Nord Stream II zorgt voor politieke spanning tussen EU en Amerikaans congres. Met het Kremlin als huilende derde

Het West-Europese, en dan vooral het Duitse bedrijfsleven ziet de olifant in de kamer, maar doet net alsof hij er niet is. Dit promotiefilmpje over Nord Stream II bevestigt het beeld van niks aan de hand. Het gaat over een gasproject van West-Europese landen met de Russische Federatie. De olifant in de kamer is de energie-afhankelijkheid van de EU van de Russische Federatie. De aanleg van Nord Stream II druist in tegen het officiële beleid van de EU over diversificatie en energie-onafhankelijkheid, zoals energiedeskundige Sijbren de Jong in februari 2017 in een column voor EUobserver uitlegde: ‘When launched the Energy Union emphasised the need to diversify energy sources, suppliers and routes to ensure secure and resilient energy supplies. Upon closer inspection, the Nord Stream 2 pipeline in fact does the opposite.

Onder druk van het Duitse bedrijfsleven zegt kanselier Merkel dat Nord Stream II een economisch project is. De politiek zou er daarom niets mee te maken hebben. Dat is een groteske leugen. Het is aantoonbaar onjuist en een slecht verdedigbaar standpunt. De EU maakt zich ongeloofwaardig door het een te zeggen en het ander te doen. Nord Stream II is een geopolitiek project. Zo probeert de EU onder druk van Duitsland en andere West-Europese landen onder wie Nederland door wegkijken de kritiek op Nord Stream II van onder meer Polen, de Baltische landen en Oekraïne te neutraliseren. Niet door argumenten of maatregelen die aansluiten bij het staande EU-beleid over energie-onafhankelijkheid, maar door het gewoonweg te negeren.

In een nieuwe ontwikkeling moet de EU kleur bekennen omdat het door de VS en de Russische Federatie wordt uitgedaagd over Nord Stream II. Morgen neemt het Amerikaanse Huis naar verwachting een wet aan die de sancties tegen de Russische Federatie aanscherpt. De wet bevat ook sancties tegen Noord-Korea en Iran. Eerder stemde de senaat met een grote meerderheid van 98-2 voor de aanscherping van de sancties tegen de Russische Federatie. De teksten van Huis en Senaat zijn in elkaar geschoven. President Trump kan zo’n wet vetoën, maar bij een twee/derde meerderheid heeft het congres het laatste woord en vindt de wet na procedureel overleg alsnog doorgang. Daar ziet het nu naar uit. In de concepttekst staat over Nord Stream II:

Zo tekent zich een kloof aan tussen de EU en de VS. De EU wil niet bewegen en daarom neemt de VS in haar plaats het initiatief dat de EU onder Duitse druk weigert te nemen. De energie-afhankelijkheid van de EU van Russische energie neemt overigens nog steeds van jaar tot jaar toe. Het Amerikaanse congres is van plan om sancties tegen Nord Stream II op te leggen omdat dit project ‘nadelige gevolgen’ zou hebben voor de ‘energieveiligheid van de EU’ en ‘de ontwikkeling van de gasmarkt in Midden- en Oost-Europa’ en ‘energiehervormingen in Oekraïne’. Als de definitieve versie van deze sanctiewet nog steeds deze passage bevat, dan is het een opmerkelijk staaltje van a-synchroon beleid. Het Amerikaanse congres ziet de olifant in de Europese kamer en voert daaropvolgend beleid uit die de EU in theorie zegt uit te voeren, maar in de praktijk saboteert. De EU komt er zwak en verdeeld uit. Uiteraard laten de Amerikanen niet na om de kansen te grijpen die hun opkomende energiemarkt biedt. De EU is te verzwakt om er doelmatig op te reageren.

Voor het Kremlin resteert weinig anders dan de Europeanen de kloof met de VS in te wrijven. Ook president Putin moet zijn verlies nemen. President Trump probeerde vanaf zijn eerste dag in functie om de sancties tegen de Russische Federatie te verzwakken, maar moet nu constateren dat hij onvoldoende grip heeft op de Republikeinen in het congres die de sancties aanscherpen. De eerste rondes sancties werden in 2014 ingesteld vanwege de bezetting van de Krim door de Russische Federatie en de militaire en politieke inmenging in Oekraïne van dat land. Deze ronde van sancties is een verlate reactie op de al in oktober 2016 door de gezamenlijke Amerikaanse  inlichtingendiensten vastgestelde inmenging van de Russische Federatie in de campagne voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016. Die ging verder dan de ‘normale’ spionage tussen landen die gebruikelijk is. Het verschil is dat het Kremlin niet op de via spionage vergaarde informatie ging zitten, maar die gebruikte in de campagne in een geheime operatie (‘covert operation’).

