Mediadebat over kwestie-Ruf is omsingeling en projectie bij volmacht. Vanaf de flanken van de NRC

In een commentaar van 16 juni 2018 ging ik in op de kwestie Ruf en de aandacht ervoor in de media. Ik kwam tot twee conclusies. Namelijk dat het antwoord op de vraag of Beatrix Ruf gelijk heeft met haar claim dat ze terug kan keren als museumdirecteur bij het Stedelijk ervan afhankelijk is of er een juridische of ethische invalshoek wordt gekozen. Het rapport Eisma pleitte mw. Ruf vanuit een juridisch perspectief vrij en ging grotendeels voorbij aan de gedragsregels en de bedrijfscultuur bij het Stedelijk. Ook constateerde ik dat er een schaduwoorlog tussen NRC en Het Parool was ontstaan waarbij eerstgenoemde het accent legde op de overtredingen van ethische regels en laatstgenoemde op de ruimere juridische marges die Rufs terugkeer niet verhinderden. Zo woedt een nauwelijks verhulde richtingenstrijd waarbij kranten een grote rol spelen.

Het Parool dat in enkele stukken suggereerde dat Ruf ‘volledig is vrijgepleit’ en ‘ten onrechte is beschuldigd van belangenverstrengeling’ omschreef ik als ‘doorgeefluik van de lobby om Ruf terug te laten keren als directeur van het Stedelijk Museum’. Dat was geen incident, maar deel van een georkestreerde campagne die overigens de laatste 10 dagen aan momentum lijkt te hebben verloren. Vorig jaar trok Ruf als woordvoerder spindoctor Kay van der Linde aan die haar niet alleen door de publiciteit loodst, maar ook een strategie aan de hand doet waarbij het de vraag is of die wel altijd in het belang van mw. Ruf is. Ofwel, een media-strategie kan schrander opgezet zijn, maar werkt doorgaans via een hoofdpersoon die erdoor aan gezag kan verliezen.

Ruf is geen oorzaak, maar gevolg van de structuur die bij het Stedelijk Museum tijdens opeenvolgende Raden van Toezicht was ontstaan. Zij kon zich niet onttrekken aan wat een ontspoorde bedrijfscultuur was die werd versterkt door een hoog ambitieniveau dat zo goed als onhaalbaar was. In een reeks krantenadvertenties hamerde kunstverzamelaar Jan Christiaan Braun daar sinds 2014 op. Ze hadden als onderwerp het belangenconflict binnen de Raad van Toezicht en het bestuur van het Stedelijk Museum Fonds. De eerste advertentie van september 2014 sloot als volgt af: ‘dat de nieuwe directeur van het Stedelijk Museum afstand moet doen van de door de Raad van Toezicht van het museum gelegitimeerde mogelijkheid een eigen belang te houden bij en te blijven werken voor private partijen zoals de uitgever Michael Ringnier en de verzekeraar Swiss Re, beide te Zwitserland’. Het duurde drie jaar voordat deze waarheid doordrong tot de publieke opinie.

In het tijdperk Trump regeert de vervalsing. Zijn regime zit ‘gevangen in de eigen leugen’ en zet eerder een tandje bij, dan dat het terugdeinst. Journalisten zijn als afleiding het mikpunt van spot en kritiek geworden. Als ze niet oppassen worden ze gebruikt als doorgeefluik door een groepering of partij die in de eigen leugen gevangen zit. Ruf is geen Trump en Kay van de Linde geen Stephen Miller, maar de methode Trump straalt via spindoctors en communicatiedeskundigen negatief af op de journalistiek en blijft niet onopgemerkt.

