Antwoord aan Jaap Plaisier: Viktor Orbán bedient zich van antisemitisch jargon

Hier is er weer één. Een reactie op een artikel op een van de rechtse sites die Nederland telt. Dit keer het gematigd-radicale TPO. Blogger Jaap Plaisier heeft het niet zo op de Volkskrant-columnist en ‘charlatan’ Arnon Grunberg en relativeert het antisemitisme van politici als Viktor Orbán, Marine Le Pen en Geert Wilders. Maar dat is niet het hele verhaal. Vorm en inhoud vallen niet altijd zo samen als we vermoeden. Het antwoord:

Het kan best dat premier Viktor Orbán geen antisemiet is, maar hij bedient zich wel van hedendaags antisemitisch jargon. Dat is omcirkelend taalgebruik. Orbán is slim genoeg om zich niet expliciet antisemitisch uit te laten, maar of daaruit geconcludeerd te worden dat hij geen antisemitische agenda volgt -zoals Plaisier doet- is te kort door de bocht. Het gaat erom wat Orbán met zijn verwijzingen naar George Soros, de financiële, speculatieve wereld of multinationale kringen precies beoogt. Hij hint ergens op zonder het voluit te zeggen. Orbán laat het bewust in de lucht hangen, en wast zijn handen in onschuld. Zo denkt hij.

Verhullend taalgebruik dat uit rechts-populistische of rechts-nationalistische kringen opklinkt is verwarrend omdat degenen die er aanstoot aan nemen er wat anders uit afleiden dan degenen die er geen aanstoot aan nemen. Het is precies voldoende duidelijk om er Orbáns navolgers mee te motiveren in hun nationalisme of antisemitisme en precies niet duidelijk genoeg om Orbán van virulent antisemitisme te betichten.

Plaisier relativeert in zijn betoog alles weg. Dat is van eenzelfde soort verwarring die hij Arnon Grunberg verwijt. En inderdaad Grunberg geeft zijn opinie over dit onderwerp, zoals Plaisier dat ook doet. Voor de sekte van Volkskrant-lezers kan Grunberg belangrijk zijn, zoals voor een sekte van TPO-lezers Plaisier belangrijk kan zijn. Maar in de publieke opinie zijn ze uiteindelijk onbelangrijke uitingen. Dat is een relativering die Plaisier hopelijk kan waarderen.

Is Grunberg een charlatan? In elk geval slaat de vergelijking van Plaisier van Grunberg met Bas Heijne naar mijn idee de plank mis, en gooit Plaisier de mogelijkheid weg om te onderscheiden. Heijne is een essayist met analyses die weloverwogen en doordacht zijn. Of men het er politiek nou mee eens is of niet. Grunberg is meer een literator die zich bezondigt aan het verkondigen van meningen over kunst op politiek die op een impressionistische wijze tot stand komen. Daarom valt er heel wat op af te dingen en is het de vraag wat het allemaal waard is. Laatst hees Grunberg in NRC de Utrechtse kunstenaar Jeroen Hermkens op het schild. Dat werd door kunstliefhebbers hoofdschuddend en als onbegrijpelijk aangezien en riep de vraag op of Grunberg eigenlijk verstand heeft van beeldende kunst. Zoals nu Plaisier doet met de politieke Grunberg.

Het is jammer dat Plaisier niet ronduit wil toegeven dat er antisemitische tendenzen aanwezig zijn in de achterbannen van rechts-nationalisten als Marine Le Pen, Viktor Orbán of Geert Wilders. Het doet zich alleen in een andere vorm voor dan het traditionele antisemitisme zoals we dat kennen uit de recente geschiedenis. Los daarvan valt het te hopen dat Plaisier door zijn relativeringen niet het beeld oproept -bij degenen die hij inspireert en die slechter dan hem hun geschiedenis kennen- dat het allemaal wel meevalt met het hedendaagse, verhullende antisemitsche jargon.

Het valt niet mee wat er op dit moment in Hongarije gebeurt waar Orbán de radicaal-rechtse partij Jobbik de wind uit de zeilen probeert te nemen door voorzichtig aan te haken bij het antisemitisme dat in de Hongaarse samenleving bestaat. De opdracht voor een premier is echter een andere. Namelijk om bevolkingsgroepen te verbinden en niet het omgekeerde te doen door bepaalde bevolkingsgroepen uit te sluiten. Of dat direct of indirect, ondubbezlzinnig of dubbelzinnig, onverbloemd of verhullend gebeurt is ondergeschikt en niet de hoofdzaak. De intentie van Orbán telt, niet zijn jargon.

Foto: Schermafbeelding van deel opinie-artikelGeert Wilders antisemiet? Arnon Grunberg charlatan; ‘Een charlatan kan trouwens, mits getalenteerd, buitengewoon waardevol zijn’’ van Jaap Plaisier voor TPO, 13 mei 2017.

Advertentie

Hoe genuanceerd vinden we de nuances van Anton Dautzenberg?

