Tobias Walraven weg bij COMM. Was het toezicht voldoende?

Tobias Walraven heeft na kritiek ontslag genomen als directeur van het COMM. Aanleiding was een artikel van onderzoeksjournalist Siem Eikelenboom in FTM. De klokkenluider die hem van informatie voorzag wordt niet beloond door de Raad van Toezicht omdat zij een wantoestand naar buiten heeft gebracht, maar gestraft met een rechtszaak omdat zij de geheimhouding zou hebben geschonden. Het museum is aan de rand van de afgrond gebracht door een dure verbouwing, hoge marketingkosten en een riant salaris voor Walraven. In een interview in het AD zegt Walraven dat hem niks te verwijten valt. Toch neemt hij ontslag, naar hij zegt om het COMM te beschermen. Zijn uitleg is ontwijkend en halfbakken. Hij zegt terug te treden vanwege ‘negatieve publiciteit’, niet omdat hij toegeeft dat onder zijn leiding het COMM aan de rand van de afgrond is gebracht.

Het lijkt op twee manieren mis te zijn gegaan bij het COMM. Allereerst door onvoldoende gebrek aan bestuurlijke kwaliteit en de verkeerde focus én prioriteit van de Raad van Toezicht. Het toezicht ontbrak grotendeels of was onvoldoende en de Raad was onevenwichtig samengesteld. Voorzitter Willem Ackermans was rond 2000 de financiële man van KPNQwest. Het COMM had tot september 2018 een Raad van Toezicht zonder iemand met museale expertise. Trouwens, waarom de directeur van Het Scheepvaartmuseum Michael Huijser toen in dit zinkend schip is gestapt valt lastig te begrijpen. Dat was óf te laat óf te vroeg.

Reden waarom medewerkers van het COMM in afgelopen jaren niet succesvol hebben gelobbyd en steun hebben gevonden om het beleid van het museum de pas af te snijden valt te verklaren door de identiteit en mentaliteit ervan. Naar zeggen van een medewerker was het reglementair niet toegestaan om buiten de directeur om contact met de Raad van Toezicht te zoeken. Ondanks het feit dat de medewerkers al vanaf 2011 signalen ontvingen dat de Raad van Toezicht met een sterfhuisconstructie bezig was en die niet serieus met de medewerkers in gesprek wilde gaan. Zodat de informatie vanuit het museum de top niet bereikte omdat de Raad van Toezicht dit afhield. Walraven trad pas in 2016 toe. Een en ander werd versterkt door het feit dat het museum een eigen stichting was met een pot geld van 75 miljoen gulden waarover het zeggenschap had en onafhankelijk van overheidssubsidies kon functioneren. De autonomie van Raad en directeur was groot omdat er geen publiek geld bij betrokken was. Verantwoording aan de overheid en collegiale toetsing ontbraken.

Het afwijzende advies over de Culturele basisinfrastructuur 2017-2020 van de Raad voor Cultuur uit 2016/17 over het COMM is kritisch. Wat volgens de Raad voor Cultuur ontbreekt is een goede en voldoende uitwerking van de plannen. Leidend punt van kritiek is dat de plannen niet aansluiten bij de musea functie van het museum. Hier lijkt zich het ontbreken van museummensen in directie en Raad van Toezicht te wreken. Maar het advies is niet alleen kritisch op de inhoud en de museale functie van het COMM maar ook op de aspecten ondernemerschap en marketing. Als laatste kritische noot zet het advies een kanttekening bij het bestuur van het COMM: ‘De Governance Code Cultuur wordt toegepast en er wordt een overgang gemaakt naar een raad-van-toezichtmodel. Het museum gaat niet in op de taakverdeling en de samenstelling van deze raad.

De constructie van het COMM gaf de bestuurders dus een vrijbrief voor onethisch gedrag omdat ze in hun eigen autarchie wettelijk binnen hun reglementair mandaat bleven. Het lijkt er sterk op dat niet directeur Walraven, maar een foute structuur de verklaring voor het uit de rails lopen van dit museum is. De directeur was weliswaar de foute man op de foute plek zonder museale ervaring of expertise die nooit benoemd had moeten worden, maar het lijkt vooral de Raad van Toezicht die deze ontsporing mogelijk heeft gemaakt. Waarschijnlijk niet uit kwaadwillendheid, maar uit onbenul, onkunde en een verkeerde doelstelling.

