Burgers moeten afbraak publieke omroep halt toeroepen. Frans Kleins schoten in eigen voet bieden kansen voor nieuw omroepbestel

Frans Klein, 7 mei 2021 in Nieuwsuur. © NPO

In de recente uitspraken van directeur video van de NPO Frans Klein valt op dat hij het nooit echt over de inhoud heeft en hij alles beredeneert vanuit de kijkcijfers en het marktaandeel. Hij is verantwoordelijk voor de programmering van NPO 1, 2 en 3, NPO Start, ZAPP en Zappelin. 

Klein redeneert vanuit marketing. Hij bevestigt telkens het idee dat programma’s niet een hoger doel dienen, maar instrumenteel zijn voor een ander doel. Namelijk het behalen van marktaandeel of het aantrekken van specifieke doelgroepen. Zoals de middengroep van 20 tot 49 jaar.

In dit denken gaat het mis. Klein bevestigt het failliet van de omroeppolitiek dat gericht is op kijkcijfers en niet op inhoud. Dat valt hem niet persoonlijk aan te rekenen omdat hij een functionaris is die bestaand beleid uitvoert. Het beleid dat hij invult is echter krakkemikkig en slecht doordacht.

Waarom het in Nederland zo mis gaat met de omroeppolitiek omschreef ik in 2016 in het commentaarHoofd Klara wordt netmanager VRT. Waarom kan zoiets niet in Nederland?’ dat ik hieronder herhaal omdat het raakt aan de kern van het probleem van de Nederlandse omroeppolitiek en nog even actueel is als vijf jaar geleden. Namelijk het ontbreken van de focus op inhoud en de koudwatervrees om kwaliteit te maken die eeen deel van het publiek afstoot. Ik zoomde in op kunst, maar dat geldt precies zo voor zware informatie. Niet te verwarren met het lichte soort waarmee de NPO kosmetisch opinieprogramma’s tot journalistiek omkat, maar serieuze journalistiek zoals onderzoeksjournalistiek, gedegen historische documentaires en diepgravende interviews met opinieleiders die de tijd krijgen om te reflecteren op samenleving, politiek en wetenschap:

Zomaar een bericht in het Vlaamse nieuws. Deze keer niet over islamitische terreur en bomaanslagen in Brussel, maar over cultuur. Chantal Pattyn is netmanager van het Vlaamse Klara en wordt hoofd cultuur van de Vlaamse publieke omroep VRT.  Na de inkrimping en het bewust om zeep helpen om interne omroeppolitieke redenen in 2006 van de Nederlandse Concertzender en de infantilisering van Radio 4 is Klara nog de enige nationale culturele zender van niveau in het Nederlandse taalgebied die het beluisteren waard is.
Het cliché is waar, Vlamingen vinden cultuur belangrijk. Dat heeft met hun emancipatiestrijd te maken en het besef dat taal en kunst ertoe doen. En de overeenstemming over partijen heen dat het de nationale identiteit versterkt. In Nederland doen VVD en PVV die eveneens zeggen nationale identiteit belangrijk te vinden het omgekeerde: ze breken bewust de publieke omroep en de kunsten af. Maar ook in Vlaanderen moeten kunst en cultuur voor de poorten van de hel worden weggesleept. Ook daar moet telkens weer de liefde voor kunst op de politiek bevochten worden. Niets komt vanzelf. De loyaliteit van de bestuurders in de cultuursector lijkt het verschil te maken. De Vlaamse cultuurminister Sven Gatz (‘kunst dient nergens toe’) haalde in 2014 met terugwerkende kracht dezelfde shockdoctrine van cultuurbezuinigingen als Halbe Zijlstra uit de liberale kast.
Kunst is kunst, maar ook een wapen waarmee de strijd tegen terreur die van buiten komt en onverschilligheid die van binnen komt gewonnen kan worden. Het is de strijd om de harten en geesten van de eigen bevolking die telt en een positieve impuls kan geven. Media kunnen daarin een opbouwende rol spelen. Niet omdat het educatief is of doelgroepen emancipeert, maar omdat het kunst als voorbeeld voorhoudt. Juist dat patroon is in Nederland uitzondering geworden. Onder het uitroepen van ‘zie ons eens aan kunst doen’ wordt kunst naar aparte reservaten verbannen of slachtoffer van popup en populariteitsdenken. Wat Nederland mist is die positieve, vanzelfsprekende grondhouding tegenover kunst en cultuur die in een samenleving tamelijk breed gedragen wordt. In elk geval in omroepkringen die een kunsthistoricus tot netmanager benoemen. Klasse. 