Gisteren voegde vanaf de zijlijn NRC-redacteur Menno Tamminga zich met een opinie in de kwestie Ruf en in de proxy-oorlog. Zijn stukken over economie en ondernemingsbestuur zijn doorgaans in het Economie-katern te vinden. Zoals viel te voorspellen stelt Tamminga zich op een minimalistisch niet-juridisch standpunt waarbij de ethiek leidend is. NRC lijkt overigens (tijdelijk?) haasje-over te spelen waarbij de kwestie Ruf niet langer vanuit het centrum door de vaste redacteuren Daan van Lent en Arjen Ribbens wordt verslaan, maar vanaf de flanken door redacteuren die meer op afstand staan (Paul Steenhuis, Tamminga). Ik verklaarde die nieuwe afstandelijkheid in een commentaar van 19 juni 2018 als ‘de angst binnen de hoofdredactie van NRC om van vooringenomenheid beticht te worden.’ Dat hoeft niet uitsluitend negatief uitgelegd te worden, maar kan ook betekenen dat interne pluriformiteit gezocht wordt om de argumenten meer draagvlak te geven.

Tamminga is snoeihard in zijn conclusie die uitgaat van goed bestuur en effectief toezicht: ‘Het beeld dat uit het rapport oprijst is dat de directie en de toezichthouders elkaar geen nieuwsgierige, laat staan ongemakkelijke vragen wilden stelden. Hielden de geslaagde topondernemers niet van tegenspraak? Keken anderen naar hen op? Non-interventiegedrag was kennelijk de norm: als jij mij niet lastig valt met een vraag, doe ik het bij jou ook niet.’ Deze klacht over de multimiljonairs in de Raad van Toezicht die het bij het Stedelijk voor het zeggen hadden en het museum niet aan zijn opdracht hielden klinkt in verschillende bewoordingen al sinds 2005. Interessant in dit verband is de aanleiding voor Jan Christiaan Braun om zich tegen de Raad van Toezicht en de vermeende grip van toenmalig hoofdsponsor ABN Amro te keren en de reactie via mijn commentaar uit 2012 van toenmalig NRC-journalist Viktor Frölke. Of Christiaan Braun of Frölke in 2005 voorbarig oordeelde kan nu door de episode Ruf beter beoordeeld worden dan in 2012.

Tamminga sluit af met het feit dat van de zeven leden van de Raad van Toezicht er vier zijn blijven zitten, onder wie Cees de Bruin (lid sinds 2012) en Willem de Rooij (lid sinds 2011): ‘Het Stedelijk Museum was hun speeltje. Uit het feit dat niet alle toezichthouders na dit rapport zijn opgestapt, kun je afleiden dat zij dat niet zomaar uit handen willen geven.’ Het zou ook een wonder van bestuurlijke zorgvuldigheid én menselijk gedrag zijn als een langlopende zaak van gebrek aan goed bestuur en voldoende controlemechanismen die al sinds 2005 in de (semi)-openbaarheid speelt zich nu ineens ondubbelzinnig ten goede zou keren.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelHet Stedelijk – een museum als speeltje’ van Menno Tamminga, 26 juni 2108 in NRC.

Val van een museumdirecteur: Catherine de Zegher en het MSK Gent

Straffe kost in Gent. Dit bericht in de Vlaamse krant De Morgen gaat over directrice Catherine de Zegher van het Museum voor Schone Kunsten Gent (MSK Gent) die door het Gentse college (schepencollege) op 7 maart tijdelijk op non-actief is gesteld.  Afgelopen dagen kwam het MSK Gent onder kritiek na aanhoudende geruchten over de echtheid van 26 Russische avant-gardewerken uit de Toporovski-collectie, (soms ook geschreven als Toporkovski) die sinds oktober 2017 in het museum werden geëxposeerd. Hoe reëel het gevaar is dat het MSK Gent de museumlicentie verliest is onduidelijk. Maar zo’n maatregel zou buitensporig zijn en de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de Belgische museumsector enorm beschadigen. Het zou waarschijnlijk een reeks van vragen oproepen over de organisatie, financiering, doelmatigheid, kwaliteit en steun door de landelijke en lokale politiek van de Belgische museumsector. Een debat dat op scherp zet en onvoorziene gevolgen kan hebben en daarom niemand in de Belgische politiek of museumsector graag voert.

