Jeugdstorm voor de oorlog

Fotodienst NSB, Sinterklaasfeest van de Jeugdstorm [Sinterklaasfeest voor leden van de Jeugdstorm. Sinterklaas en Zwarte Piet staan in het midden omringd door leden, de meesten in uniform. Het feest wordt gehouden in de Werfkelder van het “Kringhuis” van de Jeugdstorm in Utrecht], 1935-1940. Collectie: Rijksmuseum.

Het is een armoedige omgeving waar de Jeugdstorm van de NSB tussen 1935 en 1940 Sinterklaas viert. Een krakkemikkige Utrechtse werfkelder. Zwarte Piet laat zich zien. Rassenwetten komen pas later.

Het is duidelijk dat de NSB nog niet op het pluche zit en de mooiste gebouwen kan vorderen. Zoals in Utrecht Dudoks Stadsschouwburg die in april 1942 ter beschikking wordt gesteld aan de Nationale Jeugdstorm.

NSB, Vijf jongens in plusfour, Jeugdstormers? [Jongens van de Jeugdstorm? niet in uniform maar allen in plusfour poseren buiten voor de fotograaf], oktober 1934-1935. Collectie: Rijksmuseum.

Van de onderste foto is de interpretatie niet zeker en uitsluitend af te leiden uit de verzameling waarin het was opgenomen. Passend in de serietitel Jeugdstorm. De jongens maken vermoedelijk deel uit van de Jeugdstorm. Maar aan uiterlijk of uniform valt dat niet af te leiden.

De titel is nog om een andere reden onzeker: ‘Vijf jongens in plusfour‘. Er staan zeven jongens naast elkaar die alleen een plusfour dragen. Ofwel een pofbroek die reikt tot ongeveer 4 duim (circa 10 cm) onder de knie. Dus: Plus four.

Bij de drie linker jongens valt de pofbroek veel verder over de knie. Ze dragen weliswaar een plusfour, maar waarschijnlijk eentje die ze hebben geleend van een ouder iemand. Wijst dat op hun benarde economische situatie?

Een andere titel bij deze foto lijkt daarom geschikter: ‘Zeven jongens in plusfour of ‘Vier jongens in plusfour‘. Ofschoon het de vraag blijft hoe een plusfour genoemd moet worden die als lange broek gedragen wordt. En of de jongen in het midden nog een jongen is of al een jongvolwassene. Die enige jaren later ongetwijfeld naar het Oostfront mag vertrokken. In uniform.

Advertentie

Benoem fascisten als fascisten. Het werkt averechts om fascisme met andere begrippen te vermengen

Poster ‘Fascisme is slavernij‘, 1980. Bewerking van linoleumsnede van Gerd Arntz. Collectie: Internationaal Instituur voor Sociale Geschiedenis.

Deze poster uit 1980 zegt dat fascisme slavernij is. Deze slogan wordt zonder bronvermelding boven een linoleumsnede van de Duits-Nederlandse ontwerper Gerd Arntz uit 1935/1936 geplaatst. Hij werd bekend om zijn zogenaamde isotype en werkte voor het CBS.

De context uit 1935 is anders dan in 1980. Nadeel van het hergebruik van oud bronmateriaal is dat de nuance van ‘het verhaal’ van toen ondergeschikt wordt gemaakt aan de situatie van nu die daar niet volledig in past. Zo gaat de nuance van het verhaal van toen verloren.

Toegespitst op deze linoleumsnede van Arntz, in hoeverre komen de Nazi’s en de Duitse oorlogsindustrie uit 1935 overeen met de in het Westen heersende klasse en de Westere oorlogsindustrie van 1980? Zijn de verschillen groter dan de overeenkomsten? Is de positie van de Duitse arbeiders in 1935 hetzelfde als de positie van de werknemers in 1980?

Activisten hebben er een handje van om begrippen te vermengen. Dat werkt niet altijd verhelderend. De begrippen die al te makkelijk met elkaar vermengd worden zijn onder meer: rassenhaat/racisme, mensenhaat, vrouwenhaat, vreemdelingenhaat, seksuele discriminatie, uitbuiting, slavernij, (neo)-kolonialisme, neo-nazisme, imperialisme, antisemitisme, clericalisme en apartheid.

