Vrouwen zijn aan het werk. Ze lassen in de afdeling waar bommen worden gemaakt. Ze zijn ingezet in de oorlogsindustrie in een fabriek in het Noord-Italiaanse Savigliano. Voluit de Società Nazionale Officine di Savigliano (SNOS). Bij Turijn, in het hart van de toenmalige Italiaanse metaalindustrie. Hier staat Rosie the Riveter met haar vriendinnen, maar dan 25 jaar eerder. Het is 1916. Ze tonen niet hun spierballen, maar zijn stoer aan het werk.
Mannen vechten tegen het Oostenrijkse leger en hun echtgenotes of zussen maken munitie. Toch een soort standaardwerk. Gespecialiseerde arbeiders werken ook in de fabriek. Ze maken er bruggen, treinen of vliegtuigen.
In Turijn werken een 30-tal vrouwen op de ‘Damesafdeling’ van een fabriek van de naamloze vennootschap FIAT. Ze maken ook munitie voor de oorlogsindustrie. Een man in het midden houdt toezicht, in de achtergrond kijken nog enkele andere mannen toe. Vrouwen kijken ook sluiks of zelfs openlijk in de richting van de fotograaf die klaarblijkelijk de routine in de fabriek verbreekt. Later nam FIAT de SNOS over.
Deze foto’s tonen aan dat vrouwen ook in Italië een belangrijke rol in de oorlogsvoering speelden. Italië dat sinds 1915 in het geheim aan de kant van de Entente stond, en pas in augustus 1916 de oorlog aan Duitsland verklaarde, was uit op gebiedswinst. In het grensgebied met Oostenrijk en door verwerving van Afrikaanse kolonies. Van die droom kwam in de vredesverdragen na de Eerste Wereldoorlog niets terecht. Net als in Duitsland voedde dat het revanchisme van nationalisten als Gabriele d’Annunzio en fascisten als Benito Mussolini. Of liever gezegd, ze gebruikten dat als voorwendsel om het volk op te stoken. Wat dat vanaf 1939 in gang zette is genoegzaam bekend.
Hebben deze vrouwen dan vergeefs in de fabrieken gewerkt voor een doel dat niet gehaald werd? Of is hun emancipatie en de verbetering van hun sociale positie het neveneffect van hun arbeid in de oorlogsindustrie geweest? Laten we hopen dat ten minste dat laatste waar is. Het beeld is niet eenduidig. Anders blijft er niets over van de strekking van deze foto’s die zouden aantonen dat de vrouwen een goed doel dienden, dat uiteindelijk uitsluitend plat patriottisme bleek te zijn dat tot niets anders leidde dan een volgende oorlog.
De befaamde journalist Carl Bernstein die bekend is vanwege de onthullingen over Watergate meent dat Donald Trump de eigen oorlogsmisdadiger van de VS is. Hij begint trouwens steeds meer op de geblokte Dustin Hoffman te lijken die hem speelde in ‘All the President’s Men‘ (1976). Bernstein meent dat om zijn ware aard te zien Trump in een andere context moet worden begrepen die uitstijgt boven de politiek.
Er valt weinig af te dingen op Bernsteins observatie dat Trump een ‘madman‘ is. Dat valt waarschijnlijk nog het best te vertalen met ‘dolleman’. Ofwel, het spreekwoordelijke ‘loose cannon‘ die door zijn omgeving niet te beteugelen valt en over grenzen van de grondwet en individueel gedrag gaat. Ofwel, ‘een kanon dat uit zijn beperkingen is geraakt en gevaarlijk over het dek rolt’. Zo iemand moet uitrazen om uiteindelijk tot stilstand te komen. Maar nu zit de VS er nog middenin.
Hoogleraar geschiedenis Ruth Ben-Ghiat ziet Trump eerder als een ‘strongman‘ dan als een ‘madman‘. Volgens haar vertoont Trump alle karaktereigenschappen van autoritaire leiders zoals Mussolini en vallen Trumps vier jaar in het Witte Huis te beschrijven als een totalitaire greep naar de macht. Dat is volgens haar de context, het frame om Trump te begrijpen. Trump is een crimineel. Zij gebruikt in het interview niet de beladen kwalificatie fascisme die steeds beter op Trump van toepassing lijkt.