In januari zetten internationale deskundigen en op 5 maart 2018 Vlaamse museumdirecteuren in een open brief hun bezwaren uiteen. De Vlaamse directeuren schreven: ‘Wij kunnen en willen nu niet meer zwijgen, want dit is de wereld op zijn kop. Het MSK heeft in de afgelopen maanden op flagrante wijze alle deontologische codes en de regels van het gezond verstand geschonden. Men is in zee gegaan met een verzamelaar die men niet kende, met een collectie ‘too good to be true’ in een domein, Russische avant-garde uit de eerste decennia van de twintigste eeuw, waar het museum niet in gespecialiseerd is en waarvan internationaal bekend is dat zowel authenticiteit als herkomst zeer problematisch kan zijn.’ Ze namen afstand: ‘De imagoschade is groot, wat Catherine de Zegher en het stadsbestuur in de pers ook mogen zeggen. En het treft niet alleen het MSK, maar de geloofwaardigheid en reputatie van onze musea en erfgoedinstellingen is in het geding – in Vlaanderen en internationaal, in de pers, bij vakgenoten en het brede publiek. Wij ondervinden dat dagelijks in onze contacten. En dat raakt ons diep. Wij zijn overtuigd van de intrinsieke kwaliteit, professionaliteit én integriteit van de sector in de volle breedte. Het is juist daarom dat wij ons nadrukkelijk distantiëren van de wijze waarop het MSK gehandeld heeft en nog handelt in deze kwestie.

Dat directeur De Zegher gehandeld heeft met een grote portie naïviteit en goedgelovigheid kan onder meer onderbouwd worden door een bericht in NRC van 2013 over een een internationale bende kunstvervalsers die in Duitsland werd opgepakt en gespecialiseerd was in werken van Russische avant-gardisten als Malevitsj, Kandinsky en Natalia Gontsjarova. Precies de namen die vertegenwoordigd waren in de Toporovski-collectie: ‘Volgens het BKA [Bundeskriminalamt] zijn sinds 2005 in totaal vierhonderd vervalsingen verkocht, meestal aan Duitse verzamelaars. De bedragen liepen uiteen van tienduizenden tot tientallen miljoenen euro’s. Ook echtheidscertificaten werden vervalst. De Frankfurter Allgemeine Zeitung schrijft dat justitie ook onderzoek doet naar betrokkenheid van experts in de kunstwereld, onder wie handelaren en galeriehouders.

De Zeghers schorsing was onvermijdelijk. Ze heeft bij een tentoonstelling van Russische avant-garde kunst steken laten vallen, naar nu steeds duidelijker blijkt. Ze weigert ook medewerking aan het onderzoek. Ze zei eerder dat ze op haar kunsthistorisch oog afging. Een achterhaalde uitleg van een museumdirecteur die geavanceerde technische middelen kan inzetten om het eigen oog ‘aan te vullen’. De lokale politiek bemoeit zich er intussen mee. Oppositiepartij N-VA meent dat het museum beschadigd wordt en het gemeentebestuur van stad Gent (sp.a, Groen en Open Vld) de zaak wil vertragen. De Vlaamse museumsector is de verliezer.

Zo kent België een eigen kwestie Ruf. Waarbij museum en kunsthandel op een onacceptabele wijze in de directeur samenkomen. Maar waar Ruf achter de schermen opereerde, is dat bij De Zegher van het MSK Gent anders. Ze liegt aantoonbaar en heeft de hele Vlaamse en internationale kunstwereld tegen zich in het harnas gejaagd. Er is nog een ander verschil. De Raad van Toezicht van het Stedelijk die Ruf aannam was juist het probleem. Het gaf het slechte voorbeeld. Kwaadwillenden zouden kunnen beweren dat iemand met het profiel van Ruf met stevige vertakkingen naar de kunsthandel bewust aangezocht werd om bepaalde leden van de Raad van Toezicht zelf de ‘mentale’ ruimte te geven om binnen de kaders van het Stedelijk handel te drijven. En over de schreef te gaan. Jan Christiaan Braun stelde dat vanaf 2014 aan de orde in de openbaarheid. De Zegher lijkt zonder deze bijbedoelingen gehandeld te hebben. Door toedoen van haar eigen goedgelovigheid en de gemene handelwijze van anderen is ze een fuik ingezwommen waaruit ze niet meer kon ontsnappen.