Door het een uit het ander te laten volgen (‘Racisme leidt tot fascisme‘) of het fascisme te beperkt te interpreteren ‘Fascisme is slavernij‘ of ‘Fascisme is moord‘ gaan de historische nuances van toen en nu verloren.

Dat is jammer omdat dan ook het aloude parool ‘Wees Waakzaam‘ afgezwakt worden. Juist nu is waakzaamheid geboden omdat de democratie onder druk staat en zich weerbaar op dient het stellen. De dreiging is sinds de Tweede Wereldoorlog nog niet zo groot geweest.

Hedendaagse fascisten als Donald Trump en Thierry Baudet moeten zonder schroom en zonder slag om de arm genoemd worden wat ze zijn: fascisten. Activisten moeten begrijpen dat het averechts werkt om dat te verbinden met begrippen die volgen uit het eigen hobbyisme of segment van het activisme. Dat leidt af van de essentie en verzwakt door stapeling een glasheldere uitspraak die het fascisme afwijst.

Gedachten bij de foto ‘Manège, grand huit, Luna Park, Porte Maillot, 16ème arrondissement, Paris’ (1935)

Een houten achtbaan ofwel le grand huit in het Lunapark Porte Maillot op de grens van het 16de en 17de arrondissement in Parijs. Ook wel een houten Russisch bos genoemd. Het is onduidelijk wanneer het gesloten werd. Het eind wordt gesitueerd in 1931, 1934 of tijdens de Tweede Wereldoorlog. Alleen die laatste datum past bij de informatie over deze foto die dit tafereel dateert in 1935. Een jaar later werd het Volksfront van Léon Blum opgericht. Dat zou velen hoop geven. Door de recessie van de jaren 1930 was de belangstelling voor dit vertier afgenomen. Mensen hadden er geen geld meer voor. De twee stelletjes in de voorste wagentjes stralen en hebben plezier, maar van de man alleen in het achterste wagentje kan dat niet gezegd worden.

De achtbaan kan als beeldspraak voor het leven gebruikt worden. Dat is een ritje dat afgelopen is voor je het weet. We stappen in en uit. Dat is het. Ook kan de achtbaan de huidige coronacrisis oproepen. We weten dat de rit eindigt, maar weten niet wanneer. Moeten we gillen van spanning? Of wordt ons aangepraat om te gillen en gaat het allemaal te snel om te bevatten? Amuseren we ons dood? Of doden we de verveling door even uit het normale te treden? Hoe dan ook wordt het dagelijks leven betrapt. Fotograaf is Roger Schall (1904-1995).

Foto: Roger Schall, ‘Manège, grand huit, Luna Park, Porte Maillot, 16ème arrondissement, Paris (1935). Collectie: Musée Carnavalet, Histoire de Paris.

Een aangename reis naar Duitsland, 1935. Met Jupp Wiertz

Het is 1935. Een Amerikaan ziet deze affiche hangen en denkt, ‘goed idee’, een aangenaam reisje naar Duitsland. Beetje Berlijn, beetje München, beetje bierdrinken, beetje bruinhemden met hakenkruizen door de straat zien marcheren. We kunnen met schip, vliegtuig of Zeppelin gaan. Keuze genoeg. Ja, waarom eigenlijk niet? Mooi land, ontwikkeld en cultureel met anständige mensen op wie niets aan te merken valt. Dat volk is hoogst fatsoenlijk zelfs. En de treinen rijden op tijd. Doen? Voor je het weet is het te laat. Het leven is kort.

Foto 1: Affiche ‘Germany (1935) van ontwerper Jupp Wiertz.

Foto 2: Affiche ‘Germany’ (1928-1930) van ontwerper Jupp Wiertz.

Bij twee foto’s van F.F. van der Werf, 1930-1935

Foto’s van de Utrechtse fotograaf Frans Ferdinand van der Werf. De bovenste is getiteld ‘Afbeelding van een vrouw met een handkar met fruit op de Oudegracht te Utrecht’ en is gedateerd tussen 1930 en 1935. Het ziet er kunstvol uit. De vrouw rolt met haar kar over de stenen van de Oudegracht, een heer met bolhoed en wandelstok wandelt en de zon geeft tegenlicht. Het zou Parijs, 1900 kunnen zijn. De tijd is niet alleen even stilgezet, maar lijkt teruggedraaid. De onderste foto heet ‘Gezicht in de Korte Jansstraat te Utrecht met op de achtergrond de Domstraat’ en dateert uit 1932. Opnieuw een studie-achtige foto die het licht verkent en de stad als een coulisselandschap onthult. Op de achtergrond doemt als een berg schimachtig de Domkerk op. Eén van de fietsers kijkt achterom richting Janskerkhof, richting fotograaf. Het is niet ongemerkt gebleven.

