De waarschuwende vraag is of de Amerikaanse democratie nog te redden valt uit handen van de geradicaliseerde Republikeinse partij die onder invloed van Trump staat

CNN’s Anderson Cooper gaat in gesprek met de Harvard politicologen Steven Levitsky en Daniel Ziblatt. Steven Levitsky zegt na vier minuten over de Republikeinse partij het volgende:

‘.. the Republican Party is the only mainstream political party among all established western democracies that has turned against democracy. You won’t find a party like the Republican Party, a mainstream party, anywhere in Europe. We are entirely in new territory. You got to go back to the 1930s to find a mainstream party that is behaving in this way’.

Het is de vraag of de bewering van Levitsky klopt dat er in Europa geen mainstream partij te vinden is die vergelijkbaar is met de Amerikaanse Republikeinse partij. Want hoe passen radicaal-rechtse partijen als de PVV en FvD, het Vlaams Belang, de Duitse AfD, het Franse Rassemblement national (voormalig Front National), het Oostenrijkse FPÖ of de Italiaanse Lega (voormalig Lega Nord), de nationalistisch-katholieke Poolse regeringspartij PiS of het Hongaarse Fidesz van Viktor Orban in het beeld dat Levitsky schetst? Het zijn alle min of meer mainstream partijen die nu regeringsmacht hebben, dat recent hebben gehad of goede kans hebben om binnenkort regeringsmacht te hebben.

De claim dat er sinds de jaren 1930 in Europa geen partij is geweest die zich gedraagt als de Republikeinse partij is evenmin sterk. Het is juist dat Nieuw Rechts in Duitsland en Frankrijk met geestelijke leiders als Armin Mohler en Alain de Benoist niet zozeer een politieke partij, maar een metapolitieke beweging was. Dat intellectualistische conservatief-extremisme kan opgevat worden als wegbereider waar bovengenoemde hedendaagse Europese rechts-radicale partijen hun ideeën aan te danken hebben. In Frankrijk waren er in de jaren 1950 wel degelijk twee politieke partijen, de UDCA van Pierre Poujade en de UFF met overeenkomstige kenmerken als de Republikeinse partij, zoals het complotdenken, vreemdelingenhaat en een sekte-achtige leiderschapscultus.

Daarnaast waren er nog na-oorlogse neo-fascistische partijen in Spanje, Italië en Griekenland waarvan alleen Franco’s partij in Spanje als mainstream valt te beschouwen.

Of het historisch klopt wat deze hoogleraar zegt is echter niet de kern. Dat is een evaluatie van de geschiedenis. Hoe dan ook maakt het beeld somber dat zo realistisch toont. Iedereen kan het scenario zien van een Republikeinse partij die in 2022 mede door het hertekenen van kiesdistricten (gerrymandering) bij de tussentijdse verkiezingen het Huis terugwint en Trump die door alle illegale machinaties op staatsniveau in 2024 de verkiezingen steelt en het Witte Huis in de schoot valt. Dan komt de VS in een constitutionele crisis zonder uitweg terecht. China en de Russische Federatie zien het met genoegen aan en Europa weet zich geen raad.

Dat betekent het einde van de Amerikaanse democratie. Het is opvallend dat de laatste maand opinieleiders van zowel Democratische als Republikeinse origine waarschuwen dat de Amerikaanse democratie werktuiglijk naar de afgrond dendert zonder dat dat proces nog gestopt lijkt te kunnen worden. Maar het feit dat ze waarschuwen lijkt ook te zeggen dat het proces nog wel te stoppen valt.

Republikeinse critici lijken overigens nog meer alarmistisch omdat ze de Republikeinse partij van binnenuit kennen en weten wat voor kwaads de partij in zich draagt. Toch is het volgens velen al te laat om het lot nog af te wenden. Mede omdat president Biden verzwakt is en de Democratische partij in vooral de Senaat niet eensgezind en krachtig opereert. Zoals gezegd, de waarschuwing lijkt ook een oproep, om niet te zeggen smeekbede, aan Democraten om te handelen naar de urgentie van de situatie.

Het enige wat ontbreekt aan het verhaal is de juridische rol en de initiatieven van de Democraten in het Huis die met het onderzoek over de opstand (bestorming Capitool) van 6 januari 2021 Trump en zijn sycofanten ter verantwoording willen roepen. Wat is de dynamiek als Trump op federaal niveau of in New York of Georgia voor een grand jury aangeklaagd en veroordeeld wordt met als gevolg dat hij van een publiek ambt uitgesloten wordt?