Het is de tragiek van een museumdirecteur die met vervalsers in zee gaat en zich niet meer aan hun grip kan onttrekken. Via een omweg geeft de kwestie De Zegher reliëf aan de kwestie Ruf. Een museumdirecteur die de fuik inzwemt van de kunsthandel of van malafide verzamelaars verliest aan geloofwaardigheid en integriteit. En verliest uiteindelijk ook de functie van museumdirecteur. Dan heeft het ontbroken aan gezond verstand.

Foto 1: Schermafbeelding van slotalinea uit artikelDirectrice MSK wordt tijdelijk opzijgeschoven’ in De Morgen, 8 maart 2018.

Foto 2: Foto ‘Catherine de Zegher with Igor Toporovsky © Fondation Dieleghem’ in The Art Newspaper, 29 januari 2018. 

Belangenconflict bij McKinsey vanwege investeringfonds MIO dat belegt voor het eigen personeel

Z Today besteedt aandacht aan een hedgefund van adviesconcern McKinsey, McKinsey Investment Office Partners (MIO).  Informatie erover wordt afgeschermd. Het belegt 9,5 miljard dollar. Volgens critici is er sprake van een belangenconflict omdat McKinsey vanwege de aard van het werk en het uitgebreide netwerk over gevoelige informatie beschikt. Omdat transparantie erover ontbreekt is de twijfel gezaaid of dit fonds wel ethisch handelt. Dus zonder Chinese muren die de strategische informatie binnen McKinsey afschermen van het hedgefund MIOHet rendement ervan was vorig jaar 14%. Dit hoge percentage kan een aanwijzing zijn voor niet ethisch handelen. Dat er gaten in de Chinese muren tussen McKinsey en MIO zitten blijft uit de samenstelling van de Raad van Toezicht van het fonds met 12 mensen van McKinsey. Overwegend partners.

Willem Baars geïnterviewd over kunsthandel en marktwerking in de kunst

De vorige directeur van het Stedelijk Museum Ann Goldstein kon volgens galerist Willem Baars niet met mes en vork eten. Ze zou niet representatief zijn geweest en je kon haar niet meenemen naar een diner. Maar hoe en door wie werd Goldstein dan geselecteerd, als ze zo’n brekebeen was? De kritiek van Baars sluit aan bij die van Christiaan Braun die in 2014 en 2015 in paginagrote advertenties in landelijke dagbladen de aandacht vestigde op de macht van de miljonairs en hun belangenverstrengeling in de Raad van Toezicht en het Stedelijk Museum Fonds. Zie hier de advertenties en commentaar. Baars praat met Michiel Romeyn voor Café Weltschmerz over kunst en kunsthandel. Ze claimen inzicht te geven over wat er onder de motorkap van de beeldende kunst gebeurt. Een inleiding in een onderwerp dat van alle kanten benaderd kan worden.

Lennart Booij wordt conservator vormgeving bij Stedelijk Museum

sm

Een overstap van de galerie- naar de museumsector. In een persbericht maakt het Stedelijk Museum bekend dat Lennart Booij per 24 februari 2016 de afdeling Vormgeving van het Stedelijk gaat versterken. Naast Carolien Glazenburg (grafische vormgeving) en Ingeborg de Roode (industriële vormgeving). Desgevraagd laat hij in een tweet weten te stoppen met zijn kunsthandelDR. LENNART BOOIJ, RARE ITEMS AND FINE ART’ die gespecialiseerd is in kunst uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Met onder meer René Lalique en Picasso. 

