Robesin vraagt Tweede Kamer opnieuw om onderzoek besluitvorming Hedwigepolder

Schermafbeelding van deel artikelRobesin vraagt Kamer opnieuw om onderzoek Hedwigepolder’ in de PZC, 28 april 2021.

Het plan om de Hedwigepolder in Oost Zeeuws-Vlaanderen onder water te zetten is naar mijn idee een van de meest onverkwikkelijke en geniepige besluiten die een Nederlandse regering ooit heeft genomen.

Deze slechts 3 km2 grote polder kreeg in de jaren 2005-2015 een symboolfunctie. Feitelijk een wonder hoe zoiets kleins zo groot kon worden. De ontpoldering is volgens plan in 2022 voltooid. Maar niet iedereen zag er dezelfde symboliek in.

Voor Zeeuwen was het de macht van het grote geld, te weten de Antwerpse haven, waarvoor ze in een onderonsje met Den Haag werden uitgeruild voor zogenaamd hogere belangen. Dus economie. Voor de economische lobby was het het omgekeerde, het opruimen van regionale belangen met inzet van de politiek. Voor natuurbeschermers was het de kans om meeliftend met het economisch belang ten koste van het regionaal belang eigen kruimels te kunnen realiseren. Zogenaamde ‘nieuwe natuur’ en extra geld voor de eigen organisaties om mee te draaien in de projecten. Door de Zeeuwen werd de opstelling van de samenwerking van bedrijfsleven en politiek als harde machtspolitiek ervaren en dat van de natuurbeschermers als verraad. Over dat verraad van de natuurlobby verhaalt Chris de Stoop in zijn boek ‘Dit is mijn hof’.

De argumenten waren meestentijds vals en de doeleinden verhullend. Onder het mom van natuurbescherming werd natuur beschadigd die officieel geen natuur was en daarom in nieuwe langlopende projecten officieel hersteld kon worden. Onder het mom van natuurbescherming werden de economische belangen van de Antwerpse haven versterkt. Natuurorganisaties als de Vogelbescherming lieten zich omkopen of misleiden. Hun naïviteit was grenzeloos en concurreerde hevig met hun opportunisme. Volgens velen hebben ze voorgoed hun geloofwaardigheid verloren door een bondje te sluiten met het grote geld.

HMM Algeciras © Johan Rijnhout/Rijnhout Media. In PZC, 12 juni 2020.

De kernvraag of een getijdenrivier als de Westerschelde geschikt is om schepen van 400 meter lang, 61 meter breed met een diepgang van 12 meter te ontvangen heeft nooit centraal gestaan in het debat. Daardoor konden de Vlaamse regering en de Antwerpse haven politieke druk blijven zetten om uiteindelijk hun zin door te drijven.

In Zeeland werd de uitruil tussen Nederland en Vlaanderen onder druk van de EU doorzien, maar de rest van Nederland liet het gebeuren. Wat de boosheid én het gevoel van uitgeslotenheid verder versterkte van de Zeeuwen die zich als traditioneel wingewest toch al snel in de steek gelaten voelen.

Johan Robesin die ooit lid van de Eerste Kamer was voor een lokale partij kreeg naar eigen zeggen in 2011 in een persoonlijk gesprek de belofte van premier Rutte dat die zijn uiterste best zou doen dat de Hedwigepolder niet onder water zou worden gezet. Dat liep anders. Rutte kon zijn belofte niet houden en Robesin zit nu al jaren vol onbegrip over deze kwestie.

Hij doet nu een tweede poging om de besluitvorming van 10 jaar terug in de Tweede Kamer tegen het licht te houden. Maar wat voor nut hebben volgens Robesin de landelijke politieke partijen daarbij? Rechtse partijen als VVD en CDA hebben zich overgeleverd aan de economie en groene partijen als GL en D66 hebben zich niet principieel genoeg opgesteld. Resten SGP, Boerenpartij en de drie radicaal-rechtse partijen, maar die laatsten zijn vooral tegen omdat ze overal tegen zijn om de overheid te dwarsbomen. Zulke vreemde bedpartners vergroten de geloofwaardigheid van een op zich zinvol verzoek om openheid niet.

De Hedwigepolder is nu bijna volledig onder water gezet en de besluitvorming ervan is blijkbaar ook onder water verdwenen. De spreekwoordelijke slager wil niet dat bekend wordt hoe de worst gemaakt wordt en wat er allemaal in zit. Waarom zou de Kamercommissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een onderzoek naar de besluitvorming rond de Hedwigepolder agenderen? Er is in de tussentijd al te veel water door de Westerschelde gestroomd om nog te verwachten dat de waarheid boven water komt.

