Trilemma van Rodrik wijst voor de EU op de keuze voor nationale soevereiniteit en democratie ten koste van de interne markt

Omdat er nog een economische rechtvaardiging ontbrak aan de politieke analyse verwijs ik in aanvulling op mijn commentaar over het Marshallplan 2.0 naar bovenstaande video van hoogleraar internationale politieke economie Dani Rodrik uit 2011. Rodrik is bekend geworden door de formulering in 2007 van zijn trilemma: ‘It says that democracy, national sovereignty and global economic integration are mutually incompatible: we can combine any two of the three, but never have all three simultaneously and in full. Dit trillemma komt erop neer dat de hyperglobalisering waarin banken en multinationals eenzijdig de macht hebben gegrepen wordt teruggedraaid ten gunste van de opwaardering van de nationale (en zelfs lokale) soevereiniteit en democratie.

In de EU is als gevolg van de globalisering en het opdringen van machtige spelers spanning ontstaan tussen de dominantie van de interne markt én het concurrentievermogen en de evenwichtigheid van de economieën van de afzonderlijke EU-lidstaten. Zoals de ‘linkse’ Britse hoogleraar economie Philip Whyman aan de hand van Rodriks gedachtegoed in een aflevering van VPRO’s Tegenlicht benadrukt is de Britse economie ‘zwaar uit balans’ (na 25’) met een te grote financiële industrie en een te kleine maakindustrie. Binnen de interne markt wordt die tendens eerder versterkt dan afgezwakt. Brexit lijkt voor het VK de enige manier om dat proces te stoppen omdat de EU de nationale staten niet de ruimte biedt om dat principe van de interne markt af te zwakken door ruimte te scheppen voor het versterken van de concurrentiekracht van de nationale staten.

Simpelweg gezegd zorgt de interne markt van de EU voor diversificatie en specialisatie ten koste van spreiding en binnenlandse harmonisatie. Dit aspect van economische politiek van de Brexit blijft in de discussies erover grotendeels onderbelicht, hoewel linkse economen en politici het wel noemen als pro-Brexit argument.

De driedeling is de volgende: 1) In aanvulling op een Marshallplan 2.0 voor de EU dat opteert voor het herstel van de verzorgingsstaat en een strenger migratiebeleid moet 2) de economische politiek van de EU aangepast worden door de dominantie van de interne markt -die een vorm van globalisering is- af te zwakken zodat in het trilemma van Rodrik ruimte ontstaat voor nationale soevereiniteit en democratie en 3) de supranationale krachten die op dit moment de interne markt ‘in bezit’ hebben genomen teruggedrongen worden en de zeggenschap over de economie weer verschuift naar de nationale politiek. Er dient streng voor gewaakt te worden dat de globale machten niet in de vermomming van nationale krachten terugkeren. Lokale initiatieven vanuit de basis kunnen dit bemoeilijken door het model van onderop te voeden. Een belangrijk neveneffect is dat deze aanpak van de hyperglobalisering die de (neo)-liberalisering tackelt motivatie, programma en nieuwe zin geeft aan het sociaal-democratisch gedachtegoed waarbij de factor arbeid wordt opgewaardeerd.

De reset van de economische politiek van de EU die het oppergezag van de interne markt terugschroeft heeft als doel om a) de hyperglobalisering van de Europese economie terug te dringen, b) de economie weer in handen van de nationale politiek te leggen, c) de verstorende, ontregelende invloed van de globalisering en de over grenzen heen opererende multinationals en financiële instellingen die daar verantwoordelijk voor zijn terug te dringen ten gunste van nationale (en lokale) producenten en dienstverleners, e) de levensvatbaarheid en flexibiliteit van de EU te verhogen en f) de centrumkrachten die in een strijd gewikkeld zijn met de links-populisten en rechts-populisten instrumenten in handen te geven om het politieke initiatief terug te nemen.