Dit soort observaties zijn behulpzaam, maar helpen de gezondmaking van de Amerikaanse politiek nu weinig dichterbij. Die trouwens al voor Trump was ontspoord. Analyses zijn de aanzet tot verandering, maar kunnen als papieren werkelijkheid ook analyse blijven. Er is meer juridische en publicitaire kracht voor nodig om de oorlogsmisdadiger Trump ter verantwoording te roepen en uit de Amerikaanse partijpolitiek te verwijderen.
Zoals Bernstein met vele critici terecht zegt staat de Republikeinse partij onder Trumps heerschappij. Zolang die situatie blijft bestaan helpen politieke analyses er weinig aan om die situatie te veranderen. Hoewel ze op termijn kunnen dienen om een omslag in de publieke opinie te helpen realiseren. Maar gaat dat nog een, drie, negen, tien of twintig jaar duren? Niemand die het weet.
Trump herhaalt telkens zijn simpele boodschappen over de gestolen verkiezingen (‘The Big Lie’), zijn goede aanpak van de pandemie (die in werkelijkheid een ramp was) en zijn kwaliteiten als dealmaker die hem geschikt zouden maken voor de politiek (terwijl hij in werkelijkheid een verliezer en slechte zakenman is). Om effect te hebben moet daar door dagelijkse herhaling de simpele boodschap tegenover worden gezet dat Trump een oorlogsmisdadiger en fraudeur is en als president zijn land als geen enkele andere president voor hem heeft beschadigd.
Een simpele boodschap telt in de herhaling. Dat geldt in gelijke mate voor Trump als voor zijn tegenstanders. Daarom is het van belang dat die zich dat realiseren en er naar handelen. Door Trump in de simpelheid van zijn communicatie te evenaren kunnen ze hem uiteindelijk overtreffen. Dat is de opgave.
De geschiedenis leert ons alles over onze eigen tijd. De geschiedenis geeft ons voorbeelden om de democratie te verdedigen of juist aan te vallen. Geschiedenis is een Januskop én een spiegel. We zien er door bespiegeling onszelf in. Het kiezen van de voorbeelden is een tamelijk willekeurig proces. Het waaiert niet een kant op.
Neem het neofascisme van voormalig president Donald Trump van wie wordt gedacht dat hij de Rijksdagbrand in Berlijn van 1933 als voorbeeld nam om het Amerikaanse parlement buiten spel te zetten, de democratie omver te werpen en een autoritair regime te vestigen. Maar omdat Trump een gebrekkige student van de geschiedenis is, valt het te bezien of hij er werkelijk van geleerd heeft voor zijn omverwerping van de Amerikaanse democratie. Dat is hem op 6 januari 2021 op een haar na gelukt. Maar het gevaar is nog niet geweken. Zoals professor Timothy Snyder zegt is een mislukte coup de generale repetitie voor een gelukte coup.
Dat het Trump en de hardliners in de Republikeinse partij niet lukte om de democratie omver te werpen kwam door een spiegelgevecht tussen voor- en tegenstanders die zich allebei in het diepste geheim op dit moment hadden voorbereid. Dat blijft in de video ongenoemd. Wie het beste voorbereid was zou het gevecht winnen. Welnu, dat waren in dit geval de tegenstanders van Trump die de Amerikaanse democratie verdedigden. Hun taak werd vergemakkelijkt doordat Trump publiekelijk zijn plannen openbaarde en impulsief en chaotisch handelde.