Foto 1: Schermafbeelding van deel concept-wet van het Amerikaanse congres, 24 juli 2017.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelKremlin frets US sanctions may hurt European projects like Nord Stream 2’ van Reuters op RawStory, 24 juli 2017.

Journalistiek is hardnekkig in jacht op Trump en zijn Russische connectie

Amerikaanse media zijn de slaapzucht en schroom voorbij. Ze ruiken bloed, laten zich niet meer imponeren of voorliegen en volgen het spoor naar het Witte Huis. Waar een wankele, incompetente president Trump schade oploopt. De laatste weken leek het er even op dat de Russische connectie van Trump en zijn medewerkers in de doofpot gestopt werd. Maar daar is nu geen sprake meer van. Die fase is door het ontslag van nationale veiligheidsadviseur Mike Flynn definitief voorbij. Het spoor leidt naar president Trump zelf. Vergelijkingen met president Nixon worden gemaakt. Dat moedigt de competitie tussen journalisten aan om hun deel van de eeuwige roem te behalen die ooit de Watergate-journalisten Carl Bernstein en Bob Woodward ten deel viel.

Het helpt niet dat Trump in tweets de inlichtingendiensten blijft beledigen, zoals vanochtend: ‘The real scandal here is that classified information is illegally given out by “intelligence” like candy. Very un-American!’ Dat is geen poging tot schadebeperking -laat staan presidentieel gedrag- maar een oorlogsverklaring. Not smart. Onvermijdelijk blijven de inlichtingendiensten de media voeren met hun informatie over een president die ze niet vertrouwen. De storm gaat niet meer liggen voordat Trump is afgezet en door middel van   onthullingen een verklaring voor zijn onbegrijpelijk welwillende houding tegenover Putin is geopenbaard.

Hardliners als de ministers Tillerson en Mattis distantiëren zich voorzichtig van Team Trump, maar vooral Tillerson lijkt met een 500 miljard USD deal voor ExxonMobil gecorrumpeerd en betrokken bij zakelijke belangen in de Russische Federatie die de president geheim wil houden. En hem chantabel maakt. Intussen wordt het Russische regime in de westerse media zo beschadigd dat het de vraag is of de inspanning om Trump de verkiezingen te laten winnen loont en niet averechts werkt. Weliswaar worden de VS verzwakt door de chaos in het Witte Huis, maar tegelijkertijd zijn de NAVO-lidstaten extra alert op Russische militaire acties.

SP wil oorlog voorkomen en vrede bevorderen. Hoe kan dat door wensdenken en wegkijken voor de realiteit?

sp

Aldus het concept verkiezingsprogramma van de SP over ‘Oorlog voorkomen, vrede bevorderen’ dat afgelopen week werd gepresenteerd. Wie wil nou geen einde aan oorlog en ontmanteling van de Amerikaanse, Chinese, Russische en Europese veiligheidsindustrie waarin wapenfabrikanten, politici, journalisten en wetenschappers onder een hoedje spelen? Maar de claim van de SP dat dat eenzijdig veranderd kan worden is niet realistisch.

Het is een wereldvreemde paragraaf vol verhullend taalgebruik. Maar ook een paragraaf die voorbijgaat aan de werkelijkheid en een fout beeld van de werkelijkheid schetst. Feit is dat de uitgaven van de NAVO-lidstaten enorm zijn afgenomen. Europa en Canada geven in 2015 volgens opgave van de NAVO nog zo’n 1,43% van hun bbp uit aan defensie. In de periode 1980-1984 was dat voor de Europese NAVO-leden gemiddeld 3,6% (zie tabel 2). Door het vredesdividend zijn de defensie-uitgaven sinds de hoogtijdagen van de Koude Oorlog in Europa aanzienlijk gedaald. Met als gevolg dat hoofdkwartieren zijn gesloten, Amerikaanse troepen uit Europa zijn teruggetrokken, nationale krijgsmachten onderdelen zijn afgestoten -Nederland heeft geen tanks meer- en Nederland een gebrek heeft aan reserveonderdelen en munitie (zodat het oefent door pangpang te roepen) dat het de vraag is of het nog kan voorzien in de opdracht om het eigen grondgebied te verdedigen.