Ideeën voor een Marshallplan 2.0 dat verzorgingsstaat herstelt en een nieuw migratiebeleid ontwerpt. Kern is het besef van urgentie

De Groene biedt een interessant interview van Lex Rietman met de Portugese socioloog Boaventura de Sousa Santos over Europa. Het gaat me er niet om of wat hij zegt klopt, maar vooral tot welke ideeën de gedachten van De Souza Santos leiden. In bovenstaande passage heeft hij het over het Marshallplan dat in 1948 in werking trad en achteraf als een succes wordt gezien. Tegelijk was het ook een middel van de VS om West-Europa binnen de eigen invloedssfeer te houden. Vraag is of dat in een andere vorm herhaald kan worden in een Marshallplan 2.0 en onder welke voorwaarden dat dan moet. Dat is een vraag naar de noodzaak voor zo’n integraal plan. Want als het er eenmaal is dan kan het mits goed uitgevoerd succesvol zijn. Maar hoe, door wie, waarom en onder welke randvoorwaarden en met welke afgrenzing moet het opgetuigd worden?

Sinds 1948 is er veel veranderd. Het belang van Europa en het Europees-Amerikaans bontgenootschap neemt af en los van het huidige bewind van president Trump zijn de VS politiek, economisch en cultureel niet meer zo dominant als 70 jaar geleden. Landen als China en India zijn aan een opmars bezig. Maar toch, nog steeds zijn de VS en de EU de machtigste economische blokken ter wereld. Ze hebben elkaar ook in cultureel opzicht nog steeds veel gemeenschappelijks te bieden. Is er nu geen ‘onderprestatie’ en ‘onderwaardering’ van een in potentie goede samenwerking? Complicatie is dat er in zowel de VS als de EU economische krachten over grenzen heen zijn, zoals multinationals en financiële instellingen die hun eigenbelang stellen voor het algemeen belang van de VS en de EU. Die krachten moeten in een Marshallplan 2.0 teruggedrongen worden.

Ik heb het Marshallplan altijd begrepen als een project dat opgetuigd werd door de Amerikaanse regering om West-Europa van het communisme te redden én van Europa een afzetmarkt voor de Amerikaanse economie te maken. Maar ook om Europa cultureel te binden aan de VS. Het lamgeslagen Europa van 1948 zit in 2019 in een betere positie, hoewel dat anders lijkt door een sfeer van defaitisme die het oude continent teistert.

Het is nu een wat ideeën-arme periode in Washington, Londen en Brussel, maar als over enkele jaren de waan van de dag wat is uitgewoed en daar weer capabele leiders aan de macht zijn dringt wellicht het besef door dat door de opkomst van het rechts-populisme in landen als Italië, Polen, Hongarije, Zweden, Duitsland, het VK en Frankrijk een nieuw overkoepelend plan nodig is om dat te counteren. Een extra zet kan de afnemende populariteit van de Russische president Putin en het einde van zijn termijn als president in 2024 geven.

De optie is een Marshallplan 2.0 dat niet uitgaat van het communisme dat Europa bedreigt, maar van de middelpuntvliedende krachten van het rechts-populisme dat de EU wil ontmantelen. Zonder dat populisten een masterplan hebben voor hoe het dan wel moet. Terwijl in 1948 de kern van het toenmalige Marshallplan de wederopbouw van Europa was, kan de kern van Marshallplan 2.0 de reconstructie van de verzorgingsstaat en het verbeteren van sociaal-economische factoren zijn. Zoals de aanpak van belastingontwijking, inkomensongelijkheid en de herwaardering van arbeid boven kapitaal. Dat neemt het rechts-populisme de wind uit de zeilen. Een aanwijzing hiervoor is de motivatie van de Britten om voor de Brexit te stemmen. Hoofdoorzaak was de afbraak van de verzorgingsstaat door de regering Cameron. Als ijkpunt kan worden teruggegaan naar de verworvenheden die bestonden aan het einde van de 1970s voordat het neoliberalisme van Thatcher en Reagan leidend werd en het sociale contract tussen overheid en burgers verbroken werd.