Er werd al sinds 2016 voor gewaarschuwd dat dit moment zo komen. Zelfs voelde ik als student van de 20ste eeuwse geschiedenis dat het met Trump verkeerd zou eindigen. In november 2016 schetste ik in een commentaar de tekenen aan de wand:
De randvoorwaarden en voortekenen zijn niet gunstig. Trump is niet gekwalificeerd voor het presidentschap, heeft geen bestuurlijke of politieke ervaring, vertoont semi-fascistisch gedrag, heeft zijn partij beschadigd (...). Het gaat vreselijk worden. Het zou ook de Nederlandse media sieren dat ze de berichtgeving over Trump niet normaliseren. Of sussende opinies zoals die van Willem Post die volgen uit een fikse portie wensdenken niet publiceren zonder disclaimer. Media moeten niet meegaan in de suggestie dat ‘het allemaal wel zal meevallen’ met president Trump. Het gaat naar alle waarschijnlijkheid niet meevallen, maar tegenvallen.
Maar het is lastig om de hedendaagse geschiedenis te lezen aan de hand van historische voorbeelden. In NRC sloeg voormalig correspondent in Washington Hans Maarten van den Brink in een opinie-artikel van 7 januari 2021 de plank mis. Hij begreep niet alleen niet wat er zich voor zijn ogen had afgespeeld in het Capitool in een opstand die op een haartje na was geslaagd of maakte een verkeerde inschatting van de gebeurtenissen, maar kon net als Willem Post de verbinding met de 20ste eeuwse geschiedenis niet leggen. Opvallend is dat de redactie Opinie van NRC deze beide Amerika-deskundigen ruimte gaf voor hun opinie zonder hun bijdrage van een disclaimer te voorzien. Ook met de kennis van toen had Van den Brink nooit het volgende op moeten schrijven. Hij begreep niet dat hij een parodie van een analyse maakte:
Schermafbeelding van deel artikel ‘Ook een slechte voorstelling kan een onuitwisbare indruk achterlaten‘ van H.M. van den Brink in NRC, 7 januari 2021,
Of Trump sinds 2016 radicaliseerde of ons beeld van hem gaandeweg veranderde is de vraag. Vermoedelijk is het een combinatie van beide aspecten die op elkaar inwerkten. Veelzeggend en waarschijnlijk typisch voor velen zijn de verwijzingen in de commentaren die ik maakte. Trump groeide geleidelijk naar het fascisme en wij als observators aan de zijlijn wenden gedurende vier jaar aan het idee van die ontwikkeling en groeiden daarin mee.
Op 24 oktober 2016 besteedde ik aandacht aan een artikel van hoogleraar geschiedenis John McNeill die in Trump een semi-fascist zag, ofwel een amateuristische imitatie van het origineel van Benito Mussoloni. Tien maanden later noemde ik een commentaar van augustus 2017 Trump een driekwart-fascist. Toch gaf ik hem nog enig voordeel van de twijfel toen ik zei: ‘Maar Trump lijkt niet te groeien naar het echte fascisme. Daar is hij politiek te hybride voor en de steun die hem electoraal en financieel in het zadel houdt is te divers verdeeld. Maar ook een driekwart-fascist in het Witte Huis geeft te denken omdat het niet bij de Amerikaanse democratie past. Amerikaanse instituties en samenleving reageren en proberen dat terug te dringen wat ze ongewenst achten en niet vinden passen bij hun rechtsstatelijkheid‘.
Die visie moest vanaf november 2020 bijgesteld worden toen door de verkiezingsoverwinning van president Joe Biden niet te erkennen, zijn partij in gijzeling te nemen en met opruiende uitspraken de opstand van 6 januari 2021 aan te moedigen Trump zich ontwikkelde van een drie-kwart naar een volledige fascist. Pas in een commentaar van 6 juli 2021 over de QAnon-beweging vond ik dat er voldoende publieke feiten waren om Trump, voor het eerst, een (neo)fascist te noemen: ‘QAnon kan op het eerste gezicht niet anders dan neofascistisch genoemd worden met als neofascistische leider Donald Trump‘. Wij allen kunnen van de geschiedenis leren door goed op te letten en de gelijkenissen te zien.