Booij was jarenlang politiek actief in de PvdA en brengt een belangrijk netwerk mee. Met die informatie in het achterhoofd kan de aanbeveling van Bart van der Heide, hoofd Conservatoren en Onderzoek van het Stedelijk Museum begrepen worden: ‘Hij onderscheidt zich door een gedegen wetenschappelijke kennis, en is de uitgelezen persoon om hedendaagse ontwikkelingen in de vormgeving te plaatsen in een bredere artistieke, sociaaleconomische en politieke context.’ Christiaan Braun -zie hier en hier– moet nog even afwachten. 

Foto: Schermafbeelding van tweets bij bericht van het Stedelijk Museum, 28 januari 2016.

Rob van Koningsbruggen heeft ook gelijk over Stedelijk Museum

fea62e2f047ce140697316375424bdbb2175241bfbcaa46b7dc23e3604bffe69-1

Update 16 maart 2015: In kort geding (uitspraak hier) heeft de voorzieningenrechter bepaald dat het Stedelijk Museum terecht eiser Rob van Koningsbruggen de toegang heeft ontzegd. Hij wilde toegang tot het museum via de rechter afdwingen. ‘Uit de veroordeling van Van Koningsbruggen in 2007 komt immers naar voren dat hij gezien zijn persoonlijkheid impulsief kan handelen en in staat is aanzienlijke vernielingen aan te richten.’

‘Ik heb hun bestuursleden uitgemaakt voor ‘kneuzen’ en ‘mislukte gevallen’. En ik heb gevraagd of er soms iemand van hun een verhouding heeft met oud-minister Guusje ter Horst, toen ze haar onlangs benoemden tot lid van hun raad van toezicht.’ Aldus Rob van Koningsbruggen in De Telegraaf over het Stedelijk Museum. Hij kwam de afgelopen dagen in de publiciteit als de ‘kunstschilder’ die een toegangsverbod tot het Stedelijk juridisch zou gaan aanvechten omdat hij had gedreigd over een werk van Marlene Dumas en Luc Tuymans te plassen. Hij zette de zaak maandag in werking. Zowel zijn advocaat Erik Borghuis als galeriehouder Willem Baars verklaren dat het ’satirisch’ bedoeld was en dat het Stedelijk ‘de dreiging’ te ernstig heeft opgevat.

Ironie laat zich lastig begrijpen en onmogelijk verklaren. Wat het museum als serieuze dreiging kan hebben opgevat, kan Van Koningsbruggen als grap bedoeld hebben die bij het Stedelijk niet zo is opgevat. Mede vanwege buitenlandse artistieke directeuren van afgelopen jaren die het Nederlandse kunstklimaat niet in de vingers hebben. Kunstenaar en museum hebben vanuit hun eigen rol gelijk, maar komen niet tot elkaar.

De onvrede van Van Koningsbruggen lijkt vooral te worden gevoed door de richting die het museum ingeslagen is. Van een plek van en voor kunstenaars dat het onder Willem Sandberg, Edy de Wilde of Wim Beeren was is het geworden tot een hangplek voor nieuwe rijken die kunst omarmen vanwege de status. In die redenering hebben miljonairs in de Raad van Toezicht en oud-politici als Guusje ter Horst het Stedelijk gekaapt.

Het is dezelfde kritiek op de vermenging van kunst en zakenwereld, de belangenconflicten en het gebrek aan openheid die Christiaan Braun in zijn paginagrote advertenties in landelijke dagbladen sinds september 2014 aan de orde stelt. Zie hier voor een overzicht. Ligt de waarheid van het Stedelijk Museum in het midden waar liefde voor de kunst en de kunstenaars weer aan belang wint boven marketing, een algemene directeur die boven een artistieke directeur is aangesteld en patsers uit zaken- en bankenwereld die nu het beleid bepalen?

Uiteraard wordt het nooit meer zoals in 1963 of 1985, maar een compromis moet mogelijk zijn. Braun en Van Koningsbruggen zijn querulanten, maar ze hebben minder ongelijk dan het op het eerste gezicht lijkt.