Het gaat om het besef van urgentie. Daar draait alles aan. Dat is de inschatting van wat we hebben, wat we kunnen verliezen en hoe we dat verlies kunnen voorkomen. De analyse wordt al vele jaren gemaakt dat de afbraak van de verzorgingsstaat en het opdringen van het casino-kapitalisme van multinationals en financiële instellingen voor samenlevingen schadelijk is. De ongelijkheid neemt toe en de sociale cohesie neemt af. Maar vervolgens gebeurt er niks. Omdat het bedrijfsleven sinds 1980 de macht heeft gegrepen en de politiek in de zak heeft zal het die macht nooit vrijwillig afstaan. Er zijn echter ook stemmen binnen het bedrijfsleven die van mening zijn dat de privatisering en afbraak van de verzorgingsstaat te ver is doorgeschoten. Zij moeten aan boord worden genomen om de urgentie voor het Marshallplan 2.0 in eigen kring te bepleiten.

Opzet is een fors, integraal plan van aanpak dat grensoverschrijdend is, de economie politiseert en de politiek de-ëconomiseert en de centrum-linkse en centrum-rechtse partijpolitiek weer instrumenten geeft om de kiezers te binden aan de hand van een redelijk egalitair programma dat de verzorgingsstaat restaureert en de immigratiepolitiek tijdelijk stabiliseert. De aanpak hoeft niet gericht te zijn tegen rechts-radicale en links-radicale partijen die vijandig staan tegenover de EU en de universele waarden. De aanpak moet het positieve benadrukken en ook de hoop en verwachting van de wederopbouw reconstrueren. Onderdeel daarvan is ook een culturele opleving, ambitie en zelfvertrouwen waarbij de Europese kunst en cultuur weer centraal komen te staan en een hoofdrol is weggelegd voor kunst, taal en geschiedenis van de afzonderlijke landen. Als er frictie bestaat met de cultuur en economie van de VS of tussen de afzonderlijke Europese landen onderling hoeft dat binnen het plan niet opgelost te worden omdat er genoeg gemeenschappelijke grond overblijft.

De migratie van buiten de EU moet tijdelijk opgeschort worden om te komen tot een beleid dat past bij emigratielanden die per land zelf voorwaarden stellen aan wie ze wel of niet binnenlaten. De instroom moet beter gecontroleerd worden en afgestemd worden op de behoeften van de ontvangende landen. Toegang tot sociale voorzieningen of toegang tot rechten kan hierbij een rol spelen als fysieke afbakening onmogelijk lijkt. Daarna moet een nieuw overkoepelend immigratiebeleid binnen de EU in werking treden dat is gemodelleerd naar de Amerikaanse, Canadese en Australische voorbeelden waarbij het ontvangende land eenzijdig de voorwaarden stelt. Stabilisatie is een voorwaarde voor integratie. Maar de EU-lidstaten spreken wel af om uitgaande van een beleid vol compassie met elkaar verantwoordelijk te zijn voor de ontvangst van migranten.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikel‘We moeten de kapitalistische overheersing ter discussie stellen’’ in De Groene, 5 juni 2019.

Foto 2: Affiche van het Marshallplan, Collectie NIOD.

Vrouwen in de vrouwenzaal van Sigarenfabriek G. Ribbius Peletier Jr. (1885-1890)

Het bijschrift van deze foto luidt: ‘Interieur van de fabriek van de firma Koninklijke Tabak- en Sigarenfabriek G. Ribbius Peletier Jr. (Oudegracht B 191) te Utrecht: de vrouwenzaal’. Vrouwen of jonge meisjes zitten naast elkaar op een rij. Inzoomen toont dat de voorste vrouwen van de middelste rij die over hun rechterschouder kijken onscherp zijn. Ze krijgen iets vlekkerigs. Ze zouden weggelopen kunnen zijn uit een tafereel van straatfotograaf Breitner. Maar ze zitten vastgeklonken. In de tijd en in hun werk om luxe sigaren te maken in die zaal op Oudegracht 364 in Utrecht. In het gebouw met warempel de naam De Gesloten Steen. De datering is 1885-1890. Ruim 10 jaar na de première van Bizets Carmen die ook in een sigarenfabriek speelt. Maar hier klinkt opgelegde stilzwijgendheid. Ze zijn niet zozeer betrapt door de fotograaf, maar gevangen in arbeid.

