Russische ambassadeur bij de EU zegt onbevangen naar het MH17-onderzoek te kijken. En zet misleiding en afleiding in

Laten we het eens van de menselijke kant bekijken. Vladimir A.Chizhov is een carrièrediplomaat van de Russische Federatie en sinds 2010 de permanente vertegenwoordiger van zijn land bij de EU. Hij reageert op de nieuwste onthullingen in een persconferentie van 19 juni 2019 door het JIT en het optreden van het OM inzake het neerschieten van de MH17 op 17 juli 2014 boven Oost-Oekraïne. Ambassadeur Chizhov doet aan schadebeperking. Hij oogt eerder als een lobbes dan een pitbull. Zijn optreden is voorspelbaar. Hij valt de zwakke schakel Maleisië aan. Premier Mahathir Mohamad van dat land heeft met de VS als met Australië een instabielere verhouding dan Maleisië met beide landen heeft. Mahathir Mohamad heeft kritiek op het feit dat het JIT geen bewijs heeft overlegd in de persconferentie en dat is een redelijk kritiekpunt. Ofschoon het OM bij monde van Fred Westerbeke toelichtte dat dit in maart 2020 in de rechtszaak in Den Haag aan de orde komt. Daarnaast presenteerde de persconferentie onderliggend bewijs, zoals telefoontaps in een aannemelijk scenario. Maar de premier houdt geen rekening met de tot nu toe verzamelde bewijzen als hij zegt dat de Russische Federatie een zondebok is en het aanwijzen van de Russische Federatie als dader ingegeven wordt door politieke motieven. Hiermee gaat Mohamed voorbij aan de feiten. Chizhov trekt met Mohamed zijn sterkste troef. Is hij mogelijk door het Kremlin met het doel om de eenheid te verbreken als ‘asset’ geworven?

De rest van wat Chizhov zegt is weerlegde Russische desinformatie. De diplomaat weet dat hij onzin moet verkopen om de kwetsbare positie van het Kremlin te verdedigen. Hij slachtoffert zichzelf professioneel naar de slachtbank. De ambassadeur weet dat zijn optreden alleen al vraagtekens oproept. Als zoals hij beweert de Russische Federatie niets met het neerschieten van de MH17 te maken heeft, waarom mengen hij en zijn land zich dan vanaf de eerste dag na het neerschieten van dit verkeersvliegtuig in het debat over de MH17?

Dat alleen al geeft de betrokkenheid van de Russische Federatie aan. Dat het land geen partner in het onderzoek is en Oekraïne wel volgt uit de toepassing van de internationale ICAO regels. Artikel 26 van de Convention on International Civil Aviation (ICAO) noch Bijlage 13 (Aircraft Accident and Incident Investigation) geven een reden om de Russische Federatie deelnemer aan het onderzoek te maken. Het is onjuist zoals Chirkov suggereert dat zijn land in het onderzoek wordt gepasseerd. Het heeft in het onderzoek geen formele rol en is geen betrokken land volgens de ICAO-regels, maar een buitenstaander. Dat de ambassadeur net doet alsof hij dat niet begrijpt beschadigt zijn geloofwaardigheid. Het is een beklagenswaardige positie. Het is overigens onbegrijpelijk dat JIT en OM dat niet beter uitleggen aan het publiek. Mijn reactie bij de video:

The ambassador appears more silly than he is and thereby affects his credibility and that of the state he represents. The Kremlin denies having been involved in the crash of the MH17 for almost 5 years, but does not behave like an outsider in practice. It demands a formal role in the investigation. This is a strange and absurd reaction from the Kremlin because it knows that according to the rules of ICAO (= UN) the Russian Federation is not formally a party. Ukraine is and that is why it is part of the JIT.

The crash was not on or above the territory of the Russian Federation, the plane was not Russian and there were no Russian casualties. That makes the Russian Federation officially not a party to the investigation.

However, as the JIT has repeatedly said (and asked to the Russians), any outsider can provide information if it thinks it is relevant to the investigation. In the Dutch Safety Board reports on the cause of the crash of the MH17, the Russians also provided numerous remarks and additions that were also published.

Kremlin kan aansprakelijkheid MH17 niet toegeven omdat het betrokkenheid bij de oorlog in Oost-Oekraïne niet kan erkennen

Als de Russische Federatie erkent dat het aansprakelijk is voor haar aandeel in het neerschieten van de MH17, dan erkent het dat het actief betrokken is bij het conflict in Oost-Oekraïne. Maar sinds voorjaar 2014 ontkent het Kremlin dat het hier ook maar iets mee te maken heeft. Ondanks overvloedig bewijs van het tegendeel.