De weeffout is dat dit heeft kunnen gebeuren en er geen enkele instantie was die corrigerend op kon treden. Zoals de Museumvereniging, de gemeente Den Haag of het ministerie van OCW. In algemene zin is deze verkokering en kortzichtigheid een aandachtspunt bij privémusea die vaak maar één sponsor hebben en sterk in zichzelf gekeerd opereren. Een recent voorbeeld is het ontslag van Ralf Beil bij het Kunstmuseum Wolfsburg dat eenzijdig door Volkswagen wordt gerund. Van de andere kant zijn er geen wettelijke middelen om zo’n privémuseum waarvan iedereen van buiten ziet dat het ontspoort bindend op het rechte spoor te brengen.

Walraven verkoopt zijn marketingpraatjes, oneigenlijke argumenten en jeuktaal in het AD als hij zegt: ‘Ik voel me sterk omdat ik niet makkelijk opgeef en omdat ik vind dat ik de situatie professioneel tegemoet moet treden. COMM moet in haar kracht teruggezet worden.’ Walraven voelt zich niet sterk omdat hij een goede directeur was met museale ervaring, expertise, visie en een goed netwerk binnen de museumsector, maar omdat hij niet makkelijk opgeeft. Hijzelf brengt de flinterdunne onzin van zijn orakeltaal als geen ander onder woorden. Deze man had nooit benoemd moeten worden op deze functie. Dat valt echter niet zozeer Walraven, maar wel de Raad van Toezicht aan te rekenen. Voor de duidelijkheid de namen van de leden van de Raad van Toezicht die de ontsporing van het COMM hebben begeleid: Willem Ackermans, Sylvia Roelofs, Leon Merkun en Feer Verkade. Het voelt onrechtvaardig dat Walraven weggaat en Willem Ackermans blijft zitten.

Foto: Schermafbeelding van nieuwsberichtDirecteur Museum voor Communicatie treedt terug’ van het COMM, 23 januari 2019.

Directeur Ralf Beil van Kunstmuseum Wolfsburg verrassend, onverwachts en zonder debat ontslagen. Door sponsor Volkswagen

Er is iets merkwaardigs gebeurd in de Duitse museumsector. De directeur van het Kunstmuseum Wolfsburg is tussentijds ontslagen. Zijn vijfjarige termijn liep af op 1 februari 2020. Het museum draait prima en er zijn geen problemen. Het kwam als verrassing en schok. Voor directeur Ralf Beil is de reden voor zijn ontslag gissen, althans dat zegt hij in de publiciteit. Het vermoeden bestaat dat het te maken heeft met de geplande tentoonstelling ‘OIL; SCHÖNHEIT UND SCHRECKEN DES ERDÖLZEITALTERS’ die op 29 september 2019 opent en tot 16 februari 2020 te zien is. Merkwaardig is dat Beil ondanks zijn onmiddellijke ontslag nog steeds als conservator bij deze tentoonstelling betrokken lijkt te zijn. Hoe werkbaar dat is, is nog niet duidelijk.

Wolfsburg is de stad van Volkswagen. Wie wel eens de trein naar Berlijn heeft genomen zal zich de immense fabriekshallen langs het spoor herinneren. Volkswagen domineert fysiek, economisch en mentaal Wolfsburg. Volkswagen heeft het als enige geldschieter en organisator voor het zeggen bij Kunstmuseum Wolfsburg. Er wordt over gespeculeerd dat Ralf Beil moest vertrekken omdat door de verantwoordelijke museumbestuurders namens Volkswagen gevreesd werd dat zijn Olie-tentoonstelling negatieve publiciteit op zou kunnen leveren over het gebruik van fossiele brandstoffen en de uitblijvende transitie naar duurzaamheid. Of de voet op de rem daarheen. Het bedrijf Volkswagen is nog nauwelijks bekomen van het dieselschandaal met sjoemel software uit 2015 dat alleen in de VS het bedrijf in totaal al een schadepost van 22 miljard dollar opleverde. Beil ontkent overigens dat de Olie-tentoonstelling eenzijdig negatief is, in de publiciteit legt hij uit dat hij ook de positieve aspecten van olie wil benadrukken. Als hij uiteindelijk niet van het project gehaald wordt.