In 2018 kondigde Frans Klein al aan om te willen bezuinigen op journalistieke programma’s. In zijn NPO’s Newspeak noemde hij dat ‘vernieuwen‘. Hij zei toen in een interview met NRC’s Wilfred Takken dat journalistieke programma’s een steeds kleiner publiek bereiken en daarom een andere vorm moesten krijgen. Dit gaf toen ook al aan dat Klein niet redeneert vanuit de programma’s, de inhoud of een hoger doel als democratie of spreiding van kennis, maar vanuit de marketing. In het commentaarNPO-directeur Klein komt met ongeloofwaardige ‘vernieuwingen’, na kritiek op hem te korten op journalistieke programma’s‘ uit 2018 schreef ik:

De argumentatie van Frans Klein dat de kijker van Tegenlicht al ‘zeer goed bediend wordt door de publieke omroep’ zodat er gekort kan worden op Tegenlicht is onjuist. Tegenlicht en ook Andere Tijden zijn unieke programma’s die niet vervangen kunnen worden door andere programma’s.
Daarnaast maakt Klein nog een andere denkfout. Jongeren, maar ook ouderen kijken niet meer vanzelfsprekend lineair naar televisie. Uiteraard weet Klein dat. Waarom hij dan toch tot de gedachtensprong komt dat hij televisie voor jongeren wil maken is de vraag. Het lijkt onzinnig om krampachtig televisie voor jongeren te willen maken. Daar trappen jongeren niet in. Het gaat erom goede programma’s te maken die zowel ouderen als jongeren kunnen bedienen.
Het Nederlandse omroepbestel is gefragmenteerd en lijkt in die versplintering te weinig soortelijk gewicht te hebben. De noodzaak tot hervorming wordt versneld door extra bezuinigingen. Frans Klein is het symbool van een ouderwets zuilensysteem met levensbeschouwelijke omroepen dat zichzelf heeft overleefd. Hij is geen deel van de oplossing, maar van het probleem.
Klein helpt kwalitatief journalistieke programma’s om zeep, beschermt de omroepen, doet aan wensdenken en beseft onvoldoende dat de traditie van broadcasting niet meer gerevitaliseerd kan worden in de vorm die hij ons voorspiegelt. Dat tijdperk ligt achter ons. Ook in Hilversum. De winst van zijn interventie is dat hij zich ermee zo onmogelijk maakt in potsierlijkheid en wereldvreemdheid dat hij er onbewust een punt voor de tegenpartij mee maakt.
Namelijk voor degenen die de omroepen willen omvormen en afslanken tot productiehuizen en een nationale omroep willen optuigen. Klein bewijst met zijn manier van denken het Nederlandse publiek een grote dienst. Zijn schot in eigen voet biedt volop kansen voor de toekomst met een levensvatbaar omroepbestel zonder de omroepen zoals we die nu (nog) kennen. Dan is het definitief geen 1925 meer in Hilversum.

Er is een gezegde dat aan Joseph de Maistre wordt toegeschreven dat zegt: ‘Elk land heeft de regering die het verdient’. Een variant daarop is ‘elk volk krijgt de leiders die het verdient’ dat naar allerlei sectoren kan worden uitgebreid. Dat is een fatalistisch standpunt dat suggereert dat macht een land overkomt. Vertaald naar de publieke omroep luidt dat: ’Nederland krijgt de directeuren van de NPO die het verdient’.

