Rudy Giuliani leert dat Amerikaanse politiek een gok is. Groot inzetten is voorwaarde voor succes, maar leidt tot grote risico’s

De gok is mislukt. Voormalig president Donald Trump en zijn medestanders gingen over grenzen om aan de macht te blijven. Met het doel om hun operaties te verhullen en rechtszaken die daar uit zouden kunnen volgen tegen hen te blokkeren. Juist omdat ze over grenzen gingen en alles op alles zitten om aan de macht te blijven hebben ze zich kwetsbaar gemaakt. Nu alle details naar buiten komen blijkt pas goed wat ze hebben uitgevreten. Daarom kunnen ze diep vallen omdat ze misgegokt hebben.

Het verschil tussen president Joe Biden en voormalig president Trump is dat de laatste de begunstigde was van Russische operaties en de eerste het doelwit. Trump dekte die Russische acties af omdat hij ervan profiteerde. President Biden geeft het ministerie van Justitie, de FBI en andere overheidsdiensten volop de ruimte om de Russische operaties en de samenspanning van pro-Trump sympathisanten met de handlangers van het Kremlin te onderzoeken en aan te klagen in rechtszaken.

Justitieel onderzoek vraagt tijd en daarom is het drie maanden relatief stil geweest. Onderzoek dat tijdens Trumps presidentschap van bovenaf werd geblokkeerd. President Biden wil niet alleen de rotte appels uit de mand halen, hij wil ook geopolitieke gevolgen geven aan de Russische inmenging in de Amerikaanse politiek. Deze rechtszaken dienen daarom indirect als onderbouwing voor hardere actie tegen het Kremlin in Europa of Oekraïne. President Biden pakt het groot aan en bouwt het dossier zo op dat zijn Republikeinse tegenstanders het niet als partijdig ter discussie kunnen stellen. In elk geval niet geloofwaardig dat ze veel mensen meekrijgen.

Het opvallende nieuws van afgelopen week was dat de kantoren van Trumps’ adviseur Rudy Giuliani door de FBI zijn onderzocht en bleek dat ook zijn computer en telefoon in beslag waren genomen. Hij is focus van onderzoek omdat hij een intermediair was tussen Trump en het Kremlin. Noem hem de missing link die nu aan het licht is gebracht. Giuliani en de Republikeinse senator Ron Johnson waren tijdig door de FBI gewaarschuwd dat ze zich voor het karretje lieten spannen door het Kremlin en deel van een Russische inlichtingenoperatie waren. Maar ze negeerden die waarschuwingen.

In 2016 lukte het het Kremlin om Donald Trump via inmenging in de Amerikaanse politiek president te maken. Om twee redenen heeft Trump dat nooit toegegeven. Omdat daaruit zou blijken dat hij niet op eigen kracht had gewonnen en omdat het zijn samenspanning met het Kremlin zou bevestigen. Trumps tegenkandidaat Hillary Clinton werd door computerbacks beschadigd. Toenmalig FBI-directeur James Comey stapte in dat Russische frame door elf dagen voor de verkiezingen van 2016 publiekelijk te verklaren dat er een onderzoek naar Clinton was ingesteld. Dat was tegen alle gebruiken van niet-inmenging voor overheidsdiensten om 60 dagen voor of na verkiezingen geen gevoelige informatie naar buiten te brengen. Volgens velen kostte Comey’s inmenging haar het presidentschap.

Terwijl in 2016 de Amerikaanse politieke klasse min of meer overvallen werd door de Russische inmenging, was dat in 2020 niet het geval. Ze waren gewaarschuwd en kunnen zich nu niet verschuilen achter een gespeelde houding dat ze het niet wisten. Overheidsdiensten op het gebied van inlichtingen of cyberveiligheid bleven onder Trump goed functioneren, hoewel ze wel beperkt werden in wat ze publiekelijk konden zeggen. Carrièrefunctionarissen als directeur Chris Wray (FBI) of Chris Krebs (CISA) zorgden ervoor dat de Russische inmenging geen tsunami werd die de Amerikaanse politiek wegspoelde. Onder mogelijke omstandigheden met de vijand als chef hebben ze op de winkel gepast.

Op de achtergrond spelen de tussentijdse verkiezingen van 2022. Die verklaren de haast waarmee president Biden zijn hervormingen op het gebied van economie. gezondheidszorg, infrastructuur en sociale cohesie wil doorvoeren. In normale omstandigheden heeft de oppositie goede kansen om die tussentijdse verkiezingen te winnen. Het Democratische overwicht is flinterdun.