De kwestie Ralf Beil accentueert de afhankelijkheid van een kunstmuseum van één sponsor en de verkrampte overlegstructuur die daaruit volgt. In een interview met tijdschrift Monopol geeft Beil aan dat er over de Olie-tentoonstelling of zijn ontslag geen strijd is geweest, maar dat bij de top van Volkswagen zich alles achter de schermen in het verborgene afspeelt. Volgens Beil kent Volkswagen geen debatcultuur dat het mogelijk maakt om verschillen van mening in redelijke openheid te bespreken. Dit zet de cultuur van grote Duitse bedrijven in een negatief daglicht en schetst de geslotenheid en het in zichzelf gekeerd zijn ervan. De nieuwe directeur Andreas Beitin is ook al benoemd en in de publiciteit doet het museum net alsof Beil is teruggetreden:

De nieuwe directeur Andreas Beitin is al benoemd en in een persbericht zegt het museum dat Beil ‘onlangs is vertrokken’. Dat laat de optie open dat dat vrijwillig was, wat dus niet het geval is. Tot Beitins aantreden op 1 april 2019  is Otmar Böhmer waarnemend directeur. Hij is bestuurslid van de Volkswagen Art Foundation.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelA Museum Director Planned a Show About Art and Oil. Just One Problem: His Institution Is Funded by Volkswagen’ op Artnet, 21 december 2018.

Foto 2: Schermafbeelding van deel aankondiging van komende tentoonstelling ‘OIL; SCHÖNHEIT UND SCHRECKEN DES ERDÖLZEITALTERS’ in het Kunstmuseum Wolfsburg. Zie hier de Engelstalige tekst.

Foto’s 3 en 4: Schermafbeelding van delen van interview ‘”Einflussreiche Kräfte haben gezielt meine Ablösung betrieben” (‘Invloedrijke krachten hebben opzettelijk mijn vervanging geforceerd’) met Ralf Beil door Daniel Völzke in Monopol, 17 december 2018.

Dommering schiet in de derde helft van kwestie-Ruf zijn opinie richting gemeentebestuur. Met welke organisatie en ambitieniveau?

Kunstliefhebber en jurist Egbert Dommering geeft opnieuw zijn opinie in Het Parool over het Stedelijk Museum. Dat nieuwsmedium dat de medestanders van Ruf een podium biedt, zich pro-Ruf opstelt en op een gegeven moment zelfs in een proxy-oorlog met het Ruf-kritische NRC verzeilde. Dommering gaf eerder zijn opinie op 4 juni 2018. Een stuk vol aannames en lacunes, ondersteunend bewijs, maar geen ‘smoking gun’. Opnieuw richt hij zijn pijlen op het Amsterdamse gemeentebestuur dat hij beticht van machtsmisbruik.

Dommering herhaalt opnieuw de Parool-waarheid dat in juni 2018 de commissie-Eisma Ruf in een rapport van blaam gezuiverd heeft. Het valt te betwijfelen of dat klopt. Hij hanteert hierbij een eng-juridische opvatting en laat de ethiek buiten beschouwing. Want hoe kan het anders uitgelegd worden dat Ruf van de Zwitserse uitgeverij Ringnier tijdens haar dienstverband bij het Stedelijk een bonus van 1 miljoen Zwitserse francs kreeg en ook nog neveninkomsten van meer dan 100.000 euro per jaar? Waar waren in die jaren de toezichthouders die ongemakkelijke vragen stelden aan de directie? Zagen directie en Raad van Toezicht niet gewoon elkaars fouten door de vingers om voor zichzelf meer ruimte te bemachtigen? Dat is niet van blaam gezuiverd zijn, dat is verwijtbaar gedrag en aangewende passiviteit door de instructies bewust te negeren.

Dommering maakt het deze keer nog bonter omdat hij zichzelf luid en duidelijk tegenspreekt door uit een langlopende ontwikkeling de actualiteit te laten volgen. Van de ene kant vraagt hij zich terecht af wat het toch is waardoor het Stedelijk hapert (‘Hoe komt het dat de staf zich telkens tegen de artistieke directeur opstelt? Zit het artistiek-commerciële management wel goed in elkaar?’), maar van de andere kant keert hij zich opnieuw tegen het gemeentebestuur en lijkt een lans te willen breken voor de sponsors en geldgevers.