Maar dat is onzin. Het Nederlandse volk hoeft het marktdenken van de publieke omroep dat wordt gepersonifieerd door omroepbobo Frans Klein die macht naar zich heeft toegetrokken niet voor zoete koek aan te nemen. Want zijn argumentatie is zwak en eenzijdig. Gezien de kritiek op Kleins plannen in 2018 en nu weer in 2021 vinden veel Nederlanders de plannen van de NPO die hij presenteert slecht en ongepast. Klein is een zetbaas die beleid uitvoert waar veel betrokken burgers het niet mee eens zijn. Welnu, laten ze niet Klein daarop aanvallen, maar degenen die er de oorzaak van zijn dat Klein dit dient uit te voeren. Te weten de politieke partijen.

De marges zijn smal, maar de Nederlandse publieke omroep moet geen aansluiting zoeken bij de markt omdat dit een doodlopende weg is die teruggaat naar de 20ste eeuw en de laatste restjes kwaliteit inlevert, zodat er bij de volgende aankondiging van Klein of zijn opvolgers in 2024, 2027 of 2030 niks van kwaliteit meer is om in te leveren. Daarnaast is Nederland als markt te klein om in internationaal verband een vuist te maken.

Klein en degenen die hem zijn standpunten influisteren moeten nu teruggefloten worden in hun idee van meer van hetzelfde en minder van kwaliteit. Hun afbraak van de publieke omroep is ongewenst en strijdig met het grondidee van een publieke omroep. Dat is niet het populisme en het marktdenken dat Klein probeert te verkopen, maar algemeen nut zoals de watervoorziening of het elektriciteitsbedrijf. Dat kan uit principe niet vermarkt worden.

Misleiding door NPO-top over afbraak journalistieke programma’s wordt door journalistieke uitingen van publieke omroep herkauwd

Deze week werd de programmering van het komend seizoen van de publieke omroep gepresenteerd. Dat ging gepaard met een publiciteitsoffensief van de NPO in de eigen media door directeur Video Frans Klein. Hij beweerde met onwaarheden, halve waarheden en verdraaiingen dat er niet bezuinigd wordt op journalistiek, maar dat is onjuist. Want er wordt wel degelijk stevig bezuinigd op de journalistieke programma’s van de publieke omroep. Jan-Hein Visser geeft in een commentaar voor TotaalTV duidelijk en overtuigend aan dat de NPO-top de feiten bewust verdraait en wel degelijk aanzienlijk bezuinigt op de journalistieke programma’s:

Dat directeur Klein draait en liegt dat het gedrukt staat is nog tot daar aan toe – hij is immers een politieke omroepbobo – maar dat vervolgens de journalistieke programma’s van de publieke omroep zijn onwaarheden herkauwen is kwalijker en geeft te denken over de redactionele onafhankelijkheid van programma’s zoals het NOS-Journaal. Die vooral gefocust is op het behoud van het eigen budget. Terwijl een artikel van 28 augustus van de online redactie NOS weliswaar de juiste details geeft is de kop ervan misleidend als het zegt: ‘Publieke omroep: journalistiek wordt ontzien, meer geld van tv naar online’. Nee, de journalistiek wordt niet ontzien, maar fors uitgekleed. Zelfs als zoals gebruikelijk is het citaat van Klein tussen aanhalingstekens was gezet – wat om onbegrijpelijke reden niet gebeurde –  kon nog volgehouden worden dat ermee een opinie van de top van de publieke omroep werd weergegeven. Waarom de online-eindredactie van de NOS echter een opinie die aantoonbaar onjuist is in de kop plaatst is merkwaardig. Opnieuw, deze gang van zaken roept vragen op over de redactionele onafhankelijkheid van de journalistiek van de publieke omroep die nu zo onder vuur ligt.

Het is bedenkelijk dat de journalistieke uitingen (online, NOS-Journaal) van de publieke omroep de leugens van de NPO-top pruimen en doorslikken. Dat is niet objectief en eerlijk, dat is geen evenwichtige journalistiek. Dat is bewust meewerken aan misleiding. Terwijl het notabene gaat om het inperken en devalueren van eigen journalistieke programma’s. Sport wordt gespaard en de journalistiek opgeofferd. De NPO-top heeft niet het lef en de ruggengraat om dat volmondig toe te geven. En de NPO-journalistiek heeft niet het lef en de durf om de leugens van de NPO-top door te prikken. Als het zo moet met de kwaliteit en onafhankelijkheid van de journalistiek van de publieke omroep, dan kan het gemist worden als kiespijn en doet het er nog weinig toe als er bezuinigd op wordt. Zo brengen de journalistieke uitingen van de publieke omroep zichzelf om zeep.