Foto: ‘Interieur van de fabriek van de firma Koninklijke Tabak- en Sigarenfabriek G. Ribbius Peletier Jr. (Oudegracht B 191) te Utrecht: de vrouwenzaal’. Collectie: Het Utrechts Archief; Catalogusnummer 76202. datering 1885-1890. Fotograaf onbekend.

Is het verschil tussen links en rechts in de politiek verdwenen? De Gruyter en De Ridder geven hun duiding

Wat is het nieuwe constructief en het nieuwe destructief? Rechts of links, geen van de twee of iets ertussenin? In een prikkelende NRC-column zei Caroline de Gruyter afgelopen week met verwijzing naar de Franse politicus ‘en marche’ Emmanuel Macron: ‘Het verschil tussen links en rechts is verdwenen. Nu ontstaat een nieuw politiek onderscheid: constructief versus destructief. Constructieve – decente – politici onderscheiden zich door onbesproken gedrag en het vermogen om een positieve toekomstvisie te ontwikkelen. Ze proberen burgers daarvoor warm te krijgen, zelfs al suggereren peilingen dat die visie impopulair is. Deze politici komen met realistische analyses en plannen. Ze spelen op de bal, niet op de man. Negativistische politici werken andersom: ze maken mensen bang en beloven hen dan gouden bergen – die natuurlijk niet bestaan.’

Het betoog van De Gruyter die vanuit Wenen verslag nauwgezet verslag doet van de gevoelstemperatuur in de EU zal vooral degenen aanspreken die vrezen dat de EU onder binnen- en buitenlandse druk fragmenteert. Alle hens aan dek om de instituties overeind te houden en de vijanden af te troeven die van buiten tegen de EU schoppen. Het lijken er op dit moment al zeker drie te zijn: Putin, Trump en May die om partijpolitieke redenen vlucht in haar idee van een harde Brexit. Om dat te weerstaan en de EU weerbaar te maken moeten de constructieve krachten samenwerken, zo is het idee. JOVD-voorzitter Rutger de Ridder reflecteert hierop.

Maar is hiermee ook het verschil tussen links en rechts verdwenen? Zeg, sociaal-economische principes van inkomensverdeling, belastingdruk, machtsdeling en eigendomsverhoudingen. Kapitaal en arbeid. Wat heeft een have-not aan een EU die voor de poorten van de hel voor aanstormende trolls en retorische praatjes uit Washington en Moskou wordt weggesleept? Niets. Onmiskenbaar bedrijven Trump, Wilders en Krol feitenvrije politiek. Waarbij ze uitgaan van respectievelijk een vlucht vooruit, een vlucht opzij en een vlucht achteruit.

Rutger de Ridder heeft gelijk dat feiten centraal behoren te staan in het politieke debat. Het is echter ook een ontwijkend verhaal dat politiek verpakt in een pseudo a-politieke boodschap. Zeker, constructieve politiek is nodig om negativistische politici als Trump, Wilders of Krol de pas af te snijden. Maar om dit tegenspel inhoud te geven is meer nodig. Verwijzing naar constructieve politiek geeft immers nog geen politieke richting aan. Een analyse van politiek wordt pas geloofwaardig als principes erbij betrokken worden die te maken hebben met de sociaal-economische positie van burgers en bedrijven. Dan helpt het niet om de verschillen tussen links en rechts af te waarderen in een zogenaamd a-politiek verhaal dat in essentie klinkklare politiek is. De Gruyter en De Ridder vluchten voor de dood van links/rechts-politiek om hem ’s avonds in Isfahan te treffen.

Petitie: Flexwet alleen voor hulpbehoevenden. Is dat de oplossing?

flex

De Wet Werk en Zekerheid zegt tot doel te hebben de tweedeling op de arbeidsmarkt aan te pakken. In vele sectoren zoals de zorg of cultuur -en binnen hetzelfde bedrijf- is vaak sprake van een driedeling: mensen met een vaste baan, flexwerkers en vrijwilligers. Vele culturele instellingen zouden zonder vrijwilligers niet kunnen bestaan. Dan gaat het allang niet meer om additionele standaardbanen die betaald werk niet verdringen, maar om onmisbaar en hoogwaardig werk. Dus eigenlijk zou de Wet Werk en Zekerheid als ambitie moeten hebben om de driedeling aan te pakken. Daarover ontbreekt nu echter elke maatschappelijke of politieke discussie.