Vooral dat laatste is mal. Dommering weet toch dat het vooral de coterie van multimiljonairs in de Raad van Toezicht en de sponsors in de directe omgeving daarvan is geweest dat het Stedelijk in de problemen heeft gebracht? Het is verre van logisch om nu juist in die hoek de oplossing te zoeken. Het kan zijn dat het gemeentebestuur met een nieuwe burgemeester in de aanpak van het Stedelijk Museum niet voortvarend is en het vanwege hypercorrectie uit angst voor nieuwe ontsporingen te weinig ruimte geeft, maar dat betekent nog niet dat de oplossing voor de jarenlange stagnatie in het gebrek aan commercieel inzicht ligt. Eerder het omgekeerde lijkt het geval, er was een teveel aan verkeerd commercieel inzicht. De kritiek daarop klonk in de openbaarheid al in 2005. De multimiljonairs en ondernemers hadden het bij het Stedelijk voor het zeggen en hielden het museum niet aan zijn opdracht. Het is begrijpelijk dat een in zo’n 15 jaar scheefgegroeide situatie niet op korte termijn hersteld kan worden. Daarom is het ongeduld van Egbert Dommering voorbarig.

De twee sleutelwoorden om het verval van het Stedelijk Museum goed te begrijpen zijn ‘bedrijfscultuur’ en ‘ambitieniveau’. Het eerste was ontspoord en het laatste te hoog. Een ambitieniveau dat vergelijkbaar is met Museum Boijmans van Beuningen of het Haags Gemeentemuseum lijkt beter bij het Stedelijk te passen. Laat het Stedelijk eerst maar eens nationaal de toppositie pakken, voordat het internationale ambities probeert te volgen en ten onder gaat aan Mokumse bravoure. Door slim opereren en het inzetten van de eigen collectie kan het Stedelijk incidenteel best internationaal toonaangevende tentoonstellingen realiseren. En niet van gearriveerde kunstenaars met een groot commercieel belang waar nu eenmaal het budget voor ontbreekt, maar van aanstormende kunstenaars die vroegtijdig worden gescout en vastgelegd. Dommering heeft gelijk dat de juiste toepassing van de Code cultural governance geen handleiding voor het opzetten van een goede organisatie en bestuur is. Maar om het gemeentebestuur dat het ontspoorde museum uit de modder probeert te trekken te waarschuwen voor moreel puritanisme is een gotspe die oorzaak en gevolg opzichtig omkeert.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelStedelijk is nog altijd beschadigd door affaire-Ruf’ van Egbert Dommering in Het Parool, 23 oktober 2018

Kamerdebat over dividendbelasting gaat aan essentie voorbij. De bedrijfscultuur van de politiek zou centraal moeten staan

Een debat in de Tweede Kamer over de afschaffing van de dividendbelasting met Helma Lodders (VVD) maakt veel duidelijk over de kwaliteit van het debat. En dus van de Nederlandse politieke klasse. Die is beroerd en tenenkrommend. De kamerleden van de oppositiepartijen zijn zo kortzichtig dat ze de sleutel voor dit debat niet weten te vinden en zich af laten leiden. Waar gaat het om? Vanochtend schreef ik in de marge van een commentaar over de Amerikaanse politiek: ‘Ook in Nederland is de schaduwzijde dat het bedrijfsleven en andere belangengroepen met de politieke partijen in de kern van de macht afspraken maken buiten het politieke systeem zelf om. Concreet voorbeeld is de afschaffing van de dividendbelasting. Economisch-strategisch beredeneerd is dat niet eens een domme maatregel, maar voor de acceptatie van het politieke systeem door burgers was het van een groteske arrogantie en domheid van de VVD in het bijzonder.’

In plaats van dat de oppositie het kabinet aanspreekt op het zuiver bedrijven van politiek en werkt aan het versterken van de eigen macht (geen lam, maar leeuw) laat het zich verleiden tot discussies over Shell, vestigingsklimaat, 1,6 of 7 miljard euro gederfde inkomsten of de werkgelegenheid. Maar daar zou dit debat niet over moeten gaan. Dat is niet de essentie. Het gaat niet om maatregelen, maar om de bedrijfscultuur van de politiek. Het doet er namelijk niet toe wat de afschaffing van de dividendbelasting voor de schatkist, de werkgelegenheid of het vestigingsklimaat betekent. Het gaat erom dat de afspraken via rulings van de belastingdienst buiten het parlement en het reguliere overleg binnen politieke partijen door een kleine kerngroep van politici is genomen. Dat staat in het debat in de Tweede Kamer niet centraal. Waarom niet?

Foto: Still uit het debat over de dividendbelasting in de Tweede Kamer, 26 juni 2018. Met Helma Lodders (VVD).