Petitie: Snelheidsbeperking zeevaart op Westerschelde. Veiligheid binnenvaart in geding. Kolonisatie van de rivier door Antwerpen

we

Binnenschipper Marijn Oosdijk uit Terneuzen vraagt zijn collega’s om steun in een petitie. Het gaat om de Westerschelde waar zeeschepen op weg naar of van Antwerpen en binnenvaartschepen elkaar kruisen. Die bijvoorbeeld komend uit het Kanaal van Gent naar Terneuzen als onderdeel van de hoofdtransportas Gent-Duitsland de Westerschelde over moeten steken om het Schelde-Rijnkanaal of het Kanaal door Zuid-Beveland in te varen. De klacht van Oosdijk is dat zeevaartschepen te hard varen. Zijn petitie is ook bedoeld om de klachten te inventariseren, te polsen wat de ervaringen van zijn collega’s zijn en actie te ondernemen.

Uit de reacties blijkt ongenoegen en machteloosheid. Reactie #1 zegt zelfs niet graag over de Westerschelde te varen omwille van de zeevaart die niet naar de binnenvaart omkijkt. Dat gaat niet zozeer om botsingen, maar om hoge golfslag. Reactie #28: ‘Het is waar dat met name container schepen met hoge snelheid enorme golfslag veroorzaken, als kleine binnenvaart blijf je nergens en spoelen de golven over je heen’.

Reactie #14 ziet een al jarenlang bestaand probleem: ‘Er zijn meerdere incidenten gebeurt die telkens net goed aflopen. Maar het is wachten tot een incident waar het niet goed afloopt. Wie wil die slachtoffers dan op z’n naam hebben? En wie verteld het de nabestaanden?!’ Reactie #16 voelt zich in de steek gelaten door de overheid: ‘Alle klachten wordt niets mee gedaan, heb gemeld bij politie overleg vorige maand, dat sommige zeeboten met 36 km door komen, zij hebben geen snelheidsbeperking en het enige wat je kan doen als schipper is zeggen dat je omslaggevoelig bent en dan nog.’

Belgische loodsen worden genoemd als deel van het probleem. Reactie #20: ‘En onze zuiderburen zijn met bepaalde loodsen altijd een beetje veel aan het WEDSTRIJD VAREN’. Hoe het beter kan doet deze schipper door te verwijzen naar de drukst bevaren kunstmatige zeeweg ter wereld het Noord-Oostzeekanaal bij Kiel waar een snelheidsbeperking voor zeevaartschepen geldt. Waarom op de Westerschelde geen snelheidsbeperking voor de zeevaart of op z’n minst een gelijkwaardig overleg tussen vertegenwoordigers van binnenvaart- en zeevaart bestaat is de vraag. Een mogelijk antwoord geeft A. Verboom in reactie #40: ‘Ik heb het idee sinds de Westerschelde is uitgediept, de zeevaart niet meer hoeft af te stoppen i.v.m. diepgang t.o.v. de bodem en er steeds meer grote containerterminals bij komen het probleem voor de binnenvaart steeds groter wordt.’

De problemen zijn terug te brengen tot het economisch belang van de Antwerpse haven waar alles voor moet wijken. Inclusief de veiligheid ondanks de sussende woorden van de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie dat wel een loodsplicht noemt, maar geen snelheidsbeperking voor zeevaartschepen. Door afspraken van de Scheldeverdragen van 2005 is de Westerschelde verdiept tot 13.10 meter. Met als gevolg dat grotere, diepere en snellere zeevaartschepen naar Antwerpen kunnen varen. Met alle veiligheidsproblemen van dien die de binnenvaartschippers in hun reacties aankaarten. De verdieping van de Westerschelde heeft voor Zeeland ongunstige neveneffecten gehad, zoals het verlies aan natuur dat het volgens afspraken van de Natura 2000 richtlijn moet realiseren op eigen gebied en de veiligheid van de scheepvaart waarvoor zoals blijkt door snelheidsbeperkingen geen afspraken gemaakt kunnen worden omdat dat blijkbaar niet in Belgisch belang is.

Terwijl de Vlaamse regering er de economische lusten van draagt moet Zeeland de lasten dragen door de Hedwigepolder als natuurcompensatie af te stoten als landbouwgrond. Wat Zeeuwen met de herinnering aan de ramp van 1953 door de ziel snijdt. Het is zover kunnen komen door het systeemmatig zwakke bestuur van de provincie Zeeland en het relatief kleine belang van deze provincie in Den Haag. Toen de Zeeuwse Jan Peter Balkenende in 2002 premier werd was het kwaad al geschied. Hij kon met de Zeeuwse CDA’er Ad Koppejan dit dossier politiek en juridisch niet meer redden, maar alleen rekken. Dat geeft aan wie het op de Westerschelde voor het zeggen heeft: België. De Vlaamse kolonisatie van de Westerschelde is de afgelopen decennia door Nederland geen halt toegeroepen, maar eerder toegenomen. De politiek laat het gebeuren. Zoals ontpoldering van de Hedwigepolder tegen Zeeuwse wensen in en marginalisering van de binnenvaart op de Schelde leren.

