
Een kop bij een interview met het Hoofd Tentoonstellingen bij De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam Marlies Kleiterp zegt dat de curator de kunstenaar achter het museum is. In de weergave van het interview met Kleiterp is geen citaat te vinden waarin ze zegt dat de curator de kunstenaar achter het museum is. De kop komt uit de lucht vallen en dekt de lading niet.
Kleiterp is een tentoonstellingsmaker die in teamverband het tentoonstellingsconcept, de titel, de inrichting en de te tonen objecten van een tentoonstelling bepaalt. De beide instellingen waar Kleiterp werkt hebben geen eigen collectie. Ze zijn functioneel geen museum, maar een kunsthal-achtige instelling die tentoonstellingen ‘vult’ met bruiklenen van musea en particulieren. Het is terecht dat de Nieuwe Kerk en de Hermitage Amsterdam de term ‘museum’ niet in hun naam hebben. Want ze zijn geen museum.
Een conservator werkt bij een museum en heeft als hoofdtaak de verantwoordelijkheid voor een (deel)collectie. Een conservator kan curator zijn als hij of zij in eigen huis of daarbuiten een tentoonstelling maakt. Maar een curator is geen conservator en werkt niet bij een museum. Dus het direct verband in de kop tussen curator en museum is onjuist.
Wat in de kop nog meer de plank misslaat is de bewering dat de curator de kunstenaar is. Dat is misleidend. Een curator is geen kunstenaar, maar een tentoonstellingsmaker. In de reacties bij dit artikel merkt ‘Frits Groenen’ op: ‘De curator is geen kunstenaar. Dit is een kwalijke misvatting. Doordat curatoren dat zijn gaan denken zijn de kunstenaars die getoond worden niet meer dan illustratoren bij een, meestal, zwak verhaal. Je ziet zelden nog goede oeuvretentoonstellingen omdat het ego van curatoren er met hun eigen verhaal tussen willen zitten‘.
Of deze egotripperij ook geldt voor Marlies Kleiterp valt niet uit het interview af te leiden. Overigens zijn tentoonstellingsmakers niet de enigen in de kunst die leiden aan zelfoverschatting en hun grenzen niet kennen. Dat geldt ook voor toneelregisseurs van repertoire die menen toneelstukken van gelouterde auteurs respectloos te kunnen aanpassen, zo niet verbeteren. Of dirigenten in de klassieke muziek die zich kunstenaar als Bach, Mozart of Beethoven wanen. Maar net als tentoonstellingsmakers interpreteren ze kunst van anderen. Van echte kunstenaars.
De overschatting in de kop die de curator als kunstenaar ziet is de overschatting van de intermediair die zich onrechtmatig de rol van kunstenaar toe-eigent of die door anderen toegedicht krijgt. Een curator in een kunstruimte assembleert uit kunstobjecten van kunstenaars een tentoonstelling en bemoeit zich met inrichting, publiciteit en marketing. Dat is een kwestie van vakmatigheid, ervaring, sociale slimheid en inventiviteit. Maar niet van kunstenaarschap.
Kortom, de kop gaat op twee manieren de fout in. Een curator is geen kunstenaar en het genoemde Hoofd Tentoonstellingen bij De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam Marlies Kleiterp kan hoe dan ook geen ‘kunstenaar achter het museum‘ zijn omdat ze niet bij een museum werkzaam is. De eindredacteur van nu.nl die de kop maakte heeft er geen snars van begrepen.