Foto 1: F.F. van der Werf, Afbeelding van een vrouw met een handkar met fruit op de Oudegracht te Utrecht, 1930-1935. Collectie: Het Utrechts Archief.

Foto 2: F.F. van der Werf, Gezicht in de Korte Jansstraat te Utrecht met op de achtergrond de Domstraat1932. Collectie: Het Utrechts Archief.

Eastman ontsluit foto’s. Maar beschrijving is nog onvolledig. Bij twee foto’s van Moholy-Nagy voor de AKU in Utrechtse jaarbeurs

m198121630074

De onvolprezen cultuursite OpenCulture signaleerde op 3 januari 2017 in een bericht dat sinds kort online in de Eastman Collectie gezocht kan worden. Inclusief foto’s die dateren uit de vroegste jaren van de fotografie. Het is een plezier om in de collectie te grasduinen. Wie zoekt op de term ‘Netherlands’ vindt vijf verwijzingen, waaronder twee foto’s van László Moholy-Nagy die in de jaren 1933-35 in Nederland woonde. Perfect zijn de beschrijvingen nog niet. ‘SJOERT-SCHWITTERS’ (Kurt Schwitters) en ‘Utrect’ (Utrecht) wekken verwarring.

László Moholy-Nagy maakte foto’s van het fabricageproces van rayon in de jaarbeursstand van de Algemene Kunstzijde Unie, één van de voorlopers van het huidige AkzoNobel-concern. Rayon wordt tegenwoordig viscose genoemd, en heette vroeger kunstzijde. Moholy-Nagy richtte die stand in maart 1935 in de Utrechtse jaarbeurs in. Zie hier voor een overzicht tot 1940 van de kunstzijde-industrie. Omdat Utrecht geen kunstzijde-fabriek kende is de datering 1934 onwaarschijnlijk en is de aanduiding van de jaarbeursstand in Utrecht waarschijnlijker. Een verwijzing door het Haagse Gemeentemuseum naar het plakboek van Moholy’s toenmalige assistent Paul Hartman bevat nadere bijzonderheden over de voorbereiding van deze presentatie.

m198121630073

Foto 1: László Moholy-Nagy, ‘Exhibit of Rayon manufacture, Utrect, Netherlands, 1934’. Collectie Eastman Museum. Gelatine zilver print.

Foto 2: László Moholy-Nagy, ‘Exhibit of Rayon manufacture, Utrect, Netherlands, 1934‘. Collectie Eastman Museum. Gelatine zilver print.

General Adolph Takes Over: Humor uit 1942

Humor en Britten is vanouds een gelukkig huwelijk. Hoewel uiteraard een Brits huwelijk. Humor is het onbekende weglachen met het bekende. De nazi’s maakten handig gebruik van de nieuwe media van de jaren ’30: film en radio. De documentaire Triumph des Willens (1935) van Leni Riefenstahl over de Rijkspartijdag in Neurenberg, 1934 is propaganda. Maar ook een meesterwerk. Engelsen zetten daar in een beslissend jaar van de Tweede Wereldoorlog in 1942 ‘Hoch der Lambeth Valk‘ tegenover met ‘General Adolph‘ in de hoofdrol.

Once you get down Lambeth way,
Ev’ry evening, ev’ry day,
You’ll find yourself doin’ the Lambeth walk.

Anytime you’re Lambeth way
Any evening, any day,
You’ll find us all doin’ the Lambeth walk.

Ev’ry little Lambeth gal
With her little Lambeth pal,
You’ll find ‘em all doin’ the Lambeth walk.

Ev’rything’s free and easy,
Do as you darn well pleasey,
Why don’t you make your way there,
Go there, stay there,

Once you get down Lambeth way,
Ev’ry evening, ev’ry day,
You’ll find yourself
Doin’ the Lambeth-
Doin’ the Lambeth-
Doin’ the Lambeth walk!