Foto: Petitiesnelheidsbeperking zeevaart Westerschelde’ op petities24.com.

Hedwige-polder moet ontpolderd worden door de macht van de Antwerpse haven en slecht onderhandelen van Nederland

Waarom moet de Hedwige-polder in Oost-Zeeuws-Vlaanderen ontpolderd worden? Het lange antwoord wordt aan de hand van een nauwkeurige reconstructie van de besluitvorming gegeven in de documentaireOnder de oppervlakte’ van Digna Sinke. De film ging in september 2015 in première en werd vanavond op NPO 2 uitgezonden door de VPRO. Op een onbegrijpelijke manier weet het de wel aanwezige essentie toch goed te verhullen. Want verwijzingen naar ‘de huidige generatie politici’ die de politiek uitholt mogen aardig en actueel klinken, maar zijn niet specifiek voor het dossier van de ontpoldering van de Hedwige-polder.

Het korte antwoord is dat door een verdrag tussen Nederland en Vlaanderen een Zeeuwse polder vanwege natuurcompensatie moet worden ontpolderd. Dat verdrag dient het Vlaamse belang, namelijk het economisch belang van de Antwerpse haven.

De verdieping van de Westerschelde die uitsluitend in het belang van Antwerpen is, tast de natuur in het Westerschelde-bekken aan. Merkwaardig is dat volgens Europese richtlijnen de natuurcompensatie die ontstaat door de economisering van de Westerschelde die van een levende rivier een toevoerweg maakt, niet gevonden moet worden op Vlaams, maar op Nederlands grondgebied.

Dat is onrechtvaardig en onlogisch, en een weeffout in het Scheldeverdrag. Nederlandse politici hadden in de onderhandelingen met Vlaanderen natuurcompensatie op Vlaams of Belgisch grondgebied moeten eisen. Ze hadden nooit met de afspraken en voorwaarden akkoord moeten gaan.

Ze hebben in de onderhandelingen met de Vlaamse regering het Zeeuws belang ingewisseld voor ander belang. Dat is de essentie van wat er mis is aan de ontpoldering van de Hedwige-polder.

Nederlandse politici als Henk Bleker, Jan Peter Balkenende of Mark Rutte holden niet zozeer met hun populisme en gebrek aan dossierkennis het politiek bedrijf uit, maar moesten zich in bochten wringen om fouten te herstellen die niet meer te herstellen waren van deskundigen als Cees Veerman en topambtenaren van Rijkswaterstaat die betrokken waren bij de Scheldeverdragen.

SGP: Wie betaalt hoge onderhoudskosten Hedwigepolder?

Een filmpje uit oktober 2012. De SGP is geworteld in Zeeland. Het krijgt er zo’n 8 tot 11% van de stemmen. Vanaf het begin maakt de partij met stevige aanhang onder boeren en vissers zich hard tegen de ontpoldering van de Hedwigepolder. Evenals SP en PVV. De ontpoldering dient uiteindelijk om natuurcompensatie te bieden voor de economische belangen van de Antwerpse haven. Het debat heeft de Zeeuwen nog verder van de Haagse politiek vervreemd. Gezagsgetrouwe Zeeuwen kunnen zich ook rebels opstellen. Daar in de marge. Ze voelen zich geen baas in eigen huis en schatten de argumenten vanuit Antwerpen als vals in. Bij de hoeveelste verdieping stopt de claim van België op de Westerschelde die gebaseerd is op een verdrag uit 1839?

SGP-kamerlid Elbert Dijkgraaf stelde gisteren kamervragen aan staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken. Uit het Ontwerp Rijksinpassingsplan zou blijken dat de Hedwigepolder na ontpoldering snel zal dichtslibben en dat het kosten met zich meebrengt om dat af te graven om een dynamisch ‘intergetijdengebied‘ te behouden. Dijkgraaf wil weten hoe Vlaanderen aan die kosten gaat bijdragen.

