Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 22 februari 2013.
Filmen is zo simpel. Niet overhaasten, tijd nemen. Op zithoogte. Banshun (Late Spring) uit 1949 van Yasujiro Ozu is verzadigd van ‘Japansheid’. Tempels, zentuinen, het landschap rond Kyoto. David Bordwell merkt in zijn monografie op dat het dient om het traditionele Japan te verzoenen met het nieuwe liberalisme van de bezettingstijd. Dat blijkt uit de fietsscène. Het kon ook een tochtje langs de Italiaanse Po zijn in een neo-realistische film als Luchino Visconti’s Ossesione (1943).
De vader (Chishu Ryu) liegt de dochter (Setsuko Hara) voor dat hij hertrouwt zodat zij gerust kan trouwen. Van haar hoeft het niet. Maar als 25-jarige (‘Late Spring’) moet ze op zoek naar een man. De moderniteit van het naoorlogse Japan dwingt haar in een eng individualisme zonder zeggenschap.
Wat mag ze denken? Verandering komt ten koste van iets. Dat besef ontroert. Niet uit vals sentiment, maar als verbeelding van de vergankelijkheid. De vader geeft dat iets door aan de dochter. Met liefde.

Voor de complete film zie hier. Klik op tandwiel en ondertiteling voor Engelse vertaling.