Een bericht op RawStory concludeert uit de voortijdige sluiting van een tentoonstelling dat Brazilië afstevent op het autoritarisme. De vergelijking met Nazi-Duitsland en de tentoonstelling in München in 1937 van Entartete Kunst wordt zelfs gemaakt. De beschuldiging van godslastering, pedofilie, pornografie en bestialiteit wordt door de tegenstanders van stal gehaald als reden voor sluiting. Wat is er werkelijk aan de hand?
Het gaat om de tentoonstelling Queermuseu – Cartografias da Diferença na Artein het Santander Cultureel Centrum van Ponto Alegre. Santander is een van oorsprong Noord-Spaanse bank. De tentoonstelling is na kritiek en onder druk van de rechtse lobbygroep Movimento Brasil Livreabrupt gesloten op 10 september. Een maand te vroeg. Het Centrum geeft de volgende verklaring. Na een verontschuldiging aan iedereen die zich beledigd voelt volgt de volgende uitspraak: ‘De doelstelling van Santander is het bevorderen van de kunsten en het bevorderen van het debat over de belangrijkste onderwerpen van de hedendaagse wereld, en niet om een gebrek aan respect en onenigheid te genereren.’ Verder zegt het zich nooit te bemoeien met de inhoud van tentoonstellingen ‘om de onafhankelijkheid van de kunstenaars te behouden’, maar ‘wij geloven dat sommige van de werken van de tentoonstelling queermuseu in strijd zijn met symbolen, overtuigingen en mensen, die niet in overeenstemming zijn met onze visie op de wereld. Als kunst niet in staat is positieve integratie en reflectie te genereren, verliest het zijn grotere doel, namelijk de menselijke conditie.’
RawStory ziet de sluiting van de tentoonstelling als een conservatieve coup. Kunst wordt door rechts nu onder vuur genomen. Ongecontroleerde seks en kunst is iets waar autoritaire regimes en naar het autoritarisme neigende leiders niet van houden. Het commentaar van RawStory merkt op naar aanleiding van de sluiting van Queermuseu, ‘wat is de sociale functie van kunst?‘ En: ‘Om de wensen van de burgers beter te sturen (…) moeten autoritaire staten analytisch en kritisch denken onderdrukken. Het gebeurde in Hitler’s Duitsland, Franco’s Spanje en Mussolini’s Italië. Het lijkt erop dat Brazilië nu op dit punt is aangekomen.’ Ook de rechtse politicus Thierry Baudet wijst hedendaagse kunst af. Rechtse politici houden niet van hedendaagse kunst die niet te temmen valt. Dat kan voor kunstliefhebbers een voldoende reden zijn om rechtse politiek af te wijzen.
In een artikel voor The New York Times van 21 oktober 2016 legde de hoogleraar geschiedenis aan Georgetown University John McNeill Donald Trump langs de fascistische meetlat. Hij stelde zich toen in aanloop naar de verkiezingen met als uitgangspunt het historisch fascisme van Italië en Duitsland de vraag hoe fascistisch Trump is. De uitslag was dat Trump een semi-fascist is. Maar hoe is dat 10 maanden later? Moet McNeills evaluatie worden bijgesteld na Charlottesville en de vergoelijkende reactie van Trump daarop?
Wat opvalt is dat president Trump stilzwijgend de erfenis van twee totalitaire ideologieën ondersteunt. En zich niet plaatst in de traditie van zijn voorgangers die volmondig de liberale democratie verdedigden. Trump is kritisch op alles en iedereen, maar opvallend genoeg niet op de Russische president Vladimir Putin die een geactualiseerde versie van het Stalinisme propageert. Vermoedelijk heeft het ermee te maken dat Trump afhankelijk is van Russisch geld en machinaties via de Trump Organisatie van Russisch, crimineel geld dat jarenlang witgewassen werd. En Trump chantabel heeft gemaakt. De speciale aanklager Robert Mueller onderzoekt dat op dit moment. Daarnaast tolereert Trump aanhangers van de white supremacy beweging als Sebastian Gorka, Stephen Miller en Steve Bannon in het Witte Huis. Het is zonder precedent dat activisten met een extreem-rechtse signatuur zo dicht bij de kern van de macht in het Witte Huis zitten. Het vermoeden bestaat dat er een direct verband is tussen de Russische inmenging en het optreden van extreem-rechts.