Betekent dat voor de leiders van de Republikeinse partij dat ze zich eindelijk durven te onttrekken aan de macht van Trump zodat de partij weer enigszins in democratisch vaarwater terecht kan komen? De VS lijkt een Houdini-act nodig te hebben om de democratie voor de poorten van de hel weg te slepen.

Facebook krijgt kritiek omdat het in een beleidswijziging voortaan desinformatie van politieke advertenties toestaat

Algemeen directeur van Facebook Mark Zuckerberg hield op 17 oktober een lezing op de Georgetown University waarin hij betoogde dat politieke advertenties uitgesloten worden van factchecking. Dat betekent dat iemand als president Trump in de campagne van 2020 miljoenen dollars kan besteden aan aantoonbaar misleidende advertenties zonder dat Facebook ingrijpt. Dit is afwijkend van het beleid dat het bedrijf tot nu toe had om misleidende, politieke advertenties na controle door onafhankelijk factcheckers uit te sluiten. De Democratische presidentskandidaat Elizabeth Warren sprak in drie tweets haar zorg uit over die ontwikkeling:

De onderliggende vraag is wat Facebook voor een bedrijf is, een technisch, sociale media of een journalistiek bedrijf (= news business). In 2017 riep Media Matters Mark Zuckerberg uit tot de ‘misinformer‘ van het jaar 2017. De multinational die steeds weer beterschap belooft in het opkrikken van het journalistieke gehalte, het minimale doet om er mee door te kunnen door uitsluitend  het verwijderen van fake accounts, maar uiteindelijk te weinig levert. Facebook neemt onvoldoende journalistieke verantwoordelijkheid van een nieuws organisatie en wil daar onvoldoende op aangesproken worden. Facebook is de top verspreider van nepnieuws.

Waarom is de aanpak van nepnieuws zo moeizaam? Is het probleem van nepnieuws te groot om doelmatig aan te pakken of is de aanpak van Facebook te halfslachtig en onvoldoende? Of is het allebei waar? We kennen onderhand talloze analyses van deskundigen over de kwalijke rol van desinformatie en nepnieuws, zoals van Clingendael-deskundige Danny Pronk die voor de VPRO het probleem uiteenzet. Maar toch. We horen dit al zeker sinds 2016, maar de aanpak lijkt nog steeds onvoldoende. Van een probleem dat allang niet meer nieuw is, maar door velen nog op het niveau van bewustwording wordt gepresenteerd. Men zou toch in redelijkheid mogen verwachten dat nou eindelijk eens een doelmatige tegenstrategie wordt ontwikkeld en uitgevoerd.

Niet dus. Vanwaar dit gebrek aan vooruitgang en een doelmatige aanpak? Laat de duiding voortaan daar op focussen, namelijk op concrete tegenmaatregelen om de westerse democratie te beschermen. Herhaling van zetten is aardig, maar bewustwording bij opinieleiders en publiek is intussen voldoende aanwezig. Pleiters moeten de volgende stap zetten om overheden en bedrijven als Facebook tot doelmatig handelen te dwingen.

In een artikel voor Politico dat een opsomming van stagnatie en gemiste kansen geeft, citeert Mark Scott de voormalige Europarlementariër van D66 Marietje Schaake over digitale veiligheid: ‘Wetgevers hebben de bal laten vallen, we staan pas aan het begin van het begrijpen van de uitdagingen voor liberale democratieën.’ Waarom zijn drie kostbare jaren verloren gegaan door inertie? Waar blijft het Deltaplan om dit aan te pakken?