Het is hoogst onwaarschijnlijk dat het Kremlin vanwege Nederlandse en Australische druk zou erkennen dat het aansprakelijk is voor het neerschieten van de MH17 omdat het dan tevens erkent dat het met reguliere en onregelmatige (huurlingen van Wagner, vrijwilligers) militaire troepen sinds 2014 in dit oorlogsgebied opereert. Het Kremlin ontkent al vier jaar lang elke betrokkenheid bij de oorlog in Oost-Oekraïne. Het zou vooral in het binnenland haar eigen geloofwaardigheid en grip op de macht te grabbel gooien als het haar militaire aanwezigheid in Oost-Oekraïne alsnog zou toegeven. Dat is een te hoge mate van gezichtsverlies.

Dat is de paradox van de MH17. Het Kremlin is met haar inmenging in Oost-Oekraïne zo diep het konijnenhol vol leugens ingekropen dat het er zichzelf niet meer uit kan bevrijden. Door de herhaalde ontkenning dat het in het konijnenhol zit kunnen anderen de Russische Federatie niet helpen er zich uit te bevrijden. Overigens was verzwakking van Oekraïne door de ondermijning via de zogenaamde hybride oorlogsvoering aanvankelijk het doel van het Kremlin. Met naast de militaire inmenging als hoofdcomponenten: propaganda, cyberwar, economische en politieke oorlogsvoering. Dus zonder dat dit hoe dan ook erkend werd of kon worden. Opzet was destabilisatie van Oekraïne. Stabiliteit is de voorwaarde voor een lidstaat om lid van de Navo te worden.

Niet alleen Oekraïne zit gevangen in deze kwestie, maar ook de Russische Federatie. Het leiderschap in het Kremlin kan hopen dat de herinnering slijt in de tijd en er een patina laagje van vergetelheid ontstaat. In de tussentijd dwingt het Kremlin het geluk af van een gecorrumpeerde en controversiële Oekraïense president die met Putin strijdt in de competitie om leiding te mogen geven aan het meest corrupte land van Europa.

Er is nog een paradox. Dat is dat het Kremlin ontkent betrokken te zijn geweest bij het neerstorten van de MH17, maar zich in de praktijk niet gedraagt als een buitenstaander. Het eist een formele rol in het onderzoek op. Dit is een merkwaardige en ongerijmde reactie van het Kremlin omdat het weet dat de Russische Federatie volgens de regels van ICAO (=VN) formeel geen partij is. De crash was niet op of boven het grondgebied van de Russische Federatie, het vliegtuig was niet Russisch en er waren geen Russische slachtoffers. Dat maakt de Russische Federatie officieel geen partij in het onderzoek. Wel kan elke buitenstaander zoals het JIT herhaaldelijk heeft gezegd (en gevraagd aan de Russen) informatie aanleveren als het vindt dat die relevant is voor het onderzoek. In de verslagen van de OVV over de oorzaak van het neerstorten van de MH17 hebben de Russen overigens talloze aanmerkingen en aanvullingen aangeleverd die ook gepubliceerd werden.

Resteert de vraag hoe de reactie van het Nederlandse kabinet ingeschat moet worden. Wat is het waard en wat beoogt een harde reactie? Met als ultieme vraag wat de reactie politiek en economisch Nederland mag kosten. Kiest Nederland vanwege de onverzoenlijke houding van de Russische Federatie die de flater van de MH17 niet wil toegeven een hardere opstelling in het Nord Stream II dossier? Dat zou pas echt belangrijk nieuws zijn.

Foto: Tweet, 25 mei 2018.

Charlie Hebdo neemt Russische Syrië-politiek op de korrel. Kremlin reageert afwijzend

ch2

Kremlin-woordvoerder Dmitry Peskov keurt volgens een bericht op de onafhankelijke nieuwssite Meduza  bovenstaande cartoon van Charlie Hebdo af. Het Franse satirische tijdschrift dat graag keft en in de kuiten van de gevestigde macht bijt. Het toont brokstukken van het Russische vliegtuig van Kogalymavia-vlucht 9268, inclusief een lichaam, dat op 31 oktober vermoedelijk door een bom aan boord boven de Sinaï neerstortte. Met in het Frans de tekst: ‘ISIS, de Russische luchtvaart verhevigt haar bombardementen’.