Dijkgraaf brengt niks nieuws naar voren, maar wijst in tijden van bezuinigingen toch op een kwetsbaar aspect: blijvende onderhoudskosten. In het Ontwerp-Inpassingsplan Hertogin Hedwigepolder uit september 2010 staat op p. 65: ‘Gezien de ligging van het plangebied in een luwe binnenbocht van de Schelde en ten gevolge van het voorkomen van een turbiditeitsmaximum, zal de opslibbing van het plangebied vrij snel verlopen.’ Hij had er nog aan toe kunnen voegen dat slibafzetting in een bocht van de vervuilde Westerschelde tot nieuwe milieuproblemen kan leiden en onduidelijk is wat de compenserende waarde van zo’n natuurgebied is. Het is verstandig dat de SGP zich niet neerlegt bij besluitvorming die landschap en natuur ondergeschikt maakt aan de economische belangen van Antwerpen. Waarom moet daarvoor de eigenheid van Zeeland in de uitverkoop?

hedw

Debat Hedwigepolder benadrukt economisch belang Antwerpen

Update 28 juli: Eigenaar van de Hedwigepolder Geri de Cloedt zegt in een NRC-interview dat de dreigende ontpoldering begrepen moet worden vanuit de belangen van de Antwerpse haven. Om het nakomen van verdragen of natuurcompensatie gaat het volgens hem niet. ‘Het is geen natte natuur, maar politieke natuur‘, aldus de Cloedt. Nederland is bang ervan beschuldigd te worden Rotterdam te beschermen als het over het belang van Antwerpen praat. Zo wordt door alle partijen gelogen. Alleen de Zeeuwen noemen man en paard. Maar België, dus Antwerpen heeft de Europese commissie in de zak. Hoewel commissaris Potocnik ontkent

Het kamerdebat over de Hedwigepolder is een discussie over de toekomst van de Antwerpse haven. Op 24 december 2010 werden de werken voor de zogenaamde derde verdieping van de Schelde afgerond. ‘Hierdoor is de tij-onafhankelijke vaart voor schepen met een diepgang van 13,10 meter een feit. De maximumdiepgang voor schepen op de Schelde nam toe tot 15 meter eind december 2010 en zal verder worden verhoogd in samenwerking met de nautische Schelde-autoriteiten’. Aldus de Port of Antwerp in het jaarverslag 2010.

Tussen Nederland en België werd in 2005 een Scheldeverdrag ondertekend dat Nederland verplichtte tot een verdieping tot 13,10 meter. Grotendeels betaald door België. In de onderhandelingen gaat het niet alleen om het Zeeuwse belang, maar dient het verdrag om pijnpunten als een TGV-verbinding of loodstarieven glad te strijken. Onderliggend is het Scheldeverdrag van 1839 dat Antwerpen de vrije doorgang over de Schelde garandeert en in artikel 9/1 verwijst naar het Congres van Wenen 1815: ‘de vrije scheepvaart op de stroomen en bevaarbare rivieren, zullen toepasselijk zijn op de stroomen en bevaarbare rivieren die het Belgische grondgebied en het Hollandse grondgebied vaneen scheiden, of gelijkelijk doorlopen’.

Van Vlaamse zijde wordt het idee van doorgang opgerekt en verondersteld dat België behalve het recht op doorgang ook het recht op diepgang heeft. Maar hoe kon in 1839 een kieldiepte van schepen van 13,10 meter of meer worden voorzien? Het economisch belang van Antwerpen stopt niet bij de derde verdieping. Grootste concurrent van Antwerpen is Hamburg. Daar wordt nu gewerkt aan de zesde uitdieping tot 14,50 meter om de Elbe voor grote containerschepen bereikbaar te maken. Ook op de Elbe wijkt natuur voor economisch belang.

Staatssecretaris Henk Bleker en CDA-kamerlid Ad Koppejan stellen dat de Westerschelde in de toekomst ontpolderd noch verdiept zal worden. Maar ze zeggen alleen dat zij er niet aan mee zullen werken. In Zeeland bestaat over de vierde verdieping onduidelijkheid. In Provinciale Staten werd in 2007 een motie tegen verdere verdieping aangenomen. Maar het Zeeuwse college ‘vindt het onwenselijk op voorhand elke ingreep in de Westerschelde uit te sluiten‘. Antwerpen zinspeelt al op de vierde verdieping en zal haar macht gebruiken.

In het kamerdebat over de Hedwigepolder leggen veel partijen een direct verband tussen de verdieping en de aantasting van de natuur. Dat laatste vraagt om natuurherstel met als uiterste consequentie ontpoldering. Kamerlid Hero Brinkman suggereert dat instemming met de vierde verdieping de vinger aan de knop van Nederland is. Dat geeft Nederland een machtsmiddel dat altijd al bestond, met het verschil dat het nu centraal is komen te staan in het Nederlandse politieke debat. Niemand zegt nog langer Zeeuwse natuur op te willen offeren voor het economisch belang van de Antwerpse haven. De strijd wordt verplaatst naar de rechtbank.

