moeten om economische redenen bezuinigen en journalisten ontslaan zodat het inboet aan kwaliteit. Links- en rechts-radicale groepen betwisten de onafhankelijkheid van gevestigde media. Sociale media verdringen door hun dynamiek delen van oude media door het creëren van deelwerkelijkheden met deelwaarheden. Het idee van de waarheid die voor allen geldt wordt bewust en onbewust ondermijnd.

Nu voegt zich in dat koor dat aan de stoelpoten van de oude media en het idee van de waarheid zaagt het Belgische theatercollectief BERLIN dat in de verklaring ontkent de publiciteit te hebben gezocht of zich te hebben bediend van nepnieuws omdat de ‘actie voor ons een onderdeel van de voorstelling’ is. Dat is een onechte uitleg omdat het hiermee de eigen verantwoordelijkheid afschuift. Want dat zou betekenen dat  een voorstelling, tentoonstelling of uitzending per definitie elke leugen of onwaarheid rechtvaardigt. Maar dat is niet zo. Ook niet als de thematiek van vervalsing, leugen of waarheid het onderwerp van een voorstelling is.

De verklaring bevat raadselachtige zinswendingen die vragen oproepen over de zorgvuldigheid en de oprechtheid van de makers. Zoals ‘In True Copy laat BERLIN verschillende werelden en realiteiten op het podium samenvloeien’. Wat dat mag betekenen en wat het met de publiciteitsactie van de vervalste Picasso in Roemenië te maken heeft is niet op voorhand duidelijk. In het theater gaat het immers maar om één werkelijkheid, namelijk de theaterwerkelijkheid die in zichzelf gesloten is en bronmateriaal kan ontlenen aan vele werelden en werkelijkheden. Maar die werkelijkheid op het podium staat niet in direct contact met de werkelijkheid buiten het podium in Roemenië. Een andere raadselachtige zinswending is dat in de voorstelling ‘non-fictie vaak naadloos overvloeit in fictie’. Opnieuw valt lastig na te gaan wat de theatermakers hiermee bedoelen, maar opnieuw bezondigen ze zich aan lui of onzorgvuldig denken. Zeggen ze wat anders dan ze bedoelen en bedoelen ze wat anders dan ze zeggen? Want de voorstelling is fictie die als bronmateriaal delen uit de werkelijkheid, te weten non-fictie gebruikt. Dat loopt niet naadloos in elkaar over, maar valt op elk moment en op elk niveau te onderscheiden. Zelfs in de identificatie van de toeschouwer met ‘de vervalser’.

Dat beide theatermakers de kunsthandel kritisch benaderen is verdienstelijk en een geschikt onderwerp voor een theaterstuk, maar ze overspelen hun hand als ze dat koppelen aan de actie met de vervalste Picasso die ze geen publiciteitsstunt willen noemen. Hoe dan ook hebben ze de actie opgezet met het oog op de voorstelling. De verhaallijn van de vervalste Picasso kan binnen de voorstelling weliswaar een onderwerp zijn, maar kan nooit samenvloeien met de werkelijkheid buiten de voorstelling waardoor fictie en non-fictie in elkaar overvloeien. Dat is per definitie onmogelijk. Daarom is de verklaring fantasie. Baele en Degryse hadden zich beter rekenschap moeten geven van de wereld buiten de theaterwerkelijkheid voordat ze deze actie planden en uitvoerden. Het kan dat de belangstelling voor hun voorstelling toeneemt, maar de journalistiek en waarheid zijn het kind van de rekening. Ze schaden het algemeen belang. Zo bereiken de theatermakers het omgekeerde van wat ze zeggen te beogen, namelijk het koesteren van ‘de waarde van waarheid’.

Foto: Schermafbeelding van verklaringMEER OVER TRUE COPY’S ‘TÊTE D’ARLEQUIN’ van BERLIN.

Vreemde motie over ‘storytelling’ in Bergse raad. Het ging toch om verspreiden van nepnieuws door wethouder en museumdirecteur?

Bovenstaande motie werd afgelopen donderdag 7 juni 2018 in stemming gebracht in de gemeenteraad van Bergen op Zoom door Lijst Linssen en gesteund door Steunpunt Bergen op Zoom, en verworpen aldus een bericht in BN De Stem. De motie verwijst naar een recente actie van het plaatselijke Museum Het Markiezenhof. Een oud boek zou bij renovatie in het museum ontdekt zijn, maar bleek een publiciteitsstunt te zijn. Niet alleen museumdirecteur Cees Meijer, maar ook wethouder Arjan van der Weegen van de grootste fractie GBWP kregen van alle kanten het verwijt nepnieuw te verspreiden. Vooral wethouder Van der Weegen kreeg kritiek omdat hij het vertrouwen in het openbaar bestuur beschaamd zou hebben. Achteraf betuigde hij spijt en gaf hij toe dat hij fouten had gemaakt en het nooit meer zo zou doen. Zie hier voor mijn commentaar.