Dit debat waar Facebook makkelijk kan wegkomen heeft de gevestigde journalistiek deels aan zichzelf te wijten. Het heeft te maken met de obsessie van de journalistiek op neutraliteit die de meer belangrijke norm van objectiviteit beschadigt. Het ‘enerzijds – anderzijds’, ofwel hoor en wederhoor van de klassieke journalistieke code schiet tekort indien het tegenover een portie waarheid een even grote portie onwaarheid en leugens zet. De spanning tussen ‘eerbied voor de waarheid’ en ‘het recht op faire commentaar en kritiek’ staan in de gevallen van nepnieuws en desinformatie op gespannen voet met elkaar. De vraag is of dit niet ontaardt in naïviteit en nog houdbaar is als de mate van desinformatie via politieke advertenties de sociale media overspoelt. Het kan niet de opzet van journalistiek zijn die zegt te gaan voor de feiten en de waarheid om onwaarheid te verspreiden. Zo beredeneerd is de reactie van Facebooks Monika Bickert in gesprek met CNN’s Anderson Cooper in mei 2019 zelfs in dubbel opzicht tekortschietend en onjuist. Zij ontkent zowel dat Facebook een journalistieke organisatie is die inzet op objectiviteit en het nastreven van de waarheid aan de hand van de feiten als dat Facebook een organisatie is die onvooringenomen hoeft te zijn. Anything goes in haar optiek. Zo kan Facebook verwijzen naar de vrijheid van meningsuiting, zonder in te hoeven grijpen en de journalistieke verantwoordelijkheid van een nieuwsorganisatie te hoeven nemen. Het moment nadert dat het niet anders kan dan dat Facebook door de eigen inertie door het congres opgeknipt wordt omdat het achter de feiten blijft aanhollen en om commerciële redenen het eigen karakter van een nieuwsorganisatie ontkent.

Foto: Tweets van Elizabeth Warren, 18 oktober 2019.

Irritant gebrek aan vooruitgang bij aanpak nepnieuws. Facebook ondersteunt verspreiding van gemanipuleerde video Nancy Pelosi

Een vice-president van Facebook Monica Bickert ontkent in een gesprek met CNNs Anderson Cooper dat haar organisatie draait om nieuws en ‘in the news business’ is. Aanleiding is een gemanipuleerde video van Huisvoorzitter Nancy Pelosi waarin het lijkt alsof ze dronken of verzwakt is. Bickert kan niet goed uitleggen waarom Facebook de video niet verwijdert. Haar kanttekening dat er een waarschuwing bijgeplaatst wordt is onwaarachtig omdat Facebook pas tot actie overging nadat de Washington Post op de manipulatie gewezen had. Facebook ondersteunt zo de strategie van de Republikeinen voor 2020: gemanipuleerde berichten om de opponenten te verzwakken. Facebook blijft in gebreke en treedt nog steeds onvoldoende op tegen nepnieuws.

Waarom is de aanpak van nepnieuws zo moeizaam? Is het probleem van nepnieuws te groot om doelmatig aan te pakken of is de aanpak van de techbedrijven als Facebook te halfslachtig en onvoldoende? Of is het allebei waar? We kennen onderhand talloze analyses van deskundigen over de kwalijke rol van desinformatie en nepnieuws, zoals van Clingendael-deskundige Danny Pronk die voor de VPRO het probleem uiteenzet. Maar toch. We horen dit al zeker sinds 2016, maar de aanpak lijkt nog steeds onvoldoende. Van een probleem dat allang niet meer nieuw is, maar door velen nog op het niveau van bewustwording wordt gepresenteerd. Men zou toch in redelijkheid mogen verwachten dat tegen de strategie van de Republikeinse partij, de Russische Federatie of andere actoren nou eindelijk eens een doelmatige tegenstrategie wordt ontwikkeld en uitgevoerd.

Niet dus. Vanwaar dit gebrek aan vooruitgang en een doelmatige aanpak? Laat de duiding voortaan daar op focussen, namelijk op concrete tegenmaatregelen om de westerse democratie te beschermen. Herhaling van zetten is aardig, maar bewustwording bij opinieleiders en publiek is intussen voldoende aanwezig. Analisten moeten ook een volgende stap zetten om overheden en techbedrijven tot doelmatig handelen te dwingen.

In een artikel voor Politico dat een opsomming van stagnatie en gemiste kansen geeft, citeert Mark Scott de aftredende Europarlementariër van D66 Marietje Schaake over digitale veiligheid: ‘Wetgevers hebben de bal laten vallen, we staan pas aan het begin van het begrijpen van de uitdagingen voor liberale democratieën.’ Waarom zijn drie kostbare jaren verloren gegaan door inertie? Waar blijft het Deltaplan om dit aan te pakken?