Foto: Antwerpse haven

Ontpolderen Hedwigepolder vervreemdt Zeeuwen van de Haagse politiek

Update 8 mei 2018: Omroep Zeeland in een bericht: ‘Het actiecomité Red Onze Polders staakt het verzet tegen de ontpoldering van de Hedwigepolder. Twaalf jaar lang heeft het comité geprobeerd de ontpoldering tegen te houden, maar dat is niet gelukt. Zaterdag 26 mei worden alle spandoeken uit die afgelopen jaren verbrand.’ Lees onderstaande reacties over een debat dat niet ging waarover het zou moeten gaan en de bedenkelijke rol van de natuurorganisaties die vuile zaak maakten met het Antwerpse havenschap en de Belgische overheid. En lees het boek ‘Dit is mijn hof’ van Chris de Stoop die zijn pijlen vooral richt op de groenen, en minder op de havenbaronnen die de keten van onteigeningen, ontpolderingen en natuurcompensaties in gang zetten. 

De Hedwigepolder dreigt voor eenderde deel ontpolderd te worden. Als Zeeuws-Vlaming heb ik daar andere gedachten bij dan ik normaal zou hebben. Ik kan me vinden in de bezwaren van de Zeeuwen om geen land terug te geven aan het water. Het doorsteken van de op Deltahoogte gebrachte zeedijk die voor veiligheid zorgt voelt tegennatuurlijk aan. In Zeeland speelt altijd de relatie tot de overkant mee. Antwerpen stelt met een zak geld het eigenbelang veilig, zo is de gedachte. Cynisch is dat het oprukken van de Antwerpse haven tot aan de grens onder het mom van natuurherstel mogelijk wordt. Dat maakt Zeeland wantrouwend.

Staatssecretaris en CDA’er Bleker heeft de Europese Commissie een voorstel gestuurd voor natuurherstel in de Westerschelde waarmee tweederde van de Hedwigepolder gespaard blijft. Vanwege natuurherstel zou de polder onder water gezet moeten worden. De regering claimt dat Nederland hiermee voldoet aan de Vogel- en Habitatrichtlijn. Bleker verwacht dat hiermee alle bezwaren van de Europese Commissie worden weggenomen. Bleker beloofde om de Hedwigepolder te sparen, maar moet nu onder druk van de EU zijn belofte breken.

Het is nog niet zeker of de Tweede Kamer akkoord gaat. CDA-‘dissident’ en Zeeuws kamerlid Ad Koppejan verklaarde altijd zijn voeten in de klei te zetten tegen ontpoldering. Ook hij breekt zijn woord. Statenlid Johan Robesin van de Partij voor Zeeland overlegde met Mark Rutte en gaf zijn stem aan de coalitie in de Eerste Kamer als er niet ontpolderd werd. Hij voelt zich nu belazerd. De PVV en SP blijven tegen ontpoldering. PvdA, GroenLinks en D66 vinden eenderde ontpolderen te weinig. Maar ook partijen kunnen hun belofte breken.

Foto: Leden van het actiecomité Red onze Polders voeren actie. © ANP

Mauro Manuel is instrument van politieke strijd

Het CDA pleit ervoor om de 18-jarige mbo’er en uitgeprocedeerde asielzoeker Mauro Manuel een studievisum te geven. Politici van andere partijen vinden dat eerder een oplossing voor het CDA, dan voor Mauro. Want als-ie al een studievisum krijgt moet-ie over twee jaar alsnog weg. Terug naar zijn land van herkomst Angola.

Volgens de regels van de  Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) is de kans klein dat Mauro een studievisum krijgt omdat-ie niet aan de voorwaarden voldoet. Voor mbo’ers geldt dat een visum alleen afgegeven kan worden als Nederland het meest aangewezen land is voor de mbo-opleiding ICT die Mauro bij het ROC in Eindhoven volgt. Maar zo’n opleiding bestaat ook in Denemarken.

Door de interne problemen van het CDA dat met 11 zetels nog nooit zo laag in de peilingen heeft gestaan wordt Mauro Manuel gebruikt voor politieke doelen. En zelfs als-ie een studievisum krijgt heeft-ie zijn zorgen erover uitgesproken of-ie het volhoudt. Want een studiehoofd zegt-ie niet te zijn. Dat dwingt hem in een richting en een studie die zijn hele bestaan op het spel zet. Da’s een grote druk.

Een van de CDA-dissidenten Ad Koppejan houdt anderen zijn ethische spiegel voor zonder echt te beseffen wat-ie aanricht. Deze houding is terug te vinden in het stuk dat-ie vorige week in de NRC met Paul Schenderling over het failliet van de politieke partijen publiceerde. In aanzet en analyse goed, maar in de uitwerking halfslachtig en tegenstrijdig. Zo gijzelen goede bedoelingen de praktijk.