Trump kiest voor Goldman Sachs en laat zijn achterban in de steek

Het kan niet genoeg herhaald worden, leden van het establishment die zeggen op te komen voor de werkende klasse en beloven het establishment aan te pakken als ze de macht hebben zijn ongeloofwaardig. En breken hun beloften. Zoals Donald Trump die in een campagnefilmpje verwees naar geld dat verdwijnt ‘in de zakken van grote bedrijven’. Onder wie de CEO van Goldman Sachs Lloyd Blankfein (na 1’ 14’’). De investeringsbank  representeert alles wat verkeerd is aan de macht van grote banken. En is daarin nog een factor tien erger. Goldman Sachs is de firma list & bedrog die landen in gevaar brengt, economieën kapotmaakt, de belangen van klanten niet dient en politici koopt met miljoenen dollars. En zich daarmee onkwetsbaar maakt. Oud-bankier Greg Smith laakte in 2012 de bedrijfscultuur van Goldman en noemde het ‘een giftige cultuur’.

Vandaag heeft Trump Steven Mnuchin tot minister van Financiën benoemd. Hij werkte 17 jaar als bankier bij Goldman Sachs. En dan zijn er ook nog de huidige nummer 2 van Goldman Sachs Gary Cohn die naar verluidt minister wordt op het Bureau voor Management en Budget en oud-bankier van Goldman Sachs Steve Bannon (nu: Breitbart en Alt-right) die meesterstrateeg van Trump in het Witte Huis wordt. Onder Trump is Goldman Sachs weer helemaal terug in het centrum van de macht. Sinds de kredietcrisis van 2008 vond de politiek het uit cosmetische redenen gepast om enige afstand te bewaren tot de graaicultuur van Goldman Sachs. Nu krijgen de bedriegers en bedreigers van de wereldeconomie het voor het zeggen in de regering-Trump.

Trump bedriegt de werkende klasse en de middenklasse door niet alleen zijn belofte te breken afstand te nemen van de grote bedrijven die geld van gewone mensen in hun zakken laten verdwijnen, hij promoveert die bankiers die de Goldman Sachs bedrijfscultuur in hun genen hebben tot het centrum van de macht. Zodat hun diefstal extra wordt gelegitimeerd. Trump trapt tegen het establishment door het te omhelzen, te knuffelen en er zich onderhorig aan te verklaren. Trump dient het eigenbelang van zijn eigen klasse.

Het was te verwachten voor wie Trump kent als iemand die niets heeft met feiten en liegt om bestwil. Hoelang het duurt voordat deze waarheid is doorgedrongen tot de sociaal achtergestelden en de helft goedwillende ‘deplorables’ uit zijn achterban die op Trump stemden is de vraag. Of moet een opgeklopte culturele strijd over moslims, Black Matters of abortus deze economische diefstal verhullen? Dat zal het plan wel zijn.

Hoe geloofwaardig is waarschuwing van korpschef Bouman over discriminatie bij politie?

Korpschef van de politie Gerard Bouman maakt zich zorgen over de cultuur bij de politie: ‘Uitsluiting, kleineren en respectloos behandelen van islamitische agenten, maar ook van islamitische burgers.‘ Dat blijkt uit een interne blog die verscheen op 16 februari 2015. Vraag is in welke mate deze vorm van discriminatie voorkomt. Want het is van tweeën een: of het is kleinschalig of grootschalig. In het laatste geval is het merkwaardig waarom de politieleiding niet eerder opgetreden is in het aanpakken van de discriminatie. Want Bouman beweert dat leidinggevenden en teamleiders bij de politie ook discrimineren. Wie timmert Bouman met z’n aanklacht vast: de politie-organisatie, gewone politie-agenten, de politie-leiding of vooral zichzelf?

Joris Luyendijk voor Tegenlicht over aanpak van de bankensector

Joris Luyendijk laat voor de VPRO zijn licht schijnen over de financiële sector. Of liever gezegd over wat er mis is bij de banken en waarom de politiek niet bij machte is om in te grijpen. Hij eindigt positief. Tegen beter weten in? Ook de emancipatie van homoseksuelen en vrouwen of het afschaffen van de slavernij kwam er uiteindelijk doorheen. Maar hoe de banken hervormd gaan worden is vooralsnog volstrekt niet duidelijk. Er is nog geen beweging. Maar Luyendijk is duidelijk dat ze onvermijdelijk hervormd moeten worden. Op straffe van veel ellende voor velen. Inclusief zakenbankiers die ook slachtoffer zijn geworden van een doorgedraaid financieel systeem. Niemand heeft het bankenmonster meer in de hand. Het moet getemd. Maar hoe?