Cenk Uygur van TYT gaat een stap verder en wijst in onderstaande video (na 12’ 50’’) op de obsessie van de journalistiek op neutraliteit die de meer belangrijke norm van objectiviteit beschadigt. Het ‘enerzijds – anderzijds’, ofwel hoor en wederhoor van de klassieke journalistieke code schiet tekort indien het tegenover een portie waarheid een even grote portie onwaarheid en leugens zet. De spanning tussen ‘eerbied voor de waarheid’ en ‘het recht op faire commentaar en kritiek’ staan in de gevallen van nepnieuws en desinformatie op gespannen voet met elkaar. Ook nog eens in een hooghartige houding van ‘dit zijn de normen van de journalistiek’ en ‘zo doen we het al jaren’. De vraag is of dit niet ontaardt in naïviteit en nog houdbaar is als de mate van desinformatie de (sociale) media overspoelt. Want het kan niet de opzet van journalistiek die gaat voor de feiten en de waarheid om onwaarheid te verspreiden. Zo beredeneerd is de reactie van Facebooks Monica Bickert zelfs in dubbel opzicht tekortschietend en onjuist. Zij ontkent zowel dat Facebook een journalistieke organisatie is die inzet op objectiviteit en het nastreven van de waarheid aan de hand van de feiten als dat Facebook een organisatie is die onvooringenomen hoeft te zijn. Anything goes in haar optiek.

Bernstein over KremlinGate: Actieve doofpot in Witte Huis

Journalist Carl Bernstein is duidelijk, er is een actieve doofpot in het Witte Huis om de onderzoeken naar de relatie van Trump Team met het Kremlin te bemoeilijken. Raw Story citeert hem: ‘There is so far, as far as I know, from FBI sources, and sources on Capitol Hill, no there is a serious belief in the FBI, in the congressional committees, in the House and the Senate that there is an active cover-up going on involving trying to keep investigators from finding out what happened in terms of the Trump campaign, Trump associates, near the top of the campaign, and what happened in their associations with Russians. (..) And one of the things that the Congressional committees are very concerned about as is the FBI is that they don’t have the resources to conduct a proper investigation, and the White House is taking advantage of it. There are only seven investigators, many of them part-time, in the Congressional investigation in the House, not many more in the Senate, and it’s a reason why the White House does not want a special prosecutor or a select committee of the House and Senate and why increasingly members of Congress do want it.’

Regering Trump bemoeilijkt volgens Bernstein een onderzoek door onderzoekers de middelen te onthouden zodat zo’n onderzoek zo ondoelmatig mogelijk is. Wat Bernstein zegt is in lijn met de vertragingstactieken van de regering en het blokkeren van het aanstellen van een speciale aanklager of het instellen van een bijzondere onderzoekscommissie van Huis en Senaat. Vooralsnog gaat daarom de meeste energie van de journalistiek zitten in het ontrafelen van de doofpot over de doofpot. Dus het verhullen van de verhulling. Zo gaat het nog lang duren voordat de laatste tegel is gelicht over de samenwerking van Trump met het Kremlin.

Trump heeft gelijk dat media vijanden van het volk zijn. Maar anders dan hij bedoelt

Analist en journalist Carl Bernstein reageert voor CNN op de uitsprak van president Trump dat media vijanden van het volk zijn. Die uitspraak is Trump op veel kritiek komen te staan. Niet alleen van progressieven en journalisten, maar ook van leidende Republikeinen. Wilders hanteert dezelfde tactiek van demonisering van ‘de linkse media’. Hij meent dat de media hem en de PVV alleen maar willen beschadigen en hem zelf zouden haten. Zelfs bewust zouden liegen door zijn standpunten verkeerd weer te geven. Maar het omgekeerde is waar. Trump en Wilders liegen en die leugens worden in de media doorgeprikt. Meer is het niet. Dat kunnen Trump en Wilders die het moeten hebben van uitvergrotingen en focus op hun kernpunten niet gebruiken. Daarom geven ze de boodschapper van het nieuws de schuld van hun onvoldragen en onvolledige boodschap.

Anders dan ze bedoelen hebben Trump en Wilders gelijk dat media vijanden van het volk zijn. Want door de overmatige aandacht van de media met dank aan diezelfde media zijn ze op het schild gehesen. Zonder dat dit vergezeld ging van afgewogen journalistiek met voldoende kritische kanttekeningen en onderzoek naar de drijfveren, argumenten en de vraag hoe slogans omgezet zouden worden in maatregelen. Zonder de kritiekloze aandacht van de media zouden Trump en Wilders nooit zover gekomen zijn. Toen hun naam en positie eenmaal gevestigd was hadden Trump en Wilders de media niet meer nodig. Media waren eerst te lief en zijn achteraf kwaad op zichzelf dat ze monsters hebben helpen baren. Zelfs met de aandacht voor de weerlegging van de kritiek op de media blijven ze gebiologeerd ronddraaien in Trumps en Wilders’ retoriek.

