Emoties over vluchtelingen. Waar is het overheidsbeleid dat uitgaat van economische effecten?

kar

Andries is Andries Knevel die in een uitzending van Jinek zat om zijn kijk op het vluchtelingenprobleem te geven. Heeft journalist Arnold Karskens gelijk dat een vlucht van het ene naar het andere veilige land iemand niet tot oorlogsvluchteling maakt? Stel dat in 1943 iemand via Nederland, België, Frankrijk, Spanje en Portugal naar het Verenigd Koninkrijk vluchtte. Hier zijn zeker twee veilige landen bij (Portugal en het Verenigd Koninkrijk). Volgens Karskens was zo’n oorlogsvluchteling geen oorlogsvluchteling. De consensus is anders.

Harm van der Gaag schiet in zijn antwoord in de emotie door met een als vraag verklede suggestie het idee te willen geven dat Karskens op dezelfde loonlijst als de PVV staat. Hiermee stelt hij Karskens’ motivatie ter discussie. Van der Gaag probeert met pathos op het publiek te spelen om te overtuigen. Maar deze ‘filosoof met een praktijk’ schiet in eigen voet. De vraag aan Karskens hoeft niet suggestief te zijn om te overtuigen.

In een column voor Transport Online heeft Karskens zijn eigen suggestie over de vluchtelingenproblematiek en het gebrek aan een Europese aanpak: ‘De vluchtelingenstroom die Europa de laatste tijd treft, is geen toevallige samenloop van omstandigheden. Het is de uitvoering van stiekeme politiek gepland in Brussel: Voor de economische groei hebben we ze nodig, want al die mensen moeten eten en wonen. Een ‘man made disaster’ dus. Want anders zouden de migranten, zoals door Australië, direct worden teruggestuurd naar het veilige land waar ze net vandaan zijn gekomen. Daar in bijvoorbeeld Turkije, Libanon of Jordanië is de opvang veel goedkoper en kan hulp eerlijker worden verdeeld. Het pijnlijke bij de Europese aanpak is dat de HH politici wel de kraan openzetten maar de overlast en het dweilen aan de burgers overlaat.’

Deze invalshoek die de schuld bij overheid of EU legt -om het bedrijfsleven te dienen- doet denken aan het debat over de gastarbeiders die Nederland vanaf 1974 kreeg. Behalve de vraag of dat terecht of onterecht was gaat het vooral om de regulering. Toenmalig CBP-directeur Coen Teulings (PvdA) zei in 2010 dat Nederland een eigen immigratiebeleid moet kunnen voeren, want: ‘Dat wij de slechte immigranten krijgen is objectief waar’. Ook Pieter Lakeman en onderzoeker Jan van de Beek wilden op hun manier weten waarom economische effecten in het recente overheidsbeleid nauwelijks een rol speelden bij immigratie. Veertig jaar later herhaalt zich dit bij een nieuwe stroom immigranten. Lidstaten mogen geen eigen immigratiebeleid voeren en in EU-verband komt zo’n beleid niet tot stand. En daarom bekvechten opinieleiders over wat veilige landen zijn.

Foto: Schermafbeelding van tweet van Arnold Karskens, 24 augustus 2015.

Nederland kreeg slechte immigranten

De PVV normaliseert. Minister Gerd Leers van Immigratie en Asiel verdedigde in de Tweede Kamer zijn begroting. De PVV bij monde van Sietse Fritsma nam genoegen met uitweidingen van Leers die zich niet aan cijfers wilde binden, overtuigd dat het kabinet Rutte een streng en rechtvaardig migratiebeleid uitvoert.

Nu als het over immigratie gaat niet langer gepraat hoeft te worden over de islam, komt er ruimte voor evaluatie. Het economisch effect van immigratie en de toetsing van het overheidsbeleid sinds 1970 wacht op nader onderzoek. De tijd is rijp voor een zakelijke benadering. Want er bestaan misverstanden en onduidelijkheden. Tijd om te weten hoe het is gegaan met de instroom van migranten en wat er te leren valt voor de toekomst.