De petitie stuurt aan op een vierdeling: mensen met een vaste baan, onbeschermde flexwerkers, beschermde flexwerkers (hulpbehoevenden) en vrijwilligers. Maar de petitie heeft wel gelijk dat in veel gevallen de nieuwe Flexwet nadelig is. Bijvoorbeeld als gevolg van de voorwaarde dat er zes maanden tussen contracten moet zitten, wat drie maanden was. De Nederlandse arbeidsmarkt heet bij de tijd en flexibel te zijn, maar is feitelijk ongelijk, oneerlijk en ondoorzichtig. Het is een opalen constructie vol gestapelde wensen en randvoorwaarden waarvan het zelfs niet meer op het eerste gezicht duidelijk is wat de voor- en de nadelen zijn. De oplossing is herverdeling van werk en inkomen. Daar dient de Flexwet niet voor. Die plakt simpelweg pleisters op de wond.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Flexwet alleen voor hulpbehoevenden’ van Reinder Rustema.

De vrouw en de trein

Het gezegde luidt ‘Het verleden is een vreemd land’. Wat zich 55 jaar geleden in 1959 langs de spoorweg afspeelt lijkt eerder een vreemd continent. De vervreemding die dat nu oproept volgt niet zozeer uit de verbazing van de hedendaagse mens over tempo, gebruiken, omgangsvormen of oude procedures, maar uit het besef dat de overwegwachter ons even exotisch is als de vluchteling nu in Zuid-Soedan of de boer op het Indiase platteland. Maar de 61-jarige mevrouw Van Kempen had tegelijk ook onze tante of grootmoeder kunnen zijn. Die combinatie van afstand en nabijheid maakt de vervreemding pas echt schrijnend. Kijker en bekekene zijn tot elkaar veroordeeld in een onbegrepen huwelijk dat nooit meer ontbonden kan worden.

Kunnen we het commentaar dat even traag vordert als de routine die het beschrijft begrijpen? Laat staan op waarde schatten. Als iets snel veroudert dan is het het komische. Zijn de koeien die de overweg oversteken een ‘grappig’ bedoeld beeldrijm (‘melkweg’) en een reflectie op Fanfare (1958) van Bert Haanstra, of niet?

De vrouw staat haar mannetje, die geest van ruimdenkendheid draagt het verslag uit. We beseffen dat deze werkende vrouwen in 1959 het niet makkelijk hadden. Ze doen hun ding, en dat jarenlang. Mochten ze er zijn omdat de mannen wel wat anders te doen hadden? Idyllisch is het niet om door de klok geleefd te worden.

De mannelijke collega neemt de wacht in de nacht over. Zo wordt de vrouw alsnog behoed. De verhoudingen worden op tijd rechtgetrokken. Teruggebracht tot roodkapje uit een sprookje passeert voor haar de laatste trein van de dag. Vanuit het raam kijkt, wat een kind lijkt, met de camera mee naar de passerende trein. Zodat nacht, trein, overwegwachter, raam en kind door de onzichtbare camera in een beeld gevangen worden. In dat Limburgse niemandsland aan de spoorweg. Een langdurige Brief Encounter van 25 jaar. Ons wacht de rol van finale gluurder. Vlot neemt de overwegwachter de telefoon op en spreekt een collega in het toenmalige heden en ons ondoorgrondelijk uit het verleden toe. De stem zegt dat de trein voorbij is. Maar dat wisten we al.

vro

Foto: Still uit ‘Vrouwen bij de Nederlandse Spoorwegen’. YouTube-kanaal van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.