Publicist Anton Dautzenberg presenteert bij Omroep Brabant zijn nieuwe roman ‘Wie zoet is’ die bij Atlas Contact verschijnt. Is het een beklemmende roman over eenzaamheid, pijn en verlossing die aan Marcellus Emants, J. van Oudshoorn en Louis Couperus doet denken? Die associatie duidt op zwartgalligheid, dood en fatalisme. Dautzenberg weet zich in zijn werk en politieke opstelling te positioneren op het puntje van het maatschappelijk aanvaardbare. Daarmee bereikt hij dat kritiek zijn deel wordt, maar ook dat hij de werking van conventies en vastliggende belangen aan de orde stelt. Is hij gedwongen te spiegelen en is het zijn onvermijdelijkheid? De samenleving zoekt zondebokken om machtsposities te verankeren. Het is niet anders.

Brief aan Hoge Raad: verbied Vereniging Martijn niet

Protestmars langs huis bestuurslid pedovereniging

Update 22 juli 2014: De Vereniging Martijn stapt naar het Europees hof om het verbod en de ontbinding van de vereniging ongedaan te maken. Een stap die hopelijk tot de duidelijkheid leidt of in Nederland gedachten door de overheid kunnen worden verboden. Volgens de advocaten Gerard Spong en Sidney Smeets heeft de Hoge Raad in het arrest onvoldoende gemotiveerd waarom een verbod van de vereniging noodzakelijk is. Want: ‘De klacht zal zich richten op mensenrechtenschendingen. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) garandeert het recht op vrijheid van vereniging en het recht op vrije meningsuiting.’

Update 18 april 2014: De Hoge Raad verbiedt en ontbindt de Vereniging Martijn. De brief heeft niet geholpen. Kustaw Bessems is een van de ondertekenaars en schetst in een column zijn beweegreden om te tekenen: ‘Dat je misselijk wordt van wat ze zeggen, is niet genoeg reden. En wees gewaarschuwd: als dit verbod er komt, blijft dat nooit alleen bij pedofielen. Dan wordt een gevaarlijk precedent geschapen voor het verbieden van meer onwelgevallige ideeën.’ Het wachten is dus op het ‘zeer bijzondere geval’ om de volgende religie, vereniging of politieke partij te verbieden en ontbinden. De Hoge Raad dient Nederland niet met dit verbod. 

In een brief roepen voornamelijk schrijvers als A.H.J Dautzenberg, Arnon Grunberg, Tommy Wieringa, Detlev van Heest en de advocaten Bart Swier en Sidney Smeets in De Volkskrant de Hoge Raad op om de Vereniging Martijn niet te verbieden. De redenen die ze geven zijn drieledig:
1. Een verbod zou de vrijheid van vereniging en van meningsuiting, alsmede de mogelijkheid van meningsvorming ernstig in gevaar brengen.
2. Het is geenszins aangetoond dat de organisatie een bedreiging voor de samenleving vormt.
3. Wij hebben er ernstig bezwaar tegen dat een ingrijpende inbreuk wordt gemaakt op de grondrechten van vrijheid van vereniging en vrijheid van meningsuiting op grond van een uitsluitend theoretische kans dat de ideeën van Martijn grootschalig zullen worden uitgedragen. Die kans is in het huidige tijdsgewricht nihil. Een slechts denkbeeldig gevaar voor de openbare orde kan een dergelijke inbreuk op grondrechten niet dragen.

Anton Dautzenberg werd in 2012 lid van de Vereniging Martijn. Niet omdat-ie iets heeft met pedofilie, maar omdat-ie zich uit wilde spreken tegen wat-ie als een heksenjacht op pedofielen zag. Dat lidmaatschap kostte econoom Dautzenberg met Erik Hannema de samenwerking met de Financial Times waarvoor ze artikelen schreven. Arnon Grunberg sprak in een Volkskrant-column schande van de bekrompenheid van de Financial Times. In 2012 verbood de rechter in Assen de Vereniging Martijn, waarna in hoger beroep het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in 2013 de beschikking van de rechtbank Assen vernietigde. De advocaat-generaal heeft in maart 2014 in een advies aan de Hoge Raad geadviseerd de Vereniging Martijn alsnog te verbieden. Op 18 april doet de Hoge Raad uitspraak. De brief in De Volkskrant loopt op die uitspraak vooruit. 

In juni 2012 schreef ik dat het verbod van de rechtbank Assen bij mij een nare smaak naliet: ‘Mag een vereniging verboden worden om ideeën? De afweging van de rechter tussen openbare orde en meningsuiting is verdedigbaar, maar geeft toch te denken. Want het verlaagt de drempel voor een verbod van maatschappelijke organisaties. Men hoeft het niet met de doelstelling van Martijn eens te zijn om een verbod toch een te grof middel te vinden. En zelfs een ongewenst middel als de georganiseerde pedofilie er ondergronds door gaat. En nog minder grijpbaar en begrijpelijk wordt dan nu.‘ Ik ben het dan ook eens met de brief in De Volkskrant. De Hoge Raad doet er verstandig aan de Vereniging Martijn niet te verbieden. 