Hoe moet het nou verder met Mauro? Het verlenen van het studievisum lijkt de slechtst denkbare oplossing omdat-ie eerst twee jaar in de publiciteit gevolgd zal worden en daarna alsnog het land moet verlaten. Ook onder een nieuw kabinet. Schrijnend is dat de mate van integratie niet alles zegt over rechtmatig verblijf. Zodat welwillenden en goed geïntegreerden Nederland moeten verlaten en onwelwillende jongere Turken en Marokkanen die afstand tot Nederland nemen kunnen blijven. Dat lijkt op een weeffout die Mauro schaadt.

Foto: Minister Leers, samen met Mauro Manuel, vlak voor aanvang van het debat in de Tweede Kamer. Credits: NRC / Roel Rozenburg

Politiek kent Zeeuwse babbelaars: Nagel en Rutte

Premier Rutte wordt door de oppositie verweten dat-ie aan achterkamertjespolitiek doet. Hij ontving het Zeeuwse statenlid Johan Robesin in het torentje. De oppositie suggereert koehandel. Robesin zou zijn stem bij de verkiezingen voor de Eerste Kamer aan de coalitie geven in ruil voor de toezegging van Rutte dat de ontpoldering van de Hedwigepolder gestopt wordt. Deze suggestie klopt van twee kanten niet. 

Het plan tot ontpoldering van de Hedwigepolder is bij monde van staatssecretaris Bleker door het kabinet allang in de koelkast gezet. De derde verdieping van de Westerschelde is voltooid, dus de Antwerpse haven heeft er voorlopig geen belang meer bij zich druk te maken over de Hedwigepolder. Zeeuwse natuurorganisaties pleiten niet langer voor ontpoldering. CDA-dissident Ad Koppejan is tevredengesteld voor zijn steun aan het kabinet.

Vanaf begin maart 2011 bestond er onduidelijkheid over de tweede 50Plus zetel die Kees de Lange met steun van de Onafhankelijke Senaatsfractie (OSF) zou innemen. Jan Nagel claimde dat de twee zetels samen een front zouden trekken, maar de OSF wilde met haar zetel onafhankelijk en zelfstandig van 50Plus opereren. In persberichten werd dat verschil onderstreept. Merkwaardig is dat Kees de Lange niet van de OSF afkomstig is, maar van 50Plus van Jan Nagel.

Dit geschil over de onafhankelijkheid van de OSF-zetel verklaart de e-mail die Robesin op 22 maart aan het bestuur van de OSF stuurde. Robesin belooft zijn steun aan een OSF die een zelfstandige en onafhankelijke zetel inneemt:

Geachte bestuur van de OSF, 

Ik verklaar mij akkoord met de kandidatenlijst voor de OSF en zal deze op 23 mei a.s. steunen.

Hoogachtend, Johan Robesin, voorzitter Statenfractie Partij voor Zeeland (PvZ)

Op 31 maart jongstleden schreef ik op dit blogJohan Robesin van de Partij van Zeeland die lid is van de OSF-koepel zet de discussie over de onafhankelijkheid van de tweede OSF-zetel op scherp. Hij zegt namens vele OSF-ers te spreken. Robesin heeft zelfs verklaard zijn stem aan de PVV te geven. Die uitspraak kan gezien worden als een tactisch spel om de OSF-zetel los te weken van Nagels invloed. Het gesprek met Rutte was de sluitstuk van een ontwikkeling.

Verwerpelijker dan het spel om de macht door Rutte lijkt het gedrag van de byzantijnse Jan Nagel. Hij verzon de constructie dat zijn nummer twee van de lijst de zetel van de OSF zou innemen. Daarbij suggereerde Nagel dat-ie zich in de Eerste Kamer tussen links en rechts zou opstellen. Nagel is niet in zijn eerste leugen gestikt. Het getuigt van politiek realisme van Rutte en Robesin om iemand met de achtergrond van Nagel niet te geloven.

 Nagel heeft zijn hand overspeeld.

De politieke situatie brengt met zich mee dat de regeringspartijen de meerderheid in de Eerste Kamer veilig moeten stellen. Het spant erom of ze wel of niet een meerderheid behalen. Daartoe haalt de coalitie alles uit de kast, zoals de oppositie ook doet. Toch blijft het mogelijk dat Rutte aan Robesin toezeggingen heeft gedaan. Over de WTC? Over toerisme? Over steun aan ziekenhuizen? Tijd voor een nieuwe complottheorie.