Oud VVD’er Ankersmit adviseert: Stem vooral geen VVD of PvdA

m1mxbchadh9n_wd640

Wilt U toch op een landelijke partij stemmen, oké, stem op welke partij u maar wilt, zolang het maar niet de VVD of de PvdA is.‘ Het gaat over een stemadvies voor de komende gemeenteraadsverkiezingen op 19 maart. Spreekt hier de woordvoerder van een lokale partij? Zoals nummer 1 van lijst 1 (Burger Partij AmersfoortHans van Wegen in Amersfoort. Of is het nummer 2 van lijst 3 (FNP) Sicco Rypma in Súdwest-Fryslân of nummer 1 van lijst 1 Pieter Meekels van GOB in Sittard-Geleen? De kritiek komt echter niet van een lokale partij. 

Het advies is van oud-hoogleraar intellectuele en theoretische geschiedenis Frank Ankersmit die in NRC zijn opinie geeft onder de titel ‘Stem vooral geen VVD of PvdA‘. Pikant is dat Ankersmit in 2005 meeschreef aan het Liberaal Manifest ‘Om de Vrijheid‘ van de VVD. Samen met onder meer Geert Dales en Arthur Docters van Leeuwen. In 2009 zegde Ankersmit z’n lidmaatschap van de VVD op omdat naar zijn idee deze partij geen geloofwaardig antwoord op de kredietcrisis had. Intussen heeft de huidige VVD dat manifest allang rechts ingehaald. Het manifest vatte toen liberale beginselen samen. Het pleitte onder meer voor bestuurlijke helderheid en tegen onterechte afwenteling: ‘Verantwoordelijkheden horen op de juiste plaats, dat geldt voor staatsorganen en burgers. De VVD is voor bestuurlijke helderheid en tegen onterechte afwenteling.’

Bestuurlijke onhelderheid en onterechte afwenteling van rijk naar gemeenten van zorg- en arbeidswetten is de reden voor het advies van Ankersmit om niet op de VVD als initiatiefnemer hiervan te stemmen. En evenmin op meeloper PvdA die dit plan in de onderhandelingen uitruilde: ‘In het kader van de door de VVD verlangde decentralisatie wordt dan de uitvoering van de wet Werk en Inkomen, de AWBZ, de Jeugdzorg (zoals de Wajongregeling) en de Ouderenzorg overgeheveld van de rijksoverheid naar de gemeentes.’ En: ‘Het enige wat gedecentraliseerd wordt, zijn de hoofdpijndossiers die de uitvoering van de Wet Werk en Zekerheid, de AWBZ en de jeugd- en ouderenzorg met zich meebrengt. Dat krijgen de gemeentes op hun bordje.‘ Dat oogt ijselijk.

VVD hevelt samen met bentgenoot PvdA taken over en houdt tegelijk de hand op de knip. VVD en PvdA gooien de problemen bij de gemeenten over de schutting die met enorme uitvoerings- en budgetproblemen gaan worden opgezadeld om arbeid en zorg op peil te houden. Wat in veel gevallen niet zal lukken. Ankersmit: ‘Als burger hebben we nu dus de zeldzame kans om de beslissende spaak in het wiel van een puur slecht plan te steken. Die kans laten we ons toch niet ontgaan?‘ Goed dat ook een oud-VVD’er uitlegt dat het een slecht idee is om op VVD of PvdA te stemmen. Johan Cruijff zou zeggen: ‘Je gaat het pas zien als je het door hebt‘.

Foto: Mark Rutte en Hans van Baalen op VVD-najaarscongres 2013.

Lokale produktie van kleding haalbaar: American Apparel

161_rsaor300_P

Update 12 februari 2014: De Zweedse docent genderstudies, blogger en fotograaf (genusfotografen) Tomas Gunnarsson kent de titel van meest seksistische bedrijf van het jaar toe aan American Apparel. Het ‘wint’ de gouden borst (Guldtuttmuggen) voor de advertentiecampagne van vorig jaar. Bezoekers van z’n blog konden stemmen. In een commentaar geeft Gunnarsson aan dat-ie in de campagnebeelden kinderpornografie herkent en dat vrouwen halfgekleed of verleidelijk afgebeeld worden, maar mannen gekleed en koel.