Dubbel belangrijk zijn daarom de wetsvoorstellen, zoals de For the People Act (S. 1) voor de hervorming van de democratie, het neutraliseren van kiezersonderdrukking en het tegengaan van raciale ongelijkheid. In de nasleep van Trumps nederlaag en het verlies van de Senaat hebben Republikeinen in verschillende staten wetten aangenomen om de toegang tot de stembus te beperken. Afro-Amerikaanse en andere minderheden zijn ervan het doelwit.

Zo is de cirkel rond. Trump en zijn waterdragers als Rudy Giuliani en senator Ron Johnson gokten op winst zodat ze voor hun daden die grenzen aan landverraad niet ter verantwoording geroepen konden worden. Want als Trump zijn presidentschap in 2020 had voortgezet dan had hij zowel de controle gehouden over het ministerie van Justitie dat hij gepolitiseerd had als over overheidsdiensten als de FBI waarvoor hij voortdurend minachting liet blijken en die hij vermoedelijk verder afgebroken had in zijn tweede termijn.

Ook president Biden gokt, hoewel niet zoals Trump deed door samenspanning met een buitenlandse tegenstander als de Russische Federatie, maar door zijn hoop op samenwerking met het Amerikaanse electoraat. Noem het een sociaal contact zoals president Roosevelt in 1932 met zijn New Deal allerlei maatschappelijke groepen aansprak. Over het hoofd van de Republikeinse partij heen die nog steeds onder invloed van Trump staat en niet uit zijn schaduw kan treden probeert president Biden met zijn grootste plannen de kiezer aan te spreken.

De paradox is dat door Trumps voortdurende bemoeienis met de Republikeinse partij die leidt tot radicalisering het daarmee het bedrijfsleven, het maatschappelijke middenveld en de centrumkiezer kan verliezen. Vandaar ook de recente waarschuwing op Vox van de Democratische strateeg James Carville tegen de wokeness, cancelcultuur en de in zijn ogen contraproductieve acties van de links-radicale factie binnen de Democratische partij die haaks staat op Bidens electorale strategie om de Republikeinse centrumkiezer binnen te halen.

Keert de wal eindelijk het schip van de Russische inmenging in de Amerikaanse presidentsverkiezingen, Wit-Rusland en de EU?

Voorzitter van de House Intelligence Committee Adam Schiff is in gesprek met CNN’s Dana Bash over de inmenging van het Kremlin in de campagne voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen, de afstemming en gelijkschakeling van de campagne van president Trump met de Russen en de leugens én de nalatig handelen van de Amerikaanse regering en overheidsdiensten die onder controle van die regering staan. De Amerikaanse democratie staat er mede door het autoritair, ongrondwettelijk handelen van Trump beroerd voor.

Net als de Democratische kandidaat voor het vice-presidentschap Kamala Harris acht Schiff het theoretisch mogelijk dat de Russische desinformatiecampagne succesvol is en Trump opnieuw het presidentschap oplevert. Schiff acht openheid over het Russisch handelen het beste middel om de Amerikaanse kiezers te waarschuwen voor de Russische inmenging en Trumps samenwerking met het Kremlin. Dat streven naar openheid is een verschil met 2016, maar uiteraard valt niet te voorspellen of het tot een ander resultaat leidt.

Tegelijk komt het Kremlin mede door de vergiftiging van de Russische oppositieleider Alexei Navalny en de inmenging in de politiek van Wit-Rusland wereldwijd steeds meer onder druk te staan. Onder leiding van EU-voorzitter Duitsland worden sancties voorbereid en dreigt de aanleg van gaspijplijn Nord Stream II uitgesteld of zelfs definitief gestopt te worden. Eindelijk lijkt het punt bereikt dat de Russische bemoeienissen krachtig worden beantwoord. De uiterste consequentie is dat het land uitgesloten wordt. De Russische Federatie is economisch een dwerg en heeft geen machtsmiddelen om terug te slaan. Dat maakt het des te merkwaardiger en onverklaarbaarder waarom het Kremlin in de afgelopen jaren zoveel ruimte heeft kunnen nemen.

Geen voorspelling 2020

De titelsequentie, ook title sequence of générique, van een film is als het begin van een jaar. Het draagt de belofte van een film in zich. Een titelsequentie van de legendarische Saul Bass was vaak beter dan de film zelf.  De belofte van een jaar kan ook beter zijn dan het jaar zelf. Dat weten we pas bij de aftiteling. Voorspellingen zijn lastig. Neem paragnost Jan C. van der Heide die op ParaVisie het jaar 2020 paranormaal voorspelt. Iemand van het Nederlands koningshuis sterft, er komen vervroegde Tweede Kamerverkiezingen en carpoolen wordt wettelijk verplicht. Mijn voorspelling is dat deze voorspellingen niet uitkomen. Het is nattevingerwerk en wensdenken waarbij hoop en berekening meetellen. Wat de wereld in 2020 werkelijk interesseert is of Trump in november herkozen wordt. Daar spreekt deze paragnost zich niet over uit. Hij houdt het simpel: ‘Rond Den Haag worden er ufo verschijnselen waargenomen’. Dat is nietszeggend omdat er altijd iemand is die iets waarneemt dat er wel of niet is. In 2019 zeiden de beursgoeroe’s dat er een recessie op komst was en dat de beurskoersen zouden dalen. Ze zijn over de hele linie met gemiddeld tientallen procenten gestegen.