Ondraaglijke hypocrisie van Holder door banken niet aan te pakken

Heeft de regering-Obama met minister van Justitie Eric Holder de afgelopen zes jaar banken de hand boven het hoofd gehouden? Ja. ‘Beroof een bank en ga naar de gevangenis, bestuur een bank en beroof de wereld’ is het gezegde dat Holder bevestigd heeft. Zelfs overtuigend bewijs tegen banken was niet genoeg om in te grijpen. Da’s de schande. Niet alleen in de VS trouwens, maar ook in Europa en Nederland kwamen de bankiers weg met hun boevenstreken op kosten van de belastingbetaler. Ze eisten zelfregulering, kregen die en deden vervolgens niets. Politici die de macht van banken wilden terugdringen hadden munitie in handen om hun kritiek naar voren te brengen. Maar ze deden niets. De nauwe vermenging van banken als Goldman Sachs met de regering Obama blokkeerde een echte aanpak. Het is extra hypocriet van Holder om tegen zijn afscheid en na de verjaringstermijn net te doen alsof hij het nu echt serieus neemt. Want da’s niet zo.

Burgemeester Bloemendaal stapt op. Waarom werd hij benoemd?

Hoe heeft iemand die van zoveel kanten kritiek krijgt ooit burgemeester kunnen worden? Schort er iets aan de procedure met vertrouwenscommissies en benoemingen? Vanochtend stapte Ruud Nederveen (VVD) op als burgemeester van Bloemendaal. Wethouder Marjolein de Rooij (GroenLinks) heeft ook haar functie neergelegd.

Binnenlands Bestuur meldt dat ze zijn gestruikeld over een affaire rond het landgoed Elswoutshoek. Uit de video van RTV NH van juli 2014 en uit andere media blijkt dat het conflict rond Elswoutshoek eerder een focuspunt werd voor allerlei andere kritiek op Nederveen die tot die tijd sluimerde en toen naar boven kwam.

Een doodzonde is het monddood maken van media door onwelgevallige stukken uit de krant te willen houden. De Utrechtse burgemeester Aleid Wolfsen (PvdA) kostte het uit de krant houden van zijn declaratiegedrag een tweede termijn. Het is Nederveen niet gelukt om de bedrijfscultuur van Bloemendaal te versterken. Tekenend hiervoor is dat hij geen openheid van zaken geeft in een in het Haarlems Dagblad afgedrukte verklaring:

bloe

Foto: Verklaring van burgemeester Nederveen om zijn taken neer te leggen in het Haarlems Dagblad, 22 januari 2015.

Hoeveel meer dan absurd drama zijn de Europese verkiezingen?

Wat heeft de EU eigenlijk gedaan om herhaling van een nieuwe bankencrisis zoals die in 2008 plaatsvond te voorkomen? Niets. De oude bankencrisis ziekt nog steeds door zeggen critici. Zie wat Joris Luyendijk zegt. De lijken van de oude crisis liggen nog in de kast. Als de EU meer was dan een economische eenheid, dan was dat allemaal nog te overkomen. Er zou dan iets anders zijn dat zin had. Schrijnend is dat het in de EU juist om de economie draait. Die is niet in orde. Opvallend is dat de EU de bankencrisis in Europa nooit afdoende heeft aangepakt. Wat in de VS wel gebeurde. Het sterke vermoeden bestaat dat dat komt omdat de EU niet is opgewassen tegen de lobbyisten van de financiële sector. Zodat er niet krachtig opgetreden wordt. Toezicht en controle ontbreken. Strenge regelgeving voor banken is afgezwakt. Wie gelooft dat dat in een nieuwe Europese Commissie verandert is een fantast. Kortom, de komende verkiezingen laten de hoofdzaak liggen.

Wie de verkiezingsdebatten over de EU ziet en weet te genieten van het absurdisme aanschouwt een prachtig toneelstuk. Een aantal grijze heren is op zoek naar een personage. Om zich een houding te geven. En een grens af te bakenen. Voor allen wacht de afgrond als ze met fundamentele kritiek komen op de kern van het functioneren van de EU. Dat gespeelde houvast in een politieke familie of de klassieke tegenstellingen tussen links en rechts is saai en van een grote dramatische armoede. Niet alleen omdat het voorspelbaar is, maar ook omdat het aantoonbaar echte kritiek vermijdt en geen idee van urgentie geeft. Dat bij een echte aanpak van de bankencrisis met lijken in en uit de kast wel zou gebeuren. De EU blijft dus een aanpak die geen aanpak is.

Jagdgesellschaft_Theatermuseum

Foto: Toneelbeeld van Thomas Bernhard, Die Jagdgesellschaft. Wenen, 1974.