Peskov zegt in een reactie niet alleen dat de cartoon onacceptabel is voor het Kremlin -wat logisch is omdat de vermoedelijke bomaanslag het Kremlin in problemen heeft gebracht waarop het nu passend moet antwoorden- maar hij gaat verder en zegt: ‘Dit heeft niets te maken met democratie of zelfexpressie. Dit is godslastering’. Dat is onzin van Peskov, want de cartoon heeft juist alles te maken met het democratisch proces van een politieke cartoon die de Russische militaire interventie in Syrië bekritiseert door middel van zelfexpressie. Wat het met godslastering te maken heeft is volstrekt onduidelijk. Of de cartoon passend is en rekening houdt met de gevoelens van de nabestaanden van de 224 slachtoffers is weer een andere vraag.

Onderstaande cartoon verscheen ook in Charlie Hebdo en plaatste Yury Barmin in een tweet. Het toont een brandend vliegtuig en de teksten ‘Gevaren van de Russische lagekosten[luchtvaartmaatschappij]’ en ‘Ik zou Air Cocaïne hebben genomen’. Een verwijzing naar de ‘affaire Air Cocaïne’ die speelde onder Fransen bij een vlucht vanuit de Dominicaanse Republiek in 2013 en ging over de verantwoordelijkheid en de wettelijke aansprakelijkheid van de bemanning voor de luchtvracht of de bagage van de passagiers. Met een bom aan boord speelt hetzelfde als bij cocaïne, namelijk wie was aansprakelijk voor het aan boord brengen ervan?

ch1

Foto’s: Tekeningen in Charlie Hebdo via tweet van Yury Barmin, 6 november 2015.

OCW bedrijft propaganda met bericht over indemniteitsregeling

in

Een merkwaardig bericht van het ministerie van OCW dat kopt dat het voor ‘meer musea makkelijker kunst lenen’ wordt. Wat betekent dat? Het gaat om de garantstelling door de landelijke overheid van bruiklenen, de zogenaamde indemniteitsregeling. In feite de overdracht van (een deel van) aansprakelijkheid/ risico van het museum dat de bruikleen aanvraagt aan de staat (zie p. 9 Toolkit). Indien toegekend neemt de staat dan 30% van de verzekeringskosten op zich. Uit het persbericht blijkt in de laatste alinea dat het ook langdurige bruiklenen betreft, zoals een overzicht Criteria indemniteitsregeling ook stelt. Dit maakt het rekensommetje van 300 gedeeld door 4 dat als voorbeeld dient minder inzichtelijk en eenduidig dan hier wordt verondersteld.

que

Op zich is het verstandig dat OCW de voorwaarden van de regeling aanpast, maar doordat het bedrag van 300 miljoen niet wordt verhoogd, is OCW vooral bezig met het verschuiven van problemen. OCW maakt de taart niet groter, maar houdt zich bezig met de verdeling ervan. Het roept weer nieuwe problemen op, zoals de bovengrens van 75 miljoen euro met als gevolg toenemende onduidelijkheid welke bruiklenen van een grote tentoonstelling waarop de indemniteitsregeling van toepassing is gedekt zijn door de staat. De tentoonstelling Munch: Van Gogh nu te zien in het Van Gogh Museum heeft een beroep van 290 miljoen euro gedaan op de indemniteitsregeling, zo bleek in juni 2015 uit een item van Nieuwsuur. Dat gefixeerde bedrag verzwakt de concurrentiepositie van Nederlandse musea tegenover buitenlandse musea, zoals Britse, Italiaanse en Franse.

Het persbericht wordt ontsierd door een onnodig politieke ingreep als marketing voor minister Jet Bussemaker (PvdA). De directe koppeling van de indemniteitsregeling aan museumbezoek is te simpel. Daar helpen geen algemeenheden aan over ‘de ontwikkeling van kennis, historisch besef en identiteit’. Het is jammer dat de politieke assistenten van minister Bussemaker zich niet terughoudend hebben weten op te stellen en een zakelijk persbericht over gewijzigde voorwaarden van een technische regeling meenden te moeten aangrijpen om propaganda voor hun minister te bedrijven. Een wijziging die naast voordelen dus ook nadelen kent.

Foto 1: Persbericht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 4 november 2015.

Foto 2: Schermafbeelding van tabel ’Total value of objects covered by the indemnity scheme’ (p. 17) in: ‘Toolkit – Practical ways to reduce the cost of lending and borrowing of cultural objects among Member States of the European Union’, 2012.