Foto: Havendijk Kruiningen gedicht met caisson, 24 juli 1953

Hedwigepolder wordt niet ontpolderd


De Zeeuwse Milieufederatie (ZMf) en Het Zeeuwse Landschap zien het ontpolderen van de Zeeuws-Vlaamse Hedwigepolder niet langer als onvermijdelijk. Na lang tegenstribbelen gaan ze mee in het diep gewortelde sentiment van de Zeeuwen om geen land aan het water prijs te geven. Het kabinet had dit al besloten. De natuurorganisaties proberen hun eigen geloofwaardigheid te redden.

In Zeeland is de ramp van 1953 nog levende geschiedenis. Tjeu van Mierlo (ZMf) verklaart de draai alsvolgt: We kunnen ecologisch en juridisch wel gelijk hebben, maar de ontpolderingsplannen leiden tot veel onrust en verdeeldheid in Zeeland. Waarmee niet gezegd is dat de natuurorganisaties ook gelijk hebben. Eerder lijkt dat ze zich politiek en maatschappelijk lelijk hadden geïsoleerd.

Oud-minister van VROM Pieter Winsemius stuurde op 14 januari 2011 partijgenoot Mark Rutte een open brief over de bezuinigingen op natuur. Winsemius: Zeker als we opnieuw nadenken over een zinvollere compensatie van de uitdieping van de Westerschelde. Indien het geld dat voor de Hedwigepolder is gereserveerd – ik schat 400 miljoen euro – wordt ingezet op een plaats waar het natuurrendement het hoogste is, bijvoorbeeld het wél aanleggen van de meest urgente EHS-verbindingen, maar ook het ‘kieren’ van de Haringvlietsluis, sla je veel vliegen in één klap.

Kees de Pater van Vogelbescherming Nederland reageerde daar een week later op. Hij verweet Winsemius onvoldoende kennis van zaken en stelde dat de Westerschelde een zeer belangrijk natuurgebied is dat in deplorable staat verkeert. Een reactie weerlegt dat en stelt ‘dat Nederland de Westerschelde aangemeld heeft als Natura-2000 gebied met de B-status. Dat betekent dat de Westerschelde in een goede mate van instandhouding verkeert.’

De politiek voerde met de hete adem van de Belgen en de EU in de nek een zwalkend beleid. De Zeeuw Balkenende greep in, CDA-dissident Ad Koppejan zette zich in tegen ontpoldering, Balkenende moest bakzeil halen en en in Zeeland speelde het steeds weer aloude sentiment tegen Holland op. De overkant van alle Zeeuwen. Zeeuwse natuurorganisaties kiezen nu eieren voor hun geld.

Foto: Het invaren van de laatste caisson in de Veersedam bij Vrouwenpolder, 24 april 1961, op prentbriefkaart (Zeeland in Beeld, Historisch-topografische atlas Veere, foto: Aero Camera N.V., Luchthaven Rotterdam)

Zaken in Zeeland

Zeeuws-Vlaanderen is altijd een wingewest geweest.  Dat gebied onder de Westerschelde en boven Vlaanderen. Nog in 1919 probeerden de Belgen het te annexeren als herstelbetaling voor geleden oorlogsschade. Dat mobiliseerde de bevolking. In juni 1958 leidde de kwestie rond de Vrij Veren bijna tot een volksopstand. Nu is er de Hedwige polder.

Tot voor kort was tussen het oostelijk deel en de rest het verloop van de Tachtigjarige oorlog nog te herkennen. Alleen het oosten was katholiek. Omdat volgens Machiavelli de oorlog met andere middelen voortgezet wordt, wekt huidige animositeit weinig verbazing. Over de rug van de Zeeuws-Vlamingen trouwens. Hoewel de verstandhouding met de Vlamingen beter lijkt dan met de andere Zeeuwen, de overkant, is de rust in de grensstreek nooit gaan liggen. Zoals alle randgebieden kennen alle Zeeuwen wantrouwen jegens de macht van Holland.

Het ongenoegen van Zeeuws-Vlaanderen en Zeeuwen komt samen in de verwikkelingen rond de Hedwige polder die tegen Antwerpen ligt. Het haalde afgelopen jaren herhaaldelijk het nieuws omdat het ontpolderd moet worden. Als compensatie voor de verdieping van de Westerschelde ten gunste van Antwerpen, waardoor natuurgebied verdwijnt. Het idee van ontpoldering strijkt Zeeuwen tegen de haren. De herinnering aan de Watersnoodsramp van 1953 is nooit vervaagd.