Foto 1: Schermafbeelding van NPO-directeur Frans Klein in het NOS-Journaal van 28 augustus 2018 met ondertiteling: ‘Op de journalistiek bezuinigen we niet, maar we gaan wel geld omleggen van televisie naar online’.

Foto 2: Schermafbeelding van artikelNPO verdraait feiten rondom bezuinigingen op journalistiek’ van Jan-Hein Visser voor TVTotaal, 28 augustus 2018.

Foto 3: Schermafbeelding van deel artikelPublieke omroep: journalistiek wordt ontzien, meer geld van tv naar online’ van de NOS, 28 augustus 2018.

Overpeinzingen bij een petitie. Toekomst van de publieke omroep ligt noch bij huidige NPO-top, noch bij de omroeporganisaties

Maarten van Dijk is petitionaris van de petitie ‘Tijd voor een nieuwe NPO, begin bij de top’ die zich richt tegen de top van de NPO. Niet ten onrechte. Onlangs bleek dat die top wil bezuinigen op de meest informatieve, meest waardevolle en kwalitatief meest hoogstaande programma’s als Andere Tijden of Tegenlicht. Dat is dom, lui en fantasieloos denken van die NPO-top. Maar het alternatief dat de petitie geeft, namelijk het inzetten op de afzonderlijke publieke omroeporganisaties schiet eveneens ernstig tekort. Ja, er moet een bezem door de NPO, maar nee, de publieke omroeporganisaties zijn niet de oplossing, maar het probleem. Mijn reactie op de FB-posting van Petities.nl bij deze petitie:

Wereldvreemde petitie die redeneert vanuit het belang van de afzonderlijke omroeporganisaties binnen het publieke bestel. Maar dat belang dient noch het publieke omroepbestel als geheel noch het belang van de kijker.

Dat de top van de NPO de verkeerde programmatische keuzes maakt is duidelijk. Die huidige top is te veel verknoopt met commercie en het eigen omroepverleden en kan geen nieuwe ideeën meer bedenken die antwoorden op de vragen van nu en straks geven. De publieke omroepen doen dat echter evenmin. De publieke omroepen zijn de enige organisaties die de laat 20ste eeuwse verzuiling hebben overleefd.

Kortom, de oplossing ligt niet bij de huidige top van de NPO en evenmin bij de publieke omroepen. Die ligt bij een NPO nieuwe stijl die de commercie en megalomane plannen afzweert en zich richt op het enige wat van belang is: het maken van programma’s die uitdagen, aanscherpen en beklijven.

De publieke omroepen dienen omgebouwd te worden tot productiehuizen, als ze hun programma’s al niet inkopen bij producenten en zo feitelijk hun eigen overbodige managementslaag zijn geworden. De omroepen staan de kwaliteitsslag die de publieke omroep dient te maken in de weg. De publieke omroepen zijn nu al de lege huls met een identiteitsstrik eromheen om de lege verpakking ervan te verhullen.

Foto: Schermafbeelding van deel petitie ‘Tijd voor een nieuwe NPO, begin bij de top’ op Petities.nl.

NPO-directeur Klein komt met ongeloofwaardige ‘vernieuwingen’, na kritiek op hem te korten op journalistieke programma’s

Update 7 mei 2021: De directie van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) gaat verder met haar marketingsdenken. Veelzeggend is dat het kijkcijfers belangrijker acht dan de kwaliteit van programma’s. Het belang van marketing heeft de journalistiek verdrongen. Journalistiek en onderzoeksjournalistiek worden wegbezuinigd. De infantiliteit van nieuwe programma’s (Showcolade) lijkt gelijk op te gaan met de infantiliteit van de huidige leiding van de NPO. De publieke omroep wil behagen, maar behaagt uiteindelijk niemand door te kiezen voor oppervlakkigheid. Daarnaast voert het een achterhoedegevecht uit een vorige oorlog. De verdenking die zich opdringt is dat de eigen positie van de directie van de NPO vooropstaat en de kijkers en programmamakers daar ondergeschikt aan zijn gemaakt. Wie stopt deze baasjes? 