Een politieke partij moet staan voor de verdediging van het eigen territorium. Dat wil zeggen de territoriale integriteit. Zeker voor een partij die pleit voor een afgeslankte EU met minder bevoegdheden. Dat kan door  het opbouwen van een compacte, hooggekwalificeerde en professionele krijgsmacht die Nederland niet afhankelijk maakt van vrienden en nog minder van vijanden. Een verzwakt Nederland dat zichzelf niet kan verdedigen voorkomt geen oorlog en bevordert geen vrede. Daar helpt geen 1984-achtige newspeak aan die oorzaak en gevolg omkeert. En los van de feiten ‘vrede‘ ‘oorlog‘ en ‘oorlog‘ ‘vrede‘ wenst te noemen.

Uiteraard moet een wapenwedloop worden voorkomen, want het geld kan beter naar onderwijs, cultuur of zorg gaan. Maar dat kan niet vanuit wensdenken en wegkijken voor de realiteit eenzijdig geforceerd worden vanuit het niets van een niet bestaande ideale wereld, zoals de SP het voorstelt. Als deze partij blijft weigeren om recente daden van de Russische Federatie te noemen wat ze zijn, dan blijft het zich ongeloofwaardig en zelfs onwaarachtig gedragen. Het Kremlin initieert daden van agressie die de Europese veiligheidspolitiek sinds 2014 op de kop hebben gezet. Het is de Russische Federatie die delen van buurlanden volgens VN-resolutie 68/262 onrechtmatig bezet houdt, verplichtingen en garanties van internationale verdragen niet nakomt (Boedapester Memorandum 1984, Helsinki Final Act 1975), voortdurend het luchtruim van andere landen schendt en dreigt met de militaire invasie van Oekraïne, Polen, de Baltische landen en Roemenië.

De paragraaf over veiligheidspolitiek maakt de SP electoraal ongeloofwaardig voor kiezers die deze partij om andere redenen willen steunen. Dan loopt de partij opnieuw de kans op een teleurstellend stembusresultaat. Wellicht kan het erover nadenken of het correct weergeven van oorzaak en gevolg van de veiligheidspolitiek niet meer kiezers over de brug trekt. De SP heeft als vanouds de pretentie om de façade van het Westers kapitalisme door te prikken, maar vlucht vervolgens weg in een andere, eigen schijnwereld. Dat helpt niet.

Foto: Deel van de paragraaf ‘Oorlog voorkomen, vrede bevorderen’ in concept verkiezingsprogramma van de SP, oktober 2016.

Edy Korthals Altes mist opnieuw essentie over uitbreiding NAVO oostwaarts

NATO-1990

Wat het kernpunt van Smeets’ kritiek betreft: er zijn in de 90-er jaren wel degelijk verwachtingen gewekt dat de NAVO zich niet zou uitbreiden naar de westgrens van Rusland. Zelfs door NAVO-chef Wörner.’ Aldus oud-ambassadeur Edy Korthals Altes in een ingezonden brief in NRC. Dit is een antwoord op een commentaar van Hubert Smeets in reactie op Korthals’ commentaar van 14 juli 2016. Korthals doet aan selectief winkelen door voorbij te gaan aan de complexiteit en opeenvolging van fases in de jaren ’90. Der Spiegel en Foreign Affairs ontzenuwen het idee dat het Westen beloftes brak over de uitbreiding van de Navo in Oost-Europa.

In een commentaar van 15 juli antwoordde ik Korthals: ‘Het begint met het al vele keren weerlegde misverstand dat er in de jaren 1990-91 afspraken zouden zijn gemaakt tussen de leiders van de beide machtsblokken over een stop op de uitbreiding van de Navo in Oost-Europa. Korthals: ‘Aan de andere kant voelen de Russen zich bedreigd door het steeds verder opdringen van de NAVO aan hun Westgrens. Ondanks de destijds aan Gorbatsjov gedane toezegging van de Amerikaanse minister Baker dat dit niet zou gebeuren.’ Maar die afspraken zijn alleen over de DDR gemaakt. Dat er zo’n afspraak is gemaakt is door Gorbatsjov zelf ontkend in een interview met Maxim Korshunov in 2014.’ Hubert Smeets citeert historica Mary Elise Sarotte: ‘Amerikaanse en West-Duitse politici hadden Gorbatsjov er kundig uit gemanoeuvreerd door de NAVO naar Oost-Duitsland uit te breiden en beloften over de toekomst van de alliantie te vermijden.