In de inventarisatie van McNeill scoorde Trump gemiddeld (2 van de 4 Benitos) op de ideologische kenmerken hyper-nationalisme en militarisme. Sinds zijn aantreden in januari 2017 heeft Trump zich op deze kenmerken radicaler opgesteld dan verwacht. Een winst van 3 Benitos (1 voor hyper-nationalisme en 2 voor militarisme). Tegelijk blijft Trump aan de passieve kant wat het gebruik van binnenlands geweld betreft. Hij keurt het niet af, maar propageert het evenmin actief. Ondanks het feit dat Trump geen eigen politieke beweging heeft, maar op een improviserende wijze schippert om coalities te vormen met rechts-nationalisten, rechts-populisten, witte suprematisten, conservatieven en Republikeinen wint hij toch aan Benitos doordat hij de Republikeinse partij naar zijn hand heeft gezet. Ofschoon daar de laatste maand alweer een reactie op is gekomen en Republikeinen weer afstand van Trump nemen. Een winst van 3 Benitos (1 voor massamobilisatie en massapartij, 2 voor hiërarchische partijstructuur en neiging om disloyaliteit te zuiveren).
Dat geeft Trump als president 32 van de maximaal te behalen 44 Benitos. Was hij volgens John McNeill in oktober te kwalificeren als semi-fascist, nu lijkt Trump zich ontwikkeld te hebben tot driekwart-fascist. Door een combinatie van optreden waar hij weg moest kijken en wegkijken waar hij op kon treden. Maar Trump lijkt niet te groeien naar het echte fascisme. Daar is hij politiek te hybride voor en de steun die hem electoraal en financieel in het zadel houdt is te divers verdeeld. Maar ook een driekwart-fascist in het Witte Huis geeft te denken omdat het niet bij de Amerikaanse democratie past. Amerikaanse instituties en samenleving reageren en proberen dat terug te dringen wat ze ongewenst achten en niet vinden passen bij hun rechtsstatelijkheid.
Foto: Benito Mussolini (links) en Adolf Hitler (rechts), München, 1938. Collectie Bundesarchiv.
UPDATE 30 mei 2020: Zo’n kleine vier jaar geleden schreef ik onderstaand commentaar. Op één punt zat ik er naast, namelijk het opsluiten van journalisten. Zover is het gelukkig niet gekomen. Het bleef bij muilkorven en beledigen. De meeste media hebben tijdens Trumps presidentschap tamelijk nauwgezet, zorgvuldig en alert verslag gedaan van het handelen van de regering Trump. Dat heeft het venster op de democratie helpen openhouden. Voor de rest was de voorspelling tamelijk juist. Oordeel zelf. Wat Trump in 2020 zou worden kondigde zich in 2016 al aan.
De termijn van de 45ste Amerikaanse president Donald Trump begint op 20 januari 2017 en eindigt 4 jaar later. In een onderzoekje zette hoogleraar geschiedenis John McNeill 11 kenmerken van het fascisme op een rijtje en keek of Trump hieraan voldeed. McNeill kende punten –Benitos– toe en schatte Trump met 26 van de maximaal 44 te behalen Benitos in als semi-fascist. Meer fascist dan elke andere succesvolle Amerikaanse politicus, maar uiteindelijk een amateuristische imitatie van het historische origineel Benito Mussolini.
Het lijkt twee kanten op te kunnen gaan met Trump. Wordt hij een volbloed fascist of democratiseert hij tot een leider die binnen de grondwet opereert? De seinen staan niet gunstig. Hij heeft geen politieke ervaring, heeft weinig kennis van zaken van de wereld, is wantrouwig tegenover deskundigen en heeft een narcistische persoonlijkheid. De weging van Trump verandert als hij president wordt omdat de omstandigheden waaronder hij opereert veranderen. Hij wordt leider van het machtigste land ter wereld met superieure militaire macht.