Frans Klein is tv-directeur van de publieke omroep en geeft NRC’s Wilfred Takken een interview. Er is veel kritiek gekomen op voorstellen van de leiding van de publieke omroep om op journalistieke programma’s te bezuinigen. Klein legt uit te willen vernieuwen. Omdat journalistieke programma’s een steeds kleiner publiek bereiken zouden ze een andere vorm moeten krijgen. Hij verwijst naar online journalistiek als alternatief. Maar juist dat roept weer veel kritiek op van de traditionele media die dat als branchevervalsing zien. In Duitsland is de publieke omroep al op dit voornemen teruggekomen na overleg met de krantenuitgevers. Het feit dat Klein dit nog als optie ziet tekent zijn gebrekkige politieke antenne. Mijn reactie bij de Facebook-posting van NRC:

De argumentatie van Frans Klein dat de kijker van Tegenlicht al ‘zeer goed bediend wordt door de publieke omroep’ zodat er gekort kan worden op Tegenlicht is onjuist. Tegenlicht en ook Andere Tijden zijn unieke programma’s die niet vervangen kunnen worden door andere programma’s.

Daarnaast maakt Klein nog een andere denkfout. Jongeren, maar ook ouderen kijken niet meer vanzelfsprekend lineair naar televisie. Uiteraard weet Klein dat. Waarom hij dan toch tot de gedachtensprong komt dat hij televisie voor jongeren wil maken is de vraag. Het lijkt onzinnig om krampachtig televisie voor jongeren te willen maken. Daar trappen jongeren niet in. Het gaat erom goede programma’s te maken die zowel ouderen als jongeren kunnen bedienen.

Het Nederlandse omroepbestel is gefragmenteerd en lijkt in die versplintering te weinig soortelijk gewicht te hebben. De noodzaak tot hervorming wordt versneld door extra bezuinigingen. Frans Klein is het symbool van een ouderwets zuilensysteem met levensbeschouwelijke omroepen dat zichzelf heeft overleefd. Hij is geen deel van de oplossing, maar van het probleem.

Klein helpt kwalitatief journalistieke programma’s om zeep, beschermt de omroepen, doet aan wensdenken en beseft onvoldoende dat de traditie van broadcasting niet meer gerevitaliseerd kan worden in de vorm die hij ons voorspiegelt. Dat tijdperk ligt achter ons. Ook in Hilversum. De winst van zijn interventie is dat hij zich ermee zo onmogelijk maakt in potsierlijkheid en wereldvreemdheid dat hij er onbewust een punt voor de tegenpartij mee maakt.

Namelijk voor degenen die de omroepen willen omvormen en afslanken tot productiehuizen en een nationale omroep willen optuigen. Klein bewijst met zijn manier van denken het Nederlandse publiek een grote dienst. Zijn schot in eigen voet biedt volop kansen voor de toekomst met een levensvatbaar omroepbestel zonder de omroepen zoals we die nu (nog) kennen. Dan is het definitief geen 1925 meer in Hilversum.

Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘NPO-directeur: ‘Kijker Tegenlicht komt voldoende aan zijn trekken’’ in NRC, 29 juni 2018.

Andere Tijden speculeert en maakt Snowden verdacht. Waarom?

AWxbd5CtRfGL2t1jBYqpPA

Dat geeft steun aan de gedachte dat Agee wel heel goede contacten had met de autoriteiten en inlichtingendiensten daar [Cuba]. Dat kon wel een iets zeggen over het verblijf nu van zijn medeklokkenluider Edward Snowden in Moskou. Zijn ontvangst daar kun je zien als een humanitair gebaar van Putin, maar het kan zo zijn dat Snowden dat beantwoord heeft met informatie uit de files van de NSA.

