Cenk Uygur is geen fan van Barack Obama. In z’n analyse is sinds 1978 de rot in de Amerikaanse democratie gekomen. Toen geld van bedrijven een rol kon gaan spelen. En het bedrijfsleven de politiek overnam. Door het kopen van invloed en het omploegen van overheidsgeld en -opdrachten naar zichzelf. Echt fout ging het in de laatste jaren van president Clinton die de deur voor het bedrijfsleven door liberalisering wijd openzette. En de corruptie van de media mogelijk maakte. President Bush en Obama zetten dat beleid voort en accepteren de ongelijkheid in de Amerikaanse democratie. Ze doen er niks tegen. Vergelijkenderwijze zijn de presidenten Johnson en Nixon sociaal, mede onder druk van progressieven die zich toen nog krachtig uitspraken. Conclusie is dat de Amerikaanse democratie er nog nog zo slecht aan toe is geweest. Dat geeft te denken.
Iedere Nederlandse politicus of analist die voortaan nog praat over de gewenste Amerikanisering van de Nederlandse politiek, zou op bijscholingscursus gestuurd moeten worden. En bij herhaling verplicht naar een omscholingscursus om een andere baan te zoeken. Het tegen de plinten klotsen van bedrijfsgeld en de uiterlijkheden van de Amerikaanse politiek kunnen wellicht Nederlandse politici imponeren die niet verder denken. De keerzijde van deze dominantie van het bedrijfsleven is de uitgeklede functie van de democratie waar de ‘basis’ tot zwijgen is gebracht. Politiek die niet iedereen laat spreken en allen probeert ‘mee te nemen’ is belangenbehartiging van een elite geworden die de politiek gijzelt en los van de werkelijkheid staat.