De benoeming van rechter Kavanaugh in het Hooggerechtshof (Supreme Court) is een uitgemaakte zaak. Aan de hand van stemverklaringen tekent zich in de Senaat een meerderheid van 51 stemmen af voor benoeming. De weg erheen was onzuiver, smoezelig en frauduleus. De Republikeinse meerderheid heeft dit doorgedrukt. Een onderzoek door de FBI dat de Democraten beloofd werd om de beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag door Kavanaugh te onderzoeken is geblokkeerd door de juridische adviseur van het Witte Huis Don McGahn en nooit echt van de grond gekomen, zoals The New York Times in een artikel uit de doeken doet.
Een Washington Post artikel legt uit waarom afzetting (impeachment) van Kavanaugh – als hij naar verwachting is benoemd in het Hooggerechtshof – onwaarschijnlijk is. Democraten zullen nooit een meerderheid van 67 stemmen in de Senaat behalen. Partijpolitiek is in het huidige politieke klimaat nog belangrijker dan vroeger.
Ik zie een betekenisvolle optie die de conservatieven onschadelijk maakt, namelijk een deconstructie of ontwaarding van het Hooggerechtshof door verdunning. Dit vereist twee voorwaarden die niet onrealistisch zijn. Een Democratische president in 2020 en een Democratische meerderheid van 51 stemmen in de Senaat. Het Hooggerechtshof kan dan worden uitgebreid tot 11 leden door de benoeming van twee progressieve rechters, zodat de progressieve rechters een meerderheid van 6 tegenover 5 hebben. In lijn hiermee kunnen vooruitstrevende rechters die met pensioen gaan of sterven, zoals Ruth Bader Ginsburg, worden vervangen.
Het aantal van 9 rechters wordt niet door de grondwet gedicteerd, maar door een wet (‘Judiciary Act of 1869’) die het Congres in 1869 aannam en gewijzigd kan worden. De logica is tweeledig, de VS is in 150 jaar vertienvoudigd in grootte en complexiteit en de benoemingen van Neil Gorsuch en Brett Kavanaugh en de Republikeinse obstructie om rechter Merrick Garland te benoemen hebben het Hooggerechtshof gepolitiseerd.
Het antwoord is om het Hooggerechtshof te depolitiseren door verwatering en niet langer over de politiek te laten beslissen. De machten moeten zoals het bedoeld is door de ‘founding fathers’ naast elkaar bestaan. De valkuil voor Democraten is dat ze een eventuele meerderheid niet gebruiken om het Hooggerechtshof en de top van de juridische pyramide te hervormen en op afstand van de politiek te zetten, maar om hun eigen partijpolitiek door te drukken. Dat schiet niet op. Het zou weliswaar een logische reactie zijn op de vergroving en popularisering van de politiek door president Trump en de vulgarisering van de Republikeinse partij, maar het foute antwoord voor de toekomst. Daarom zou het wel eens zo kunnen zijn dat radicale Democratische en Republikeinse politici steeds scherper komen te staan tegenover de gematigde politici van beide partijen. Wat er van de naar de marge gedrongen gematigde Republikeinen trouwens nog rest. Ook in moreel opzicht.
De horizon voor de Democratische partij en progressieve actievoerders moet 2020 zijn en niet de benoeming van Kavanaugh nu. Overigens na het opstapje van de tussentijdse verkiezingen van 2018. Daaraan moeten ze planmatig en verstandig werken zonder zich door te veel emotie te laten leiden. Er zijn aanknopingspunten om de integriteit, neutraliteit en de vrouwonvriendelijkheid van Kavanaugh ter discussie te stellen, maar het heeft weinig zin om daarin te blijven hangen. De vis in de vijver hoeft niet nagejaagd te worden, maar kan onschadelijk worden gemaakt door de vijver droog te leggen. In dat licht was de stem van de Democratische senator Joe Manchin (West Virginia) voor Kavanaugh de eerste aanzet om de voorwaarden te scheppen om in 2020 de Republikeinen een partijpolitiek koekje van eigen deeg te geven. Het Hooggerechtshof moet weer teruggebracht worden tot een neutraal orgaan dat de wet toetst en niet een verlengde van de partijpolitiek is.