Edy Korthals Altes maakt twee fouten. Hij stelt het wekken van verwachtingen door Westerse politieke leiders op hetzelfde niveau als een verdragtekst of de notulen van een officieel overleg. Wörner zei in juni 1991 volgens een analyse van Rodric Braithwaite in een interview met TASS ‘granting NATO membership to former Warsaw Treaty members would be a serious obstacle to reaching mutual understanding with the Soviet Union.’ En in een toespraak in Bremen in 1990 zei Wörner: ‘The very fact that we are ready not to deploy NATO troops beyond the territory of the Federal Republic gives the Soviet Union firm security guarantees’, maar ook: ‘This stabilizing framework of the Alliance has also contributed to protecting the neutral states of Europe, and the newly-democratizing nations of Central and Eastern Europe recognize that without NATO they would not have regained their independence and freedom – and indeed could not retain them.’

De andere fout die Korthals maakt is dat hij niet begrijpt dat Manfred Wörner en de andere Westerse leiders in de jaren 1990 en 1991 geen definitieve afspraken maakten, maar uitsluitend oplossingen zochten die pasten bij de problemen van dat tijdperk. Dus het kan best dat Wörner, kanselier Kohl, president Mitterand of de Duitse en Amerikaanse ministers Genscher en Baker in die jaren voorspellingen of opmerkingen maakten die erop duidden dat uitbreiding op dat moment ongewenst was. Het is onjuist dat Korthals door te verwijzen naar uitspraken van Wörner meent ‘het kernpunt van Smeets’ kritiek’ te weerleggen. Dat doet hij niet. Tijdens het presidentschap van Bill Clinton konden vanaf 1993 Oost-Europese landen lid worden van de NAVO zonder dat daarbij enige afspraak geschonden werd die gemaakt was met de Sovjet-Unie of de rechtsopvolger ervan.

Foto: ‘Margaret Thatcher with other summit leaders at the 1990 NATO London Summit. Photo: Tetsuya Akiyama/PA Images.’

The strange case of mr Putin and mr Trump. Overspeelt Trump zijn hand?

Wat er gebeurt in de Amerikaanse verkiezingsstrijd is nog nooit vertoond. De Republikeinse kandidaat Donald Trump roept de Russen op om 30.000 e-mails van Hillary Clinton die van haar privé server zijn verdwenen (EMAILgate) boven water te halen. Trump roept dus een buitenlandse mogendheid op zich actief te mengen in de Amerikaanse verkiezingsstrijd. De Republikeinse voorzitter van het Huis van Afgevaardigden Paul Ryan neemt hier afstand van en heeft de Russische president Putin in een verklaring juist opgeroepen om buiten de Amerikaanse verkiezingstrijd te blijven, volgens een bericht in The Hill: ‘Rusland is een wereldwijde dreiging geleid door een sluwe misdadiger. Putin moet buiten de verkiezingen blijven’. Is Trump te ver gegaan?

De ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Het kan dat Trump zijn eigen graf graaft door zich pro-Putin uit te laten.  In zekere zin brengt dat het Kremlin ook in verlegenheid omdat het beginsel van Maskirovka niet toelaat om die inmenging te bevestigen. Het geeft Trumps tegenstanders de gelegenheid om vragen bij zijn loyaliteit te zetten. Zoals de oud-directeur van de CIA en Democratische politicus Leon Panetta die volgens een tweet van CNN’s Christiane Amanpour niet vindt dat Trump Putin kan vragen zich met de Amerikaanse politiek te bemoeien: ‘Ik denk dat dat grenzen te buiten gaat. Ik denk dat soort uitspraken slechts weergeeft dat hij echt niet gekwalificeerd is om president van de Verenigde Staten zijn.’  De Clinton-campagne sluit zich bij monde van woordvoerder Brian Fallon aan bij de woorden van Paul Ryan. Fallon noemt de lovende woorden van Trump voor Putin ‘Al geruime tijd nogal vreemd’.

Marc Jansen retweet tweets van David Frum van The Atlantic die de Putin-politiek van Trump samenvatten:

df

The Young Turks gaven op de Democratische conventie in Philadelphia hun idee hoe Trump gekocht wordt met geld van het Kremlin. En Estland weggeeft aan de Russen door de Navo-verplichtingen bij het oud vuil te zetten. Maar als Trump zo handelt als president kan dat leiden tot zijn afzetting (impeachment) door de elite van de Republikeinse partij. En is er met vice-president Mike Pence een weg ’terug naar normaal’.