Aldus de afsluitende opmerking van presentator Hans Goedkoop in een uitzending over geheimagent Philip Agee van Andere Tijden (AT) die gisteren werd uitgezonden. Deze afsluitende reeks suggesties is in strijd met de feiten. Er is geen bewijs voor samenwerking van Snowden met de Russische overheid of de Chinezen. AT voert ook geen bewijs aan, maar beschuldigt ‘contractor’ Snowden door associatie met ‘spion’ Agee.

Al in juli 2013 ontkende Snowden de samenwerking met de Russen. Journalist Barton Gellman van The Washington Post die directe toegang heeft tot de Snowden-documenten verwerpt de speculatie waaraan AT zich bezondigt. En dat vooral vanuit Republikeinse hoek gevoed wordt door politici als Mike Rogers, Lindsey Graham of Peter King. Nederlandse media als De Volkskrant of AT opereren in hun onkunde waarschijnlijk onbewust als waterdragers voor deze conservatieve politici. Gellman zei in september 2013 dat er sterk bewijs is dat de Russen en Chinezen geen toegang tot de Snowden-documenten hadden. In oktober 2013 verklaarde Snowden in een interview met James Risen voor The New York Times in Rusland zelfs nooit enig document bij zich gehad te hebben: ‘There’s a zero percent chance the Russians or Chinese have received any documenten‘. Volgens Michael Weiss in een interview met Edward Lucas beweren verschillende journalisten die dit verhaal volgen dat bronnen binnen de Amerikaanse inlichtingendiensten ontkennen dat Snowden ooit werd gerund door de Russen of zelfs dat de FSB een rol gespeeld heeft bij ‘zijn landing’ in Moskou.

Waarom begeeft AT zich ondanks herhaalde ontkenningen van Snowden en journalisten als Greenwald, Risen en Gellman waarmee hij samenwerkt, politici als Dianne Feinstein en Amerikaanse inlichtingendiensten toch op het terrein van de speculatie? Het is uiteraard niet zo dat Snowden op z’n woord geloofd moet worden. Maar het is gemakzuchtige journalistiek om een beschuldiging die al vele malen weersproken is te herhalen zonder een nieuwe bewijsvoering toe te voegen die de beschuldiging op z’n minst aannemelijk maakt.

Er is nog meer mis met de opmerking over Snowden. De woordkeuze is onzorgvuldig. Een spion die met de Russen samenwerkt is per definitie geen klokkenluider. De analogie tussen Agee en Snowden over hun vlucht naar respectievelijk Cuba en Rusland klopt niet. Klaarblijkelijk koos Agee bewust voor Cuba, maar Snowden strandde tegen zijn wil in Moskou dat niet z’n reisdoel was. De regering-Obama trok diens paspoort in.

De suggestie over Edward Snowden vraagt om een ruimhartige rectificatie door AT in een toevoeging voor het archief. Zo kan AT deze slechte journalistiek die dit meestal vlekkeloze programma doorgaans weet te vermijden rechtzetten. Iedereen heeft wel eens een slechte dag. Andere Tijden was gisteren aan de beurt.

Foto: Pedro Molina, Snowden, een hinkelspel. Credits: P.X. Molina.

Welk protest hoort bij inhuldiging op 30 april? Geen alleenrecht

JS

Klopt de claim dat de inhuldigingsdag een feestelijke dag voor de liefhebbers van het Koningshuis is en dat de Republikeinen thuis moeten blijven? In elk geval is het in tegenspraak met de uitspraak van prins Willem-Alexander in het interview met Mariëlle Tweebeeke en Rick Nieman dat er ook ruimte voor protest moet zijn.

Stevens is een bondgenote van ex-PVV’er Hero Brinkman. Ze reageert in een andere tweet op de uitzending ‘Oranje en het oproer‘ van Andere Tijden over de ‘kroningsrellen’ van 1980: ‘Ik mag hopen dat dit tuig zich vandaag de dag nog kapot schaamt.’ Waarover zouden de krakers van 1980 zich moeten schamen? Ze kunnen trots zijn op wat ze met bescheiden middelen tegen de politie bereikten. Dat lukte door de radiocommunicatie van de politie te hinderen met een stoorzender. Zodat de ME af en toe tegenstrijdige opdrachten kreeg van de eigen leiding, maar de herroeping ervan miste. Gevolg: chaos. Wie dat draaiboek vertaalt naar 2013 komt uit bij cyberaanvallen van Anonymous als basis voor het oproer. Wat rest is de verbeelding aan de macht.