De motie gaat over het instrument ‘storytelling’ en roept onder verwijzing naar de kwestie in Museum Het Markiezenhof het gemeentebestuur op daarvan tijdelijk af te zien. De motie reduceert ‘storytelling’ tot een instrument van gemeentelijk toeristisch beleid. De motie bevat een misverstand als het zegt dat ‘Aan het concept ‘storytelling ‘ momenteel een zodanig negatief imago kleeft, dat continuering daarvan op dit moment geen positieve bijdrage levert aan het toeristisch imago van onze gemeente.’ Dit gaat voorbij aan wat ‘storytelling’ voor een museum kan betekenen. Het is duidelijk dat door museumdirecteur Cees Meijer en wethouder Arjan van der Weegen fouten zijn gemaakt die het imago van museum en gemeentebestuur negatief hebben beïnvloed. Maar onduidelijk is hoe dit tot de conclusie kan leiden dat hiermee het concept van ‘storytelling’ zou zijn belasterd en niet kan worden gecontinueerd. De motie praat namelijk om de kern van het probleem heen. De oorzaak voor het negatieve nieuws en de vertrouwensbreuk tussen gemeente en burgers is niet het concept ‘storytelling’, maar het verspreiden van nepnieuws door museumdirecteur en wethouder. Valide ‘storytelling’ zou er juist voor kunnen zorgen dat het vertrouwen in het gemeentebestuur hersteld wordt dat door het verspreiden van nepnieuws door wethouder en museumdirecteur is aangebracht.

Storytelling’ gaat niet om liegen en het bewust verkeerd voorstellen van de realiteit, maar om vertellen en presenteren van een verhaal daarbij uitgaande van verhaalelementen die niet strijdig zijn met de realiteit. Er kan best een niet bestaande wereld opgeroepen worden die de beleving van de bezoeker prikkelt, maar voorwaarde is dat de elementen niet strijdig zijn met de feiten. Daarom is het vreemd dat de motie zich focust op ‘storytelling’ dat niet de kern van het probleem was en voorbijgaat aan het verspreiden van nepnieuws door een wethouder. Zo kan zelfs een op het eerste gezicht kritische motie uitgelegd worden als een afleiding die zichzelf het bos instuurt. Deze motie heeft de suggestie van bijten, maar bijt vooral zichzelf in de staart.

Foto: Schermafbeelding van de verworpen motieMotie vreemd aan de orde van de dag inzake storytelling’ ingediend door Lijst Linssen in de gemeenteraad van Bergen op Zoom, 7 juni 2018.

Bergse wethouder en museumdirecteur Het Markiezenhof verspreiden nepnieuws. In hun drang om te scoren met marketing

Het gemeentebestuur van Bergen op Zoom en het lokale museum doen aan het verspreiden van nepnieuws. Het gaat om een oud boek dat in het Museum Het Markiezenhof gevonden zou zijn tijdens een renovatie. Maar het is in scène gezet. Het gemeentebestuur heeft de waarheid ondergeschikt gemaakt aan de marketing.

In de onderste video onthullen wethouder Arjan van der Weegen (GBWP) en museumdirecteur Cees Meijer de vitrine met het symbolische ‘geheimenboek’. Een toneelstukje voor twee heren die niet weten hoe ze zich moeten gedragen en niet beseffen dat hun kortetermijnbelang het langetermijnbelang schaadt. Bedrog hoort niet tot de kerntaken van een wethouder. Bedrog beschadigt de betrouwbaarheid van het openbaar bestuur.

Van der Weegen geeft achteraf zijn fout toe. In een bericht van BN De Stem zegt hij: ‘Ik ben erg geschrokken van wat dit te weeg heeft gebracht. Achteraf bezien moet je concluderen dat dit wellicht een verkeerde keuze is geweest.’ Dat is de klassieke ontwijking van de bestuurder. Hij betreurt niet zijn fout, maar het feit wat het teweeg heeft gebracht. Dat ‘wellicht’ is niet echt het ruiterlijk toegeven van een fout. De raad roept Van der Weegen ter verantwoording. Kwalijk is wat museumdirecteur Cees Meijer zijn medewerkster Daphne Valentijn heeft aangedaan. Hij heeft haar de opdracht gegeven om te liegen en een kulverhaal op te hangen. Het is niet Valentijn, maar Meijer die door de mand valt. Wat hij haar aandoet is een museumdirecteur onwaardig.