Foto: Tweets van David Frum, 27 juli 2016.

Edy Korthals Altes verkondigt in NRC wereldvreemde opinie over Russische Federatie

02071r

NRC plaatste gisteren een opinie-artikel van oud-ambassadeur Edy Korthals Altes met de veelzeggende titel ‘Beter om de Russen niet zo uit te dagen’. In de analyse en zelfs in de weergave van de feiten is veel aan te merken op dit artikel. Het is een staalkaart van wensdenken. Korthals hanteert een neorealistische visie op de politiek zoals de neoconservatieve oud-minister Henry Kissinger die ook bezigt. Beide 90-plussers grossieren in malligheden en orakelen hun oplossingen de wereld in. Hun lichaam is in de 21ste eeuw gearriveerd maar hun geest zit nog midden in de Koude oorlog die in 1991 definitief eindigde. Maar het beginsel machtsevenwicht door afschrikking is niet meer van deze tijd. Dat heeft Korthals niet door.

Het begint met het al vele keren weerlegde misverstand dat er in de jaren 1990-91 afspraken zouden zijn gemaakt tussen de leiders van de beide machtsblokken over een stop op de uitbreiding van de Navo in Oost-Europa. Korthals: ‘Aan de andere kant voelen de Russen zich bedreigd door het steeds verder opdringen van de NAVO aan hun Westgrens. Ondanks de destijds aan Gorbatsjov gedane toezegging van de Amerikaanse minister Baker dat dit niet zou gebeuren.’ Maar die afspraken zijn alleen over de DDR gemaakt. Dat er zo’n afspraak is gemaakt is door Gorbatsjov zelf ontkend in een interview met Maxim Korshunov in 2014. Het is onderhand tijd dat NRC hier eens een historisch fact check op los laat, want Korthals is na Michiel Klinkhamer en Laurien Crumb de derde auteur die in NRC deze onwaarheid mag brengen. Zie hier en hier mijn kritiek op hun artikelen. En er zullen ongetwijfeld nog veel meer opinie-makers zijn die elkaar in NRC dit misverstand napraten. NRC zou geloofwaardigheid moeten nastreven in de opinie-artikelen die het plaatst.

Korthals vervolgt zijn wereldvreemdheid als hij stelt dat door Moskou ‘een harde garantie zou moeten worden gegeven dat op geen enkele wijze, direct of indirect, inbreuk zal worden gemaakt op de soevereiniteit van de aan Rusland grenzende Europese landen.’ Waaruit die Russische garantie zou moeten bestaan is onduidelijk. Verder slaat Korthals het Westen alle drukmiddelen uit handen door de sancties tegen de Russische Federatie op te willen heffen en de Krim eenzijdig aan het Kremlin over te leveren. Hij zet daar voor Oekraïne, Moldavië, Georgiē of de Baltische staten niets concreets tegenover. Het is even onwaarachtig als het apocriefe verhaal over de toezegging van James Baker. De slechte mensenrenrechtensituatie van de Krim-Tataren noemt Korthals niet. Hij levert ze over aan het Kremlin alsof ethiek in de buitenlandse politiek niet meer dan een ruilmiddel is. En zoals gezegd, Korthals is onevenwichtig in het voorstellen van een gelijkwaardige ruil.

Korthals’ wereldvreemdheid komt samen in de zin: ‘De de-escalatie van de huidige spanning zou bevorderd kunnen worden door wederzijds vertrouwenwekkende maatregelen.’ Hiermee gaat hij uit van redelijkheid aan beide kanten. Maar hij vergeet daarin te betrekken dat volgens Transparency International Oekraïne en de Russische Federatie de meest corrupte landen van Europa zijn en niet alleen met elkaar in oorlog zijn, maar in zekere zin ook met hun eigen bevolking. Gebrek aan vertrouwen in elkaar en in zichzelf is de reden dat de Minsk-akkoorden niet uitgevoerd worden. Dat valt vooral het Kremlin te verwijten dat Oekraïne mentaal niet wenst te erkennen als soevereine staat, zoals president Putin in 2008 in Boekarest tegen president Bush zei. Dat is de diepste reden voor het conflict dat Korthals met zijn schijnoplossingen niet dichterbij brengt.