Ga maar na op welke kenmerken van McNeill Trump hoger kan scoren als hij president is. Kenmerken waarop hij al maximaal scoort vallen buiten de opsomming. Hier volgt de inschatting per kenmerk aan de hand van Trumps verandering van kandidaat tot president: 1) Hyper-nationalisme: van 2 naar 3= +1; 2) Militarisme (ISIS, mogelijk China, Iran): van 2 naar 3= +1; 3) Verheerlijking van geweld en bereidwilligheid dat te gebruiken (strijdgroepen die in Trumps naam de straat op gaan): van 1 naar 2= +1; 4) Fetisjering van de jeugd: blijft 0; 8) Zelf-definitie door oppositie (demoniseren en uitschakelen van tegenstanders): van 3 naar 4= +1; 9) Massamobilisatie en massapartij (gebruik van de GOP): van 2 naar 3= +1; 10) Hiërarchische partijstructuur en zuivering: van 1 naar 4: +3; 11) Theatraliteit (Optreden in openbaar): van 3 naar 4= +1.
De inschatting is afhankelijk van de verwachting of Trump korte metten maakt met de tegenkrachten binnen en buiten de Republikeinse partij. Maar als hij die frontaal aanvalt en dat betrekkelijk ongehinderd kan doen, dan neemt zijn score toe van 26 naar 35 Benitos. En dan komt Trump aardig in de buurt van het voorbeeld Mussolini. Het muilkorven en opsluiten van kritische journalisten zoals in autoritaire landen autoritaire leiders doen (Putin, Erdogan) zal daartoe naar verwachting essentieel zijn om het protest te smoren. Een deel ervan zal ondergronds gaan of uitwijken naar Canada of Europa, maar zo wel aanzienlijk aan invloed inboeten.
Het is heel erg wat de VS wacht. Het zal beginnen zoals elke bezetter begint. Met geleidelijkheid en zand in de ogen strooien van opponenten. Denk aan de Duitsers die Nederland bezetten in 1940. In de eerste jaren floreerde de economie door de oorlogsindustrie waarvan de Nederlanders uiteindelijk zelf de rekening betaalden. De Duitsers gedroegen zich correct. Na een jaar veranderde dat. Naar verwachting zal het eerste jaar 2017 dan ook een aanloopjaar zijn. Verandering van beleid moet voorbereid worden en dat vraagt tijd.
In 2018 zal de fascistische aard van Trump onmiskenbaar aan de oppervlakte komen. Door opsluiting van journalisten, verdere militarisering van de politie, opzijschuiven van rechters en grondwet, het schenden van internationale verdragen en het monddood maken en buiten het politieke bestel plaatsen van progressieve Democraten en gematigde Republikeinen. Tegen het einde van Trumps termijn zullen rellen aan de orde van de dag zijn. Hopelijk ontwaken de VS in januari 2021 uit de boze droom. Als het zichzelf terugvindt en in meerderheid verenigt achter een redelijk alternatief. Wie dat ook is. Trump leeft dan voort in de Amerikaanse geschiedenis als de afwijking, het afschrikwekkende voorbeeld dat niet gevolgd moet worden. Nooit meer.
In een artikel in The Washington Post proeft hoogleraar geschiedenis John McNeill de politieke nieren van Donald Trump. Is deze presidentskandidaat een fascist of niet? McNeill zet 11 kenmerken van het fascisme op een rijtje en kijkt of Trump hieraan voldoet. Hij kent punten –Benitos– toe en komt tot de conclusie dat Trump met 26 van de maximaal 44 te behalen Benitos een semi-fascist is. Meer fascist dan elke andere succesvolle Amerikaanse politicus, maar uiteindelijk een amateuristische imitatie van het origineel van Benito Mussoloni.