De opties voor 30 april liggen open. Het valt niet te verwachten dat het protest zo grootschalig zal zijn als in 1980. Maar door het gebruik van internet en sociale media kunnen middelen gerichter ingezet worden dan toen mogelijk was. Voor het gemak reduceert Stevens het debat tot een tweedeling tussen republikeinen en   monarchisten. Als vertegenwoordiger van de middengroep die zowel afstand neemt tot de propagandistische media en de hielenlikkers en hermelijnvlooien van Oranje als het Republikeins Genootschap dat geen alternatief biedt, gun ik de Nederlanders vooral onderscheidingsvermogen. Te beginnen bij Jacky Stevens.

246844-620-407

Foto 1: Schermafbeelding tweet Jacky Stevens, 21 april 2013.

Foto 2: ‘NLD-19800430-AMSTERDAM: Een kraker staat met een vlag temidden van een enorme ravage op straat tijdens de rellen bij de inhuldiging van koningin Beatrix. De kraakbeweging greep de kroning aan om te protesteren tegen het woningbeleid van de gemeenste Amsterdam, onder het motto ‘Geen woning geen kroning’. Het kwam tot hevige rellen. ANPFOTO’

Joke Kaviaar gedagvaard om mening over vreemdelingenbeleid

20041221_wordt-vervolgd.indd

Update 22 januari: Joke Kaviaar veroordeeld tot 4 maanden onvoorwaardelijk wegens opruiing. Ze gaat in hoger beroep. Zie voor toelichting onder reacties

Op 8 januari dient de zaak tegen Joke Kaviaar. Pseudoniem van dichteres en activiste Joke Kuyt. Ze verzet zich geweldloos tegen het asielbeleid. Volgens 13september.nl -‘voor vrijheid van beweging en tegen repressie‘- werd ze op 13 september 2011 opgepakt door de Nationale Recherche wegens ‘opruiing en verspreiding tot opruiing, met terroristisch oogmerk’ en drie dagen vastgehouden. Haar website werd op 7 december 2011 door toedoen van het Landelijk Parket van het OM ontoegankelijk gemaakt en pas een dag later teruggezet. Nu wordt ze gedagvaard wegens ‘opruiing tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag‘. Het terroristisch oogmerk is vervallen. Wat rechtvaardigt deze aanpak? Probeert de overheid wellicht een opponent buiten de orde te plaatsten en werpt het hiertoe drempels op die ongeoorloofd zijn?

Steungroep 13 september verklaart in een persbericht dat het gaat om een politiek proces. Of dat klopt valt af te meten aan de dagvaarding. Joke Kaviaar werd opgepakt en gedagvaard voor vier teksten. Daarop bepaalt het OM de vervolging. Daarnaast voert ze met de Werkgroep Stop Deportaties openlijk harde acties uit tegen het asielbeleid, zoals ook uit een VN-artikel blijkt. Close reading kan uitmaken of Joke Kaviaar of de overheid over de schreef gaat. Perkt de overheid de vrijheid van meningsuiting al dan niet onrechtmatig in? Waaruit bestaat de oproep tot enig strafbaar feit of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag in de teksten?

25 juni 2008: Waar blijft de Hollandse opstand? Joke Kaviaar vraagt zich af wanneer burgers in actie komen tegen de repressieve overheid. Zie de ‘Identiteitscontroles. Preventief fouilleren. Cameratoezicht. Razzia’s‘. Over het vreemdelingenbeleid: ‘Waar blijft de Hollandse opstand? Wie gaat er mee om de kantoren van de IND te bestormen en leeg te trekken, de archieven en computers te overgieten met benzine en door vuur te vernietigen? Wie helpt de moderne Gestapo te stoppen dossiers over ongewensten aan te leggen? Wie gaat er mee met sloophamers en shovels, om de muren van de deportatiekampen en gevangenissen te slechten? Wie gaat er mee om de kniptangen uit te delen waarmee mensen uit hekken en prikkeldraad kunnen worden bevrijd?’ De tekst gaat over bewustwording van burgers die slapende wakker zijn en afgekocht worden.