RvT Wereldmuseum laat directeur nog zitten. Is dat verstandig?

ruud

Afgelopen dagen werd in de media en de Rotterdamse gemeenteraad druk gespeculeerd over het vertrek van directeur Stanley Bremer van het Wereldmuseum. In de openbaarheid hintte cultuurwethouder Adriaan Visser (D66) op zijn spoedige vertrek. In een rapport is Gitta Luiten ronduit negatief over het beleid van het Wereldmuseum. Ze lichtte dat gisteren onder beantwoording van vragen in de raadscommissie ZOCS toe. Luiten constateert dat het museum door toedoen van de directie in een neergaande spiraal is terechtgekomen.

Bremers beleid pakte over de hele linie verkeerd uit. Tel maar na: teruglopende bezoekcijfers, teruglopende educatie, ontslagen wetenschappelijke staf, belangenverstrengeling op vele niveau’s (kunsthandel, familie in dienst), onlogische focus op de deelcollectie Azië en slecht onderbouwde ontzamelplannen, onzorgvuldig fysiek beheer en registratie van de collectie met beschadigingen tot gevolg, maatschappelijke isolatie vanwege bewust verbroken netwerk (volkenkundige musea, museumvereniging, Rotterdamse musea), tegenvallende sponsorinkomsten, oplopende financiële tekorten en publicitaire (reputatie)schade vanwege alle incidenten.

Vanwege onzorgvuldig handelen van een vorige Raad van Toezicht (RvT) was de termijn verlopen zodat er geen bevoegde raad meer was en moest via de rechter een nieuwe raad benoemd worden die pas deze week in functie kon treden. De verwachting was dat deze al drie maanden geleden door Visser aangezochte Raad zich goed voorbereid zou hebben en krachtdadig van start zou gaan. Niets is minder waar. Raadsvoorzitter Harry Kramer zegt vandaag in het AD: ‘We brengen nu eerst onze raad van toezicht op sterkte en zullen na de zomer rapporteren aan het college’. Dit staat in schril contrast tot de verwachtingen die Visser gewekt heeft om Bremer snel de laan uit te sturen en het Wereldmuseum een nieuwe start te laten maken. Zo ontstaat een nieuw politiek feit: er zit licht tussen de woorden van wethouder Visser en de pas aangetreden RvT.

Juridisch zou directeur Bremer sterk staan omdat de vorige RvT hem jaarlijks een goede beoordeling -of zelfs een gratificatie- gaf. Maar er valt heel wat af te dingen op het opereren van de vorige RvT onder voorzitter Rein Breeman. Zo constateert Luiten op p.45 dat de directie in 2013 en 2014 de RvT wees op de aflopende termijn: ‘De directie heeft de Raad herhaaldelijk gewezen op de aflopende termijnen en aangedrongen op het spoedig benoemen van opvolgers, zoals blijkt uit notulen en correspondentie.’ Maar de RvT benoemde geen opvolgers. De vraag is daarom gerechtvaardigd of deze opstelling van de nieuwe RvT juist, verstandig en niet te voorzichtig is. Denkt het door een ambtelijke houding een wegkwijnend Wereldmuseum optimaal te dienen?

Foto: Tweet van Ruud van der Velden, 16 april 2015.

Onderzoek Luiten constateert neerwaartse spiraal Wereldmuseum

Vanmiddag beantwoordde Gitta Luiten technische vragen in de commissie Zorg, Onderwijs, Cultuur en Sport van de Rotterdamse raad over haar onderzoek (‘quick scan’) over het Wereldmuseum. Zodat de politieke vragen en mogelijke zelfreflectie van de politieke partijen nog niet aan de orde kwamen. Dat volgt later in een overleg met cultuurwethouder Adriaan Visser. In november 2014 was haar door het College de opdracht verstrekt ‘om onderzoek te doen naar de financiën, de bedrijfsvoering, de invulling van de museale functie en wijze waarop met de collectie wordt omgegaan door het Wereldmuseum.’ Eindconclusie van Luiten is dat het Wereldmuseum gevangen zit in een neerwaartse spiraal waaraan het niet kan ontsnappen. Dus: hoe nu verder?

In een Collegebrief zegt wethouder Visser dat er verschillende maatregelen nodig zijn: ‘Er moeten zaken verbeteren binnen het museum, in de governance {de driehoek gemeente/Raad van Toezicht/directie), maar ook binnen de gemeentelijke organisatie zelf.’ Acties die specifiek het Wereldmuseum betreffen lopen via de Raad van Toezicht waarvan tot nu toe slechts twee leden opnieuw zijn benoemd en die eind april op volle sterkte moet zijn. Voorzitter Harry Kramer geeft aan met Bremer ‘in gesprek te gaan’. De scenario’s voor de toekomst worden nu onderzocht. De gemeente Rotterdam zal diep in de buidel moeten tasten om de door toedoen van directeur Bremer ontstane schade van het mislukte experiment van verzakelijking te herstellen.