Bernie Sanders bewijst zich als kanshebber in Democratisch debat

In het CNN-debat tussen de Democratische presidentskandidaten zijn eigenlijk maar twee kanshebbers: Hillary Clinton en Bernie Sanders. Het naar eigen zeggen niet geheel onpartijdige team van TYT dat op de hand is van Sanders bestaat uit Cenk Uygur, Ben Mankiewicz, John Iadarola en Jimmy Dore. Ze kiezen hun favoriete citaat uit het debat. Uiteraard van Bernie Sanders. Het wordt in hun schoot geworpen: ‘Het congres bepaalt niet wat de banken doen, maar de banken bepalen wat het congres doet’. Een waarheid als een koe.

Als Sanders de tip van Jimmy Dore (zie 4’44’’) over zijn positionering en marketing ter harte neemt om zich voortaan niet meer als socialist, maar als sociale kapitalist te profileren, dan wordt het een spannende race bij de Democraten. Iemand die meedraait in de top van de Amerikaanse politiek is per definitie een kapitalist.

Peter King wil journalisten vervolgen wegens openbaarmaking geheime informatie

Het Republikeinse lid van het Permanent Select Committee on Intelligence van het House of Representatives Peter King wil journalisten aanklagen die gelekte informatie publiceren. Dit vanwege de staatsveiligheid. Met deze criminalisering zit King op het spoor om journalisten en activisten als co-conspirator, samenzweerder te beschouwen. Hetzelfde overkwam FoxNews journalist James Rosen hoewel tegen hem nooit een aanklacht werd ingediend. De beschuldiging van co-conspirator diende voor de veiligheidsdienst om toestemming te krijgen zijn gegevens in te zien. Maar King gaat verder en pleit voor het actief vervolgen van journalisten.

Peter King noemt Edward Snowden een overloper of verrader. Om hem juridisch aan te pakken verwijst King naar de Espionage Act uit 1917. Met deze wet pakt de regering-Obama ook Tom Drake, John Kiriakou, Bradley Manning en andere klokkenluiders aan. King suggereert dat Snowden Amerikaanse levens op het spel gezet heeft en door zijn onthullingen Al Qaeda en zijn bondgenoten op detailniveau inzicht heeft gegeven in de werkwijze van de Amerikaanse veiligheidsdiensten. King relativeert het liegen van DNI-directeur James Clapper in de senaat. Hij meent dat-ie vanwege de staatsveiligheid mocht liegen tegenover een parlementslid.

Voor King heiligt het doel alle middelen. Af te wachten valt of deze conservatieve hardliner representatief is voor de stemming in het  Amerikaanse parlement. Een inschatting is dat zijn kwalificatie van Edward Snowden niet erg afwijkt van die van andere volksvertegenwoordigers. Hoewel het een onderschatting van Al Qaeda is om te veronderstellen dat ze details die uit de onthullingen blijken nog niet kenden. Dat moet eerst nog maar vastgesteld worden. Met het goedpraten dat een NSA-directeur in een openbare zitting tegenover een senator mag liegen ondergraaft King het belang van het parlement. Opvallend geluid van een volksvertegenwoordiger.

Met zijn stellingname dat journalisten die gelekte informatie publiceren aangeklaagd moeten worden verlaat King de constitutionele democratie die de controle en het evenwicht van checks and balances kent en treedt de politiestaat binnen. Zijn standpunt zet het beroep van journalist onder druk omdat nooit op voorhand duidelijk is welke informatie de staatsveiligheid in gevaar brengt en welke publicatie tot een aanklacht kan leiden. Mogelijk gemaakt door een Espionage Act met een cultuur van geheimzinnigheid en bureaucratie. Dit perspectief verlamt de journalistiek, probeert deze tandeloos te maken en de staatsmacht te vergroten.

hqdefault

Foto: Schermafbeelding van afgevaardigde Peter King en CNN-pournalist Anderson Cooper, 11 juni 2013.