8 april 2011: Leers, het vuur en de doodJoke eindigt met de oproep om bij minister Leers op bezoek te gaan: ‘Het wordt tijd dat we die uitnodiging aannemen, maar dan niet om te praten. Er valt namelijk niet te praten over de manier waarop mensen moeten worden gechanteerd, gecontroleerd, geïntimideerd, opgesloten en gedeporteerd. Er valt niet te praten met mensen die wetten en regels maken om marteling en moord de schijn van legitimiteit te geven, om hen te helpen de maskers op te houden. Wie gaat er mee op visite bij Leers?’ De tekst geeft een analyse en opsomming, maar geen expliciete oproep tot geweld tegen minister Leers.

16 juli 2011: Neederland wordt schoongeveegd. Joke ziet minister Leers als een stofzuiger met christelijke waarden die niet zou mogen blijven. Tijd voor de aanval, en de stekker eruit. ‘Menig dictator werd in de loop van de geschiedenis een kopje kleiner gemaakt en er werd gedanst om zijn lijk, gejuicht om zijn einde, gevierd de vrijheid. Het feit dat Neederland zich een democratie noemt, vrijwaart de natiestaat niet van zulk broodnodig ingrijpen in de macht. Niet om de macht over te nemen, maar om deze af te breken. Het zal alles niet legaal zijn, maar ach. Er is wel meer niet legaal. Voor sommigen is de illegale actie een keuze. Voor anderen het illegaal verblijf een opgelegd feit. Laat ons allen daders zijn!‘ Ondanks het krachtige beeld van de stofzuiger en de oproep tot illegale actie wordt niet eenduidig wat Joke Kaviaar hieronder verstaat. Heeft iemand het recht om onderdelen van de rechtsstaat buiten de orde te verklaren om de democratie te redden?

20 november 2011: RARA, wiens rechtsorde is het? Tekst dateert van na de detentie van 13 september 2011 en heeft als aanleiding een uitzending van Andere Tijden van 18 november 2011 over de Rara-zaak: ‘Rara, wiens rechtsorde is het? Niet de mijne, al wordt ie mij opgedrongen. Die rechtsorde, die is er voor wie geld en macht heeft, die is er voor lobbyisten en politici, voor bazen en brave slaven (fooien zijn toegestaan en smeergeld ook). Die rechtsorde maakt mensen kansloos en als ze dan goed kansloos zijn geworden, noemt de rechtsorde ze nutteloos en crimineel en slaat genadeloos met straffen en maatregelen toe.’ Een politieke stellingname van Joke over wat de rechtsorde is, zonder expliciete oproep tot geweld of enig strafbaar feit.

M’n conclusie aan de hand van de teksten is dat Joke Kaviaar het hartstochtelijk opneemt voor asielzoekers en geen blad voor de mond neemt. Als ondersteuning gebruikt ze literaire spiegelingen en vergelijkingen die krachtige beelden vormen. Beredeneerd vanuit de agitator maakt het dichterlijke -en afgewogen- taalgebruik het haar mogelijk om te duiden en te verklaren zonder tot expliciete oproepen te komen. Ofwel, Joke Kaviaar blijft binnen de wet. Ze gebruikt de vrijheid om haar afkeurende mening over het vreemdelingenbeleid en hoofdrolspelers die het uitvoeren te geven. Ze filosofeert over de rechtsorde die nadelen geeft, maar da’s een politieke mening die ze binnen de rechtsstaat mag uiten. Haar vervolging past niet binnen onze rechtsstaat.

a74af4e8-b036-4350-aebf-aca8fe794d62_merksplas5---5--februari--2012_preview

Foto 1: Alexander Christiaan Jacob, Gedachtenpolitie Special.

Foto 2: ‘Joke Kaviaar, een van de woordvoerders van de Werkgroep Stop Deportaties: ‘Doodliggen, bloedgeld brengen: het is heel veel symboliek’. Credits: Roeben