Op eigenlijk alles wat Korthals zegt is wel wat aan te merken en kleeft het gebrek aan realisme. Daarbij is zijn taalgebruik verhullend. Hij heeft het over een ‘constructieve relatie’ terwijl dat in zijn uitwerking inhoudt dat het Westen inbindt en het Kremlin niet. En soms zet hij iets achter elkaar zonder te doorgronden wat hij nou precies zegt. Hoe rijmt hij ‘de traditionele Russische invloedssfeer’ met ‘de aspiraties van een groot deel van de bevolking in het westelijke Oekraïne’? Korthals blijft hameren op samenwerking, maar gaat voorbij aan de weerbarstige praktijk van de afgelopen drie jaar waardoor samenwerking nog verder uit beeld is geraakt.

Op een andere manier slaat Korthals ook de plank mis. Voor de EU-lidstaten bestaat het grootste belang van samenwerking met het Kremlin niet uit de actuele veiligheidspolitiek, maar uit het voorkomen van een implosie van een Russische Federatie die op de afgrond afkoerst. De ondergang ervan kan de ondergang van de EU worden. Het is die angst die het Duitse establishment gijzelt en paradoxaal een harde, maar duidelijke relatie blokkeert die juist dat voorkomt. Herbezinning van de Westerse relatie met de Russische Federatie is nodig. Maar niet omdat het Kremlin in de recente jaren door het Westen onredelijk en onverantwoord zou zijn bejegend, maar omdat het Kremlin zelf onredelijk en onverantwoord is. Dat heeft Korthals niet in de gaten.

Foto: ‘U.S.S.R., Moscow, temporary exhibit of Russian material’, 1959. Collectie: Library of Congress.

Gedachten over de NAVO en defensie tegen Russische agressie

Zoals bijna iedereen die opgegroeid is in de jaren voor 1991 heb ik een gezond wantrouwen tegen de NAVO. Was dat immers niet het verlengstuk van de Amerikaanse veiligheidsindustrie? Juan Bosch zette uiteen in zijn essay Pentagonism wat Amerikaans imperialisme inhield. Het hield ons onder de duim. Bosch maakte in de jaren ’70 indruk op me. Het was ook compensatie voor mijn rol als dienstplichtig soldaat in de Nederlandse langharige Krijgsmacht die ik met onnoemelijke tegenzin onderging. De Iran-Contra Affair moest 10 jaar later nog komen. Dat maakte het buitenparlementair handelen van de Amerikaanse regering pas echt inzichtelijk. De eerste keer dat ik mocht stemmen koos ik voor de pacifistische PSP. Nog steeds een ongeëvenaarde partij.

De tijden zijn veranderd. Zodat het denken aangepast moet worden aan de nieuwe situatie. De Koude Oorlog met twee stabiele, monolithische blokken die tot de tanden gewapend tegenover elkaar staan is voorbij. Het Warschaupact dat de tegenhanger van de NAVO was werd in 1991 ontbonden door de implosie van de Sovjet-Unie en de satellietstaten die vlak voor het faillissement de tent verlieten. De Sovjet-Unie had de Koude Oorlog verloren. In 1988 liet toenmalig president Michail Gorbatsjov de Brezjnevdoctrine los zodat Oost-Europese landen voor het eerst sinds 1945 hun eigen koers konden varen. Dat deden ze. In 1999 werden Tsjechië, Hongarije en Polen lid van de NAVO. Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië en Slowakije volgden in maart 2004, samen met Slovenië. Op 1 april 2009 werd ook Albanië lid van de NAVO.

Op sociale media is er veel ruis over de NAVO en de relatie tot de Russische Federatie. Dat komt deels voort uit wrok en ‘nestgeur’ zoals ik hierboven schetste. Dat is een mentaliteit die aansluit bij de periode van voor 1991 en de laatste 25 jaar daar simpelweg als een verlengde van ziet. Zelfs een wetenschapper als Laurien Crump kijkt zo naar de huidige situatie in Oost-Europa. In een commentaar viel ik haar daar vorige maand op aan. De ruis komt deels ook voort uit de Russische propaganda die met ontelbare mantelorganisaties en trollfabrieken de Westerse publieke opinie probeert te beïnvloeden. Door haar spreekwoordelijke verdeeldheid heeft het Westen daar geen goed antwoord op waardoor het de slag om de publieke opinie verliest. Wat die propaganda beoogt is de herinvoering van een nieuwe, wat lichtere versie van de Brezjnevdoctrine die Oost-Europese landen weer afhankelijk maakt van Moskou. Een hink-stap-sprong terug naar de Koude Oorlog.