Wie de Russische president Vladimir Putin langs de meetlat van Mc Neill legt komt tot de verbazingwekkende score van 36 Benitos. Dat verklaart waarschijnlijk waarom Donald Trump Putin zo bewondert en als voorbeeld stelt. Putin is de ultieme hedendaagse fascist die Trump graag zou willen zijn. Maar niet als amateur-fascist.
Foto: Schermafbeelding van artikel ‘How fascist is Donald Trump? There’s actually a formula for that’ van John McNeill in The Washington Post, 21 oktober 2016.
Wie was dichter J.C. Bloem? Is hij werkelijk gerehabiliteerd zoals Jan van Rijn van kunstenaarscollectief STA-ART beweert? In Alphen aan den Rijn is een gedenkplaat onthuld. Een initiatief van STA-ART dat de gemeente wist te overtuigen. Maar Jacques Bloem werd al in 1933 lid van de NSB. Moeten we ons dat nu nog herinneren of maar beter vergeten? Net als Pyke Koch was het zijn elitaire houding die hem behoedde voor collaboratie die hem na de oorlog kon worden nagedragen. Mussert was een ambtenaar van Waterstaat. Of dat te maken had met een veranderde overtuiging is de vraag. Ach, Gabriele d’Annunzio, Louis-Ferdinand Céline, Robert Brasillach, Ezra Pound en vele anderen gingen Bloem voor. Hebben ook zij gedenkplaten voor hun kop?
Klokkenluiderssite ‘WikiLeaks‘ publiceert het ‘Hillary Clinton Email Archive’. Met een bericht uit 2012 van Nexus-directeur Rob Riemen aan de vertrouweling van de Clintons Sidney Blumenthal. Het gaat over Geert Wilders die in het boekje De eeuwige terugkeer van het fascisme(2010) door Riemen fascist werd genoemd. In de publiciteit die het boekje kreeg kon Riemen toen niet uitleggen wat hij hiermee bedoelde. Ik schreef in 2010: ‘Riemen maakt fictie en geen non-fictie. Jammer dat-ie zich zo laat afleiden door Wilders. Daarmee trapt-ie in dezelfde valkuil als de politieke klasse. Riemen heeft zinnige punten van kritiek over de dominante rol van de economie en het afgenomen cultuurbesef. Het is jammer dat Riemen geen andere focus en methode heeft gekozen om zijn cultuurkritiek te uiten. Nu blijft-ie hangen in propaganda tegen Wilders.’
Nu is er dus een nieuwe bron om die eerdere taxatie van Riemen te toetsen. Hij legt de gedoogconstructie van het VVD/CDA-kabinet Rutte I (2010- 2012) uit en schetst de luxueuze positie die Geert Wilders inneemt. Zonder verantwoordelijkheid te nemen heeft hij verregaande macht over de besluiten van het kabinet. Riemen noemt als prioriteiten van Wilders: ‘against Islam and Islamic people, against EU, against arts & culture, no compassion with minorities, in favor of being tough on criminals, against the left’. Riemen meet Wilders grote macht toe, en geeft als een van zijn anonieme bronnen voor die bewering oud-premier Ruud Lubbers.
Riemen gaat ver in zijn beweringen tegen Blumenthal. Zo beweert hij dat de publieke media die afhankelijk zijn van overheidssubsidie wel oppassen om kritiek te leveren op Wilders omdat ze van hem afhankelijk zijn: ‘As all public media are depending on government subsidies, you’ll not hear any critical voice against Wilders as he has make the threat that financial support will be withdrawn.’ Op Martin Bosma die Riemen opvoert als tweede man en ideoloog van de PVV heeft hij het niet zitten: ‘One of the tragicomic consequences is that when Wilders’ second man and party-ideologue, Martin Bosma, published his idiotic book in which he claims that Hitler was a leftist, and so the left/liberals are the fascists, he really could get away with all of this nonsense, as all talk shows complied to his demand that no other guest was allowed to come when he appeared.’ Dat Riemen dat laatste als iets bijzonders schetst geeft aan dat hij weinig van de media begrijpt.