In een hoofdredactioneel legt BN De Stem uit dat het verwerpelijk is wat de wethouder heeft gedaan. Des te zorgelijker in tijden van Donald Trump en diens elke dag aangroeiende stroom leugens. Niemand kan volhouden dat nepnieuws geen ernstig probleem is. Het gemeentebestuur van Bergen op Zoom heeft in deze zaak dus niet alleen verkeerd gehandeld, maar mist ook de politieke antenne om juist te handelen. Want anders had het dit niet gedaan. Vooral dat laatste aspect baart zorgen voor de toekomst. Want valt zo’n bestuur nog wel op voorhand te vertrouwen nu de twijfel eenmaal gezaaid is? En zoals BN De Stem opmerkt in het hoofdredactioneel is door deze marketingtruc buiten haar schuld om ook de geloofwaardigheid van media die hier verslag van hebben gedaan beschadigd. Dit alles valt wethouder en museumdirecteur te verwijten.

Foto: Deel van hoofdredactioneel commentaareen overheid moet geen nepnieuws verspreiden’ in BN De Stem, 23 mei 2018.

Petitie: toegang vrouwen tot organisatie carnaval Bergen op Zoom

vast

Gitte Krebbekx pleit in een petitie voor toelating van vrouwen tot Stichting Vastenavend in Bergen op Zoom. Het zijn namelijk 88 mannen die het carnaval in Bergen op Zoom organiseren. De website van deze stichting die het carnaval organiseert zegt: ‘De totale klup besta d’uit zowa achtentacheteg leje. Ammaal manne, die in d’r vrije tijd veul tijd besteeje aan d’organisasie en voorbereidinge van onze Vastenavend.’  Zonder vrouwen.

Ondanks het beroep op de traditie en de verwijzing naar het carnaval als immaterieel cultureel erfgoed door de Sichting Vastenavend is het ongelukkig dat vrouwen niet tot de organisatie worden toegelaten. Cultureel erfgoed dat in beweging is en levend wil zijn dient zich open te stellen voor maatschappelijke veranderingen. Zoals de toelating van vrouwen. Cultureel erfgoed moet veranderen om te kunnen blijven bestaan zoals het is. Da’s de paradox. Kijk naar de steeds veranderende rol van Zwarte Piet bij het Sinterklaasfeest. Bij het carnaval is het niet anders. Gezien de traditie is het wellicht een stap te ver om gelijk de beeldbepalende functies in te laten nemen door vrouwen, maar een plek in de Optocht- of communicatiecommissie moet mogelijk zijn.

Als het de gemeente menens is met emancipatie, dan zou het deze petitie moeten ondersteunen en de Stichting Vastenavend onder druk moeten zetten om de organisatie open te stellen voor vrouwen. De sponsorbrochure omschrijft de rol van de gemeente: ‘De gemeente Bergen op Zoom onderkent het grote maatschappelijke belang en ondersteunt de activiteiten van harte en concreet door een grote [facilitaire] inspanning te verrichten. De uitgaven betreffen de prijzen van de optocht (ruim 50%) en kosten, verbonden aan het vervaardigen van de jaarlijkse prinsenwagen en beheer van roerende en onroerende zaken. ook zijn er kosten verbonden aan evenementen zoals de intocht van de prins, de Kindervastenavend en feestelijke aankleding van de stad.’ De gemeente heeft via de voorwaarden over facilitaire steun een drukmiddel om de Stichting Vastenavend te dwingen vrouwen toe te laten tot de organisatie. Zodat de Stichting Vastenavend met de eigen feestneus op het feit wordt gedrukt dat cultureel erfgoed levend is. Laat dat geen holle leus zijn.

5453358012_b9bce8b0a7_z-2

Foto 1: Schermafbeelding van petitie ‘Vrouwen moeten worden toegelaten in de Stichting Vastenavend’ op Petities.nl. 11 februari 2015.

Foto 2: G. J. Vermeulen, Carnaval, Bergen op Zoom, 1952. Credits: Nationaal Archief/ Collectie Spaarnestad/ G.J. Vermeulen.