In Something Wild (1961) is New York de echte hoofdpersoon. Het is zo’n film die -niet als topper- toch tot de filmgeschiedenis behoort en niet meer tot het collectieve geheugen van jongere generaties doordringt. De film is niet meer te zien. De treurbuis recyclet dezelfde Engelstalige films waarmee jonge generaties opgroeien. Dat is de wetmatigheid van generaties die hun eigen cultuur afbakenen die wordt gevolgd door bedrijven met hun economie van de grootste gemene deler. Minderheden belanden in de marge. Dat is wat Something Wild betreft jammer omdat de strenge zedelijke en vormcodes van het studiosysteem van Hollywood begin jaren 1960 op doorbreken stonden. Verandering kondigde zich aan. De transitie tussen de rock and roll van de jaren 1950 en de opstand van 1968. Jeugd-cultuur versus jeugd-tegencultuur. Ach, de film is al zo’n 60 jaar oud. Wie kennen de namen van hoofdpersoon Caroll Baker of componist Aaron Copland? De aankondiging van de toekomst is ondenkbaar en het respect voor de schatten van het verleden is voorbij. Simpelweg uitgedacht.

Conservatief Tom Nichols pleit tegen Trumps herverkiezing vanwege instabiliteit, ongrondwettelijk handelen en Russische druk

Kan ik me voorstellen om tegen mijn politieke voorkeur in te stemmen om het ergste te voorkomen? Nee, maar ontwikkelingen in de Amerikaanse politiek maken dat denkbaar. Zo kan ik me voorstellen om Thierry Baudet of een links-radicale politicus weg te stemmen door op een partij van een politicus te stemmen wat ik normaal nooit in mijn hoofd zou halen. Accepteren van erg is in noodgevallen nodig om erger te voorkomen.

In de VS is nu zo’n noodsituatie ontstaan. De conservatieve Tom Nichols die hoogleraar is aan het Naval War College roept kiezers op om bij de presidentsverkiezingen van 2020 op een Democratische kandidaat te stemmen. We dat ook wordt. Hij stelt slechts twee eisen aan deze kandidaat. Hij of zij moet niet ‘duidelijk mentaal onstabiel’ zijn en niet ‘sympathiek voor een vijandige buitenlandse macht’ of daar zelfs ‘verplicht aan zijn’. Trump is volgems Nichols bang voor de Russische Federatie die financiële geheimen over hem heeft.

Samen met justitieminister Barr rekt Trump de grondwet steeds meer op. Nichols legt uit dat mogelijke, ongrondwettelijke voorstellen van een Democratische kandidaat als Elizabeth Warren binnen het bestaande politiek systeem bediscussieerd kunnen worden en de checks and balances er vervolgens voor zullen zorgen dat ze afgewezen worden, maar dat Trump dat debat omzeilt en het congres buiten spel zet. Om die reden moet Trump volgens Nichols niet herkozen worden. De eigen politieke voorkeur moet dan even wijken.

Voor- en nadelen van het Kennedy-model voor de Democratische partij: Beto en Buttigieg

In een artikel voor Politico gaat Peter Canellos in op de strijd om de nominatie bij de Democraten. Het leest als analyse, maar ook als aanbeveling van een bepaald type kandidaat. Vele presidentskandidaten lopen zich warm om het in 2020 op te nemen tegen president Trump die waarschijnlijk de Republikeinse kandidaat wordt. Onvoorziene omstandigheden daargelaten. Canellos zoomt in op de kandidaten Beto O’Rourke en Pete Buttigieg die er volgens hem alles aan doen om te suggereren dat in hen de geest van de Kennedy-dynastie herleeft. Ze zijn respectievelijk 46 en 37 jaar oud en betrekkelijke nieuwkomers. Dat kun je van de andere mededingers Bernie Sanders, Elizabeth Warren, Joe Biden, Amy Klobuchar of Kamala Harris niet zeggen.

JFK was in 1960 niet de meest linkse kandidaat en evenmin degene met de beste geloofsbrieven, maar hij wist wel het beste de hoop en dromen van het electoraat samen te vatten. Dat positivisme lijkt in 2020 het beste wapen tegen president Trump die verdeelt, fragmenteert, chaotisch opereert en geen hoop op een betere toekomst, maar ondergangsfantasieën biedt. Trumps droom is gitzwart en negatief. Het beslissende feit was dat JFK een jonge nieuwkomer was (toen 43), charisma en stijl had en zicht op een andere toekomst bood.