Riemen voorspelt enkele maanden voordat Wilders de stekker uit Rutte I trekt met helderziende blik wie het kabinet controleert: ‘He is in control, he decides how long this cabinet is allowed to exist, and he has proven again and again to be the most brilliant politician we have had in decades.’ Het grootste probleem dat Riemen schetst is niet eens zozeer Wilders, maar de angstige opstelling van de anderen. Waarbij tussen de regels doorschemert dat Riemen zich niet door hem laat intimideren: ‘The biggest problem is that Wilders and his neo-fascist ideas have become so much accepted, that indeed it has become unacceptable to criticize him.’
Foto: Schermafbeelding van deel e-mailbericht van Rob Riemen aan Sidney Blumenthal van 3 februari 2012, geopenbaard door WikiLeaks in het ‘Hillary Clinton Email Archive’.
Verwijzingen naar fascisme of anti-fascisme zijn doorgaans de kortste weg naar misverstand en verwarring. Naar welk fascisme verwijzen ze? Dat van de historische Mussolini in Italië, Hitler in het Derde Rijk, Stalin of Mao in hun communistische heilstaten, of dat van meer recente potentaten als Putin, Pol Pot, Marine Le Pen, Recep Erdogan, Koning Salman, Kim Jung-un of Hugo Chavez? Zo is het een kwestie van perspectief of men een politieke leider fascist of anti-fascist noemt. Vertel me wie u bent en ik vertel u wie u een fascist noemt. Historicus Jacques Presser vertelde ooit aan Gerard Reve wat deze in een brief aan Carmiggelt memoreerde: ‘Het nieuwe fascisme zal zichzelf “anti-fascisme” noemen’. Kortom, het fascisme is op z’n minst geen eenduidige term, soms een bewuste afleiding van wat het echt is en vaak een grabbelton of een mozaïek.
Activistische vrouwenbeweging FEMEN plaatste op 6 januari een commentaar dat bedoeld is als programma voor 2016 waarin het zich profileert als anti-fascistisch front. Dat doet het ergste vrezen, maar het valt mee. FEMEN ziet het islamisme en rechts-extremistische politieke partijen als fascistisch en dat klinkt aannemelijk.
Over islamisten: ‘Political Islam has gathered its troops against the values of equality, freedom, coexistence, emancipation and progress, considering these values as “Western” ideas and thus racist, needing to be destroyed. We assert instead that these values are universal.’ En over extreem-rechtse partijen: ‘extreme right political mafias, such as the Front National, struggle to take advantage of the climate of fear and gain voters seduced by their manly speeches to counter Islamism. Armed with sexist, xenophobic, racist, homophobic ideals, promoting a fantasized Christian supremacy, they are the political representatives of the same totalitarianism, based on the division of society and segregation, to ensure the superiority of a group of individuals over others.’ De politieke islam en extreem-rechts blijken twee kanten van dezelfde medaille.
FEMEN beweert dat de politieke islam en extreem-rechtse partijen elkaar aanvullen, op elkaar reageren en bestaan dankzij de ander. Dat valt te bezien. Dat extreem-rechtse politieke partijen de politieke islam nodig hebben om zich te profileren en te kunnen groeien is duidelijk. Maar of de politieke islam die buiten Europa het meest manifest is niet kan bestaan zonder extreem-rechts valt te betwijfelen. Want de politieke islam zet zich tegen de hele westerse samenleving af en heeft daar niet specifiek extreem-rechts voor nodig. Maar FEMEN heeft gelijk dat islamisten en rechts-extremisten in 2016 de grootste bedreiging vormen voor de waarden zoals we die kennen. Islamisme en rechts-extremisme verdienen het daarom om met voorrang bestreden te worden. En of we het fascisme en de bestrijding ervan anti-fascisme noemen is bijzaak.
Foto: Schermafbeelding van afbeelding uit artikel ‘FEMEN Antifascist Front 2016’, 6 januari 2016.