De vraag of de ontpoldering een hoog rendement heeft en uitsluitend om politieke redenen wordt doorgezet beantwoorden critici met nee en ja. Natuurorganisaties hebben in hun afwegingen over ontpoldering het contact met de bevolking verloren. Ze verliezen de grote lijn uit het oog. Ofwel, het Das- en Korenwolf-syndroom. 

In februari 2011 stuurde oud-minister van VROM Pieter Winsemius een open brief aan minister-president Rutte over de bezuinigingen op natuur. Winsemius heeft de grote lijn in het oog en vraagt een heroverweging: Zeker als we opnieuw nadenken over een zinvollere compensatie van de uitdieping van de Westerschelde. Indien het geld dat voor de Hedwigepolder is gereserveerd – ik schat 400 miljoen euro – wordt ingezet op een plaats waar het natuurrendement het hoogste is, bijvoorbeeld het wél aanleggen van de meest urgente EHS-verbindingen, maar ook het ‘kieren’ van de Haringvlietsluis, sla je veel vliegen in één klap. Kan zo’n convenantaanpak werken? Het overgrote deel van de natuur- en milieuhoek en de land- en tuinbouw is er rijp voor. Dat geldt ook voor de provinciale politiek, toch niet onbelangrijk bij de aanstaande verkiezingen. Het probleem zit bij de Haagse politiek.

Opvallend is dat de Belgen nooit een grote haven bij Zeebrugge gebouwd hebben, naar het model van de Maasvlakte bij Rotterdam. In combinatie met iets waar Belgen sterk in zijn: treintransport. Door communitaire problemen hebben de Walen de uitbreiding van Zeebrugge jarenlang geblokkeerd. Nu hebben de Belgen zich afhankelijk gemaakt van de Nederlanders die het belang van Rotterdam voorop stellen. De positie van Rotterdam speelt bij Antwerpen altijd een rol.

Aan Nederlandse kant is de ontpoldering slordig gespeeld. Dat kan te maken hebben met het feit dat alle hoofdrolspelers in dit dossier CDA-ers waren: CdK Carla Peijs, ex-minister van Landbouw Gerda Verburg, ex-minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen en ex-minister-president Jan-Peter Balkenende, Zuid-Bevelander van geboorte en het Zeeuwse dissidente CDA-kamerlid Ad Koppejan.

Men heeft in CDA-kring blijkbaar de argumenten niet goed uitgewerkt of de geesten onvoldoende gemasseerd. Onderschatting van een wingewest. Natuur en natuurbehoud zijn echter een politieke kwestie. Het gaat om een evenwicht waar diverse partijen mee gemoeid zijn. Dat ontbreekt.

Achter de dijken liggen bouwlanden met gewassen. Met een boot de Westerschelde opgaan, bij een zandplaat aanmeren en daar rondlopen valt aan te raden. Of bezoek de kreken met vogels. Polderdijken omzoomd door bomen zijn van een ontroerende schoonheid als men er oog voor heeft. Onder de wisseling van licht en wolkenlucht. Alles wijst erop dat de natuur in Zeeland onder druk staat. Zo zijn er de chemische fabrieken van Dow Chemical, de kernreactor van Borssele, het Sloegebied en de drukke scheepvaart in de havens en op de rivier.

Probleem is de povere kwaliteit van het Zeeuws openbaar bestuur en de politiek. Men is verdeeld, weet het niet te verwoorden, stelt uit, komt steeds terug bij hetzelfde en kiest geen profiel voor de toekomst. Dat geeft bedrijven alle ruimte. De zittende politiek blijft twijfelen tussen economische groei en duurzaamheid. Zo hangt al jarenlang als zwaard van Damocles de Westerschelde Container Terminal bij Vlissingen boven de provincie. Met treinverbinding naar het achterland waar de burgemeester van Goes tegen ageert.

De landelijke politiek zou Zeeland moeten bestempelen als natuur- en rustgebied van bijzondere waarde en cultuur, toerisme, zorg en huisvesting voor gepensioneerden tot speerpunt maken. Dan ontstaat een duidelijk profiel waar de uitdieping van de Westerschelde, het doorsteken van polders en allerlei ontwikkelingen direct aan gerelateerd kunnen worden. Dan kan men bewust werken aan duurzaamheid en het op hoger peil brengen van natuur, landschap, leefomgeving en infrastructuur.

Amateuristische bestuurders die zelfs tijdens crisis en krimpende bevolking nog geloven in groei moeten ingekaderd worden in een langetermijnplanning. Zodat ze zo min mogelijk schade kunnen doen. Zodat de ruimtelijke verrommeling stopt en de economische lobby op afstand wordt gezet. Dan kan Zeeland gericht aan de toekomst werken. De Hedwige polder kan natuurlijk blijven.

Foto: Bijbellezing aan tafel met kerst (1949)