Volgens Canellos is het volgen van dit Kennedy-model de enige manier voor de Democraten om het Witte Huis te veroveren en hebben presidenten als Bill Clinton en Barack Obama zich daar ook aan gehouden: ‘Verre van een anachronisme te zijn, is de evangelische stijl van leiderschap van JFK nog steeds het krachtigste wapen van de Democraten. Die stijl is niet alleen een bewezen route naar het Witte Huis, maar is al meer dan een halve eeuw letterlijk de enige weg voor een Democraat om het Witte Huis te winnen.’ Dat is de reden dat ‘Beto’ en Buttigieg hun Kennedyheid benadrukken. Hun achtergrond maakt dat geloofwaardig zoals de auteur uitlegt. Overigens is dat model ook een gevangenschap waar Democratische kandidaten niet omheen kunnen.

Canellos wijst nog op een wetmatigheid die in Nederland ook voor GroenLinks geldt: ‘(..) kiezers houden van democratische waarden en ambities, maar zijn doodsbang voor democratische wetgeving. Kennedy’s vaagheid ten aanzien van beleid was net zo belangrijk voor zijn succes als zijn precisie in het formuleren van de uitdagingen van de jaren ’60.’ In Nederland lijkt dat op dit moment door de opstand van onderop tegen het klimaatakkoord aan de orde te zijn. Dat moet de strategen van GroenLinks te denken geven. Hun waarden en ambities vinden optimale steun zolang die niet omgezet worden in wetgeving. Om dit in de beeldvorming te benadrukken moet Jesse Klaver zich tegelijk machtig en onmachtig tonen. Dat is onmogelijk. Het risico is dat hij een achterhaalde belofte wordt die door zijn opponenten kan worden afgedaan als een snotneus.

In de Democratische partij zijn vaandeldragers van de linkse vleugel als de afgevaardigden Alexandria Ocasio-Cortez en Ilhan Omar opgekomen na de tussentijdse verkiezingen van 2018 waar trouwens de gematigde, Democratische kandidaten het meeste succes boekten. In de partij is de spanning tussen de gematigde en linkse vleugel toegenomen. Huisvoorzitter Nancy Pelosi probeert daar vaardig mee om te gaan door de progressieven wat ruimte te geven, maar de partij te laten blijven focussen op het hoofddoel: het behoud van de meerderheid en die zelfs te veroveren in de Senaat, en het verslaan van Trump met een programma dat aanvaardbaar is voor kiezers in het centrum. Het is de vraag of Pelosi steun of last heeft van interventies van politici als oud-president Obama die meent te moeten waarschuwen tegen de starheid van de linkse vleugel.

De les van de in 2016 falende kandidate Hillary Clinton was dat ze zo op het eerste oog drie nadelen had: 1) geen nieuwkomer, maar onderdeel van het politieke establishment waar de kiezers op uitgekeken waren; 2) sociaal-economisch een centrumkandidaat die sterk leunde tegen het establishment van Wall Street wat ze met een progressieve identiteitspolitiek (vrouw!) vergeefs en potsierlijk probeerde te neutraliseren; 3) geen ontspannen stijl, geen charisma en geen persoon die door de kiezers in het midden iets gegund werd.

‘Beto’ staat bekend als een gematigde kandidaat die zich probeert te onttrekken aan de radicalisering van beide grote partijen. Wat trouwens niet wil zeggen dat hij zich tot kandidaat van het bedrijfsleven laat maken zoals Hillary Clinton. Buttigieg stelt zich eerder progressief op en volgt als openlijke homoseksueel deels de linkse identiteitspolitiek. Volgens het model dat Canellos schetst lijkt ‘Beto’ voor 2020 dan ook beter in het patroon te passen van een kandidaat die met stijl, charisma en het levendig houden van het dromen over een betere toekomst en een redelijk vaag, maar net concreet genoeg politiek programma de strijd tegen Trump kan winnen. Ofschoon Canellos die conclusie niet trekt. De linkse vleugel moet uiteraard niets hebben van de charismatische mannetjesmakerij van ‘Beto’ die ten koste gaat van partijprogramma en -organisatie. De paradox is dat juist iemand als Alexandria Ocasio-Cortez haar charisma en stijl inzet om haar linkse politiek te realiseren. Het valt niet in te zien waarom een gematigde kandidaat dat niet evengoed zou kunnen doen.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelWhy Beto and Buttigieg Pretend to Be Kennedys; Decades after JFK and RFK were killed, the family’s political style remains the Democratic Party’s only winning path to the White House’ van Peter Canellos op Politico, 7 april 2019.