Uitkomst van een onderzoek van NYFER uit mei 2009 was dat immigratie van niet-westerse allochtonen de Nederlandse samenleving veel kost. Bedragen van 7 miljard per jaar werden genoemd. Dit komt door het idee van een tijdelijk verblijf dat achterhaald bleek, het effect van vervolgmigratie, het ontbreken van een selectief toelatingsbeleid, de uitgebreide sociale voorzieningen, relatief veel ongeschoolde en laagopgeleide migranten en achterblijvende arbeidsparticipatie. Deze combinatie van factoren zorgde voor een negatief effect op de publieke financiën dat groter was dan in de ons omringende landen.

Pieter Lakeman claimt in zijn boek Binnen zonder Kloppen dat de immigratie van niet-westerse allochtonen naar Nederland de staat sinds 1974 ten minste zeventig miljard gulden heeft gekost. Ook deze claim hangt boven de markt en behoeft verdere onderbouwing.

Conclusies van NYFER of Lakeman worden om politieke redenen niet door iedereen erkend. Da’s ongewenst. Er bestaan in de samenleving tegengestelde overtuigingen. Die luiden dat de problemen van immigratie en integratie door de linkse politiek zijn gecreëerd waarbij de basis niet de actuele politiek was, maar een culturele hegemonie. Een andere verklaring is dat problemen zijn ontstaan door het bedrijfsleven en de rechtse politiek dat gastarbeiders haalde vanuit economische motieven. Of de problemen zijn ontstaan door een lakse en inadequate overheid. Of door een combinatie van factoren.

Een introductie in het onderzoek van Jan van de Beek zegt: Vanaf eind jaren zeventig kwam de programmering van wetenschappelijk onderzoek onder invloed van overheid en minderhedenonderzoek. Een economische visie ontbrak volgens Van de Beek en migratie-economisch onderzoek werd not done, onder meer uit angst extreemrechts in de kaart te spelen. Vanwege een taboe op ‘etnische data’ ontbraken ook de benodigde statistische gegevens. Vanaf eind jaren tachtig gaven een crisis in verzorgingsstaat en overheidsfinanciën het economisch potentieel van immigranten meer gewicht en werden er een aantal – vaak politiek geïnspireerde – kosten-batenanalyses uitgevoerd.

Toenmalig minister Van der Laan weigerde in september 2009 om vragen van de PVV over kosten en baten van immigratie te beantwoorden. De politieke realiteit gaf de minister toen niet meer ruimte. Daardoor ging de kans verloren om de PVV in een zakelijke discussie over integratie te trekken.

Van der Laan had gelijk dat niet alle vragen beantwoord kunnen worden. Dat hoeft ook niet. Streven is optimale duidelijkheid. Een onderzoek kan pacificerend werken. Misverstanden uit de weg ruimen. Gemaakte fouten kunnen erkend worden om opnieuw te beginnen. De PVV-vragen kunnen aangewend worden als opening voor een rationeel debat. Ze grijpen terug naar 1970. Ze kunnen dienen om een industrialisatie-, immigratie-, en integratiebeleid voor de toekomst te helpen formuleren. Laat het debat over kosten en baten van immigratie wetenschappelijk voorbereid worden en vervolgens losbarsten in politiek en maatschappij. Angst voor de waarheid moet ons niet beperken.

CPB-directeur Teulings beweerde in maart 2010: Dat wij de slechte immigranten krijgen dat is natuurlijk gewoon objectief waar. Hij spreekt in de tegenwoordige tijd. Hopelijk trapt het kabinet Rutte niet in oude valkuilen. Want het gaat om meer dan grenzen dicht. Om kansen. Hoogopgeleide migranten kunnen een verrijking voor de Nederlandse economie zijn. Van gemaakte fouten valt te leren. Maar dan moeten we ze eerlijk onder ogen willen zien. Tijd voor een onderzoek dat economische effecten van immigratie meet.

Foto: Twee Turkse gastarbeiders uit de Kuiperstraat in Spakenburg zijn weer herenigd met hun vrouwen, die pas na veel moeite in Nederland werden toegelaten op 11 september 1968. Een buurtgenote in Spakenburgse klederdracht biedt de gelukkigen een bos bloemen aan. Credits: Jacques Klok