In een reactie op een artikel over het indirecte antwoord in de Bundestag van de Duitse kanselier Angela Merkel (CDU) op haar minister van Buitenlandse Zaken Frank-Walter Steinmeier (SPD) schreef ik vandaag:
‘I like Merkels message better than Steinmeiers. Because it seems a better answer in pacifying Russian aggression.
The USSR stopped to exist. Former ‘members’ of it are sovereign and free to take their own decisions. If they choose for NATO, so let it be. They may and are entitled to it. For decades they were occupied by the USSR and it is conceivably they don’t long for a second Russian occupation.
NATO says it is a defense organization. The member states of the EU have neglected their defense after 1991. You know, the so called ‘peace dividend’. The state of affairs of the European armies is poor. Besides France and the UK. The US has other geopolitical interests and priorities in Asia and the Middle East.
Merkel is managing by speech. One can hope her words may protect Poland, the Baltic states and Germany. NATO-armies are no match for its Russian counterpart. Steinmeier is giving in to that aggression, Merkel is resisting it. The European armies in itself are poorly organized and trained and no threat to its neighbors. Quite the contrary.’

Mijn positie gaat uit van het besef dat er zowel in de VS als in de grotere Europese landen als Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje en Italië een grote wapenindustrie is. En die heeft belang bij het in de lucht houden van een dreiging. Maar ook de Russische Federatie kent een grote veiligheidsindustrie en is na de VS de grootste wapenexporteur ter wereld. Het werkt twee kanten op. De Amerikaanse en Russische elite met banden in de veiligheidsindustrie vinden elkaar in het groot maken van de dreiging, maar zonder dat het tot oorlog komt. Want dat verstoort op termijn de eigen handel. Dat de zakenelite rond de Russische president Putin onberekenbaar zou zijn is een misverstand. Het weet exact waar de eigen belangen liggen en hoe de Russische Federatie geëxploiteerd dient te worden. Zoals de kliek die zich nu vormt rond de Democratische presidentskandidaat Hillary Clinton en eveneens het establishment vertegenwoordigt exact hetzelfde doet.

De veiligheidsindustrie is evenwichtskunst. Ik omschreef die zo in een commentaar over Rob de Wijk: ‘Deze industrie van veiligheids- en inlichtingendiensten, krijgsmachtsonderdelen, particuliere bedrijven die als onderaannemer optreden, hightechbedrijven, gevestigde media en instituten op het gebied van strategie en veiligheid klontert samen en is onderling sterk verbonden. De veiligheidsindustrie heeft als legitimatie de dreiging die door ‘wetenschappers‘ en ‘journalisten‘ in de lucht wordt gehouden.’ Kritische burgers moeten proberen verder te kijken en de schijnverhalen van media die ten dienste staan van die veiligheidsindustrie doorprikken. De Russische agressie in Oost-Europa is reëel in dreiging, maar ook irreëel omdat de dreiging een dreiging moet blijven. Maar ondanks het grote plaatje moet de NAVO wel zorgen dat het de eigen zaakjes voor elkaar heeft en niet onder de voet gelopen wordt. Want oorlog is kansberekening en de kans op succes van de tegenstander moet zo klein mogelijk worden gehouden. Jammergenoeg moet dat dan iets kosten.

Laurien Crump slaat de plank mis over Rusland dat vernederd zou worden

1000w_q95

Laurien Crump is universitair docent en onderzoeker in de geschiedenis van de Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Utrecht. Haar achtergrond is Klassieke Talen en Vergelijkende Geschiedenis. Ze is auteur van een boek over de periode 1955-1969 van het Warschaupact. In een artikel voor NRC meent Crump dat het Westen op moet houden de Russische Federatie te vernederen. Dat vraagt om een weerwoord.

Crump meent terecht dat de Russische angsten serieus moeten worden genomen. Maar omdat ze goeddeels voorbijgaat aan Poolse, Baltische en Oekraïense angsten voor de agressieve politiek vanuit het Kremlin klinkt dat verre van evenwichtig. Voor oudere generaties is in deze landen de 45-jarige bezetting door de Sovjet-Unie nog levende geschiedenis. Crump wijst op Anakonda2016 een oefening van 24 NAVO partner- en lidstaten die bedoeld is om de Poolse leger in de commandostructuur te integreren. Hierin ziet ze onnodige symboliek. Aan haar analyse dat de Russische Federatie de Koude Oorlog verloren heeft valt niets af te dingen.