In het Stedelijk zijn op de golven van de jaren ’90 weeffouten gemaakt die in geen enkel ander Nederlands museum zo diep zijn doorgedrongen. Van Koningsbruggen en Braun zouden eens met de directie een kopje thee moeten drinken om de lucht te klaren. Het Stedelijk verdient goede kritiek die ernstig genomen wordt.

Foto: Rupert van der Linden, ‘De kunstschilder Rob van Koningsbruggen, taart etend in het restaurant van het Stedelijk Museum, 1983. Collectie Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Braun valt Stedelijk opnieuw aan. Deze keer op transparantie

over

De derde advertentie in een reeks, na ‘Tegen belangenconflicten in het Stedelijk Museum’ en ‘Vuistregels voor Musea (voor dagelijks gebruik)’ die in onder meer NRC en Volkskrant verschenen in september 2014. Opnieuw bekritiseert Christiaan Braun in een paginagrote advertentie in NRC het Stedelijk Museum, en dan vooral de Raad van Toezicht. Kunst en handel zouden door elkaar lopen. Braun heeft een getroebleerde relatie met het Stedelijk. De Raad bestaat uit: Alexander Ribbink (voorzitter), Cees de Bruin, Rob Defares, Guusje ter Horst, Prins Constantijn van Oranje, Willem de Rooij, Madeleine de Cock Buning en sinds 19 november Rita Kersting.

Wie hier zelfs maar vluchtig de reeks over Museum Gouda, het Armando Museum of het Wereldmuseum -of Sjors van Beek in De Groene over het Wereldmuseum- leest weet dat vooral waar het de kwaliteit van het toezicht betreft er nog heel wat verbeterd kan worden in de Nederlandse museumsector. Dat aan de orde stellen is Brauns verdienste. Maar een debat wil het niet worden. Dat past welbeschouwd bij transparantie.

Foto: Schermafbeelding uit de NRC van 11 december 2014, pagina 9 (betaalmuur).

Braun pleit in advertentie voor beter bestuur in museumsector

ad_1_8_901

Christiaan Braun komt vandaag met een tweede paginagrote advertentie ‘Vuistregels voor musea; (voor dagelijks gebruik)‘ in De Volkskrant. Op 4/5 september verscheen de eerste advertentie ‘Tegen belangenverstrengeling; in het Stedelijk Museum’ in NRC, De Volkskrant en Het Parool. Hoewel de tweede advertentie niet het Stedelijk Museum bij name noemt, gaat het opnieuw over dit museum. Zoals in 5), 6) en 7) over het lid van de Raad van Toezicht (sinds begin 2011) Willem de Rooij waarvan onlangs het werk Blue to Black werd verworven in de museumcollectie. En 1), 2), 3) en 4) herhaalt de kritiek op belangenverstrengeling van directeur, SM Fonds en SM RvT, en de invloed van de kunsthandel in het Stedelijk Museum Fonds.

Alle vuistregels zijn vanuit goed bestuur, gescheiden verantwoordelijkheden en het voorkomen van niet te controleren kunsthandel goed verdedigbaar, op twee ervan na omdat de werking te beperkt wordt opgevat. Regel 8) dient om het Bert Kreuk-scenario te voorkomen dat ertoe kan leiden dat een museum door een verzamelaar gebruikt wordt om de eigen collectie op te waarderen, maar sluit ook goedwillende collectioneurs uit die niet bezig zijn met kunsthandel. Met 9) worden langdurige bruiklenen van andere musea of het RCE (voorheen ICN) uitgesloten zodat men op z’n minst kan zeggen dat deze regel onzorgvuldig geformuleerd is.

