Verbrande kunst en marketing van een boegbeeld zonder toekomst

Beeldend kunstenaar Simon van der Weerd verbrandt tien weken lang een werk als het niet tegen een prijs van minimaal 250 euro wordt verkocht. Bieden kan op marktplaats. Als de prijs niet wordt gehaald gaat de fik erin onder het principe ’Bid or Burn’. Deze Apeldoornse kunstenaar bedient zich graag van Engelstalig jargon.

De achtergrond van deze actie is lastig te doorgronden. Is het een manier om vrije publiciteit te halen en dus marketing voor eigen werk en naamsbekendheid? Of gaat het om het opschonen van de eigen stock voorraad? Of het maken van een nieuwe start als een fenix uit de as? Is het vandalisme? Of valt er maatschappijkritiek tegen het laat-kapitalisme, sociale actie, opstandigheid en een filosofische kijk op de wereld in te herkennen?

Van der Weerd citeert Seth Godin die onder meer over marketing schrijft: ‘if something doesn’t sell, it’s either offered at the wrong place, to the wrong crowd or it’s simply not good enough’. Door dit citaat en de keuze ‘Bid or Burn’ geeft Van der Weerd aan dat hij zich bezighoudt met de marketing van zijn werk. Hij omarmt de maatschappij door marketing-goeroe en bestsellerauteur Seth Godin als voorbeeld te nemen.

Hoe het ook anders kan gaf de Italiaanse kunstenaar en museumdirecteur Antonio Manfredi, van het bij Napels gelegen CAM Museum aan in een manifest dat zijn museum in oorlog met de maatschappij verklaarde: ‘The final aim of artistic production is the work of art, unique and untouchable, an extension of human self-consciousness meant as an understanding of the human condition in contemporary society. To destroy it with fire means to deny its intended function, almost an act of vandalism modifying its original meaning and turning it into means of social protest. When artists to do with a sense of solidarity, this gesture becomes a protest against the status quo. CAM Art War is peaceful revolution engaged in by artists and the intellectuals to fight against homogenization the cultures.

Ik besteedde een jaar geleden aandacht aan Manfredi’s actie om de tegenstelling met de behoudzuchtige Nederlandse museumsector te benadrukken die steeds meer richt op marketing, merchandising, media-aandacht, profijt, publieksbereik, haalbaarheid en herkenbaarheid. En zich neerlegt bij bestaande machtsverhoudingen. Op enkele uitzonderingen als het Van Abbemuseum na. Ik besloot dat stukje met een citaat van Antonio Manfredi over de kaalgeslagen kunstwereld: ‘Nothing can rise from the bottom, everything is Merchandising, Benefit, Marketing, entire generations of artists are just figureheads with no future‘.

Plan ‘Circle Line’ symboliseert conservatieve museumsector

De Nederlandse museumsector is conservatief. Hier beredeneer ik hoe dat komt. Het hangt ermee samen dat leidinggevenden in de sector ingekapseld zijn en hun frisse blik verloren hebben. Als ze die al ooit bezaten. Ze missen de wil, het vermogen, de durf en de politieke vorming om door grenzen te gaan. De energie gaat zitten in het draaiend houden van de eigen organisatie. Gevoegd bij de minachtende houding van de politiek jegens de kunst, de teruglopende economie en de bovengemiddelde bezuinigingen op kunst is de vertrossing en atomisering van de museumwereld een feit. Dat wordt in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart bekrachtigd door ontbrekend protest. In de museumsector heerst de stilte van het kerkhof.

Buiten Nederland gaat dat anders. Deels omdat de besparingen extremer zijn, deels omdat directeuren zich activistischer opstellen. Neem directeur en kunstenaar Antonio Manfredi van het museum voor hedendaagse kunst CAM in Casoria. Hij verklaarde zijn museum in oorlog en verbrandde uit protest kunstwerken. Manfredi doet iets waar de Nederlandse instellingen niet aan toekomen. Hij treedt zowel buiten het kunsthistorisch debat als de museummuren die conserveren en isoleren. Onverhuld duidt-ie kunst als politiek. Nederland kent in onder meer het Van Abbemuseum of BAK uitzonderingen, maar dat speelt zich hoofdzakelijk binnen het eigen domein af. Doorgaans in de vorm van een onnodig hermetisch-theoretisch discours. Zonder dat ze het doordenken zijn in Nederland de musea echter ook politiek omdat ze de status quo onderschrijven. Dat valt niet op omdat ze met de stroom meedrijven en hun eigen positie niet ter discussie stellen.

De defensieve museumsector lijkt nu zelfs nog meer dan voorheen elk zicht op het eigen functioneren te hebben verloren. En in arren moede dan maar een zijpad in te slaan. Dat tonen de positieve reacties op het plan ‘Circle Line‘ van de Amsterdamse kunsthandelaar Jaap Polak aan. Een voorstel dat om marketing, bereik, nut en faciliteren draait. Het benadert de bezoeker als consument, niet als burger met wie de samenleving wordt gevormd. Het plan gaat voorbij aan de maatschappelijke en politieke functie van kunst, kunstenaars en musea. Het laatste woord is aan Antonio Manfredi: ‘Nothing can rise from the bottom, everything is Merchandising, Benefit, Marketing, entire generations of artists are just figureheads with no future‘.

545x355-images-stories-large-Sarkis_1991-Le-Moulin-Albigeois-2

Foto: Sarkis, Les douze rues des chambres brulées (la cité Leidschatz)1991, Moulins Albigeois (Cimaise et Portique), Albi, ‘De dag is verbrand‘. Credits: Sarkis.