Foto: Bewonersprotest bij huis bestuurslid Vereniging Martijn, 2012. Credits: ANP.

Verbod Vereniging Martijn geeft te denken

De Vereniging Martijn is door de rechter in Assen verboden. Het verbod gaat per direct in. Ook de website gaat op zwart. Volgens oud-voorzitter Marthijn Uittenboogaard heeft de belangenvereniging voor pedofielen nog niet beslist of het tegen het vonnis in beroep gaat: ‘We overleggen met onze advocaat wat we gaan doen. Dat is niet alleen een juridische afweging, maar ook een financiële en maatschappelijke.’

In de pleitnota stelde advocaat Bart Swier dat de Vereniging Martijn nog nooit een strafbaar feit heeft begaan. ‘Enkel het feit dat sommige artikelen op haar website volgens het Openbaar Ministerie een hoog ‘bah-gehalte’ zouden hebben, kan geen grond zijn voor een verbod op de vereniging‘, alsdus Swier. Volgens Martijn is het de publieke opinie en politieke druk die het OM om een rechterlijk verbod deed vragen. De activiteiten van Martijn zouden in strijd zijn met de openbare orde. Dit laat de rechter zwaarder tellen dan de meningsuiting.

Volgens de rechtbank is wat Martijn doet, zegt en uitdraagt over seksueel contact tussen volwassenen en kinderen in strijd met de algemeen aanvaarde normen en waarden die in de Nederlandse maatschappij gelden.

De schrijver A.H.J. Dautzenberg vertegenwoordigde Vereniging Martijn op de rechtszitting. Hij is ruim een half jaar geleden lid geworden van Martijn uit protest tegen de heksenjacht op pedofielen. Het kostte hem en zijn compagnon Erik Hannema een klus bij de Financial Times. Dautzenberg verdedigt daarmee de vrijheid van meningsuiting. Hijzegt niet zozeer voorstander van Martijn te zijn, maar tegenstander van de heksenjacht.

Voorstanders van het verbod reageren verheugd. CDA-kamerlid Pieter Omtzigt twittert: Goed dat na druk van CDA en ChristenUnie, OM ontbinding van pedovereging Martijn vroeg en nu kreeg. Handhaving van belangrijke norm. En zijn fractiegenote Madeleine van Toorenburg: Yes! De rechter verbiedt de vereniging Martijn. Hier had #CDA‬ voor gepleit. Het OM heeft zaak a/d rechter voorgelegd en oordeel is geveld. 

Dit verbod laat een nare smaak achter. Mag een vereniging verboden worden om ideeën? De afweging van de rechter tussen openbare orde en meningsuiting is verdedigbaar, maar geeft toch te denken. Want het verlaagt de drempel voor een verbod van maatschappelijke organisaties. Men hoeft het niet met de doelstelling van Martijn eens te zijn om een verbod toch een te grof middel te vinden. En zelfs een ongewenst middel als de georganiseerde pedofilie er ondergronds door gaat. En nog minder grijpbaar en begrijpelijk wordt dan nu.

Foto: Cartoon Pedofilie in de kerk

Ontslag Dautzenberg tekent inperking van de meningsuiting

Aldus Arnon Grunberg in De Volkskrant. A.H.J. Dautzenberg plaatst het door op zijn site. Hij werd uit protest lid van de Vereniging Martijn. De schrijver en Sander Blom van uitgeverij Contact spreken van een heksenjacht tegen pedofielen. Maar de provocatie dient mogelijk om de publiciteit te halen. Nu heeft de Financial Times Dautzenberg en zijn compagnon Erik Hannema ontslagen. Zonder over de kwestie te willen praten.

In dit ontslag komen diverse aspecten samen. Hoe ruim moet de vrijheid van meningsuiting opgevat worden? Hoe vrijdenkend of conformistisch stellen burgers zich op ? Kan iemand vanwege gedachten ontslagen worden als-ie geen wet overtreedt? Wat is de afweging van een krant tussen eigen autonomie en aanvaardbaar maatschappelijk opereren? Heeft dit iets te maken met het aangrijpen van pedofilie en terrorisme door overheden om ten koste van burgers en hun privacy de staatsmacht te vergroten? Maakt Dautzenberg met zijn wilde denken dit laatste er voor burgers al dan niet slechter op? Zit het de burgerrechtenbeweging in de weg?

Elke tijd heeft zondebokken nodig om zich tegen af te zetten. Eerst zijn het katholieken, joden of Surinamers, dan moslims of Polen. Eerst zijn het feministes, dan homosexuelen of pedofielen. Dat verandert continu omdat de samenleving verandert, een andere kijk ontwikkelt en de machtsverhoudingen meeveranderen. Anton Dautzenberg stelt zich op als voorloper die niet zozeer een verdediger van pedofilie is, maar wel een tegenstander van de jacht op pedofielen. Voor velen een te subtiele nuancering. Ook voor de Financial Times.

Foto: Column van Arnon Grunberg in De Volkskrant