Update 15 mei 2013: De Zweedse blogger Emelie Eriksson is het oneens met het gebruik van halfnaakte vrouwen door American Apparel in advertenties. Ze ziet er sexisme in. Mannen houden hun kleren aan, maar vrouwen zijn halfnaakt of bevinden zich in bed. Alsof ze net sex hebben gehad. De campagne van het Amerikaanse kledingmerk triggert vele negatieve reacties op Zweedse sociale media. Zweden is een land waarvan gezegd wordt dat het feminien is. Dat leidt soms tot beleid waarbij mannen het nakijken hebben.

americanapparel1

American Apparel is een modemerk gevestigd in Los Angeles. Niet onbescheiden noemt het zichzelf een Industriële Revolutie door de zogenaamde verticale integratie. In tegenstelling tot andere kledingfabrikanten is het lokaal gebleven. Daar in de binnenstad van LA. Met als resultaat de grootste kledingfabriek van Noord-Amerika. Tegen de globalisering en outsourcing van banen richting lageloonlanden in. In Europa werkt het Spaanse Zara met hetzelfde concept. Korte lijnen, dicht op de trends van de markt en snel handelen.

American Apparel toont aan dat de valkuil van het werken met onderaannemers in Azië voorkomen kan worden. Met uitbuiting van werknemers en zelfs kinderarbeid tot gevolg. Niet iets waar consumenten in hun jeans of topjes aan herinnerd willen worden. Ze willen een goed gevoel bij hun merk. Dat hangt samen met een idee van duurzaamheid. Behalve uitbuiting gaat dat ook om transport, verspilling omdat er gedacht wordt in bulkproductie die betrekkelijk los staat van de consumentensmaak en belasting van het milieu ter plekke.

Autosave-File vom d-lab2/3 der AgfaPhoto GmbH

Zo’n model vraagt om een hecht samengaan van design, marketing, boekhouding, produktie, winkel en distributie dat werkt met de perfectie van een Zwitsers uurwerk. Door een continue informatiestroom vanaf de consumentenmarkt wordt de productie bijgestuurd. Dit voordeel valt makkelijker te halen bij kleding die afhankelijk is van de trend van de maand, dan bij produkten die minder modegevoelig zijn.

Het lokale model dat Westerse bedrijven als American Apparel of Zara zelfs in hun marketing gebruiken, kan als voorbeeld dienen voor andere Westerse kledingfabricanten die nu hun productie uitbesteed hebben. Zo’n omslag grijpt terug naar een verdwenen traditie. Da’s een keuze voor kwaliteit, tegen onverschilligheid, tegen verspilling, tegen uitbuiting, tegen globalisering, voor innovatie, voor duurzaamheid, voor design en een mooi modebeeld op straat. Redelijke kleding voor een redelijke prijs is mogelijk. Kleding is onze heerlijkheid.

82_rsadm302_P

Foto’s: Kleding uit de catalogus van American Apparel. In Nederland heeft American Apparel twee vestigingen in Amsterdam

Foto Update: Now Open: Blogger beschuldigt American Apparel smakeloos en klef te zijn.

Bruggen slaan met Rutte II

‘Bruggen slaan’, da’s het motto van het kabinet Rutte II. Fracties van VVD en PvdA hebben ingestemd met het regeerakkoord. Beide partijen hebben snel gehandeld. De wil was aanwezig. Voor die aanpak krijgen ze veel waardering. Voor en tegen elkaar houden ze vol dat het akkoord ‘evenwichtig’ is. Het wordt om 16.00 uur gepresenteerd. Maar nu de inhoud nog. Een muur van lastenverzwaringen komt op de burger af. We moeten wennen aan nieuwe en oude gezichten in nieuwe pakken. Of een enkele jurk. Minister van Infrastructuur en Milieu Schultz van Haegen neemt een sleutelpositie in. Ze kan bruggen gaan bouwen. Gaan slaan zoals het in de nieuwspraak heet. Een oerhollands beeld van handen uit de mouwen, arbeid en techniek. Zou het lukken?

Foto 1: Mackinac Bridge, Michigan VS.

Foto 2: Albert Hahn, omslag De Notenkraker, 1911. Minister Syb Talma (ARP) was in het kabinet Heemskerk een van de grondleggers van de sociale zekerheid.