De advertenties zijn vanuit persoonlijke motieven tot stand gekomen, maar daar stopt hun belang niet. Ze kunnen andere doelen dienen. Zoals de bewustwording in de Nederlandse museumsector over goed bestuur die verder gaat dan mooie woorden op een symposium of in een glanzend boekje. Christiaan Braun zet vanuit zijn motieven dit debat op scherp. Op de koop toe moet worden genomen dat hij over de museumsector praat, maar feitelijk alleen het Stedelijk Museum op het oog heeft. Wie hier zelfs maar vluchtig de reeks over Museum Gouda, het Armando Museum of het Wereldmuseum -of nu: Sjors van Beek in De Groene over het Wereldmuseum- leest weet dat er vooral waar het de kwaliteit van het toezicht betreft nog heel wat verbeterd kan worden in de Nederlandse museumsector. Dat aan de orde stellen is de verdienste van Christiaan Braun.

Willem de Rooij_bluetoblack_2013-1.2.0135

Foto 1: Schermafbeelding van advertentie ‘Vuistregels voor musea; (voor dagelijks gebruik)’ in de Volkskrant, 24 september 2014. Ook verschenen in de NRC van 25 september 2014. 

Foto 2: Willem de Rooij, Blue to Black, 2012. Aankoop 2013 Stedelijk Museum.

Christiaan Braun valt Stedelijk Museum opnieuw frontaal aan

cb

Christiaan Braun bekritiseert in een paginagrote advertentie in NRC en morgen in De Volkskrant het Stedelijk Museum. Door belangenverstrengeling van bestuursleden van het Stedelijk Museum Fonds, directeur Beatrix Ruf en leden van de Raad van Toezicht (RvT) zouden kunst en handel door elkaar lopen. Braun heeft een getroebleerde relatie met het Stedelijk Museum. Toenmalige voorzitter van de RvT Rijkman Groenink evenals de huidige voorzitter van de RvT Alexander Ribbink hekelde hij wegens wanprestatie. In zijn ogen zou de hele huidige RvT moeten aftreden zo schreef hij in 2011 in een brief aan de NRC. Het debat is geopend als het aan Braun ligt. Zie eerdere stukken over dit onderwerp van november 2011: Christiaan Braun valt Stedelijk Museum frontaal aan en van oktober 2013Redt Stedelijk uit handen RvT en geef het terug aan publiek

Foto: Schermafbeelding van advertentie ’Tegen belangenconflicten in het Stedelijk Museum’ in NRC, 4 september 2014.

Christensen over het falen van de gevestigde journalistiek

Christian Christensen is hoogleraar journalistiek aan Stockholm University. In een opinie-artikel voor Al Jazeera English beschrijft-ie het tekort van de journalistiek. Het is tot onderdeel van de macht gemaakt. Als reactie hierop zijn journalistiek-activistische organisaties as Anonymous en WikiLeaks ontstaan. Ze vullen het gat dat de gevestigde media laten vallen. Een anonieme stem leest het artikel voor. Zonder bronvermelding.

Kern van z’n kritiek is: ‘My point is that the mainstream press in countries such as Sweden, the United States and the United Kingdom, have (more often than not) failed to engage in critical investigations into, and analyses of, the accumulation and utilisation of power. And, it is this failure that has created a vacuum filled, at least in part, by WikiLeaks and Anonymous. ‘ Volgens Christensen doen media nauwelijks aan kritisch onderzoek en slaan ze het onderwerp van machtsvorming en -misbruik door de gevestigde machten over.

Toegevoegd kan worden dat de journalistiek de confrontatie met het eigen falen ontloopt. De journalistiek neemt graag anderen de maat, maar weigert zichzelf de maat te nemen of serieus te reageren op kritiek van anderen. Dit ontkennen van het eigen falen verklaart waarom de reactie van de gevestigde media op WikiLeaks en Anonymous afgelopen jaren zo negatief was. Niemand wordt immers graag geconfronteerd met een betere ‘ik‘. Nog eens versterkt door het onbegrip van de gevestigde journalistiek over nieuwe media. WikiLeaks en Anonymous zijn geen foutloze organisaties zonder blinde vlekken, maar opereren met een politieke, economische en intellectuele autonomie waarvan gevestigde journalisten alleen maar kunnen dromen.

201372893756408580_20

Foto: Afbeelding van Guy Fawkes, het symbool van Anonymous.