Crumb gaat de fout in als ze de onrechtmatige annexatie van de Krim en het zogenaamde referendum die in maart 2014 in resolutie 68/262 breed veroordeeld werden probeert te relativeren met de dooddoener: ‘doet ons vergeten dat ook Rusland legitieme belangen heeft’. Dat is een nietszeggend argument, want elk land heeft legitieme belangen. Dat rechtvaardigt nog niet het eenzijdig en met geweld verbreken van internationale verdragen, zoals Helsinki Final Act 1975 of het Boedapester Memorandum 1994. Daarin garandeerde Sovjet-Unie of haar rechtsopvolger de Russische Federatie de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne.

Het zal niet de opzet zijn, maar dit artikel roept vooral vragen op over de deskundigheid en politieke gezindheid van Crump. Is zij wel zo objectief als ze zegt te zijn? Die vraag wordt vooral gevoed door de volgende passage: ‘Het Russische argument dat Gorbatsjov in 1990 instemde met de eenwording van Duitsland op voorwaarde dat de NAVO niet verder oostwaarts zou uitbreiden, wordt afgeschilderd als een mythe. Recent vrijgekomen archiefmateriaal heeft echter aangetoond dat verschillende wereldleiders, zoals George Bush senior en Helmut Kohl, in gesprekken met Gorbatsjov inderdaad aangaven dat de NAVO niet in de richting van Oost-Europa zou uitbreiden.’ Op de observatie dat de Russische agressie wordt ingeven -en zelfs te billijken valt- door een onterechte uitbreiding van de NAVO in Oost-Europa bouwt ze haar betoog.

Crump maakt twee essentiële fouten. Van de ene kant vergelijkt ze internationale verdragen die instrumenten zijn van Europese veiligheidspolitiek en officieel zijn uitonderhandeld en vastgelegd met informele gesprekken in de marge van Westerse leiders zoals president Bush sr. of kanselier Kohl die nooit tot verdragen of vastgelegde afspraken hebben geleid. Laurien Crump gelooft in een mythe die ze meent te weerleggen.

Een en ander wordt inzichtelijk uit een interview van Maxim Korshunov met president Gorbatsjov in oktober 2014. Hieruit blijkt duidelijk dat er tussen Gorbatsjov en leiders als Kohl, Bush of minister James Baker nooit afspraken zijn gemaakt over een stop op de uitbreiding van de NAVO in Oost-Europa: ‘The topic of “NATO expansion” was not discussed at all, and it wasn’t brought up in those years. I say this with full responsibility. Not a single Eastern European country raised the issue, not even after the Warsaw Pact ceased to exist in 1991. De logica dat dit onderwerp niet op de agenda stond was dat in 1990-91 de imploderende Sovjet-Unie geen machtspositie meer had om zoiets te kunnen eisen. Volgens Gorbatsjov is er toen alleen een afspraak over een stop op uitbreiding van NAVO-troepen gemaakt voor de stationering in de voormalige DDR. 

Het lijkt uit alles dat Crump aan projectie doet. Wellicht onbewust. Ze projecteert de stabiele status quo van de twee machtsblokken NAVO en Warschaupact van de Koude Oorlog op het instabiele einde van de Sovjet-Unie in 1990-91. De reset van 2009 onder de presidenten Medvedev en Obama die bestond uit toenadering en zelfs leidde tot de optie dat de Russische Federatie lid zou worden van de NAVO geeft aan dat de Russen niet per definitie hoeven te vrezen voor omsingeling. Maar naast het verkeerd interpreteren van de feiten is het grootste tekort van Crumps artikel dat ze de binnenlandse dimensie van de recente politiek van het Kremlin buiten beschouwing laat. Door het oproepen van een vijandbeeld dat bestaat uit omsingeling door het Westen probeert president Putin met teruggrijpen op oude symboliek die uit de Koude Oorlog geleend is de eigen bevolking te mobiliseren, af te leiden van de slechte economische situatie en zijn eigen machtspositie en die van zijn partners te bestendigen. Het is merkwaardig dat Crump dat idioom niet doorprikt, maar volgt.

Foto: ‘Soldiers with the U.S. Army’s 3rd 173rd Airborne Brigade provide security as their squad jumps off a Polish Mi-17 helicopter during an Air Assault Exercise in Swidwin, Poland June 10, 2016. This was part of Anakonda 2016, a Polish-led, multinational exercise taking place in Poland from June 7-17, involving more than 31,000 participants from more than 20 nations. (U.S. Army photo by Sgt. 1st Class Whitney Hughes/Released).’