Directeur Wereldmuseum heeft krediet verspeeld. Disciplinaire straf per 15 april?

Directeur Stanley Bremer van het Wereldmuseum heeft er een puinzooi van gemaakt. Daar is de Rotterdamse politiek nu wel van overtuigd. Wethouder Adriaan Visser (D66) zit er dicht op. Hij heeft Bremer persoonlijk aansprakelijk gesteld voor de collectie. Het krediet van de directeur is op. Op 15 april benoemt Visser een Raad van Toezicht die de formele werkgever van de directeur is. Dat kon niet eerder om juridische redenen.

De Raad kan Bremer volgens het Rotterdams ambtenarenreglement op grond van artikel 78 ontslaan: ‘De ambtenaar kan wegens plichtsverzuim disciplinair worden gestraft. Plichtsverzuim omvat zowel het overtreden van enig voorschrift als het doen of nalaten van hetgeen een goed ambtenaar in gelijke omstandigheden behoort na te laten of te doen.’ De zwaarste disciplinaire straffen zijn schorsing en ontslag. Vandaag gaat de erfgoedinspectie opnieuw langs in het depot om te kijken of de collectie intussen wel goed wordt bewaard.

Rotterdam herstelt orde bij Wereldmuseum. Past Bremer daarbij?

800px-William_J._McCloskey_(1859–1941),_Wrapped_Oranges,_1889._Oil_on_canvas._Amon_Carter_Museum_of_American_Art

Het net sluit zich rond directeur Bremer van het Wereldmuseum. Op 26 maart stond hier het volgende over onregelmatigheden met collectiestukken: ‘Als deze berichten kloppen, dan dient directeur Bremer met een bestuurlijke maatregel per onmiddellijk door het Rotterdamse gemeentebestuur uit zijn ambt gezet te worden wegens ontoerekeningsvatbaarheid. Bremer is openbaar kunstbezit aan het verjubelen. Het Rotterdamse gemeentebestuur moet dat onderhand kunnen weten en begeeft zich in de fase van medeplichtigheid.’

Werkgever van de directeur van het geprivatiseerde Wereldmuseum is de Raad van Toezicht. Alleen was er geen functionerende Raad van Toezicht meer. Zodat nood wetten kon breken. Cultuurwethouder Visser (D66) zegt de benoeming van een nieuwe Raad op 15 april af te wachten, en bestuurlijk in te grijpen waar hij kan.

Da’s in de bescherming van de collectie dat zo een voorlopig middel wordt om de directeur te disciplineren en de orde te herstellen. Volgens Visser kloppen de berichten over de onzorgvuldigheid waarmee de collectie van het Wereldmuseum wordt beheerd. Eigendom van de gemeente Rotterdam. Hij deelt de Commissie ZOCS in een brief van 31 maart mee directeur Stanley Bremer vorige week telefonisch en schriftelijk persoonlijk aansprakelijk te hebben gesteld als die geen maatregelen neemt om collectiestukken te beschermen tegen schade. In een interview laat Visser blijken dat dit op vrijdag 27 maart is gebeurd. Visser zegt in de brief rapportages niet af te wachten vanwege signalen en een persoonlijk bezoek aan het depot in de Metaalhof.

Directeur Bremer dient de collectie per 1 april op orde te hebben gebracht. Maar dat klinkt als een slechte 1 april-grap. Want hoe kan de directeur de orde binnen vijf dagen herstellen als de wanorde zo immens is? Dit klinkt dan ook als een aangezegd ontslag. In een radiointerview met RTV Rijnmond is Visser duidelijk. Hij laat op een vraag naar een nieuwe directeur doorschemeren dat de benoeming van een nieuwe Raad van Toezicht (na 4’20”) tot een besluit zal leiden: ‘Op 15 april benoem ik onmiddellijk als de termijn verlopen is waarop dat kan een nieuwe Raad van Toezicht. En die gaat aan het werk.’ Die gaat aan het werk, dat klinkt veelbelovend en onheilspellend tegelijk. Veelbelovend voor de kunstliefhebbers en onheilspellend voor directeur Bremer.

Foto: William J. McCloskey, Wrapped Oranges, 1889. Oil on canvas. Amon Carter Museum of American Art.