Een parodie gebaseerd op ‘The Lambeth Walk‘. Een song uit de Britse musical Me and My Girl (1934). Deze film was niet bedoeld om Herr Schicklgruber en zijn stormtroepers belachelijk te maken, maar om de zwaar op de proef gestelde Londenaren te verenigen. Met humor en populaire muziek. Wees nou eerlijk, zo’n filmpje is toch weer eens wat anders dan een van de duizenden parodieën op Der Untergang met een woedende Bruno Ganz als Herr Hitler die zich in z’n bunker over van alles en nog wat steeds weer kolossaal opwindt.

9760425_orig

Bedenk dat de ergste verschrikkingen van de nazi’s bij het westerse publiek midden in de oorlog nog niet bekend waren. Daarom kan de Amerikaanse muzikale komiek Spike Jones in datzelfde 1942 ook grappen en grollen over Hitler maken. Humor is in meerdere opzichten een kwestie van timing. Ook de ontvangst ervan.

Foto: Stuffed Puppet en Neville Tranter, Schicklgruber alias Adolf Hitler. Norwich, 2013.

Is het bijzonder dat Haye van der Heyden PVV stemt?

Haye van het Heyden stapt in de rol van Geert Wilders. Hij is van mening dat het gedachtegoed van Wilders gediscrimineerd wordt, net als de persoon. Want Wilders vervult een duidelijke en nuttige rol in de loop der dingen en hem politiek of sociaal uitsluiten druist in tegen alle beginselen van het democratisch systeem. De toneelschrijver probeert als PVV-stemmer zinnige dingen te beweren. Hij zegt in een VK-opiniestuk zich een volbloed liberale democraat te voelen en reageert in een vervolgstuk omdat-ie zich gediscrimineerd voelt.

Wilders dient inderdaad als breekijzer, wordt dag en nacht bewaakt, is een normaal leven ontnomen en wordt meer gediscrimineerd dan wie dan ook. Sommigen vermoeden dat deze isolatie hem verder radicaliseert en dus averechts uitpakt. Van der Heyden zegt in een NRC-interview dat-ie net zolang op Wilders zal stemmen totdat deze niet meer bekeken wordt als een vies beest, en hij als PVV-stemmer niet meer bekeken zal worden als vies beest. Pas dan zal-ie niet meer op hem stemmen. Of wanneer Wilders een meerderheid haalt.

Met dit beroep op tegenstand bouwt Van der Heyden zijn argumenten. Het is krachtig, maar wel het enige dat-ie aandraagt. Iedereen moet uiteraard voor zichzelf weten of de sociale uitsluiting van een partij of persoon een voldoende reden voor steun is. Waarbij het verschil uitmaakt of partij of politicus of de stemmer op een partij uitgesloten wordt. Opvallend is dat vertegenwoordigers van het lichte genre in de terugblik Lachen na de Twin Towers afstand nemen tot hun eerdere felheid tegenover Wilders en de PVV-stemmer.

Van der Heyden wil niet dat er over hem gepsychologiseerd wordt, maar hij draagt hiervoor munitie aan door te verwijzen naar het gezin als hoeksteen, straf in de opvoeding en zijn katholieke NSB-vader die zijn moeder verliet. Maar daar gaat het niet om. Niemand zou op straffe van sociale en professionele uitsluiting moeten verantwoorden waarom-ie PVV stemt. Zoals dat voor andere goedgekeurde politieke partijen evenmin geldt.

Van der Heyden is door alle publiciteit gedwongen te verklaren dat-ie afstand neemt van de helft van het PVV-programma. Da’s niet afwijkend, want burgers calculeren hun partijkeuze en hoppen van partij tot partij. Merkwaardig is juist dat-ie berekening nalaat. Dat Van der Heyden een weinig consistent verhaal houdt kan evenmin voorwaarde voor zijn keuze zijn. Weliswaar normaliseert de PVV-stemmer en komt-ie steeds meer overeen met de gemiddelde kiezer, maar in de steun blijkbaar niet. Daarover zal Wilders niet rouwig zijn.

Foto: Scene uit de Broadway-show Waiting for Lefty van Clifford Odets en het Group Theatre, najaar 1935. Met Elia Kazan als Agate Keller. Regie Clifford Odets en Sandford Meisner