De identiteit van de chauffeur van de vrachtwagen die op 14 juli zeker 84 doden op de promenade van Nice veroorzaakte zou de 31-jarige Frans-Tunisische Mohamed Lahouaiej Bouhlel zijn, aldus een bericht van Nice Matin. Dat zou blijken uit de ID die in de auto gevonden is. Naar verluidt is er ook een tweede ID gevonden, zodat de gegevens die nu naar buiten druppelen met een slag om de arm moeten worden genomen.
De daad is weerzinwekkend. Enkele jaren geleden stond ik op 14 juli tussen het publiek op de promenade in Nice naar het vuurwerk te kijken dat vanuit boten in de Baie des Anges werd afgeschoten. Begeleid door keiharde symfonische muziek die het feeërieke van het vuurwerk wat overstemde. Superkitsch die soms met de Côte d’Azur samengaat. De aanslag maakt het er nog meer schetterend, schriller en schreeuweriger op.
De aanslag in Nice heeft als neveneffect dat politici zich ferm opstellen. Omdat ze menen dat te moeten doen. Stel je voor dat ze verwijtbaar gedrag vertonen. Ze stellen veiligheid voorop. In een schijnzekerheid daarvan. Het culturele debat over nationale identiteit, islam en immigratie naar Europa neemt het over. Voor- en tegenstanders kapen het publieke debat. Ze zeggen hun zegje en scoren de punten van hun politieke agenda. In een draaimolen van verontwaardiging. Gevolg is dat het sociaal-economische debat over machtsdeling, inkomensongelijkheid, eigendom en de relatie tussen arbeid en kapitaal nog weer verder naar de achtergrond verdwijnt. Waarschijnlijk exact het tegenovergestelde van wat de dader(s) beogen. Zo verliest iedereen.