Kunst openbare ruimte Bergen op Zoom: weerstand wijkcommissies

zonder titel PD 1

Komt er wel of niet in Bergen op Zoom een kunstwerk in het gebied van de Noordelijke wijken Meilust, Tuinwijk en Noordgeest? Domweg twee berichten over kunst in de openbare ruimte met woordvoerders die het tegenovergestelde beogen. Feitelijk zijn er vijf posities: gemeente, uitvoerende stichting, wijkcommissies, bewoners en kunstliefhebbers/ kunstenaars. Deze verdeling van vijf werkelijkheden naast elkaar tekent de onoverzichtelijkheid en maakt het plaatsen van kunst in de openbare ruimte complex. Waar gaat het over?

Op 17 december brengt de gemeente naar buiten dat er een kunstwerk komt in Noord. De Stichting KidOR (Kunst in de Openbare Ruimte) krijgt volgens BN De Stem van de gemeente opdracht voor de coördinatie. Het maakt er 75.000 euro voor vrij. KidOR-voorzitter Cees Vanwesenbeeck vindt dat ‘veel te weinig’: ‘Wij gaan voor kwaliteit. Daarom willen wij minimaal hetzelfde bedrag loskrijgen van andere subsidiegevers, zoals de provincie.‘ Vanwesenbeeck geeft aan dat dit in tijden van economische tegenspoed niet makkelijk zal zijn. Hij zegt een zeker een half jaar uit te trekken voor de voorbereiding. Zoals het benaderen van kunstenaars via vakblad BK-Informatie. Het thema wordt ‘verbinding’. Een exacte beschrijving van de opdracht ontbreekt nog.

Op 19 december reageert de voorzitter van wijkcommissie Tuinwijk Anita Hoppenbrouwers ook namens de wijkcommissies Meilust en Noordgeest. Volgens BN De Stem vindt zij de uitgave van 75.000 euro aan een kunstopdracht belachelijk in tijden van bezuiniging. Ze zegt dat het project niet welkom is en de commissies er aan mee weigeren te doen. Haar bezwaren tegen de besteding van 75.000 euro lijken niet principieel als ze zegt dat het geld beter gebruikt kan worden aan leefbaarheid. Zoals buitentrimtoestellen. ‘Daar heeft iedereen wat aan‘. Daarmee suggererend dat kunst in de openbare ruimte de leefbaarheid niet ten goede komt.

Wethouder Arjan van der Weegen (Lokale partij GBWP) legt uit dat hij de grieven begrijpt, maar dat de 75.000 euro al lang geleden was gereserveerd voor dit kunstproject. En volgens hem is het de opzet dat KidOR met de wijken in gesprek gaat over de verdere omschrijving van de opdracht. Bewoners hebben inspraak.

Anita Hoppenbrouwers’ reactie is tekenend. Een voorbeeld van het misverstand dat kunst in de openbare ruimte vaak treft. Soms aangezwengeld als bewoners in hun directe leefomgeving een kunstwerk door de strot wordt geduwd. Soms ook door vijandigheid van bewoners jegens kunst. Het idee dat iedereen wat aan buitentrimtoestellen heeft is even onjuist als het idee dat iedereen wat aan kunst in de openbare ruimte heeft. Algemeen belang kan nooit alle inwoners dienen. Tegen elke maatregel is oppositie. Het valt Hoppenbrouwers te verwijten dat ze zich onvoldoende verplaatst in het belang van de stad. Voordat KidOR haar uitnodigt voor een gesprek. Individuele bewoners en kunstenaars zwijgen tot nu toe. De anderen spreken namens anderen.

De oplossing uit de impasse kan de volgende zijn. Laat KidOR als coördinerende instelling proberen het budget op te hogen tot 125.000 euro. Ga niet uit van een klassiek beeld. Geef vervolgens zonder competitie een sociale kunstenaar als Jeanne van Heeswijk, Frank Koolen of Domenique Karl Himmelsbach de Vries opdracht om met alle bewoners een project te ontwikkelen. Neem het ongenoegen van Anita Hoppenbrouwers tegen kunst als uitgangspunt. Vul het thema verbinding zo in dat alle partijen verbonden worden: gemeente, uitvoerende stichting, wijkcommissies, bewoners en kunstliefhebbers/ kunstenaars. Einddoel is de bewustwording van de verschillen. In de vorm van een boek, film of Facebook-pagina.

Foto: Piet Dieleman, zonder titel. Bergen op Zoom, 1997.